Ik heb verloren toch is de maar erliezer nog vaak winnaar Moedeloos, maar toch optimistisch Prins Bernhard moet beslist niet naar Teheran reizen - COR DE RUITER: (AG 7 AUGUSTUS 1971 LEIDSCH DAGBLAD DEN HAAG ,,De Haagse zakenman Cornelis ie Ruiter (47) is nooit méér geweest dan een jockey op het 'speculatiepaard' van de Neder landse Crediet Bank (NCB)die hem nu met de eindstreep in zicht uit het zadel heeft ge wipt. De fantastische plannen voor een nieuw mode-imperium zijn De Ruiter door deze hank ingegeven, slechts met de bedoeling om de eigen handel in onroerend goed te camoufleren" Dit is de stellige overtuiging van de Leidse ad vocaat mr. W. Heskes. de juridisch adviseur van de man die precies een jaar geleden spectaculair in het nieuws kwam en sindsdien is gebleven met zijn aankopen van textielbedrijven (Van Veen, Schroder en Gerzon). ,,De Ruiter heeft met de aankoop van Gerzon nooit een andere bedoeling gehad dan door het afstoten van onrendabele filialen tot een snelle refinanciering te komen, alsmede met de over blijvende filialen na reorganisatie tot een ren dabel geheel te komen. Mijn cliënt begreep echter niet tijdig, dat hij door aanvaarding van het enorme krediet veertien en een half miljoen gulden volledig in de greep kwam van de NCB", aldus de heer Heskes. De vroegere compagnon van De Ruiter, mr. Douwe van den Oever, heeft de handelaar in on roerend goed in contact gebracht met de NCB. Typerend is", zegt mr. Heskes, ,,dat de heer Kuipers, hoofd van de fiscale en juridische af deling van de NCB én commissaris van Gerzon, mr. R. v. d. Vijver, president-commissaris van Gerzon, en de heer Schumacherde man achter Difora A.G. (de nieuwe eigenaar van GBS-Be- heer) vrienden zijn van Van den Oever". Vroeger deed De Ruiter zaken met de AMRO- bank, hij genoot daar een zeer groot vertrouwen. Van de NCB had hij tot vorig jaar nog nooit gehoord. Hij kende zelfs het bestaan van de bank niet". Volgens mr. Heskes was de NCB nauwkeurig op de hoogte van doel en streven van De Ruiter: Zij schrok echter van de manier ivaarop hij in het nieuws kwam. Omdat in de krant de naam van de bank als geldschieter voor de transacties werd genoemd, vreesde de NCB dat bekend zou worden, dat zij de plannen van De Ruiter niet alleen financierde, maar ook nog andere belangen beoogde. Bij de komende procedure tegen de NCB zullen die belangen nauwkeurig worden be sproken". „De Ruiter werd te verstaan gegeven, dat hij de buitenwereld moest doen geloven dat hij een nieuwe moderijk zou stichten. De afgelopen maanden heeft hij gefungeerd als de Hop van Jut, die voor de NCB de klappen incasseerde. Als dank daarvoor heeft de bank hem tenslotte in een buitenspelpositie gemanoeuvreerd. LEIDSCH DAGBLAD ee stappen vooruit, één achteruit. Dat is toch één ■ruit. De verliezer is vaak winnaar, kijk maar naar oeind en Japan. Maar eigenlijk had ik veel liever blij- ;n (en ilis de Ruiter, maandenlang onvindbaar, door- stilzwijgen. De van zijn troon gestoten keizer us. Hij ontvangt ons in de werkkamer van zijn dvocaat, mr. Heskes. MÊm m w.limlach Is ontspannen, ■nv) transpiratie-vlekken ln van zijn varkensleren bekaden zijn emoties, die van het urenlange ge len tot felle uitbarstin- af [en die evenzovele aan- op de Nederlandse Cre- (NCB), op zijn vroegere i mr. Douwe van den Oe- de in Zwitserland wonen- Jün^se onroerend goed-man de nieuwe eigenaar Schroder /Gerzon-concern ve en daardoor De Rui- 12-er. ^Jrediet Bank: „Het is be- ■eflat ze me niet ontslaan borgstelling nu de aande- GBS-Beheer op naam Schumacher, die al der- ïliënt is van de NCB. Ze lodie in een houdgreep en Om de eigen invloed op an zaken zeker te stellen, dan zakelijk zijn, maar tiet als je bank bent niet i. Bij de AMRO-bank niet zijn overkomen." den Oever: „Wat hij ge- leg ik uit als een dood- 25$ trap in de rug. Ik zou iskwalificeren als ik nog met hem zou doen. Ik nooit meer in m'n leven ben sterk in sympathieën rojithieën. Het is voor mij nt vit, grijs is moeilijk, daar os! ld voor." imaoher: „Die man heeft gezegd: ik ben 61, maar dood ga, is De Ruiter Tidt u dat nou niet misse hij zich nou miskocht sn hij de aandelen over- we hebben toch gewoon aan." heeft het pokerspel om een aantal gerenommeer- niet meer zo goed lopende "ijven te kopen en daarna te verkopen verloren, iat ook zo? vraag losjes weg: „Zie it goed uit dan?" (Inder- 1 gebronsde teint wijst op ite vakantie-met-veel-zon) r t: „De publiciteit waarin ik zaken terecht ben geko ot mij veel schade berok- schade die niet te becij- defmdat ze ook van immate- I, mijn naam en reputa tie kranten zich niet met 9®° bemoeid, hadden de za- geweldig gelopen of liever: rj even en vraagt dan: de indruk een gebroken zijn? Nee toch... weet u ik er een nieuwe weer een Dober- Jicher, een koning, weerga- (n rco heet hij. Ik laat hem ptend in de Scheveningse en zondags gaat hij naast aan de lijn mee. Ik sta "gen lachend op, blij met nieuwe dag, ik werk als Befrd, ik ben eigenlijk een d, haha." t slagen bij Schroder, Gerzon en an dere bedrijven had u toch niet bui ten de publiciteit kunnen houden? „Dat is waar", geeft hij driftig toe, „maar de bedrijven stonden er slecht voor, ook zónder mij zouden er ontslagen zijn gevallen." Waarom bent u indertijd met Van den Oever in zee gegaan als com pagnon in de Centrumbank? „Hij was gefascineerd door mijn manier van zaken doen. Toen hij met het voórstel kwam om samen te doen heb ik meteen ja gezegd. De grootste fout in mijn leven is dat ik begin vertrouwen te stellen in mensen. Dat heeft me vele illu sies armer en vele ervaringen rijker gemaakt, maar ook dat is een in vestering." Aarzelend: „Van den Oever is zeer intelligent. Als zakenman ben ik in hem teleurgesteld, maar ook als mens en dat moet op de eerste ts komen. Toen hij in april hals over kop niet z'n gezin naar Frankrijk verhuisde, schreef hij een vriendelijke afscheidsbrief met kus jes van de kinderen. Een week later hoorde ik dat hij gezegd had blij te zijn dat hij niets meer met mij te maken had." U heeft uw advocaat opdracht ge geven te procederen tegen de Cre- dietbank, GBS-Beheer en indirect tegen Van den Oever? „De zaak is nog te prematuur om daarover iets te vertellen, maar ik kan u wel zeggen dat we lange pro cedures gaan voeren... de hele zaak moet nu maar uit de doeken ge- 1 worden." In het gesprek komt De Ruiter keer op keer terug op zijn werklust. „Ik. heb mijn hele bestaan door arbeid verkregen. Ik ben altijd de trap op gegaan en heb nooit de lift geno men. Ik heb nooit een cent gekre gen, ik heb er altijd hard voor moeten werken." De als slagersknecht begonnen za kenman springt op uit z'n fauteuil, kruist de armen martiaal voor de borst en roept: „Aan elk stuk on roerend goed dat door mijn handen egaan zit een stuk arbeid van mij." Hij gaat weer zitten en pakt met trillende handen een filtersigaret uit een antiek doosje. Dan zegt hij, rook uitblazend: „Die hele zaak met GBS-Beheer werkt eigenlijk op mijn lachspieren." Welke waren de voorwaarden van de NCB toen u vorig Jaar veertien en een half miljoen gulden krediet kreeg? laat ze u precies zien." Hij haalt uit een stof map een velletje papier waarop de eisen van de bank staan: „Zoals u ziet zeer strakke voorwaarden, maar er was nóg iets dat ik voor de NCB moest doen. Dat bewaar ik voor de rechts zitting...!" Is de kans niet groot dat Gerzon alsnog wordt geliquideerd nu het in buitenlands bezit is, temeer daar Difora A.G. van Schumacher zich niet hoeft te storen aan de SER- fusiecode? „Voor de continuïteit van Gerzon zijn duidelijke afspraken gemaakt, ik vind dat Gerzon een kans moet hebben, trouwens het gaat nu ook wat beter bij Gerzon. U moet na tuurlijk niet vergeten dat Difora er alleen maar baat bij heeft als de zaken naar wens gaan. Aan de an dere kant: als debet en credit niet meer met elkaar in de pas lopen..." Welke rol heeft Kroonenberg nu precies gespeeld? „Geen enkele, ik heb indertijd al leen Van Veen's 'Beddenmagazijn van hem gekocht, dat wil zeggen ik ruilde het voor een van zijn panden in Den Haag. Daarna heb ik geen zaken meer met hem gedaan, hij staat er helemaal buiten." Hij grijnst en somt op: „Ik heb nog steeds een maatschappij tot ex ploitatie van onroerend goed, ik ben nog steeds directeur van de N.V. City-project, een makelaars- en as surantiekantoor, maar ook project ontwikkelingsmaatschappij. In op richting is voorts een bureau voor bedrijfseconomische adviezen aan de middenstand. Aan dat laatste is grote behoefte, want veel zaken gaan slecht. Ik ben op dit terrein zeer deskundig, pas nog heb ik een grote N.V. een uitvoerig reorganisa tieplan geleverd dat nu met succes wordt uitgevoerd." Wéér die brede glimlach: „Mijn grootste vermogen is mijn doorzet tingsvermogen, maar voor de rest mag u gerust weten dat ik nog een aardig pakket onroerend goed be zit." Als we weggaan zegt hij: „Het grootste deel van mijn leven zit ik tussen de wielen of in de lucht. Ik ben het type van de echte onderne mer. Voortdurend ben ik met nieu we projecten bezig. Als ze afgerond zijn, delegeer ik ze aan mijn mede werkers. dat zijn mijn soldaten." En: „Ik ben nog nooit in een casi no geweest, ik hou niet van gokken. Wél van avontuur, ik neem grote risico's, maar die kun Je ten slotte met Je verstand bijsturen." Dat laatste is hem met de GBS-af- faire niet gelukt. Of zou hij mis schien toch nog via een omweg te rugkomen? Van den Oever en De Ruiter zijn aan elkaar gewaagd: ook waar het ruzie maken en weer bijleggen betreft... De Amerikaanse rechtsfilosoof Charles Reich heeft een fascinerend boek geschreven. Het heet „The greening of America". Een boek van moedeloosheid en optimisme. Met als onderwerp de Amerikaanse samenleving. Prof. dr. J. Pen wijdt er deze week in Het Parool een bespreking aan onder de veelbelovende kop Heimwee naar het hippe leven. Het meest opvallende aspect van die bespreking vind ik dat Pen zo ongeveer met Reich op de vuist gaat. Hij zegt bijvoorbeeld: „Ik vind het een meeslepend boek, al staat er een hoop onzin in en al is de strekking een tikje belachelijk." Vervolgens meet hij zijn bezwaren tegen het boek breed uit. Om te eindigen: „In weerwil van het overdrevene is The greening of America een grandioos boek Kortom: „The greening of America" is zo'n boek dat je als lezer voortdurend overeind laat springen om met de schrijver te gaan bekvechten. Reich ontleedt de Amerikaanse samenleving. Hij zet de accenten van een feilen van een zogenaamde democratie zwaar aan, te zwaar. Hij ontziet zich niet om zijn landgenoten even in drie categorieën in te delen. Hij spreekt over bewustzijnsvormen. Type I: de oudere noeste ba zen uit het middenwesten, vaak voor de eeuwwisseling geboren. Van de moderene ingewikkelde bureaucratische staat met zijn vertakkin gen begrijpen ze niet veel. maar ook van de moderne jeugd hebben ze geen kaas gegeten. Type II: omhoog gekomen in de crisis, car rièremakers onder Roosevelt, Truman en Eisenhower, verknocht aan de waarden van de welvaartsstaat, maar doodsbang voor revo lutionaire veranderingen. Voor Reich hoort wijlen president Ken nedy tot deze categorie en is de commentaarpagina van de New York Times een uiting van mentaliteit van deze groep. Dan is er de derde categorie waar Reich het heil van verwacht: de jonge generatie, langharig, wars van conventies, rondtrekkend met de gitaar door de natuur, zorgvuldig de papiertjes oprapend, die de ouderen zomaar laten slingeren. Nou, als Reich over die jeugd gaat schrijven, wordt hij onuitstaan baar. Hij zweeft op de tonen van de liefste en meest idyllische Beatlesongs een eigen paradijsje tegemoet, dat mij doet denken aan de liefde voor de natuur van de Franse koningin Marie Antoi nette. Daar kwam ook revolutie van, maar anders dan ze gedacht hadden. In tegenstelling tot Pen ben ik de laatste hoofdstukken met ge loofsbelijdenissen ook niet doorgekomen. Ik heb me dus minder ge- ergerd. Maar ook daardoor is de analyse van de samenleving van een welvaartsstaat me vooral bijgebleven. Reich praat over de cor poratieve staat, waarin alle grenzen tussen wat openbaar is en wat privé volledig zijn vervaagd. Waarin de overheid een onderdeel van de staat is, maar waarin ook grote bedrijven, stichtingen en onderwijssystemen als divisies van een gigantische onderneming aandelen hebben. De staat co- ordineert, zonder enige controle en als individu sta je machteloos. We moeten meedraaien of we willen of niet. De machinerie van de bureaucraten draait maar door, en ook de president van de Ver enigde Staten kan haar niet stopzetten. We moeten allemaal ons rolletje spelen in die Amerikaanse maatschappij, roept Reich uit. Ook de wetten staan in dienst van deze corporatieve samenleving en van recht is geen sprake meer. Hij geeft honderden voorbeelden van synthetische pindakaas tot verlies in vreugde in het werk. Een uiterst somber beeld, waarbij de mens zich zelf verliest, ge manipuleerd door de machinerie en de reclame. Maar Reich verwacht dus de revolutie, er is voor hem nog hoop. Daar kan ik overigens weinig van vertellen, want zoalS gezegd, ik ben er eenvoudig niet doorgekomen. Maar desondanks zeg ik Pen na: Reich heeft een meeslepend boek geschreven, waarin de feilen van een samenleving die de onze nog wel wat voor is, in dringend worden beschreven. En we hoeven wat dat achter liggen betreft weinig illusies te koesteren. Het gemanlpuleer van Indu strieën en overheid met de lozing van vuil op de zeeën is een voor beeld, dat zo aan Reich zou kunnen zijn ontleend. Maar ik zie nog niet zoals Reich kennelijk wel doet de nieuwe generatie als bloemen uit het asfalt omhoog schieten JRS De Sjah van Perzië is bezig aan 'n enorme publiciteitsstunt. Iedereen, die het wereldgebeuren een beetje volgt, weet, dat je op die man alleen met gemengde gevoelens kunt rea geren. Hij is 'n despoot. Hij heeft een aantal vierkante kilometers van zijn eigen grond uitgedeeld aan ar me boeren, maar opstandige studen ten worden zonder pardon en zon der proces gevangen gezet. Hij heeft een keizerin, die zielige-kindertjes- zonder-moeders huisvest in 'n mooi gebouw, maar zijn familie profi teert op grote schaal van allerlei buitenlandse hulpbronnen. Kortom: Perzië is in geen enkel op zicht een land, dat om zijn systeem om zijn regering en om zijn prak tijken ook maar enige bewondering verdient. Er is geen vrijheid, er is onvoorstelbare armoede, er is in handen van enkelen, onder wie de keizerlijke familie 'n fabuleuze rijkdom: 'n Oosterse monarchie in alle opzichten. Perzië, of liever Iran want zo noe men ze het zelf. staat er dus niet goed op. Om daar 'n eind aan te ma ken hebben de adviseurs van de sjah bedacht, dat er eigenlijk over al in de wereld eens wat gunstige publiciteit zou moeten komen. Ze zochten het in 'n plechtige herden king van een historisch feit: 2500 jaar geleden stichtte Cyrus de Gro te het Perzische rijk en nu willen ze dat het „2500-jarig bestaan van de Perzische dynastie" wordt gevierd. Dit is je reinste flauwekul, de hui dige sjah heeft met de grote Cyrus helemaal niets te maken. Het is vol komen onwaar, dat er van 'n 2500- jarige „dynastie" kan worden ge sproken. De macht is in Perzië op vele manieren uitgeoefend, maar ze ker niet zo. dat er 'n keizerlijke fa milie is overgebleven, die op oude blazoenen kan wijzen. Soldaat De tegenwoordige sjah bijvoorbeeld is de zoon van een sol daat. die zich via reeksen van intri ges en met behulp van bruut ge weld omhooggewerkt heeft. Toen hij het eenmaal tot eerste minister had gebracht, heeft hij de regerende sjah weggejaagd en zichzelf tot kei zer aller Perzen gebombardeerd. Dit ten in de internationale politiek van die Jaren en de warrige verhou dingen in die streken. Deze usurpator, Riza Chan, die zichzelf op 25 april 1926 liet kronen, tot sjah-in-shah (keizer aller kei zers) en de naam Pahlawi koos, heeft 'n aantal hervormingen doorge voerd. waardoor hij de schijn wekte een uiterst progressief baasje te zijn. De werkelijkheid bleek, toen hij tenslotte verdween en werd opge volgd door zijn zoon, in 1944. Die be gon meteen te beloven, dat hij zijn regering in overeenstemming met de grondwet zou brengen en „alle onrecht zou herstellen". De grond wet dateert van 1906. Er wordt o.m. in bepaald, dat er een Senaat moet komen. Die kwam dan ook, al in 1950 maar pas nadat er ernstige onlusten waren geweest, aanslagen op de sjah kan voorstellen. Dit zit natuurlijk weer allemaal vast op de internatio nale politiek: Er zjn belanghebben den genoeg, die de sjah niet voor de kop willen stoten, omdat zij het lie ver mooi houden, maar wat blijft er over van ons gepraat over bevrijding van onderdrukking, over eerlijke ver deling van rijkdom en schaarste, o- ver ontwikkeling van arme landen als wij ons lenen voor dit soort sier- feestjes? De regering had 'n methode horen te vinden om met fatsoen van dit walgelijke gedoe af te komen. Ten slotte kan iedereen tijdig de griep krijgen als er helemaal niets anders te bedenken valt. Wij zouden eerder de opstandige beweging moeten steunen, die uit is op een echte verdeling van 't groot- en 'n barre terreur tegen alle linkse ninklijke familie te vertegenwoor- grondbezit, op n redelijk straf pro kans. dat ook prin- cffeoht' °P vr*jheid van menings uiting en n werkelijke emancipatie groeperingen. Ook de nieuwe sjah deed wel iets aan hervormingen, maar hij zorgde er wel zorgvuldig voor, dat de kleine groep van zeer rijke grondbezitters de feitelijke macht in handen hield. Enfin, iedereen kent verder de da- mesbladverhalen over keizerin Sora- ya die als de onvruchtbare koe de wei is uitgestuurd, omdat zij geen zoon kon baren en over de bouw- kunde-studente, Farah Dlba, een meisje met uitsluitend achten op haar rapport, dat in de kringen van volgzame Europese tieners zelfs aan leiding gaf tot 'n geheel nieuw kap sel De onderdrukking ging door en gaat nog altijd door. Buiten Iran zijn vele duizenden emigranten, die op straffe van de dood moeten blij ven. Binnen Iran is er nog a"ltijd de onvoorstelbare armoe, honger en el lende zonder eind. Voor het 25ste eeuwfeestje van de dynastie hebben de Perzen 2.500 officiële gasten uitgenodigd, waar onder 50 staatshoofden. Die perso nen worden van 11 tot 15 oktober aangenaam beziggehouden en reken maar dat het zal lijken op de sprookjes uit Duizend en één nacht. Het kost, naar men zegt, een dikke honderd miljoen. Nederland is er ook bij, want prins kon vanwege de wankele evenwich- Bernhard gaat er heen „om de ko- digen". Er is ses Beatrix en prins Claus naar Te heran gaan, maar en let dan even op het subtiele verschil die gaan als particuliere personen. De regering van Perzië heeft zo wat de hele wereld verzocht in elk land ook aandacht te geven aan dit heuglijke feit. Wij hebben dan ook prompt een comité opgericht met prins Bernhard als erevoorzitter en met als voorzitter wie? Juist, mr. Cals. Er wordt op 14 oktober een plechtige bijeenkomst in de Ridder zaal gehouden en de Haagse Mo lenstraat zal Perzisch worden opge sierd. Onjuiste visie Laten we nu me teen maar even vaststellen, dat dit allemaal natuurlijk niet behoort te gebeuren. Het is gewoon een grof bedrog ter wille van de binnenlandse propaganda. De dynastie is helemaal geen 2.500 jaar oud maar 25 jaar en 3 maanden. Wij hebben met die Cy rus niets te maken en waarom zou den wij ons encanailleren met het regime van 'n man, die in zijn ei gen land met forse middelen de orde tracht te bewaren? Het bezoek van prins Bernhard wordt onmiddellijk uitgelegd als steun aan de regering daar. Hij ontmoet dan wel even de president van de Sowjet-Unie, de meest be spottelijke combinatie die men zich van de vrouw. Maar nee, wij zitten daar in de persoon van de Prins der Nederlanden Senior de heersende or de op te frunniken, omdat het veel geprezen protocol geen andere op lossingen kan vinden dan deze. Eigenlijk is het heel gek. dat er nog geen actiegroep gevormd is. die een beetje beter aan de mensen uit legt wat voor land Iran is en wat voor man die sjah. Misschien komt dit door de vakantie, want ook stu denten willen wel eens niets doen. In de Scandinavische landen, waar zulke dingen zo vaak eerder aan de orde worden gesteld, zijn ze al druk bezig te verhinderen, dat de monar chen op stap gaan naar hun sprook je. Als onze Prins-Gemaal werkelijk doet wat nu al is besloten, dan moet hij nog eens bij Herodotus nalezen hoe die Cyrus de Grote aan zijn eind gekomen is, de held van het feest. Cyrus had het moeilijk in een oor log met de Massageten. Hij verloor van een leger onder bevel van ko ningin Tomyris. Cyrus sneuvelde. De koningin nam een zwaard, hakte Cy rus de kop af, stopte die in een zak vol bloed en riep: „Verzadig je nu. tiran". Aardige anecdote voor de tafelrede. LAURENS TEN CATE

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1971 | | pagina 7