MPZALIGE 'ORLEANS-VLUCHT' pellen zonder onreegulmaatugheedun twintigduizend duiven verdwenen Taalvernieuwer9 Van Oosten: 11 JUNI 1971 werd een groter stuk uit het hart van de Neder- duivensportliefhebbers gebroken als in het afgelopen tinde, toen de rampzalige resultaten van de Orleans- binnensijpelden. De heer Kap uit Naaldwijk is con tactman van de Bond van Zater dagvliegers. Hij gaf zaterdagmorgen na uitvoerig de weerberichten te hebben bestudeerd het sein om de bijna dertigduizend duiven in Orléans te lossen. „Ik wist dat het een zware vlucht zou worden, maar dat mag, nietwaar. Er stond een sterke tegenwind. Elk uur zendt Radio Brussel weer berichten spe ciaal ten behoeve van de duivenhou- ders uit. De omroeper vertelde dat het weer boven België om circa ne gen uur zou opklaren. De chauffeur van de wagen, die vrijwel via de vliegroute is teruggereden heeft geen mist gezien. Misschien dat „atmosferische storingen" de oor zaak zijn van de ramp. Daarover kan niemand een zinnig woord zeg gen". De heer Kap krijgt slechts magere steun van zijn collega Vroegh uit Leerdam, die contactman is voor de overige zeven bonden, die zijn aan gesloten bij de NOP. „Die man moet zich wel een massamoordenaar voelen. Als je zoveel duiven de dood instuurt..." Secretaris Kleywegt: „Deze rampvlucht heeft bewezen, dat de weersinformatie nog sluiten- der moet worden. Wij hadden zon dag een lossing in het Franse St. Quentin. Van de Algemene Bond. Wij hebben de duiven na de bp- richten uit Frankrijk 's maandags bij de Belgisch-Franse grens gelost. Niet best 27.000 geloste vogels be er slechts enkele duizenden De Bond van Zater- die de wedvlucht van kilometer organiseerde, zal stellen zonder het puik afstand-vliegers". Kans gering s, dat er de komende dagen el duiven zullen binnenvlie- rdt door de kenners zeer ge acht: de vlucht, die zater- le niet-kenner van deze sport een raadsel hoe ruim 20.000 op één wedvlucht verloren i gaan. Maar ook de „lief- in de volksmond vaak d „duivenmelker" genoemd, oor raadsels. Zeker het is be- dat het weer boven Frankrijk gië na de lossing snel ver- rde. hebben een miraculeus ringsvermogen, waarvan het i wordt geaccepteerd en „ge- maar waarvoor de weten- elijke ondergrond tot op he- iet kon worden aangetoond, uivenhouder weet dat mist en funest zijn, dat zijn duif de niet meer kan bepalen onder Jke omstandigheden. Ook onze vlucht is niet zo best ge weest. Dat betekent, dat het weer zaterdag, zondag en ook maandag boven België slecht is geweest". Wie niet behoort tot het legioen van bijna zestigduizend houders van postduiven („Het renpaard van de kleine man") moet weten, dat dui ven 's nachts nooit vliegen. Vluch ten als op Orléans kunnen door de vogels ruim binnen één dag worden volbracht, uitgaande van het feit dat zij vliegen met een gemiddelde snelheid van zestig kilometer. Strij ken de vogels nu toch neer, doordat zij de koers zijn kwijtgeraakt en hervatten zij de volgende dag de vlucht, dan treedt een immer groter wordende vermoeidheid in. Door die vermoeidheid en de geringe vlucht- hoogte als gevolg van het slechte weer worden ze dan gemakkelijker het slachtoffer van obstakels als hoogspanningsdraden, televisiemas- ten en dergelijke. De kans bestaat bovendien dat zij boven open zee terechtkomen, waar geen rustpunt (uitgezonderd een enkele schip) be staat. Bestaat nu de mogelijkheid, dat de duiven van de Bond van Zaterdag vliegers zaterdagmorgen tegen beter weten in zijn gelost? Uiteindelijk bestaan er in deze sport naast spor tieve ook materiële drijfveren. De heer Kleywegt: „Dat is heel moei lijk te zeggen. Het is zo dat de le den van de zaterdagvliegers om godsdienstige of andere redenen heel erg graag 's zaterdag hun duiven willen zien binnenkomen. Zoals de zondagsvliegers ook hun motiveringen hebben. De geldprijzen spelen dacht ik geen rol. Wie een kampioensduif heeft waagt hem niet aan risico's. Daarvoor is het dier te kostbaar. Het lossen is een kwestie van over leg en beoordelen: hoeveel risico wil men lopen. En.hoe volledig zijn de weerberichten?" De contactmannen van de bonden houden voortdurend voeling met het KNMI (en soms de KLM), hebben telefonisch contact met de routesta tions in België (en eventueel Frankrijk). De heer Kleywegt: „Ik heb nog ge probeerd te waarschuwen, toen ik slechte berichten kreeg van de sta tions in België, maar toen waren de duiven uit Orléans al een uur. de lucht in. Dan kan niets ze meer stoppen". Ook vluchten van oostelijke vereni gingen, aangesloten bij de Noord Oostelijke Bond van Postduivenhou- ders, kregen trouwens dit weekeinde ook het predikaat „slecht" mee, hetgeen zo veel wil zeggen als „er zijn verliezen geleden". Ondanks de verschillende opvattin gen over de beslissingen, die zijn genomen aan het begin van de Or- léans-vlucht, is iedereen uit de dui vensportwereld het er overeens, dat een aantal ongunstige factoren moet hebben samengespeeld. „Nie mand treft verwijt, een rampvlucht als deze is ongehoord". De leden van de Bond van Zater dagvliegers (ruim 7000) treuren diep om het verlies van hun beste dui ven. De slachting, want een ander woord kan in dit verband niet wor den gebruikt, heeft het programma voor het komende seizoen danig in de war gegooid. Veel geplande vluchten moeten worden afgelast. Omdat er geen duiven meer zijn I van tijd tot tijd slechte maar een rampvlucht als godzijdank een unicum. De van de Nederlandse Post- Organisatie, overkoe- van acht grotere de heer A. „Het wa- zaterdagvliegers. slachting wordt gevoeld, alleen om het dat de laatste da- is beklemtoond. die negen duiven er niet één terugkrijgt, Niet om het dat verloren OEVEDORP „Leerun spree- berichtte de heer Van in de gestencilde toelichting vereenvoudigde spelling, hebun onze kleturs daar un mee. Geen wondur, al dii on- maatugheedun in du taal. 25 op du Laagure Sgool al met ihoorluk minderwaardugsheits- doordat zu hondurdun keerun hoorun, dat zu sufurts het bureau thuis zet hij lettercombinaties op het pa- K. L. van Oosten, 53 jaar, logopedist te Badhoevedorp, van diegenen die menen dat schrift gezette Nederlandse ian het eind van haar latijn is. iendelijke leraar met het grij- Ije ligt sedert enkele den mee-ingegraven aan het ren front van de spellingver- Oertekst met de oertekst van de bo- clteerde zinnetjes meeleest zal i en onder de lettertekens ver- lene grillige aanhangsels te men. vreemd geplaatste dakjes die in Van Oostens oeuvre orzels met de tekst meevliegen, moet ze hier maar missen. D<=> eren van techniek in het tebedrijf kunnen Van Oostens euwingsdrang op dit punt nog ïijhouden. zovele spellings-progressieven op achttien scholen doce- spraakleraar weten dat het den is de letters te schrijven ze worden uitgesproken. Vele klinkers vervallen, ettelijke •inaties van medeklinkers ïmpelen tot één letter ineen ng bijv. wordt een n met on- het laatste pootje het onpubli- bare streepje) en over de talrij- kkjes deelt Van Oosten op een- Ige wijze mee: „Dat betekent de letter daaronder niet zo uitgesproken als daar staat". „Ut kan" stencil bevat alarmerende zin- es als „Snelheid is nu geboden" «de noodklok is geluid". In Van eigen jargon heet het even er: „Waneer houdun wei eens al dii onreegelmaatugheedun en flukheedun op? Ut kan als wei ar wilun!" Von Oosten sprekend over de 25 procent met het minderwaardig heidsgevoel: „Het is zo: als de kleuters opgroeien en je hoort ze praten dan denk je dikwijls: hé, wat zijn ze logisch. Pas nog op school. Een kleuter zei: ik vangde een vis. Ik stond meteen paf, ik dacht: die kinderen toch, wat zijn ze logisch. Maar wat zeggen de ou ders: Jantje het is: ik ving een vis. Als het nog een paar keer ik vang de is, zeggen ze: Jantje, je bent een sufferd. Zo gaat dat maar door. Een kind kan er al gauw een minder waardigheidscomplex van krijgen. Op school worden het de stille kin deren. Ik merk het altijd weer, hoor. als ik de ouders bezoek: stille kinderen hebben strenge ouders, ge zellige pratertjes hebben leuke, be grijpende ouders, die er niet op uit zijn hun kinderen voortdurend op hun nummer te zetten". Onvermoede vondsten Van Oostens scheppingsdrift met het. alfabet heeft enkele nog onver moede vondsten opgeleverd. De eu verandert op zijn bureau bijvoor beeld in de letter c. De transforma tie is gemakkelijk te begrijpen wan neer men hoort uitleggen dat de ,nc" de vorm van een neus bezit, het lichaamsdeel dat op zijn beurt im mers de eu-klank bevat. In Van Oostens concept is werkelijk niets aan het toeval overgelaten. Het. inmiddels door een tweede ge volgde, stencil is in een wijde op laag over het Nederlandse taalge bied verspreid. Van Oosten deelt mee dat hij de eerste reacties ui terst hoopgevend acht. Er waren enkele instemmende brieven en een schoolhoofd riep blij verrast uit: „Verdraaid nog aan toe, dat is de eerste spelling die ik zo maar kan lezen". Van Oosten memoreert het voorval met een warme glimlach. Tegenstanders De versimpelde spelling van onze moedertaal heeft in Badhoevedorp in elk geval een nieuwe krijger ge vonden. Van Oosten beseft wat hem nog te wachten staat. „Mijn felste tegenstanders", zegt hij, „zullen de neerlandici zijn. De mensen die zo veel studie van dit onderwerp heb ben gemaakt. Als de traditionele spelling wegvalt, verdwijnt ook een deeel van hun studie. Hun kennis berust juist op de moeilijkheden, die moeten verdwijnen. Ik zal er tegen moeten vechten". We wijzen hem vervolgens op het machinepark, dat helaas nog niet voldoende gevorderd is om aan de verlangens uit Badhoevedorp te vol doen. Van Oosten geeft toe dat de totale vaderlandse voorraad aan school boeken, woordenboeken en naslag werken als prullen zo waardeloos zal worden en dat na de invoering van enkele nieuwe lettertekens te vens alle zet- en schrijfmachines en telexapparaten veranderd dienen te worden. Hij zegt: „Het zal natuur lijk geld kosten. Ik ben er zelf ei genlijk ook wel van overtuigd dat het misschien geen haalbare kaart is". Maar voor een idealistische strijder als de spraakleraar uit Badhoeve dorp werkt de twijfel als doping. De bede klinkt door in het eerste stencil: „Help mee du sgoolleerstof tu vurrenvoodugun". En hij zegt: „Ze zeggen wel eens dat ik het spellingsniveau wil aanpassen bij de kinderen van de blo-scholen waarop ik les geef. Ik zeg: wil Je de kinde ren helpen, doe het dan zo gemak kelijk mogelijk. Echt hoor, ik zit wel eens met tranen in de ogen bij zo'n Jongen die precies schrijft zoals hij praat. Dan denk ik: wat een ellende beleven we hier, jij hebt gelijk, zoals Jij het vindt moet het ook. Ik beur zo'n Jongen dan maar op. Ik zeg: rustig maar, toe vallig ben ik met een nieuwe spel lingsmethode bezig'. Ook 9 modellen naar keuzo Sola^Elite edelstaal in étui f 2,25 Society-Pleet zwaar verzilverd in étui 3,70 in étuis met 6 verschillende Old-Timers In Sola-Elite f 13,50 of Sola Society-Pleet f 22,50

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1971 | | pagina 23