Het geloof erstaanbaar naken in taal tijd" an onze HOE BENOEM JE TOCH EEN BURGEMEESTER? d )R. OPPENHEIMER VERLAAT LEIDSE UNIVERSITAIRE WERELD Kan Me NieT schelen- IKVINt> ELKE FILE WEL GEZELLIG-. ZÖLANG IK NE PAKJE DRUM MdAf? BIJ ME HES MET VEERjKr WH Na Pasen BULTHUIS PRa lEDAG 10 APRIL 1971 LEIDSCH DAGBLAD !IDEN Dr. K. E. H. Oppenheimer, i zijn 22 Leidse jaren tot twee maal i de universitaire wereld van de Sleu- jjj id pionierswerk heeft verricht, gaat 1 net emeritaat. In 1 948 was hij de eer- irvormde studentenpredikant, in 1961 rk, bewarend en apostolair gericht op die groepering der ïleving, die van de kerk bijzonder vervreemd dreigt te of al vervreemd is, maar dat voor bijzonder gewicht is le toekomst van kerk en samenleving. Over die toekomst OQ Oppenheimer het ook hebben als hij op zondag 25 april en uur in de Vredeskerk afscheid neemt van zijn werk le vrienden. Een gesprek met dr. Oppenheimer in zijn wo- aan de Fagelstraat „ik rook één sigaretje per dag en ie ik nu" mondt al spoedig uit in een terreinverkenning brede scala van zijn leven. Een achterom- en vooruit- veri ntle inze vraag en wat was in uw ielijl ambtelijk gezien, uw mooiste 'oér ntwoordt dr. Oppenheimer: is tjlevensfase heeft haar eigen (inspanning) en vreugde. HÉgen leven illustreert dat. Om lidaj gramstijl te antwoorden: mijn stréjwas Amerikaan, arts, mijn Duitse. Ik werd lidmaat der o lische Kirche met 15 jaar fsprekend toen), was als stu- Door Sam Platteel de eerste universiteitspredikant voor het werk onder academici. Beide malen werd door hem op een vooruitgeschoven post van kerkelijke arbeid nieuw werk opge bouwd. weer gebruikt voor regelmatige diens ten (prinses Beatrix was er vaak aanwezig). In 1961 werd ik de eerste univer- siteispredikant en begon o.a. met kringwerk, met name gericht op de van de kerk vervreemden. Tegen al le verwachting in vruchtbaar en succesrijk werk. Eigenlijk gewoon onderwijs. De anthropologische, ethi sche en theologische aspecten van het mens-zijn. Het mooiste? De gro te schare, die meedeed, de weerklank, die het werk vond". Tot twee maal toe heelt U in de universitaire wereld pioniers werk moeten verrichten. Wat zijn daarbij uw ervaringen. Heeft men nog belangstelling voor het evan gelie? kwam terecht in het mij welbekende milieu van de universiteit. De stu denten kritisch, skeptisch en natuur lijk ook toen al vaak agressief. Ik peeiritisch t.o.v. kerk en geloof, had een'grote groep Jonge, enthou- iï al heel gewoon. Ik promo- j siaste medewerkers. In de laatste in Berlijn, was staflid aan de j tijd van mijn studentenpredikant- iteit. In 1933 ontdekte ik op- j schap zestig lidmaten per jaar. Het Idoor Barth en Niemöller (hun mooiste was het Avondgebed (vanaf Geloven bij kenterend getij ïers tegen de nazi's) de betekenis k. Dit was voor ons toen de ijktschans", pijler en funda- rdlj er waarheid. Ik besloot theo- studeren. werd ik hulpprediker in r"n gen in een vacante arbeiders- P'fet was de tijd der werkeloos- was emigrant, armoedig en 'f«4or de arbeiders bijgevolg ge- één van hen. Ik was toen u in iets als de latere priester es De e tijd van mijn leven zeer gelukkige. Ik sprak toen ij slecht Nederlands, doch dit e J or de arbeidrs geen punt. Met nthousiaste hulp heb ik het <1 bouw gebouwd in de vacante Ondergedoken n de oorlog? de oorlogstijd was ik predi- een Drentse veenkolonie. Het was daar de verbondenheid j gemeente, de geest van ka- dschap. Een buitengewoon te tijd voor een predikant. Ik tot de illegaliteit en de A Lunterse kring, predikanten, het geheim vergaderend, het Ijk verzet stimuleerden. In rerd ik nog niet genatu- J rd opgeroepen voor de Duit- illitaire dienst, de droom lijn kinderjaren: de rijksmari- dook toen onder met vrouw _Jd. Het mooiste: het gevoel 5 vrijheid. Ik had gedaan, wat een dergelijk geval moet hoe daarna? 1946-1948 was ik predikant iesland, de rustige adempauze oorlog; genaturaliseerd met de at groep van tien na de oorlog op van mijn houding in het ver- i houd van Friesland, de Frie- ijn leergierig. Ik kon dus aan e ieel wat kwijt. Naar Leiden 1948 werd ik de eerste hervorm- jidentenpredikant in Leiden. Ik „Allereerst een algemene opmer king. Wij leven in een gesaeculari- seerde, atheïstische tijd. Het is dus „geloven bij kenterend getij". Op het vanzelfsprekende theïsme (middel- eeuwen, reformatie, contra-reforma- 1951) met een grote schare studen- j tie) volgde het atheïstische tijdperk: ten wekelijks in het koor van de Pie- de ontkenning van het Godsbestaan terskerk, toen door mij voor het eerst Nu kan men de zaak ook positief ADVERTENTIE ADVERTENTIE Paasshow unieke meubel- primeurs-. uit heel Europa voor u samengebracht. Verrassend voordelige prijzen. «00 ml open huis. Kom Jken. 2e Paasdag zijn wij [)(W>r open, van 11-17 uur. maandags gesloten. zien. Door het opkomende atheïsme wordt het geloof gedwongen, over zichzelf, zijn eigen waarheid na te denken. Het wordt dus gezuiverd. Te ruggebracht tot het essentiële. Het gaat er voor ons dan om. dat ook verstaanbaar te maken in de taal van onze tijd. De Duitse theoloog Bonhoeffer zei, nadenkend in de ge vangenis over de toekomst der kerk: ..Het zal een andere, nieuwe taal worden. En ook een volstrekt andere kerk". Men kan ook zeggen, dat de ge schiedenis altijd in tegenstellingen, dialectisch verloopt. Het is dus waarschijnlijk, dat het getij wéér ver andert. De eerste sympto nen daar van kan men zien. ook in de lan den van het Oostblok. Het is natuur lijk altijd riskant iets te voorspel len. maar men kan zeggen: waar en wanneer mensen weer ernst maken met hun geloof, erover nadenken en het waarmaken en de tijd en de om standigheden de zichtbaarheid ervan begunstigen (in' een crisistijd dus) zal de reële betekenis van het chris tendom weer evident zijn. God haalt het voorbije (de vergeten waarheid) weer terug, zegt de Prediker. Het gezuiverde geloof is dan het bijzondere, attraktief in hoge ma te. heilzaam en vruchtbaar. Titel van een dissertatie van 1969: Vrede, een joods/christelijke provocatie. Het ge loof heeft dan een provocatief, con- tesrend karakter. Zo was het bij Je zus en de profeten. Zodra het het karakter van het absolute, laatste, ultimatieve herwint, verliest het ook zijn onbenulligheidskrakter. zijn achterhaalheid en irrelevantie". Intellectuelen Wat houdt dat in voor de intel lectuelen? Dr. Oppenheimer „Ik geloof, dat de intellectuelen dat het eerst zullen zien. De betekenis van de intellec tuelen (de academisch gevormden in het algemeen) is overduidelijk. De enorme toewas van het aantal studenten gaat gepaard met een steeds groter aantal stafleden. Hun betekenis in de huidige maatschap pelijke en culturele veranderingen, i de voornaamste rol, die zij nu in al- j le landen spelen als initiatiefnemers j en voorhoede, is evident. Men denlce hier ook aan de grote processen in j de dictatoriale landen tegen de in- j tellectuelen Griekenland, Spanje, j Tsjechoslowakije etc.). De enorme J betekenis b.v. van een man als de j Russische atoomgeleerde Sacharow. I Daarom zijn er thans aan de uni- versiteiten ook studentenpredikanten en predikanten voor de staf. Mijn j werk onder de stafleden is kringwerk - en pastoraat. Men verwacht infor- j j matie, verantwpord, gefundeerd, als I I aanbod van een mogelijkheid te le- 1 ven, zichzelf te verstaan, zyn plaats en taak te verstaan in de contekst van de tijd, waarin wij leven. Het aantal deelnemers aan het kring- werk naderde de 300 per jaar. Na i mijn ziekte heb ik dit aantal iets moeten beperken, maar het is nog j altijd een grote schare. Per Jaar i I verliest dit kringwerk plm. 75 deel- J nemers, voornamelijk door vestiging elders. Met huisbezoek in de zomer j gelukt het de opengevallen plaatsen steeds weer aan te vullen, zodat ook steeds weer nieuwe mensen door dat kringwerk bereikt worden. Het aan tal onkerkelijke intellectuelen is hierbij vrij groot. Het is de zgn. „Kerk buiten de kerk", de latente kerk (term van Rahner. Sölle, Til- lich e.a.), die eigenlijk alleen maar j wacht op het manifest worden van I de gezuiverde kerk. De kerk, die het waagt te spreken in de taal van deze tijd en haar leven inzet voor de waarheid, die zij ziet. Voorhoede en koploper Het percentage van geslaagde be zoeken in de hiervoor beschikbare avonden ligt bijzonder hoog, nl. onge- j veer 90 procent. Dat is verrassend, j De zaak, waat het om gaat, is nog altijd springlevend. Het getij kan elk j ogenblik veranderen. Zeer vele Intel- lectuelen zien de betekenis van Je- j zus en staan zelfs open voor de kerk, mits en waar deze zich in het pro- ces van heroriëntering, waarin wij ons bevinden, herziet en zo ook voor hoede en koploper is inzake een beter en zinvoller menselijk bestaan, gerechtigheid en vrede". Dr. K. E. H. Oppenheimerdie 1 mei met emeritaat gaat. (Foto Holvast) Na emeritaat Wat denkt U na Uw emeritaat te gaan doen? Nog bijstand ver lenen in het pastoraat? „Ik zal blijven doen. wat ik ook nu doe, al zal ik niet meer een vol ledige dagtaak op mij nemen. Dus geen bijstand in het pastoraat. Ik zal spreken, lezen en schrijven en hoop met name voor het laatste nu tijd te hebben. Wel zal ik het con- tact missen, de levende dialoog met de vele mensen, die ik als universi- teitspredikant regelmatig had als toehoorders en gesprekspartners. Ik ben op dit punt in zekere zin ver wend geweest". Is er reeds voorzien in uw op volging? „Als mijn opvolger is aangewezen mijn collega, ds. J. A. Eekhof, stu dentenpredikant. Gezien de precaire financiële positie van de Herv. Kerk is het nog mogelijk, dat de vacature j niet vervuld wordt (personeelsstop).} Het is wel zo, dat alle betrokken in stanties de voortzetting- van het werk j gewenst achten en er in principe voor zijn". Democratisering Hoe staat U tegenover de de mocratisering van de universitai re gemeenschap? trokkenen en tot dat aspect van de zaak. waarover de betrokkenen ca pabel zijn te oordelen. Overal te wil len bij zijn. bij bestuurlijke zaken, beleidsbeslissingen, zonder medever antwoordelijkheid te kunnen of te willen dragen, is een onzinnige zaak. Overigens: dezelfde problemen doen zich voor in de gehele samenleving en ook in de kerk. in de R.-K. Kerk al lang (verzet tegen de hiërarchi sche structuur, de Paus, etc.) Bij ons is het nog in de beginfase. Een en ander hangt nauw samen met 'n verhoogd besef van mondigheid en eigenwaarde van de mens in onze tijd". Waarover schreef U verder nog in dit artikel? „Ik had het in het genoemde ar tikel over de drie thema's van het studentenverzet: de sociale status van de student, de onderwijsproble matiek en de zgn maatschappijkri tiek. Het laatste thema is het be langrijkste. Hier hebben ook de stu denten het meest succes. Veel meer dan vroeger houdt zich de universi teit <de docenten) thans bezig met de ethische, maatschappelijke, so ciaalpol itieke implicaties van de uni versitaire research Men kan zeggen: de studenten vragen van de univer siteit. hun docenten, de „profetische kritiek" op de maatschappij (het be- staande, de sociale, maatschappelij ke misstanden), omdat de kerk hier al te lang verstek heeft laten gaan Het thema is thans weer de totali teit van de mens. U ziet: de vergeten, verdrongen waarheid treedt weer naar voren. Zoals altijd". Celibaat Viel in Uw contacten ook wel eens t woord celibaat? En denkt U niet, dat vroeg of laat de ge huwde priester door Rome wordt erkend? Dr Oppenheimer: „De celibaat kwestie is één van de vele proble men, waarmee thans de r.k. kerk wordt geconfronteerd. De heroriënte ring, die zich hier ras voltrekt, zij het, zoals bekend, met grote weer standen en spanningen, is spectacu lair, een complete aardverschuiving. Natuurlijk betekent dit een enorme onzekerheid en verwarring. Het oude botst met het nieuwe. Een proces, dat zich in alle kerken voltrekt en in de gehele samenleving. Het betekent voor ons een nieuwe fase van kerk- zijn. Niemand kan nog precies zeg gen hoe de kerk er in de toekomst zal uitzien. In het algemeen begint heroriënte ring laat. eerst als de situatie kri tiek wordt. De oorzaak zijn de blind heid en traagheid van de mens. vol gens Karl Barth onze hoofdzonden. Je krijgt de waarheid nergens ca deau, ook in de kerk niet. Men moet er voor vechten, zoals ook overal in de samenleving. De celibaatskwestie is een speci fiek r.-k. probleem. Een kwellend probleem voor de betrokkenenDe jonge theologen (en zij niet alleen) betwisten de noodzaak ervan. Ik denk. dat de erkenning van het ge huwde priesterschap alleen nog een kwestie van tijd is. Karl Barth heeft op het paradoxale feit gewezen, dat Petrus in de r.k. theorie de eerste paus getrouwd was en dat Pau- lus, de theoloog der reformatie (pro huwelijk) ongetrouwd geweest is en het eigenlijk beter vond niet te trou wen <1 Cor 7). Soms weerspreken elkaar theorie en praktijk. Waaruit op zijn minst blijkt, dat de zaak gecompliceerd is. In het geding is bij de celibaatskwestie de persoonlijke vrijheid. En dat is voor ons allen een belangrijke zaak". Na dit geanimeerde gesprek, waar bij wij vooruit- en achterom geke ken hebben, lieten wij dr. Oppen heimer in zijn studeervertrek achter. Een vertrek van waaruit ongetwij feld nog diepe gedachten wij den ken aan zijn komende afscheids preek op 25 april aan het papier zullen worden toevertrouwd. ADVER l'ENTT' Misschien mag ik hier aanhalen, wat ik erover gezegd heb in een ar tikel „De drie thema's van het stu dentenverzet", gepubliceerd in „In de Waagschaal" (1969 en later ook overgenomen in „Woord en Dienst", het ambtsblad van onze Kerk)De democratisering is een begrijpelijk verlangen. Vele stafleden en hoogle raren zijn het met de studenten eens. Maar de wijze der democrati sering. de vormen van inspraak zijn discutabel. Inspraak en medezeggingschap moeten (waar het ook omgaat) be perkt blijven tot de bij de zaak be- ontvangen w(j U weer gaarne in onze speciaalzaak voor EXCLUSIEVE INTERIEURS BOTERMARKT 23 De procedure rond de benoeming van burgemeesters houdt niet al leen de bestuurders van Leiden be zig. Laurens ten Cate, hoofdredac teur van de Leeuwarder Courant, wijdde er dezer dagen een beschou wing aan. Dat gebeurde naar aan leiding van een uitspraak van de Commissaris der Koningin in Fries land, mr. Rijpstra. Door Laurens ten Cate Deze had verklaard, dat hij de inspraak van de gemeenteraad bij benoeming van een burgemeester wilde beperken tot het feitelijk signaleren van de behoefte van een bepaalde gemeente. Ten Cate vindt dat op die manier inspraak volko men overbodig is. Hij erkent dat een rechtstreekse keuze er wel toe zou kunnen leiden dat niet de juis te man op de juiste plaats komt. Maar daar gaat het ook niet om. Ten Cate vervolgt zijn betoog zo: De kwestie is niet welke procedu re ons met absolute zekerheid de beste burgemeester oplevert. De kwestie is op welke manier het volk zijn eigen bestuurders kan kiezen. Het volk kan daarbij fou ten maken. Het is wel bijna zeker, dat het fouten maken zal, gezien de bizarre uitslagen van de natio- nale en provinciale verkiezingen tot nu toe. Die fouten zijn de prijs die we te betalen hebben voor de democratie. Of we aanvaarden de stelling, dat de burgers mans genoeg zijn zelf uit te maken hoe en door wie zij geregeerd'willen worden óf we kiezen voor een oligarchie, die in veel gevallen vasl en zker beter werkt, maar die meteen het eind is van elke vorm van democratisering. Onwaarachtig Er zit iets erg onwaarachtigs in de hele procedu re, zoals die op het ogenblik ge voerd wordt. Om te beginnen is nog nooit duidelijk gemaakt, waarom de sollicitanten naar het ambt niet bekendgemaakt zouden mogen wor den. Er is eigenlijk maar één argu ment: het is vervelend voor de be trokkene. Dat is natuurlijk geen argument. Als we aanvaarden, dat iemand gerust burgemeester mag willen worden, dan valt niet in te zien waarom zijn weg naar het ambt niet via de openbaarheid zou lopen. Soms gebruiken ze nog een ander argument: openbaarheid brengt mee, dat promotie-sollicitaties be kend worden in de gemeente. Dat is een nog veel minder sterk ar gument. Als iemand vindt, dat hij nu lang genoeg in deze gemeente heeft gewerkt, dan moet hij dat maar eens aan de wethouders en de raad vertellen. Het echt argument is vermoede lijk, dat de afwijzing zo hard aan komt als de sollicitatie openbaar is Dat is een schijnargument. Iemand die zichzelf geschikt acht voor het ambt van burgemeester, moet be stand zijn tegen het risoco. dat an deren hem niet geschikt genoeg vinden. Andere procedure Dat is dus het begin, een lijstje van namen in Staatscourant en dagbladen. Daar na begint dan de gemeenteraad, eerst maar eens voor eigen reke ning. In een openbare vergadering bespreekt de raad het voor en te gen van deze of gene kandidaat. De schriftelijke voorbereiding van zo'n debat kan leiden tot het in winnen van informaties. Ze doen ook niet kinderachtig als het om een schoolhoofd gaat of om een ge meentesecretaris. Daarna vaardigt de raad dan een delegatie af naar de commissarissen te vertellen wat de bevinden zijn. Zet de commissels een ander nummer één op de voordracht, dan behoort hij zijn argumenten aan de gemeenteraad mee te delen. Zo'n systeem is heel goed mogelijk, niet schandelijk, niet schadelijk en niet verrtagend, omdat het best kan wor den ingepast in termijnen, die nu ook al gelden. In sommige gevallen zal dit wel leiden tot lobbyen en gekrakeel, maar wat zou dat? Wie even kijkt hoe het in de politiek gaat, waar via de kandidatenlijsten ministers naar voren worden geschoven, die hoeft toch niet meer bang te zijn voor wat meningsverschillen in een gemeente? Als er Al herrie van komt. dan kan die beter tevoren uitbarsten dan achterna, want la ten we wel zijn, er is geen sprake van, dat Je een slechte burgemees ter de eur kan uitwerken voor hij aan lzjn herbenoeming toe is (op richting van nieuwe politieke par tijen uitgezonderd, en dan nog). Nu is het hele gedoe geheim Daar is natuurlijk met veel in spanning wel het een en ander aan te ondernemen. De kranten zouden gemakkelijk verslaggevers kunnen posteren bij het provinciehuis, die op de audiëntiedag iedereen in een dertig pak ondervragen of hij is ko men solliciteren naar die of die ge meente. Misschien moeten we het maar eens doen bij gelegenheid, je weet niet hoe grappig het dan kan worden. Maar fraai is anders. Fraai zou het zijn, wanneeer de lijst met namen direct bekendgemaaict zou worden, evenals het advies van de raad en het advies van de CdK Er zou al een boel gewon nen zijn wanneer de nu heersen de bestuurder wat minder gevoelig zouden worden tegenover zeer vnn- zelfsprekende veranderingen in een systeem, dat uit feodale tijd is overgebleven en dat allerminst meer past in een periode waarin de eenheid geen uitzondering be hoort te zijn, maar regeL

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1971 | | pagina 3