erugblik op Stockholm 1937
fm
Kruiswoordraadsel
(om er ACHT-er
V H. W. Filarski's bridgerubriek 4»
Van en voor jeugdbridgers
MS
Ei-tjes
in!
Pim en Pom
1U APRIL 1971
LEIDSCH DAGBLAD
PAGINA 27
ischi
e Nederlandse topschakers hebben in landenwedstrijden
iet algemeen tamelijk goede resultaten behaald. Een
jaren vóór de Tweede Wereldoorlog behoorde ons team
r. Euwe, Landau, Prins, v. Scheltinga en De Groot tot
est gevreesde "tegenstrevers". In 1930 verraste de Noord-
Daniël Noteboom (1910-1932), een helaas te vroeg ge-
n schaakgenie, de gehele schaakwereld door de ene partij
andere te winnen en zelfs grootmeesters overtuigend te
IZL
daag willen wij echter een terugblik werpen op de lan-
jdstrijd te Stockholm van 1937, waarmee wij een aantal
Jcen van jeugdige schaakspelers inwilligen, daar de toer
eken van dit evenement praktisch zijn uitverkocht en er
erdrukken zijn verschenen.
de Groot (geb. 1914) heeft
an weinig toernooien deelge-
Zi]n grootste activiteiten la-
landen weds tr ij den Hij is
jof. dr. in de psychologie,
prins en Van Scheltinga heb-
al eerder nadere WJzonderhe-
iliceerd. Euwe en Landau
dus de "veteranen" maar
de meest ervaring. Nederland
van de negentien landen op
plaats met 44 punten, ach-
(54%), Hongarije (48%).
Dié (47) en Polen (47). Een
wstatie!
D. de Groot
Markies Stefano Roselli del
Italië).
HODOX DAMEGAMBIET
d7-d5 2. c2-o4 e7-e€ 3. Pbl-
(6 4. Lol-g5 Pb8-d7 5. e2-e3
otedö
uil dient om de Cambridge
•verdediging C6...Da5) te ver-
Tegenwoordig komt het Da-
jiet in toernooien weinig voor,
het mensdom gejaagder en
ls geworden... Niet door de
tukken maar door het wereld-
In de gesloten spelen duurt
lang eer men het initiatief
e6xd5 7. Lfl-d3 Lf8-
il-c2 0-0 9. g2-g4
peler stond bekend voor zijn
innig uitgedachte zetten in de
Er dreigt ruil op f6, gevolgd
■g5 waarmee hy pion h7 wint
•e8.
rdlge gedachte. Veiliger is wel
men wegens de dreiging Dh5+ enz.
De witspeler heeft alles exact bere
kend!
30. Dg4xf3 31.Pg5xf3 Lf8-c5 32. Thl
-gl b6-b5 33. e4-e5!
De rest is techniek. Men ziet hier
duidelijk hoe sterk twee verbonden
vrijpionnen in het centrum zijn.
33 Tf6-a6 34. d5-d6 c4 c3 35. b2x
c3 Ta6xa3 36. d6-d7 Ta8-d8 37. e5-
e6 Ta3-a2 38. Tel-e2
Even het mat op f2 verhinderen!
38 Ta2-al 39. Kfl-g2 Talxgl
40. Kg2xgl Lc5-e7 41. Pf3-e5 en
zwart gaf het'op.
Van Scheltinga was in zijn glorie
tijd een speler die moeilijk te ver
slaan was. Zyn stijl deed enigszins
denken aan dr. Euwe. In onder
staande party leert men hem ook als
taktikus kennen. Ook hier ziet men
een Orthodox Damegambiet. Onze
landgenoot kiest echter een andere
weg, die eveneens leerzaam is voor
de leeerlingen onder onze lezers.
Wit: T. D. v. Scheltinga
Zwart: I. Vistaneckis (Litauen)
ORTHODOX DAMEGAMBIET
L d2-d4 Pg8-f6 2. c2-c4 e7-e6 3. Pbl-
c3 d7-d5 4. Lcl-g5 Pb8-d7 5. e2-e3
Lf8-e7 6. Pgl-f3 0-0 7. Ddl-c2
Ook Tel is goed.
7 Tf8-e8 8. Tal-dl! c7-c6 9. a2-
a3
De bekende manoeuvre. Wit speelt
meestal niet direct Ld3 om geen
tempo na dxc4 te moeten verliezen.
Zo redeneerde men een goede 50
jaar geleden. Tegenwoordig speelt
één tempo geen rol meer!
9 Pd7-f8 10Dfl-d3 d5xc4 11. Ld3x
c4 Pf6-d5 12. Lg5xe7 Dd8xe7 13. Pc3
-e4!
De zet van Aljechin. Wit vermydt zo
veel mogelyk ruil van stukken. Men
ziet dat Lc8 steeds het grote „zor
genkind" voor zwart biyft.
13 Pf8-g6 14. 0-0 Pd5-b6 15. Lo4-
a2 Lc8-d7.
Nu faalt 15 e5 op 16. Peg5! Tf8
17. de5: enz. Thans is het voor wit
lastig een geschikt aanvalsplan te
ontwerpen. Hy komt echter weldra
tot een gunstige stelling.
16. Pe4-c5 Ta8-b8 17. Pf3-e5! Te6-
d8 18. f2-f4 Ld7-e8 19. e3-e4 Pb6-d7
20. Pc5xd7 Le8xd7 21. Pe5xf7! De7x
f7 22. f4-f5 Df7-e8 23. f5xg6 De8xg6
24. Dc2-e2 Td8-f8 25. d4-d5! -
(Zie diagram)
Stelling na 25. d4-d5!
Leerzaam middenspel!
Wat moet zwart spelen? Tweemaal
nemen op d5 gaat niet. Deze variant
laten wy aan de lezer over. Ten-
slotten moet men ook zelf iets te
„knobbelen" hebben, nietwaar?
Er volgde nog: 25 Kh8 26. Tf8:
Tf8: 27. Tfl(Juist!) Kg8 28. Tf8:
Kf8: 29. d6! (De pointe) Dg5 30.
e5 Ke8 31. h3 Dcl+ 32. Kh2 Df4
33. g3 Dd4 34. Lbl! g6 35. Le4 Kd8
36. Lg2! a5? 37. Df3! en zwart gaf
op. Hy gaat mat. Men ziet dat het
Damegambiet ook zyn charme heeft!
BISHOP
Dit jaar heeft de deelname aan het jeugdbridge weer een
stijgende lijn vertoond. Bijna 400 paren (tot 26 jaar) speelden
mee in de landelijke wedstrijden, die tot halve finales in Am
sterdam, Ede, Tilburg en Delft resulteerden. Daaruit bleven
Swart hoopt voor de" pion te- 64 paren over die op 17 en 18 april te Groningen om het lands-
ral te verkrygen omdat wit
gerokeerd heeft.
Pd7xf6 11. g4-g5 Pf6-e4
ie4 d5xe4 13. Ld3xe4 Le7-b4
1-fl Dd8xg5 15. Le4xh7+
16. Lh7-e4
wjj nog even de balans op:
eft een pion gewonnen, maar
okade kwytgeraakt. Hy be-
echter over een stevig een-
Zwart heeft het raadsheren-
een vry spel met zyn stuk-
sumé: de partyen houden el-
i evenwicht.
•15 17. Le4-g2 f5-f4 18. e3-e4!
19, Pgl-f3 Lc8-a6+ 20 Kfl-gl
21. h2-h4!
iw sterk gespeeld. Wit kan la-
Pg5 komen en Thl komt in
el via het veld h3. Men ziet
Da4 faalt op Le2! enz. Er
nu leerzame wendingen. 21
22. a2-a3 Lb4-f8 23. Tal-el
mag pion c6 niet te lang in
ti.
La6-c8 25. Dc2-c3 Lc8-g4
g5 c5-c4 27. Lg2-f3
lat natuuriyk niet op het pion-
b. Hij zou daarmee lynen ope-
oor zwart. De tekstzet maakt
1 üangrijk aanvalsstuk van zwart
ideiyk.
Td8-d6 28.Lf3xg4 Dh5xg4+
^M1 Td6-f6 30. Dc3-f3!
^Wissende zet. Zwart moet ne-
kampioenschap zullen strijden
Tenslotte zullen op 30 april en 1
mei te Utrecht 14 jeugdparen spelen
onder toezicht van een zevental Ne
derlandse experts, die op grond der
verrichtingen een uit drie jaren be
staand nationaal jeugdteam kiezen.
Het is een héle eer en een groot ge
noegen voor een jaar in dat team te
mogen spelen. In het afgelopen sei
zoen stonden er o.a. reizen naar wed
strijden in Ierland (Eur. jeugdkamp.)
en België (EEG-kamp.) op het pro
gramma. De Utrechtse spelers Con
HolzschererNico Doremans kregen
bovendien van de Sportraad der stad
Utrecht de mogelijkheid geboden
aan het internationale toernooi in
Juan-les-Pins aan de Franse Rivièra
mee te doen.
Het is niet slechts by de Jeugd-
competities dat men in de Ned.
Bridgebond jonge mensen ziet. In te
genstelling tot zo'n jaar of tien ge
leden worden ook de talryke open
toernooien en officiële bondswedstry-
den door vele Jongere spelers bezocht.
Het was dit jaar voor het eerst sinds
lang, dat het nationale kampioen
schap der meesterklasse clubcompe
titie werd gewonnen door spelers van
omstreeks 30 Jaar en het ziet er naar
uit dat veel meer jeugdsuccessen
zullen volgen.
Nog lang niet alle jongeren zyn
BRIDGEVRAAG:
Oost is gever, NZ staan kwetsbaar,
parenwedstrijd.
De zuidspeler heeft:
4 B 7 4 9H 9 7 3 2
O 6 2 V 7 3
Oost past zuid past west
natuuriyk ryp voor grote successen.
Daarvoor is dit spel te moeilijk en bar ten noord één SA (normaal,
vereist het een groot aantal jaren
ervaring om tot iets te komen. Het
volgende spel zou als een examentje
kunnen gelden voor „jongeren met
ambitie":
6 5
V B 8 3
A 10 5 2
•f. V 9 7
N
WO
Z
Kunt u de acht afwijkingen ln de beide bovenstaande tekeningen
vinden? De juiste oplossing vindt u elders in de pagina.
A 2
A 10 6
V 8 7 6 4
V 9 7
Zuidgever, allen kwetsbaar, viertal-
lenwedstryd. Zuid één ruiten west
past noord één harten oost één
schoppen zuid twee harten west
twee schoppen noord drie ruiten
oost drie schoppen zuid drie SA
allen passen.
Twee vragen: (A) Welk bod (biedin
gen) van NZ vindt u min dei- ge
slaagd en (B) hoe speelt u drie SA
tegen uitkomst van schoppen vier
door west?? Los eerst eens op. al
vorens verder te lezen.
Het bieden is betrekkeiyk redeiyk.
met uitzondering van zuids drie
Sans-bod. Dat is een wilde gok, daar
noch de kwaliteit der ruitens noch
de dekking in schoppen, enige rede
ly ke kans op succes belooft. Toch is
er (B) een klein kansje het contract
te winnen: west moet heer derde van
ruiten hebben en oost de boer sec. Na
schoppenaas dus ruitenvrouw spelen,
in de praktyk gedekt met heer, aas
en de boer viel! Hierna ook nog even
harten snyden en daarna op ruiten
negen snyden. Let erop, dat zuid er
niets aan heeft wanneer west of oost
ruitenheer sec heeft: de tegenstan
der met B93 zal altyd een slag ma
ken Natuuriyk is het beter zulke
contracten die misschien 5% winst
kans hebben, niet te bieden. Maar
éls je ze biedt speel dan tenminste
goed!
ANTWOORDEN OP
BRIDGEVRAGEN:
Het is moeilyk in de gegeven1 si
tuatie, dbs na drie ruiten van oost.
alsnog te bieden. Het ïykt er natuur-
iy lk erg op, dat west psychologisch
bood en dat noord een fraai spel
heeft. In (A) is het wellicht beter te
redoublerend) of twee harten te bie
den. Zo'n actie ontmaskert een even
tuele bluf van west. Noords zeer
lange denken (B) verhindert zuid op
ethische gronden nu nog iets te on
dernemen. Dit is het bekende lange
denken om een inlichting te geven
en dan passen zonder risioo. Noord
had 4» A 10 8 3 AV 6 <>84
•ft A H B 5 en NZ hadden vier har
ten kunnen maken. In drie ruiten
gingen OW slechts één niet-kwets-
baar down.
West had inderdaad gebluft: hy had
twee schoppentjes, driemaal harten
boer, vier ruitens van AB en vier
klaveren. Oost had dus een goede
hand met tien punten en een vyf-
kaart ruitensteun. Oost bood zyn spel
volkomen reëel.
sterk) oost doublet (straf) zuid
past (A) -- west twee ruiten
noord past (B) oost drie ruiten
wat doet u als zuid?? Verdere vragen
(A) had u hier gepast? En (B) wat
doet u als zuid, indien noord héél
lang nadenkt alvorens op twee ruiten
te passen??
Antwoorden elders op deze pagina.
Kom er achter
smaai ubui uba uaoqos g
Mnoajjnf uba 500A i
UB UI J33P2II UBA JOO JO^OB pOOftOd 9
nBamq do aftod
UB UI UBA 3JBZ UI !)UB02I
Mpojjjnf UBA JBBIJ UI g
bi nBamq do ja^ai z
s^qoar ^oijbjS 'i
Y'-WM
#1 ".Mi}
O000000zegt Pim en nog
eens 0000Pom zegt he-le-
maal niets, maar zijn bek-Je
staat wel wijd o-pen net als van
Pim. Ei-tjes, zegt Pim, al-le-
maal ei-tjes! Maar wét voor ei
tjes! Ei-tjes met streep-jes en
ei-tjes met stip-pels, ei-tjes met
bloe-me-tjes en ei-tjes met vo-
gel-tjes er-opEn dan nog ei-tje
die he-le-maal geen ei-tjes meer
lij-ken: gek-ke hoofd-Jes heeft
de vrouw er van ge-maakt met
muts-jes op en snor-ren en baar
den. En daar, wat staat daar
naast de verf-doos van de
vrouw?
Een ei-tje met poe-zen-oor-
tjes en een poe-zen-snor! Kijk,
kijk! roept Pom op-eens,- dat
ben Jij, Pim! Ze maakt er
streep-jes op! Hij schuift heel
dicht naar de vrouw toe en geeft
haar vlug een kop-Je. Vrouw,
zegt Pom, maak Je mij ook? De
vrouw legt haar kwast-je e-ven
neer en kijkt naar Pom. Ha,
zegt ze, ben je daar? E-ven kij
ken naar de kleur van Je o-gen!
En hoep hoep, op-eens to-vert ze
op 'n ge-woon wit ei-tje de gro
te groe-ne -ogen van Pom. Pom
wordt er he-le-maal ze-nuw-ach
tig van.
Spit-ser, spit-ser! roept hij als
de vrouw een paar oor-tjes van
glim-mend zwart pa-pier knipt.
Denk je dat wij het zelf mo-gen
heb-ben? zegt Pim die mid-den
op ta-fel naast zijn ei-gen ei-tje
zit. Tuur-lijk, zegt Pom, ik laat
mijn ei-gen ei-tje niet zo maar
door een an-der op-e-ten!
Mis-schien e-ten ze het he-le-
maal niet op, zegt Pim, mis
schien is het om in een doos-je
te be-wa-ren. Heel nieuws-gie-
rig blij-ven ze wach-ten wat er
met de ei-tjes ge-beu-ren gaat.
Eerst niets. Ei-tjes staan al-le-
maal op ta-fel. Het wordt ge
woon nacht. De men-sen gaan
sla-pen. Pim en Pom ook. Dicht
bij hun ei-gen ei-tje. Maar de
vol-gen-de mor-gen al heel
vroeg komt de vrouw naar be-
ne-den en doet al-le ei-tjes in
een mand. Let op, Pom, roept
Pim, daar gaan on-ze ei-tjes.
Ze trip-pe-len ach-ter de vrouw
aan de gang door naar de keu
ken. Ze gaat ze ko-ken, fluis-tert
Pim. Niks hoor, zegt Pom, ze
gaat er-mee naar bui-ten. Pim
zijn bek-Je gaat o-pen van ver
ba-zing.
Ze gooit ze wegl roept hij, ze
gooit ze ge-woon weg! Kijk eens
ze legt ze zo maar in het gras
en on-der de struik-jes en ach
ter de kist bij het schuur-tje.
Wat zon-de van die mooi-e ei
tjes!
Ik wil we-ten waar mijn mooi-
-e ei-tje blijft, zegt Pom kwaad,
zon-de van die giim-oor-tjes en
die mooi-e snor om zo maar in
die nat-te boel bui-ten te leg
gen! Daar! roept Pim, Je ligt
ach-ter de nar-cis-sen! Pom
holt nair de nar-cis-sen en rolt
het poe-zen-ei met zijn poot-jes
on-der de blaad-jes van-daan.
Ho ho! roept de vrouw, nog niet,
Pom! Wach-ten tot de kin-de
ren ko-menl Dan mo-gen jul-lie
mee-zoe-ken. Pim en Pom zit
ten te wie-be-len op de mat in
de keu-ken. Snap je dat nou?
vraagi Pim. wach-ten op de kin-
de-ren? Zoe-ken? Waar-om ver
stopt ze ze dan eerst? Waar-om
geeft ze ons niet al-le-maal ge
woon een ei-tje hier in de keu
ken?
Ach, zegt Pom, het zal wel
weer iets van men-sen zijn. Een
ispel-le-tje of zoSsst
zegt Pim, daar ko-men ze! Een
he-le-boel kin-de-ren uit de
straat ko-men la-chend bin-nen.
Waar? Waar? roe-pen ze, waar
zijn de paas-ei-e-ren?
Zoe-ken! lacht de vrouw, al-
le-maal zoe-ken. Voor-uit Pim
en Pom, Jul-lie ook! Tus-sen de
be-nen van de kin-de-ren door
holt Pom met-een naar zijn ei
gen ei-tje on-der de nar-cis-sen.
Hij rolt het te-voor-schijn en
gaat er trots naast zit-ten kij
ken. Hoe-ra voor Pom! roept de
vrouw. Pom heeft het eer-ste ei
ge-von-den! Pim rent als een
dol-le door de tuin. Hij weet
niet waar de vrouw zijn mooi-e
streep-jes-ei heeft ge-stopt. Hij
zoekt in het gras en op het grint
en tus-sen de blaad-jes en on
der de strui-ken. O-ver-al lig
gen stip-pel-tjes en bloe-me-tjes
ei--e-ren. maar ner-gens een
streep-jes-ei. Pim wordt steeds
ze-nuw-ach-ti-ger. Tel-kens roe
pen de kin-de-ren hoe-ra als ze
er weer één ge-von-den heb-ben
en hij heeft nog al-tijd niets.
Fuut fuut gaat het bo-ven zijn
kop. Pim kijkt om-hoog. Wacht
eens e-venheeft ie de vrouw
niet be-zig ge-zien bij de boom?
Roetsjklimt hij om-hoog
langs de stam en ja-wel in een
hol-le-tje tus-sen twee tak-ken
ligt zijn streep-jes-ei. Net als
Pom gaat Pim er trots naast
zit-ten. Hij kijkt om zich heen.
Jam-mer dat nie-mand me ziet,
denkt hij.
Op-eens ziet hij iets. In een
klein mand-Je vlak bij zijn poot
lig-gen twee klei-ne spik-kel-ei
tjes. Dat is leuk, denkt Pim,
zo'n klein ei-tje. Déér breng ik
er één van naar de vrouw. Om
dat zij voor mij zo'n mooi-e
streep-kat heeft ge-maakt. Met
het spik-kel-ei-tje in zijn bek-Je
glijdt hij om-laag uit de boom
en loopt naar de vrouw. Hij legt
het ei-tje voor haar schoen.
Pim! roept ze, Pim! een echt
vo-gel-ei-tjef
Gauw! Gauw! Waar heb Je
dat van-daan? Het moet te-rug
in het nest-je! Dat is geen paas
ei! Met gro-te o-gen kij-ken
Pim en Pom hoe de vrouw en
al-le kin-de-ren sa-men het ei
tje te-rug-bren-gen in het nest-
Je in de boom. Wou ik haar
wat te-rug-ge-ven, is het nóg
niet goed, zegt Pim sip.
Ach, zegt Pom, dat zei lk Je
toch: men-sen-spel-le-tjes. Daar
snap-pen kat-ten toch niks van.
De ene dag heet een ei-tje ge
woon een ei-tje en van-daag
zijn 't op-eens paas-ei-tjes met
hoed-Jes op en snor-ren aan. Je
moet niet gek kij-ken. Pim als
jij mor-gen op-eens niet meer
een kat bent maar een paas-kat
met een lint-Je om en stip-pel-
tjes op Je staart. Zo zijn men
sen. Al-tijd wat an-ders.
MIES BOUHUYS
Horizontaal
1. hoon
4. klap
7. plaats in Gelderland
11. advies
12. ten derde (Latijn)
14. vogel
15. meubel
17. de pot
19. vis
20. bijbelse figuur
22. herdicht
24. stem
OPLOSSING VORIGE PUZZEL
anana ccec occc
n n tinea nacr c
«raoarcc a nrrr
n 1 nnnrinnn e e
amr* ge n ce3d
n tit fleeeb e e
«inrnnn e n gcjh
e wn una >ir r
bejq a e iirpcon
r r iinrm an a
HfliS n JU EÜEil
e f iinitiaoü e E
«ÜEEJ E ■rncaaann
e jnnn tinna n n
eeuq UEnn ncnnn
De eerste prys van f 10,- werd toe
gekend aan mevrouw J. Waveryn-
Lous, Vrye Nesse 94, Bodegraven; de
tweede prys van f7,50 aan de heer
R. Hendriksen, Oppenheimerstraat
29, Leiden; prys van f5,- aan me
vrouw A. C. de Raad-Haringhuizen,
Anna van Burenlaan 16, Oegstgeest
en mevrouw G. Verstraaten-Bootsma,
Willem Klooslaan 12, Leiden.
De pryzen zullen aan de winaar
(essen) worden toegezonden.
26. open plaats ln een bos
27. insekt
29. verbond
30. onbepaald voornaamwoord
31. kopersnede
33. daklijn
35. vreemde munt
36. muziekdoos
37. nauw
40. boom
41. plaats in Gelderland
42. insekt
44. akelig
45. vogel
46. vreemde munt
47. bepaalde hoeveelheid
48. kathedraal
50. kledingstuk
51. loot
53. tapijt
55. onbuigzaam
57. zoogdier
58. Zedenleer
59. sneeuwhut
60. garen weefsel
61. volksverhaal
62. rechthoekig
Verticaal
2. vis
3. Grieks voorzetsel
5. gemeen
6. kwinkslag
7. hond
8. berg op Kreta
9. Balt
10. krijgshaftig
13. mythologische figuur
16. proeftijd
18. water in Friesland
20. bestanddeel
21. vaartuig
23. kwetsuur
24. verhoogde noot
25. rode arseenblende
28. metaal
31. plaats In Gelderland
32. kleur (verf)
34. zoogdier
38. voorzetsel
39. gezwel op planten
42 kledingstuk
43. versiering
48. noot
49. voorzetsel
51. landbouwwerktuig
52. bloelwijze
53. vis
54 vogel
55. stel
56. vogel
Oplossingen onder t motto KRUIS
WOORDRAADSEL dienen voor
woensdag aanstaande te 9 uur ln net
bezit te zyn van de redactie van net
Leidsch Dagblad Witte SingeJ i Lei
den. Wy stellen vier pryzen beschik
baar: één van f 10 één van f7.50
en twee van elk f 5 Alleen abon
nees kunnen meedingen.