oorwaarden voor hulp aan Pakistan 90h l, lassale achting Oost- .'akistan 5TITUUT VOOR VREDESVRAAGSTUKKEN ADVISEERT: 95 9Jp (AO 17 JUNI 1971 LEIDSCH DAGBLAD PAGINA 11 a een onzer redacteuren ig van de militaire ope- het Westpakistaanse le- thans.af van de Wes- lïikkelingshulp aan Paki- deze conclusie komt het Instituut voor Vredes- ïen (NIW) in zijn rap- vorige week onder de titel Pakistan zonder politieke den wenselijk"? verscheen. Voortduren meent het Instituut dat aanwezig is, „dat de humanitaire hulp voor de i Bengaalse vluchtelingen I), die overigens dringend |k is, het voortduren van Set in de hand werkt, in- niet gekoppeld kan worden politiek vergelijk inzake de van Oost-Pakistan". tan financiële, militaire en ire hulp verlenen. Want ontwikkeling van de eco- voortgang van de militai- en de oplossing van de laties is de Pakistaanse grotendeels afhankelijk van de zogenaamde Westerse donor landen, waaronder Nederland". .Al leen internationaal toezicht kan ga randeren dat de hulp niet wordt aangewend als ondersteuning van het optreden van het leger in Oost-Pakistan". „Aan de voortzetting van de finan ciële hulp kan", aldus het NIW, „de politieke voorwaarde worden verbonden, dat deze niet wordt ge bruikt om het voortduren van de operaties van het Pakistaanse leger in Oost-Pakistan mogelijk te maken of te rechtvaardigen. Voorts zou het noodzakelijk zijn waarborgen te ontvangen dat deze hulp (althans mede) aan Oost-Pakistan ten goede zal komen. In wezen is dit geen po litieke maar een humanitaire voor waarde". Minder mogelijk „Als gevolg van de noodsituatie is het minder goed mogelijk om aan de humanitairehulp stringendte po litieke voorwaarden te verbinden. Wel zou het wenselijk zijn dat in ternationale organen er op toezien: a) dat het aanwezige transportma teriaal niet voor militaire doelein den maar voor voedseldistributie benut wordt; 2e dat voedselhulp niet gebruikt wordt voor het plegen van politieke chantage op de nood lijdende bevolking". „Voor wapenhulp is Pakistan aan gewezen op de VS, Groot-Brittan- nië, Frankrijk, Rusland en China. Het staken van de wapenhulp door de eerstgenoemde vier landen en dus de mogelijkheid dat West-Pa kistan zich meer dan tot dusver tot China zal gaan richten draagt minder risico's in zich dan voortzet ting van de militaire bezetting (van Oost-Pakistan) zonder politieke op lossing". Tijdens een bijeenkomst van het zogenaamde Pakistan Consortium, die binnenkort onder leiding van de Wereldbank in Parijs begint, komt, zo neemt het NIW aan, aan de orde „in hoeverre de internationale hulpverlening kan worden gekop peld aan een politieke oplossing van de kwestie Oost-Pakistan, zodat: 1. een vorm wordt gevonden, waarin de internationale humanitaire hulp kan worden georganiseerd; 2. geen oorlog uitbreekt tussen In dia en Pakistan; 3. zekerheid wordt verkregen over de politieke toekomst van Oost-Pa- 'kistan, zodat voortzetting van de fi nanciële en technische hulp zin heeft". „In het kader van dit Consortium ontvangt Pakistan jaarlijks ca. 500 miljoen dollar, waarmee ongeveer eenderde van zijn invoerbehoefte gedekt wordt. In het algemeen be staat in de Westerse landen grote terughoudendheid met betrekking tot het verbinden van politieke voorwaarden aan de hulpverlening. De huidige omstandigheden hebben de landen die lid zijn van het Con sortium, ongewild in het conflict betrokken. Zowel aan de voortzet ting van de economische hulp als aan de opschorting ervan zijn grote politieke gevolgen verbonden". De belangrijkste donorlanden zijn de Verenigde Staten, Canada, Groot-Brittannië, de Bondsrepubliek Duitsland en Japan. Maar ook de Wereldbank en het Internationaal Monetaire Fonds leveren belangrijke bijdragen. In Engeland en de Ver enigde Staten zijn inmiddels stem men opgegaan om de hulpverlening aan Pakistan aan voorwaarden te verbinden. „De hulp die Pakistan van de Volksrepubliek China ver krijgt is bij lange na niet voldoende om aan de huidige crisis het hoofd te bieden", aldus het instituut. Het NIW wijst op het gevaar van een Indiaas-Pakistaans conflict. Mevrouw Gandhi heeft voor het parlement verklaard dat India een zijdig zal optreden om zijn veilig heid te verzekeren als de interna tionale gemeenschap er niet snel voor zorgdraagt dat repatriëring van de vluchtelingen mogelijk wordt „De achtergrond van deze dreigende taal is, dat India grote politieke en economische repercus sies vreest, die zich over geheel In dia zullen doen uitstrekken.De ontwikkelingsplannen dreigen.in het slop te geraken als het vluchte lingenprobleem een permanent ka rakter krijgt en de defensie-inspan ning vergroot moet worden.Men vreest voorts het ontstaan van radi cale guerrillagroeperingen, die hun eigen wetten gaan stellen, zoals de Al Fatha beweging in Jordanië. In India wordt de roep om een ge wapend ingrijpen in Oost-Pakistan steeds sterker gehoord en wordt de politieke druk om de voorlopige re gering van „Bangla DesJ" te erken nen steeds sterker. „Er bestaat in India grote verbit tering over het schoorvoetende karakter of zelfs uitblijven van Westerse reacties op het ingrijpen van het Pakistaanse leger in Oost- Pakistan. Het is de Indiërs niet ontgaan, dat de Sowjet-Unie snel en openlijk haar afkeuring heeft uitgesproken over het ingrijpen van het Westpakistaanse leger.Men moet niet uitsluiten, dat India op grond van ervaringen als deze over gaat tot een meer radicale, minder neutrale politiek". Het wachten is op een politieke op lossing voor de kwestie-Oost-Paki- stan zodat de vluchtelingen kunnen terugkeren. Dit „impliceert de beëindiging van de campagne van het Westpakistaanse leger; ze kan pas definitief zijn, wanneer het le ger naar zijn kazernes terugkeert en plaatsmaakt voor de in decem ber gekozen volksvertegenwoordi ging.Het is onwaarschijnlijk dat zonder vrijlating en erkenning van de politieke leiders van Oost-Paki stan als gesprekspartners, binnen afzienbare tijd in Oost-Pakistan een klimaat van vertrouwen en veilig heid ka nterugkeren", aldus het NIW. rmaal zouden we hem hebben doodgeschoten zodra gliep", vertelde majoor Rathore me. „Maar omdat bent controleren we hem alleen maar. U bent hier en ik zie dat uw maag in opstand komt". tei i zou u hem doden", vroeg hij een hindoe zou bunnen misschien een rebel, een )f een lid van de Awami weten dat we hen eruit ze verraden zichzelf door tnnen". raarom doodt u hen? En pikt u de hindoes eruit?" u eraan herinneren", zei „hoe ze geprobeerd hebben te vernietigen? Nu hebben =r het mom van gevechten ichige gelegenheid om met rekenen'. ik de eerste blik op het Oost-Bengalen is !ht. Eerst was er de slach- de niet-Bengalezen in een ig van haat onder de Ben- Nu was er de massaslach- seloverwogen ondernomen Westpakistaanse leger, htoffers van de pogrom zijn de hindoes in Oost-Ben- «geveer 10% van de 75 mil- «oners), maar ook duizenden moslims. Onder hen zijn en, studenten, leraren, lei- Awami Liga en linkse ingen en Bengaalse militai- agenten die op 26 maart een begonnen om op een spec- maar slecht voorbereide de onafhankelijke republiek te stichten, lijk waren de Westpakistaan- bten niet de enigen die in cngalen hebben gemoord, in lit van 25 maart en daar Ik van de Pakistaanse censor hrijven kwamen Bengaal- ?en en militiemensen in op en zij begingen vreselijke eden tegen niet-Bengalezen. den ongelukkige moslim-ge werden zonder pardon ver- Vrouwen werden verkracht borsten werden met speciale afgesneden. Ook de kinde- afschuwelijk lot: als ze ladden, werden ze samen met "uders gedood, maar velen voortaan door het leven itgestoken ogen of afgerukte ten. Waarschijnlijk zijn er zo niet-Bengalezen vermoord; 'an hen zijn spoorloos ver- li gering van Pakistan heeft de van de eerste verschrikking weten, maar zij heeft het achtergehouden over de en ergere verschrikking die vond toen haar eigen leger in overnam. Naar schatting stpakistaanse zijde zijn nu de kant n 250.000 mensen nog afgezien van de men- 16 door ziekte of honger zijn omen. "Jn vast van plan in Oost-Pa- voorgoed af te rekenen met liging van afscheiding, zelfs de dood van 2 miljoen men- fooudt en een koloniaal be over de provincie voor dertig te» is me herhaaldelijk gezegd door hoge functionarissen in Dacca en Comilla. En met angstaanjagen de nauwgezetheid doet het Westpa kistaanse leger dat in Oost-Benga len. Ongewapend Na een bezoek aan Chandpoer re den we tegen zonsondergang in een Jeep toen een soldaat plotseling riep: „Daar rent een man "Sahib". Majoor Rathore stopte abrupt en greep naar het machinegeweer van Chinese makelij. Op minder dan 200 meter rende een man door de rijstvelden. „Niet schieten, in Gods naam", schreeuwde ik. „Hij is ongewapend. Hij is alleen maar iemand uit het dorp". Rathore keek me vuil aan en vuurde een waarschuwingsschot af. Terwijl de man ineen dook, waren twee jawans (soldaten) al naar hem op weg om hem naderbij te slepen. Een slag met een geweerkolf op zijn rug ging aan de onder vraging vooraf. „Wie ben Jij?" „Genade, Sahib f Mijn naam is Ab- doel Bari. Ik ben kleermaker van de Nieuwe Markt in Dacca". „Lieg niet, je bent een hindoe. Waarom liep Je weg?" „Het was bijna spertijd, Sahib en ik was op weg naar mijn dorp". „Vertel me de waarheid, waarom liep je weg?" Voor de man kon antwoorden werd hij snel op wapens onderzocht door een jawan terwijl een ander snel zijn lendedoek wegtrok. Het magere lichaam droeg de sporen van be- nijding die verplicht is voor mo hammedanen. In elk geval was het duidelijk dat Bari een moslim was en geen hindoe. Het verhoor ging verder. „Zeg me, waarom ging je er vandoor?" Bari die nu verwilderd keek en he vig beefde kon niet antwoorden. Hij zonk op de knieen. „Hij ziet er uit als een fauji, sir" kwam een van de jawans te hulp terwijl Bari over eind werd getrokken (een fauji is het Oerdoe voor de soldaat: het Pakistaanse leger gebruikte het woord voor de Bengaalse rebellen waar het op jaagt) „Kan zijn", hoorde ik Rathoe grom men. Abdoel Bari werd verscheidene malen met een geweerkolf gesla gen en dan tegen de muur gesme ten. Gelukkig kwam een Jonge man op zijn geschreeuw af. Hij gluurde vanuit de schaduw van zijn hut. Bari riep iets in het Bengaals. Het hoofd van de jongeman verdween weer. Enige ogenblikken later kwam een gebaarde oude man uit de hut. Rathore greep hem „Ken je deze man?" ,Ja, Sahib het is Abdoel Bari". „Is hij een fauji?" „Nee. Sahib, hij is een kleermaker uit Dacca". „Zeg me de waarheid" „Bij God, Sahib, hij is een kleer maker". Er viel een plotselinge stilte .Ratho re leek beschaamd toen ik hem zei: „Laat hem in vredesnaam gaan Welke bewijzen wil je nog meer voor zijn onschuld?" Pas toen ik nog eens tussenbeide kwam gaf Rathore opdracht Bari los te laten. Tegen die tijd was hij een kreupel, sprakeloos hoopje el lende. Maar zijn leven was gered. Anderen waren niet zo gelukkig. Zes dagen lang reisde ik met de of ficieren van de 9de divisie uit Comil la mee en was van nabij getuige van de slachtpartij. Ik zag dat hin does van dorp naar dorp werden gejaagd en van deur naar deur om ten slotte afgemaakt te worden na dat een haastig „onderzoek naar wapens" had uitgewezen dat zij niet besneden waren. Ik heb het geschreeuw gehoord van de mannen die in de nabijheid van het regeringscentrum in Comill werden doodgeslagen. Ik heb wa gonladingen van andere menselijke schietschijven gezien en hen die de goedheid hadden te proberen de on- gelukkigen te helpen en dan onder de dekking van de duisternis en het uitgaansverbod „ter beschikking" werden gehouden. Ik was getuige van de zgn. „moord en brandmissies" wanneer de leger eenheden nadat ze de omgeving van rebellen hadden gezuiverd, hun pogroms in de steden en dorpen voortzetten. Ik heb hele dorpen ver woest gezien door „strafexpedities", ik heb 's avonds in de officiersmess met verbazing staan luisteren naar de verhalen van de anders dappere en eerzame mensen, wanneer ze trots vertelden over de slachtpartij en die ze die dag hadden aange richt. „Hoeveel heb jij er gepakt. De antwoorden staan in mijn ge heugen gegrift. Elke Westpakistaanse officier zal u vertellen dat dit allemaal gedaan wordt voor het „behoud van de eenheid, de ondeelbaarheid en de gedachtenwereld van Pakistan". Daar is het natuurlijk in werkelijk heid te laat voor. Oost-Bengalen kan alleen bij Pakistan gehouden worden met de loodzware hand van het leger. En in het leger overheer sen de Pendsjaab-bewoners, die vanouds op de Bengalezen neerkij ken en een afschuw van hen heb ben. De breuk is nu zo volledig dat er in Bengalen vrijwel niemand te vinden is die zelfs maar gezien wil worden in gezelschap van een Westpaki- staan. Dat is me bij mijn bezoek aan Dacca pijnlijk duidelijk geworden toen ik een oude vriend ging opzoe ken. „Het spijt me wel", zei hij ter- wijP hij zich van mij afwendde, .rnaar de zaken zijn veranderd. Het termen. „De hindoes hadden met i hun geld de mohammedaanse massa I slachting van de Westpakistanen volledig ondermijnd", vertelde kolo- een stad met gapende wonden en nel Nairn mij in de officiersmess in I mensen die nog maar aan een Comilla. Zij zogen de provincie uit. ding konden denken: vluchten. Geld en voedsel en produkten stroomden over de grens naar In- j geren van politieke richtlijnen, ge- dia. Op sommige scholen bestond geven door de centrale regering, meer dan de helft van de leer- (Overigens, de Chan's zijn op geen krachten uit hindoes, die zelf hun enkele manier familie van elkaar, kinderen naar scholen in Calcutta i Chan is een veel voorkomende ach- stuurden. ternaam in Pakistan. Je zult het niet geloven, maar de I Op het moment dat leger-onderde- mohammedaanse priester van de len in de avond van de 25ste maart moskee hier heeft tijdens de vrij- uitrukken om de muiterij te voor- dagse gebeden een geloofsuitspraak I komen, die in de vroege uren van gedaan dat de mensen en het para- de volgende morgen zou beginnen, dijs zouden komen als zij West-Pa- [droegen vele militairen lijs;en bij kistaners om het leven brachten. I zich met namen van mensen, die We hebben die schoft opgepikt en i moeten worden geliquideerd. Op de we pikken ook de anderen op. Wat lijst stonden hindoes en grote aan- er over zal blijven, zijn de echte tallen moslims; studenten, hooglera- mohammedanen. We zullen hun ren, leden van de Awami Liga, zelfs de Oerdoe-taal leren". Journalisten en belangrije personen uit de beweging van Sjeik Moedjib. Draden IDe beschuldiging, die nu wordt aangevoerd, dat het leger onder Overal ben ik officieren en soldaten mortiervuur werd genomen vanuit tegengekomen die uit de draden I Jaganath Hall, waar de hindoe-stu- van hun eigen vooroordelen een ge- denten woonden, rechtvaardigt nau- waad van rechtvaardiging probeer- welijks de totale vernietiging van den te weven. Er moesten zonde-1 twee hindoecentra, rondom de tem- bokken gevonden worden, om alpels op de Ramna-racebaan en een was het maar voor hun eigen gewe- derde in Sjakrepati, in het hart ten, een rechtvaardiging te hebben van de oude stad. voor de verschrikkelijke „oplossing" Het verklaart evenmin, waarom voor wat in wezen een politiek pro- aamzienlijke hindoe-bevolkingsgroe- hutten van bamboe en matten had verwoest. Honderden dorpelingen waren ontsnapt voor het leger er was. Anderen, zoals de man die tussen de palmen lag, waren te traag geweest. Toen we verder reden, zei majoor Rathore: „Ze hebben het zelf uitge lokt". Ik zei dat het toch zeker een te erge wraakoefening was op on schuldige mensen voor de daden van een paar rebellen. Hij gaf geen antwoord. Een paar uur later, toen we op de terugweg van Chandpoer weer door HaJiganJ kwamen, ben ik voor het eerst met de barbaarsheid van een „moord- en brandactie" geconfron teerd. We bevonden ons nog in een uitloper van de tropische storm die de streek die middag had getroffen. Op de moskee die boven de stad uit torende, vielen spookachtige scha duwen. De uniformen van kapitein Azhar en de vier soldaten die in de open escorte-Jeep achter ons reden, begonnen nat te worden van de motregen. We gingen een hoek om en troffen een kolonne vrachtwa gens aan die bij de moskee was ge parkeerd. Ik telde er zeven, alle vol met sol daten in veld tenue. Aan het hoofd van de kolonne stond een Jeep. Aan de overkant van de straat probeer den twee mannen, onder toezicht van een derde, de deur in te beu ken van een winkel, een van de honderd die er waren en waarvan de luiken waren gesloten. De deur begon onder de slagen van twee bijlen juist te bezwijken toen ma joor Rathore de Toyota liet stop pen. „Wat doen Jullie daar verdom- Dacca na de verschrikkelijkeme?" Over 't treurige lot van de vijf miljoen naar India gevluchte Oostpakistaners worden wij dagelijks geïnformeerd, maar over het bloedbad in het naar onafhankelijkheid strevende Oost-Pakistan de reden achter de massale vlucht is dankzij een scherpe censuur nauwelijks iets tot ons door gedrongen. Een van de getuigen was de Westpakistaan Anthony Mas- carenhas, Journalist van de ..Karachi Times" en corres pondent van het Britse Zon dagsblad „Sunday Times". Hij besloot zijn leven in West- Pakistan op te geven om als eerste de totale waarheid over het optreden van zijn land genoten in Oost-Pakistan te kunnen vertellen. Eén voorwaarde had hij voor publikatie: eerst moesten z'n vrouw en zijn kinderen Pa kistan hebben verlaten om geen gevaar te lopen voor re presailles. Maandag J.L pu bliceerden wij al een kort uit treksel uit zijn schokkend re laas. Vandaag volgt de volle dige tekst. bleem was: de Bengalezen hadden de verkiezingen gewonnen en wilden het landsbestuur voeren. Maar de Pendsjabi's, wier ambities en belan gen sinds de stichting van Pakistan in 1947 de regeringspolitiek over heerst hebben, duldden geen uithol ling van hun macht. Het leger steunde hen. Onder vier ogen rechtvaardigen overheidspersonen wat er gedaan is als een vergelding voor het bloed bad onder de niet-Bengalezen vóór het leger binnentrok. Maar de ge beurtenissen wijzen erop dat de pogrom geen gevolg is geweest van een spontane of ongedisciplineerde reactie. Het was zorgvuldig be- pen uit Dacca en de naburige indu striestad Narajanganj kompleet zijn verdwenen tijdens het 12-uurs uit gaansverbod op de 26ste en 27ste maart. En evenmin is er een spoor van moslims, die in diezelfde uren werden samengedreven. Deze men sen werden uit de weg geruimd in een terdege voorbereide actie; een spontaan „antwoord" op de hin doe-agressie zou tot geheel andere resultaten hebben geleid. „Strafexpeditie" is iets wat de Ben galezen zijn gaan vrezen. Wat dit inhoudt, hebben we bij Ha JiganJ op weg naar Chandpoer ge zien, 's morgens op de 17e april. Een paar kilometer voor HaJiganJ was de vorige avond een brug van 4,5 meter beschadigd door rebellen die nog in het gebied bezig waren. Volgens majoor Rathore was er on middellijk een eenheid op strafex peditie gestuurd. Tot op vierhon derd meter van de brug kon Je ove ral slierten rook zien. En toen we Het lijkt duidelijk, dat met het „uitsorteren" werd begonnen op het moment, dat luitenant-generaal Tikka Khan het gouverneurschap overnam van de zachtaardige admi raal Ahsan en het militaire com mando van luitenant-generaal Sa- hibzada Khan. Dat was begin j voorzichtig over de met planken in- maart, toen sjeik Moedjiboer Rach- iderhaast opgelapte brug reden, kon- mans Burgerlijke Ongehoorzaam- den we rechts in het dorp huizen heidsbeweging de krachten bundelde zien die net vlam vatten, na het uitstellen van de parle- Achter in het dorp breidden solda- mentsvergadering, waarvan de Ben- ten het vuur uit met behulp van galezen zo veel verwachten. kokosbladen, die uitermate geschikt President Jahja Chan zou het eens zijn om vuur mee aan te maken, zijn geweest met de groep hoge of- |ook zagen we tussen de kokospal- Pakistan dat jij en ik gekend heb- fivieren, die zeer waren gebelgd men bij het begin van het dorp een ben. bestaat niet meer. Laten we j over de toenemende vernedering i lijk liggen. het maar vergeten". Van Westpakistaanse troepen in Aan de andere kant van de weg Sommigen rechtvaardigden de uit- Oos-Bengalen. Het opperbevel in toonde nog een ander dorp de spo- roeiing van de hindoes in simpele Oos-Pakistan ging door met het ne-1 ren van het vuur dat een tiental De grootste van het trio, die de su pervisie had bij de inbraak, draaide zich om en keek ons aan. „Mota" (Dikzak), schreeuwde hij, „wat denk Je verdomme dat we doen?" Toen hij de stem herkende grijnsde Rathore breed. Het was, zo vertelde hij mij, zijn oude vriend „Ifti", ma joor Iftikhar van de grenstroepen. Rathore: „Ik dacht dat er iemand aan het plunderen was". Iftikhar: „Plunderen? nee. Dit is een moord- en brandactie'. Met zijn hand naar de winkels wij zend, zei hij dat hij ze allemaal zou verwoesten. Rathore: „Hoeveel heb Je er te pakken gekregen?" Iftikhar lachte bedeesd. Rathore: „Vooruit. Hoeveel heb Je er gedood?' Iftikhar: „Maar twaalf. En dan heb ben we nog geluk gehad. Ook die I zien dat het haastwerk was geweest, net zoals het haastwerk was ge weest toen enkele weken daarvoor de blauwe vlag van Bangla Des] werd uitgestoken. Zoals het in Chandpoer ging, ging het ook in HaJiganJ, MoedarfarganJ, Kasba en Brahmanbaria, allemaal spooksteden met wapperende vlag gen. Laksham is een voorbeeld van de andere reactie: kruiperigheid. Toen ik er binnenreed, de morgen nadat de stad van rebellen was „gezui verd", waren het leger en duizenden vlaggen alles wat ik zag. De majoor die het bevel voerde, had zich in het politiebureau gevestigd en daar nam hij ons apart. Mijn collega, een cameraman van de Pakistaanse TV, moest een propagandafilm ma ken van de „terugkeer naar de nor male toestand" in Laksham een van de eindeloze reeks films die da gelijks worden uitgezonden over „ontvangstoptochten en vredesbij eenkomsten". Ik vroeg me af hoe hij dat wou klaarspelen, maar vol gens de majoor zou dat helemaal geen moeite kosten. „Er zijn genoeg van die schooiers overgebleven om ceen show op te voeren. Geef me 20 minuten". Luitenant Javed van het 39ste regi ment kreeg de opdracht een menig te op de been te brengen. Hij stap te naar een oudere man die blijk baar was binnengebracht voor een o c verhoor. De man vertelde heftig dat zouden we niet heb^n gekr^en als een trouw ud waj yan de"Mo. ?h2l iï32! w,on" i hammedaanse Liga en niet van de terkant had laten komen Awami-liga <De Mohammedaanse Kruipen LiSa leidde de onafhankelijkheids- beweging in 1947). Hij was maar al De Bengalezen reageren verschillend te graag bereid te helpen „Ik zal op de terreurdaden van het leger. I twintig minuten voor 60 mensen Wie kunnen vluchten, doen dat in zorgen", zei hij tegen Javed, „maar groten getale. Hele steden zijn vol- als u me twee uur de tiJ(1 geeftj op de terreurdaden van het leger. Wie kunnen vluchten, doen dat in groten getale. Hele steden zijn vol komen verlaten als het leger na dert. Er zijn echter ook mensen die baarheid, wat hun positie nog min derwaardiger maakt. Een voorbeeld van een verlaten stad is Chandpoer. In het verleden stond deze belangrijke havenstad aan de rivier de Meghna bekend om zijn bedrijvigheid en vrolijkheid. zorg ik voor 200 mensen". En de man hield zich aan zijn woord. Nauwelijks hadden we de kokosnootmelk die de majoor had laten aanrukken, opgedronken, of ve hoorden in de verte geschreeuw. „Pakistan Zindabad!" „Pakistan Army Zindabad" (Leve het Pakis taanse leger). Even later kwam een 50-tal oude mannen en kleine kin- decren in zicht, schreeuwend zo hard ze konden en zwaaiend met vlag gen. Luitenant Javed knipoogde naar me. 's Nachts zorgden de kleine binnen- jjven later was de „optocht" uitge- vaartuigen die er voor anker lagen groejd een „massa-bijeenkomst", voor een sprookjesachtig licht over compleeet met een geïmproviseerde de rivier. Op 18 april was Chand- petitie-aanbieding en zogenaamde poer verlaten. Geen mensen meer, sprekers. geen boten meer. Slechts één pro- I Mahboeb-Oer-Rachmann werd naar cent van de bevolking was gebleven. voren geduwd om het leger welkom De rest, vooral de hindoes van de heten. Hij stelde zich voor als stad, was gevlucht.s hoogleraar in het Engels en Ara- Het vreemde was, dat er duizenden hisch en zej da^ hij al zijn hele le- vlaggen waren achtergelaten, wap- yen was van d<J Mohammedaan- perend van de hulzen en de win- Kg Liga. Hij begon een vuïlge toe- kels. Het leek op een nationale Spraa^. pensen uit de Poendsjab feestdag zonder de gebruikelijke eQ Bengalen waren één gewor- massa's mensen. Het maakte de ge- den Pakistan en we hadden onze heimzinnigheid nog beklemmender. ejgen tradities en onze eigen cul- Het uithangen van de vlaggen zag tuur. Maar we werden geterrori- men als een „verzekering". Het ge- gggjd door de hindoes en de Awa- rucht had zich verspreid dat het le- j mj_hga, en op een dwaalspoor ge- ger ieder gebouw zonder vlag als bracht> Nu danken we God dat de een vijandige vesting beschouwt en g^daten van de Pendsjab ons gered heet daarom vernietigt. Het deed er i hebben. Het zijn de beste soldaten niet toe hoe de vlag gemaakt was, van de Wereld en helden va*l de als halve maan en ster er maar op menSheid". stonden. En zo ghig het door. Het resultaat is een bonte menge- j^a de toespraak vroeg ik de majoor ling van vlaggen, in allerlei kleuren wat hlJ ervan vond Het steunt het en vormen. Sommigen met een doe^ maar ik vertrouw die schooier blauw veld in plaats van het voor- zaj hem op mijn lijst zet- geschreven groen. Het was goed te

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1971 | | pagina 11