CHOLERA TEISTERT —INDIA— R WAREN 10 MILJOEN HINDOES IN OOST-BENGALEN... Achter oorlog en ziekte dreigt de dood iAG 9 JUNI 1971 -"iVI alsjeblieft zoutoplossing, er uitbarsting van cholera ïp", zo luidde een dikke leden een noodkreet uit een kamp voor Oostpakistaanse ngen. Het kamp ligt in op honderd kilometer •den van Calcutta aan de Pakistans en Indiaas iet er zich al zeker sinds altijd wel cholera voor in Er sterven jaarlijks in zo'n tweeduizend mensen ar de ziekte blijft in nor- len op een vrij constant ni- ider uitbarstingen. In de kampen is soms geen plaats meer, zodat de vluchtelin gen uit bamboe en matten hut ten langs de weg maken. Om daarin wanhopig af te wachten. Beschutting tegen de tropische regen biedt dat dak nauwelijks. oor odfrey Hodgson chap uit het kamp beteken- zich wèl veel meer ziekte- voordeden dan waaraan lend is. En dat dan op een jevaarlijk moment en een etsbare plaats. Vijf mil- ïhtelingen uit Oost-Pakis- in kampen die dikwijls nauwelijks verdienen: verzamelplaatsen zonder litair, met besmet water, idische hulp. j.cholera-evenwicht" in zul- :n verstoord raakt, als er ir gevallen dan normaal [rdoen, dan moet er gere- len op een epidemie, en in zou dat wel eens tot een an onvoorstelbare omvang litgroeien. erabacil doet een mens zo iken en bezorgt hem zo'n celijk diarree dat hij aan aterverlies kan sterven, is onmogelijk door het daarom is uitdroging al- oorkomen met injecties van sing in een ader. Als die ng snel genoeg op gang wordt, maakt een gezond Is zonder behandeling met a een kans dat hij de rstaat. ige zending zending van 350 flessen sing was al een paar uur angst van het bericht per o onderweg van Calcutta sjnanagar. Enkele dagen la- n er 800 flessen per dag, waren er toen al duizend weekeinde zijn er 350 len aan cholera gemeld, ag was het 900 geworden, 1300. En dat was nog al le kampen, waar maar de de vluchtelingen zit. Dui- ngstige vluchtelingen ont- de kampen en verspreiden verder. rafische spreiding van de ildingen doet vermoeden Paistan de „haard" is. waren er ook al meldin- en van cholera-uitbarstin- Issam en Tripoera, de In- iten aan de andere kant •Pakistan, op vele honder- seters van Krisjnanagar. injecties met zoutoplossing liotica wordt ook inenting d als middel in de strijd cholera. Het resultaat g is zestig procent. Het ervan is dat er snel ge in worden. Tegenwoordig .injectiepistolen", waarmee rd mensen per uur ingeënt forden. Dat is evenveel als ir op één dag kan inenten lectiepistool. loeveelheden medicamenten iiet ogenblik naar galen gebracht. Deelne- hulpacties weten ech- dat het te weinig is en hulp misschien wel te laai voorbeeld. Er zijn 30 in- >len onderweg. Dat is één vluchtelingenkampen, se regering heeft moedige gedaan de vluchtelingen ptabel minimumrantsoen te at rantsoen is niet over- het kost één ropij (80 ïr dag per vluchteling gaat de helft op aan rijst, en olie terwijl van de rest en kookgerei worden ge- htelingen hebben vijf of zes et gegeten als ze in India voor hen is het rantsoen Ze zijn honger en armoe Tch zijn er de afgelopen okele incidenten geweest Iers klaagden dat de vluch- eer krijgen dan zij hebben, de Oostpakistanen een krijgen moeten ze zich la- ten inschrijven. Daardoor heeft de Indiase regering een vrij nauwkeurig beeld van de aantallen vluchtelin gen en waar ze zich ophouden. Een van de factoren die de hulpac ties het meest bemoeilijken is het feit dat de vluchtelingen bijna over al de ruim 1500 kilometer lange grens tussen Oost-Pakistan en In dia overstrijden. Die grens loopt van de delta van de Ganges ten Zuiden van Calcutta tot bijna aan de voet van het Himalaja-gebergte dan in het Noorden door de heuvels van Assam, in het Noordoosten door een dunbevolkte streek met de hoogste regencijfers ter wereld en naar het zuiden naar de Golf van Bengalen. De vluchtelingen zijn in gelijke mate verspreid langs die grens. Eind vorige week had de Indiase regering de aantallen Oostpakistanen vast gesteld: 420.000 in het Parganas-dis- trict ,ten zuidoosten van Calcutta: 450.000 in het Nadia-district; 140.000 in Murshidabad. dat de Ganges als grens heeft; 300.000 in Malda en 1.200.000 op de vlaktes van West- Majpoer. In Cooch Behar, ten noorden van Oost-Pakistan waren tenminste 700.000 vluchtelingen; in Assam on geveer 300.000; meer dan 450.000 in Meghalaya en in het uiterste zuid oosten in de Indiase staat Tripoera. dat zelf 1,5 miljoen inwoners telt, zijn 700.000 Oostpakistanen onderge bracht in 500 kampen. We komen tot een totaal-aantal van 4.660.000 vluchtelngen. Maar dat is een voorzichtige schating. Enigzins welgestelde mensen kun nen naar Calcutta of kleinere ste den zijn gegaan zonder zich te laten inschrijven voor rantsoen. Anderen zwerven wellicht ongeteld op het platteland. En de vluchtelingen stroom gaat door: 100.000 mensen per dag komen over de grens. Massa's mensen in door cho lera geteisterde kampen. De meest noodzakelijke voorzienin gen ontbreken. De vluchtelingen kunnen slechts wachten op hun onzeker lot. de helft van het probleem weer. Veel functionarissen van Westelijke hulp organisaties zijn ervan overtuigd dat de uittocht niet zal ophouden voor de laatste hindoe Oost-Pakistan heeft verlaten. En er waren tien miljoen hindoes in Oost-Bengalen voordat deze exodus begon. Er zijn sinds de crisis in Oost-Pa kistan uitbrak drie vluchtelingen golven geweest. De eerste kwam on middellijk na 25 maart, de dag waarop de hulptroepen in Oost-Pa kistan aan het muiten sloegen en het Westpakistaanse leger binnen trok. Bij die eerste golf waren nog wat moslems. De tweede golf die in de eerste week van mei over de grens kwam en de derde van vorige week bestonden vrijwel geheel uit hindoes. De vluchtelingen verkeren in een staat van vrees en paniek. „Ze brengen", zoals de chef redac teur van de Indiase Hindustan Standard, Aveck Sankar, uit een aantal interviews concludeerde, „wrede herinneringen mee aan een mislukte revolutie" - de poging om een onafhankelijk Bangla Desj te stichten - en ook aan een terreur bewind" dat het Pakistaanse leger heeft, ingesteld. Wat erger is: de Indiase interviewers ontdekten wat zij noemen „verontrustende aanwij zingen dat een deel van de slach ting weloverwogen, met voorbedach te rade kan zijn uitgevoerd". Het Pakistaanse leger heeft, naar Sankar schrijft, in geen enkel op zicht getracht de vluchtelingen te verhinderen, de Indiase grens over te gaan. „De wreedheden kunnen voor een deel zijn bedreven om de hindoes tot vluchten te dwingen". Een der vluchtelingen vertolkte on getwijfeld de gevoelens van het me rendeel toen hij zei: „Ik ga alleen maar terug wanneer het Bangla Desj is". De conclusie dringt zich op dat de Indiase regering, die de vluchtelingen als officieel als tijdelijke eevacué's aanduidt, het hoofd in het zand steekt. Ze staat al voor de haast ondraaglijke last van administratie ve, economische en politieke proble men die vijf miljoen vluchtelingen met zich meebrengen. En het is mogelijk dat nog eens vijf miljoen vluchtelingen de grens over komen. Maar de houding van de Indiase regering, hoewel onrealistisch, is be grijpelijk. Het is niet haar fout, maar die van de Pakistaanse rege ring en het Pakistaanse leger dat de vluchtelingen gekomen zijn. Van diverse kanten wordt druk op de Indiase regering geoefend, te tracht ten van de vluchtelingen af te ko men. Er zijn al incidenten geweest, waarbij de plaatselijke Indiase be volking heftig protesteerde tegen pogingen van vluchtelingen om aan het werk te komen. Veel moeite gedaan x Volledige wanhoop tekent het gezicht van deze vrouw. Wat hangt haar en haar kinderen boven het hoofd? India kan hetp robleem alleen niet aan. Net als de regeringen van de deel staten heeft de regering van India veel moeite gedaan de toevloed op te vangen. Zo wordt in de staat Tripoera gewerkt aan 26 permanente kampen en heeft de Indiase rege ring een particuliere onderneming in dienst genomen om met tal van vrachtwagens voedsel te transporte ren van het eind van een spoorlijn naar de grens van Tripoera. Naast de kerken werken vele parti culiere instellingen voor de vluchte lingen, maar zij zijn het er alle over eens dat hun werk niet meer is dan een druppel op een gloeiende plaat. Zij kunnen hier drie artsen inschakelen en daar vier, terwijl er honderden nodig zijn; zij kunnen tienduizenden mensen voeden ter wijl er miljoenen honger lijden. Ruim drie weken geleden heeft Oe Thant een dringend beroep op de wereld gedaan om bijdragen voor de vluchtelingencommissie van de Verenigde Naties, maar tot nu toe hebben maar vier landen een bij drage toegezegd of gegeven. De Verenigde Staten hebben negen miljoen gulden geschonken en En geland als een eerste bijdrage bijna evenveel. Canada heeft voed sel en medicamenten ter waarde van 7 miljoen toegezegd en West- Duitsland zal een miljoen geven. Geen van de andere ongeveer 150 VN-landen heeft gereageerd op het Terwijl haar kind huilt is deze moeder van uitputting in slaap gevallen. Om haar heen be dreigt de cholera haar en haar kind. verzoek van Thant, al moet er eer lijkheidshalve bij vermeld worden dat b.v. Zweden een bijdrage heeft geleverd via het Rode Kruis. In Dacca is de moesson al begon nen en die zal duren tot eind sep tember. Dat brengt nieuwe gevaren met zich mee, want als de regentijd goed op gang komt kun Je de men sen niet lang in de open lucht la ten. En honderdduizenden bivakke ren in de open lucht. Slechts de helft van de vluchtelingen zit in kampen. Waarschijnlijk is alleen het Indiase leger in staat om voor de moesson z'n top bereikt een droog onderkomen voor de vluchte lingen te maken, maar het leger heeft andere taken: de bewaking van de grens. Tenzij de cholera tijdig onderdrukt wordt zal de epidemie toenemen; door het wassende water en de overstromingen zullen de bacteriën zich makkelijker kunnen versprei den. Bovendien brengt de moesson een nieuw gevaar: typhus. Er zijn maar zeer geringe hoeveelheden se rum tegen typhus aanwezig. Vierde plaag En ook de moesson zal niet het einde betekenen van de moeilijkhe den voor Bengalen. De rijst in Oost-Pakistan had voor het begin van de moesson gezaaid moeten zijn, maar er zijn berichten dat duizenden boeren dit voorjaar geen rijst hebben geplant tengevolge van de gevechten en de daarop gevolgde uittocht. Er bestaat ernstig gevaar dat na verovering, slachtpartijen en dood de hongersnood Oost-Bengalen als vierde plaag zal bezoeken. Voorlopig worden de helpers gecon fronteerd met een meer direct ge vaar. Calcutta ligt op de weg van de cholera-epidemie, een stad van wie weet hoeveel miljoen inwoners misschien 8 dit Jaar, misschien 12 aan het eind van de Jaren ze ventig. Driekwart van de stad heeft geen riolering of waterleiding. Grote gedeelten lopen bij iedere moesson onder water. De Indiase regering maakt zich ernstige zorgen omdat de epidemie de stad heeft bereikt. Reeds zijn er 30.000 vluchtelingen in een kamp by het vliegveld Doem Doem. En in de noordelijke krottenwijken is een kamp met nog meer mensen. Voor speld wordt dat een cholera-epide mie in de stad dezelfde gevolgen zal hebben als de grote perst-epidemieën in de middeleeuwse steden. Als de cholera de kans krijgt het gebied rond Calcutta in zijn greep te krij gen, zal de gehele bevolking van Oost- en West-Bengalen worden ge decimeerd, zo wordt gevreesd. Er wonen ongeveer 110 miljoen mensen in deze twee gebieden. Dat is drie procent van de mensheid. o

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1971 | | pagina 9