Kruiswoordraadsel H len partij met ups en downs! Kom er ACHT-er H. W. Filarski's bridgerubriek Einde aan Frans sprookje VOOR OVER iTERDAG 31 JULI 1971 LETD6CH DAGBLAD PAGINA 19 In het Hoogoventoernooi van dit jaar vond een zeer belang- ekkende partij plaats tussen Viktor Kortchnoi en Robert übner. Wanneer men deze partij naspeelt is het zeker inter- jant de voorgeschiedenis te kennen. Ze werd in de laatste inde gespeeld. De stand op het scorebord was zodanig, dat jrtchnoi bij een zege de eerste gedeelde plaats kon veroveren, ubner kon eveneens bij een overwinning de eerste prijs len. Het is begrijpelijk dat onderstaand duel onder grote jrvositeit werd gespeeld, waarbij fouten geenszins uitgeslo- waren. oilet, r 9o.o hl B<< ach toïrtr i A Lm te „Na 25 Ta4: Tf8 26. Ta2 «4 wint zwart, daar hij de zwakke witte pionnen op de damesvleugel kan ver- ..Hier i i 25 Dd8 zeer sterk" voor de lezer stellig leer- airi de analyses van beide groot esters te vergelijken. Kortchnoi sprak de partij in de "Centrale liaakklub" in Moskou. Hübner in 'Deutsche Schachzeitung". Is Hübner, K is Kortchnoi en B Bishop. Kortchnoi 130,ofart: Hübner Konings-finachetto <2-c4 g7-g6 2. d2-d4 Lf8-g7 3. Pbl- d7-d6 4. e2-e4 e7-e5 5. Pgl-f3 ^oals bekend kan wit geen tast- ir voordeel bereiken met 5. de5: 6. Dd8:t Kd8: 7. Lg5+ f6 8. 0-0- Ld7 9. Le3 Lh6 enz." (H). Lc8-g4 r0p 5. Pc6 kan nu met voor- 6. de5: geschieden, daar 6. faalt op 7. Dd8:t Pd8: 8. Pb5 Pg5. omdat 6. Pe5: wegens kamfa4 aan wit 6611 overwicht g«eft in centrum. De tekstzet, dwingt wit centrum af te sluiten, daar op Le3 mogelijk is 6. Pc6 7. d5 20. g6-g5 „Het nemen 20 gf5: is slech ter". (Kt 21. Ph4-g2 Pe7xf5 22 Ld2-e3 Een vreemde zet Daar Ta4: on duidelijk is, kwam 22. Lc3 wel in aanmerking. (B) 22. Pf5xe3 23. f2xe3 „Na 23. Pe3: beviel mij het plan Db6, gevolgd door e5 en Ld4 niet best. Het punt f2 is niet goed te dekken". (KI 23. Tf8xflt 24. Le2xfl Dd8-f6 Niet sterker is Db6. Wit kan dan wel op a4 nemen. Misschien was 24. e4 te overwegen. B.> 25. e3-e4 26 Ddl-d2 Df6-f3(?t 27. Lfl-d3? „Veel beter was hier 27. De3". 'H> 27. Lg7-f6 28. Pg2-el Df3-h5(?) „Hier was Dg4 juister". (H) 29. Ld3-e2 Dh5-g6? „Juist was 29. De8 30 Ta4: Ld8 enz.". (Ht „Op De8 kan ik op a4 nemen". (Kt 30. Dd2-e3 Tf8-a8 31. Pel-c2 Lf6-d8 32. Le2-d3 Dg6-e8'?t „Dit is natuurlijk zinloos! Beter 32. g4 om de raadsheer over veld g5 te activeren". (Ht 33. Pc2-a3 Ld7-h3 34. Ld3-e2 De8-d7 35. Kgl-hl „Het was hier duidelijk dat Hüb ner verliezen zou". (Kt 35. Ta8-c8 36. Pa3-c4 Tc8-a8 37. Tal-gl Dd7xb5 38. g3-g4 38. Db5xb4? „Hiermee geeft zwart de partij uit handen. Na 38. a3 bereikt zwart alsnog remise". (Ht Hübner gaf een diepzinnige variant Kortchnoi die wij u helaas vanwege de plaats ruimte niet kunnen tonen. (Bi 39. De3xh3 Kg8-g7 40. Dh3-f3 Ld8-e7 41. Pc4-e3 en zwart gaf het op. Kortchnoi prees Hübners theore tische kennis en vaardigheid. Hij be sloot zijn rede met de woorden„Ik denk dat Hübner binnen enige jaren tot de beste schaakspelers der wereld zal behoren!" BISHOP enz." (H). d5 a7-a5 •yfelachtig is 6. c5, omdat zich de mogelijkheid ontneemt c7-c6 een actief tegenspel in te en. Kortchnoi gaf aan dat wit Waar ook ter wereld in een groot parentoernooi zou plaatsen. 7. Le2 Pe7 8. h4ü met de bedoe- Pgi tot een goede konings- is de kans dat zij winnen aanzienlijk. JaïsTrézel zijn namelijk ■al. kan komen". (Hj ,fl-e2 Pb8-a6 Iwart offert pion a5 in de mening j af te maken, hij na 8. Da4"i" Ld7 9. Da5: f5 kan uitoefenen in het cen- (H). :k rokeerde en bemerkte daarna ik met. 8. Da4^ een pion kon ■ujninen' Pg8-e7 9. a2-a3 0-0 10. Tal-bl -kan ergelijke stellingen zijn zeer kamiüijk te behandelen. De actie van op de damevleugel is bekend ?esd Konings-Indisch. Zetten als Le3 of Lg5 zijn momenteel niet meer lg5|loende voor enig overwicht. c7-c5 11. Lcl-d2(?) 'Cr^ir is een kritieke stelling ont- Kortchnoi gaf twee betere m, tlrtzettingen aan t.w. 11. dc6 Khl Ld7 12. Pel f5 13. f4 enz 78.1 Lg4-d7 Zwart moest zijn loper behouden, zet moet f7-f5 voorbereiden". vooPc3-b5 Pe7-C8 13. b2-b3 h7-h6' Zwart moest f5 spelen. Sterker echter 13Pc7 enz." g2-g3! Pa6-c7 15. Pf3-h4 Misschien was hier 15. Pc7: Dc7 b4 beter voor wit.' (K) Pc7xb5 16. c4xb5 Pc8-e7 17. Vit heeft het mooie veld c4 voor paard, maai- het duurt te lang". „Beter 17. f3 enz." (H> c5xb4 18. a3xb4 a5-a4 19. al 01' Vit moet de vijandelijke vrijpion nel mogelijk onschadelijk maken. ien wint de doorstoot 17-15 aan ht". <H) f7-f5 20. e4xf5 len andere mogelijkheid bestond 0. Ta4: Ta4: 21. Da4: fe4: 22. enz.". (H) ii Pu v ER Wanneer men het Franse paar Pierre JaïsRoger Trézel tenaas. drie ronden troef, toen kla ver en gesneden klaveraas, na waaronder de heer moest vallen! 99 pet geluk en hoewel de Fransen met dit spel wonnen, zette deze biedstijl in het toaal van 132 spellen geen zo den aan de dijk. uitgerust met het talent dat hen in staat stelt zwakkere paren Nederland telt ook een aantal de zer spelers, die feitelijk al hebben ge wonnen voordat zij tegen de zwakke ren één kaart aanraakten. De Ame rikanen hebben een mooi woord voor spelers van deze soort: „palooka-kil- lers". Hetgeen men zo ongeveer mag vertalen met: klungel-doders. Maar in de echte wereldkampioen schappen tussen teams van gelijke sterkte ls deze eigenschap van weinig waarde. De tegenstanders klungelen hier niet en het komt vrijwel uitslui tend op vakwerk aan. De internationale bridgewereld had met veel belangstelling uitgekeken naar de verrichtingen van genoemd Frans paar, dat jarenlang niet meer aan officiële wedstrijden had meege daan. Hoewel het Franse team in de voorronden die te Taipeih (Formosa) tot de finale kwam, moest het daar met ruim verschil de eerste plaats laten aan de Amerikaanse „Dallas kend vooral hun slembieden was zwak en zij gooiden er af en toe me; BRIDGEVRAAG de pet naar. Met veel geluk liep dat wel eens goed af, b.v.: V 8 ^98 O A5 A V B 10 9 5 4 *96 N B 10 5 C? H 6 4 2 C? V B 10 O V B 9 8 6 H 7 3 2 «f» H 6 Z *832 A H 7 4 3 2 9 A 7 5 3 10 4 7 Zuid gever, OW kwestbaar. De Ame rikanen hadden in NZ vier schop pen geboden, maar de Fransen ging naar slem via: zuid één schoppen noord drie klaver zuid drie schop pen noord vier harten zuid vijf ruiten noord zes klaver zuid zes schoppen. De biedingen „vier harten" en „vijf ruiten" zijn fan- Dit spel lijkt op een eerder gepu bliceerde partij, maar nu is de situa tie anders. Zuid gever, niemand kwetsbaar, viertallenwedstri.jd. De zuidspeler heeft: (Z) A 10 8753 Q? A 4 H10 87 5 Zuid één schoppen west past noord twee schoppen oost past zuid vier schoppen west vier SA noord past oost vijf klaver wat moet Zuid doen? Antwoord elders op deze pagina. Kom er achter tasiebiedingen. die zogenaamd con- Aces". Zes jonge, felle profs maakten j Meun;mnendllbnlotld zijn df een einde aan het sprookje rondom tegenparti) te mlsleiden Noord wilde het Franse-sterpaar: op dat niveau tenslolte zes klaver spelen maar zuid bleek bridge weer een nuchter spel. j nam weer met zes schoppen Te. waarin weinig plaats was voor de r,skante slembod kwam west grapjes uit parentoernooien. gew00n ult met ruitenvrouw, waar. Amerika's vermaarde bridgeschrtj- I door een kostbare remrM van uw l ver Alan Truscott noemde het spel^no<)rdl verdween Noord nam rul. van Jaïs-Trézel weinig indrukwek- 'sjipdj jaiujaqosjnap 8 nappiui uaiu uba paop i s^uoaj ^ap uba uau^js g uaajapuo s^uij annul s laSiainais japuoz map uaaqsjoonas AfinOJA Saf 5(bz z naui doou7 i Pim en Pom De vrouw komt de ka-mer in met een mooi-e doos. Pim gaat met-een op zijn ach-ter-ste po ten staan. Vrouw, vrouw, ik ben aan de beurt, roept hij. Pom die naast hem ligt te sla-pen schiet o-ver-eind. Waar heb Je het o- ver? De pa-ling-vel-le-tjes? vraagt hij. Nee, nee. De doos, roept Pim, de vo-ri-ge keer heb jij de doos van de nieu-we thee- kop-Jes ge-kre-gen. Je hebt er wel drie da-gen in-ge-ze-ten en leeuw in zijn hol ge-speeld. Nu ben lk aan de beurt. Pom kijkt naar de doos die de vrouw nu op ta-fel zet. 't Is een mooi-e. zegt hij, veel mooi er dan die van mij. Er zit een plaat-je op. Ik ge-loof nooit dat de vrouw hem straks bui-ten de ka-mer zet. Daar is ie veel te mooi voor. Mis-schien houdt ze hem wel voor zich-zelf. Pim grin-nikt. De vrouw in een doos? Daar is ze toch veel te groot voor. Wat zeg Je nou. dom-me zwart-kop? Ik weet pre-cies wat ik zeg, bromt Pom be-le-digd, ik weet meer van de men-sen dan jij. Ik kijk ner-gens van op. Met men-sen weet Je het nooit. Als er an-ders een doos het huis In komt zegt de vrouw: gauw leeg- ma-ken, weg met die rom.-mel. of: do-zen ho-ren niet in de ka-mer, of: do-zen ho-ren.niet op ta-fel, of: nou Pom, als Je er-mee bui-ten blijft mag jij die doos. Nou, en moet Je nóu eens zien: mid-den in de ka mer, mid-den op ta-fel zet ze die doos. En daar-om zeg ik: het is vast geen ge-wo-ne doos. Mis-schien wel een to-ver-doos. Pim kijkt Pom met gro-te o- gen aan en daar-na kijkt hij naar de doos op ta-fel. Hoe nou. een to-ver-doos? vraagt hij, hoe kan zo n ding nou to-ve-ren? Een ge-wo-ne doos. Weet ik veel, zegt Pom, maar wie zegt mij dat hij niet heel groot kan wor-den als de vrouw er-in wil zit-ten? Of mis-schien kan ie de vrouw heel klein ma-ken als ze zegt dat ze het wil. Pom be-glnt op-ge-won-den te snor-ren en gaat naast de doos op ta-fel zitten. Een to-ver- doos, fluis-tert hij. daar had ik nog he-le-maal niet aan ge dacht. Ge-loof Je het heus, Pom? Ja, zegt Pom, an-ders zou ze hem vast niet op ta-fel zet ten. Dan lag ie nu al op z'n kant naast de vuil-nis-bak. Pim meet de doos met z'n oog-Jes. Denk je dat ie mij ook groot of klein kan ma-ken?, fluis-tert hij. Ik denk niks, zegt Pom, ik denk al-leen maar dat er iets met die doos aan de hand moet zijn. An-ders stond ie hier niet. Pim schrikt op-eens. Pom, zegt hij, mis-schien zit er al ie-mand in. Een mens die klein ge-wor den is of zo. Mis-schien de sla ger of de vis-boer. Ja, zegt Pom, of die ver-ve-len-de man van de hoek die bak-ken wa-ter o- ver kat-ten gooit of een gro-te hond die ons de boom in wil ja-gen of Hou op. Hou op, roept Pim, die met zijn oor-tjes aan de doos luis-tert, Je wilt me al-leen maar bang ma-ken. Om-dat. je niet kan uit-staan dat ik da- de-lijk zo groot als een tij-ger word als ik het aan die doos vraag. Poeh zo groot als een tij-ger. lacht Pom. wie weet word Je zo klein als een muis met een knoop in zijn staart. Nee. nee. nee. zegt Pim, dat zou de vrouw ook niet wil-len. Dan zou ze hem niet op ta fel zet-ten. Ik weet ze-ker dat het een leu-ke to-ver-doos is en ik ga Hij krab-belt met zijn na-gel-tjes aan de dek-sel van de doos. Niet doen, niet doen, waar-schuwt Pom, Je weet het nooit met vreem-de do-zen, Pim. Ik moet het weten, zegt Pim, ik moetrrrrrengggg ie deksel klapt o-pen. een gek hoofd-Je doet kop-pe-stoot met de kop van Pim en schiet om hoog. Pom maakt dat ie weg komt, maar Pim is zo be-duusd dat ie het la-chen-de hoofd-Je uit de doos blijft zit-ten aan- kij-ken. Pas op. Pas op, fluis tert Pom on-der de ta-fel, straks pakt ie Je. Wei-nee, fluis-tert Pim te rug, hij heeft niet eens hand jes. Op wie lijkt ie?, vraagt Pom. Pim be-kijkt het ra-re hoofd-Je met een schuin kop je. Een bee-tje op de sla-ger sn 'n bee-tje op de vis-boer zegt hij, Ooo, Pom, denk Je heus dat dit een be-to-verd mens is? Nou, dan ben ik blij dat hij in die doos zit en niet ik. Stel Je voor, een kat met al-leen maar een kop-Je, zon der vacht en staart en na-gel- tjes. Ar-me vis-boer. ar-me sla ger, ar-me al-le-bei. De vrouw komt bin-nen en ziet Pim en Pom treu-rig naar de doos kij ken. Hé. zegt ze, zijn Jul-lie aan het ver-Jaars-ka-doot-Je voor Je buur-jon-ge-tje ge-weest? Leuk hè. Ik dacht dat Je een du-vel- tje in een doos-Je vast wel leuk vond. Leuk?, vraagt Pim, wie vindt zo-iets nou leuk? Voor de zo-veel-ste keer dat ik het op-geef om iets van de men-sen te be-grij-pen, zegt Pim. MIES BOU-HUYS. Kunt o de acht afwijkingen In de belde bovenstaande tekeningen vinden? De juiste oplossing vindt o elders In de pagina. Een oogarts is op grond van een on derzoek van 233 vrouwen tot de con clusie gekomen dat veel vrouwen hun ogen dagelijks besmetten met hoge concentraties van gevaarlijke orga nismen. die in de oog make-up aan wezig zijn. Dr. Louis A. Wilson pleit te voor krachtige regeringsmaatre gelen omdat bacteriën en uitwassen zich snel vermenigvuldigen in oog schaduw, eye liner en mascara, zo dra de verpakking is geopend. Een van de organismen pseudomas aeruginosa is hoogst schadelijk voor het hoornvlies en kan binnen 48 uur na de infectie het oog totaal vernielen. HORIZONTAAL 1. helling 6. scheepslading 11. strowis 12. paard 14. zoogdier 16. hond 18. stoet 20. sierlijk 22. bergweide OPLOSSING VORIGE PUZZEL ANTWOORD OP BRIDGEVRAAG: Zoals in een vorige bridgevraag uitgelegd, betekent logischerwijze het passen van noord op vier SA. dat hij een spel heeft dat ongeschikt is om enig vijf con tract van OW te gen te spelen. M.a.w., noord heeft in de kleuren buiten schoppen, nauwe lijks verdediging. Om die reden moet zuid nu vijf schoppen zeggen. Het lijkt onwaarschijnlijk dat vijf klaver down piat en vijf schoppen kan niet véél kosten. West heeft kennelijk met een goed spel éérst gepast en hoopt nu vijf klaver te mogen spelen Noord had HV94 10 9853 O 6 3 V 2. Vjjf schoppen ging twee gedoubleerd down (-300), maar vijf klaver was eenvoudig te winnen geweest. De eerste prijs van f 10.werd toegekend aan de hew M. Blom- mendaal. Joh. de Wittstraat 41 te Leiden, de tweede prijs van f 7.50 aan mevr. P. Vogelaar, Westeinde 12 te Leimuiden. en de twee prijzen van f 5.aan mej. J. Heisterborg. Nassaulaan 58 te Oegstgeest en de heer R. v. d. Tuin, Zijlsingel 53A te Leiden. De prijzen worden d# winnaar» toegezonden. 23. werktuig 25. hevig 26. voorzetsel 27. roodachtig 28. boom 30. vreemde munt 32. meevaller 34. meubelstof 36. lidwoord 37. persoonlijk voornaamwoord 39. mikpunt 40. echtverklaring 41. feudum 43. vreemde afstandsmaat 44. verpakkingsmiddel 47. houding 49. achting 52. stapel 53. lantaarnp&altje 55. meertje 56. maand 58. blijven steken 61berg op Kreta 63. kleurling 65. eikvrucht 66. bloedvat 67. eikeschors 69. koor 70. drank 71. bijbelse figuur 72. opschrift VERTICAAL 2. levenslucht 3. zoogdier 4. dreumes 5. bezig 7. bijwoord 8. mannelijk dier 9. ruw 10. zijrivier van de Wolga 12. dessertgerecht 13. vreemde munt 15. steelhuis 17. aalschaar 18. delfwerktuig 19. voorzetsel 21. vogel 23. hengelsnoer 24. kledingstuk 28. bijbelvertaling 29. pilaar 30. plant 31. zienswijze 32. scherts 33. bleek 35. schrijfgerei 36. laagte 38. vaatwerk 39. omvangrijk 42. vertrouwd 46 planeet 48. toon 50. deugniet 51. boom 54. mythologische figuur 55. huid 56. onjuist 57. hetzelfde 59. nageslacht 60. rolsteen 61. denkbeeld 62. vogel 64. zodenerts 66. stem 68. loswal 70. zoogdier Oplossingen onder 't motto KRUIS WOORDRAADSEL dienen voor woensdag aanstaande te 9 uur in het bezit te zjjn van de redactie van het Leidsch Dagblad, Witte Singel 1, Leiden. Wij stellen vier prijzen be schikbaar: één van f10, één van f7,50 en twee van elk f5. Alleen abonnees kunnen meedingen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1971 | | pagina 19