Radeloze moeder haar kind terug wil „Cultuur en politiek niet te scheiden" zijn Eindeloze strijd Frank Martinus Arionredacteur van het enige culturele tijdschrift op de Antillen Sportsplinters DONDERDAG 1 APRIL 1971 LEIDSCH DAGBLAD PAGINA 21 Anneke: „Ik was vijftien toen m'n ouders gingen schei den. Ik was een van de acht kinderen, maar de enige die met moeder meeging. De andere zeven gingen direct in een tehuis. M'n moeder en ik gingen eigenlijk op de vlucht voor m'n vader. Tot ze achter ons adres kwamen en ik ook naar een tehuis moest. Een tehuis voor werkende meisjes, ik werd verkoopster bij V. en D., ergens in Zeeland. Maar ik hield het er niet uit. Ik liep weg en werd gepakt. Naar een strenger tehuis, een observatietehuis. Bij aankomst moest ik gelijk in bad en vervolgens twee dagen in bed in een heel klein kamertje. Je mocht er niks. Ja, maandverband breien met dunne pennen. En op zaterdag mochten we één sigaret roken. Na afloop werden de peuken geteld. Toen er een boek uit de biblio theek weg was, kregen we vijf we ken lang die ene sigaret niet, daar mee was de schade van het boek weer goedgemaakt. Hoe dat huis heette? Schijf dat maar gerust, dan lezen de mensen het eens. Huize Bothanië in Rotterdam, het bestaat nu nog. „Moeilijk meisje" Natuurlijk hep ik ook daar weer weg. Toen ik weer gepakt werd, slo ten ze me op in een isolatie-cel, om tot inkeer te komen. Besloten werd dat ik een moeilijk meisje was. Ik had strenge leiding nodig en moest naar een ander tehuis, in Beekber gen. Een mooi huis, daar niet van, qua ligging dan. Een tuin met een groot hek. Daar hield ik het ook niet uit. Door Kees Haak Met een aardappelmesje vijlde ik een spijl van het hek door, een karwei waar ik een week voor nodig had. Ik wilde vrij zijn. Ik liftte naar Duitsland en belandde 's avonds harstikke laat in Essen. Ik ben er anderhalve maand gebleven, als kamermeisje In een hotel, het hotel waar ik die eerste avond zon der geld was binnengestapt. Tenslotte kwamen ze er achter waar ik zat. Met de politie erbij werd ik opgehaald. Weer terug naar Beekbergen. Hoe oud zal ik toen geweest zijn? Zeventien nog. ja ze ventien. Natuurlijk liep ik weer weg. Ik liftte naar Amsterdam en daar leerde ik de vader van Carolien kennen. Een aardige man, 'n stuk ouder dan ik, 31 was hij, maar hij was lief voor me, dat had ik nodig toen en het voornaamste was dat ik me vrij bij hem voelde, eindelijk. Er was maar één naar ding: hij dronk. In verwachting Ik was gelijk in verwachting. Toen ik vier maanden was ben ik bij hem weggelopen, omdat hij me sloeg. Inmiddels had ik een brief van de voogdijvereniging gekregen, dat ik niet meer naar een tehuis hoefde. Ik kreeg toestemming om bij m'n vader in Den Haag te gaan wonen. Met hem kon ik het buiten verwachting goed vinden. Op een keer zou ik een weekend naar m'n moeder gaan. Ik was er nog niet of de politie, door m'n moeder gewaar schuwd, stond voor de deur. Een paar uur later zat ik in weer een ander tehuis. Vijf maanden zwanger was ik toen. Wie is de vader van Je kind wilden ze in dat tehuis weten? Ik vertelde het niet. Wil hij met Je trouwen? Ik zei dat vinden Jullie toch niet goed. Enkele weken later zat ik in een tehuis voor ongehuw de moeders in Hilversum. Vlakbij Amsterdam, dat was het enige dat ik leuk vond. Maar ook in dat tehuis was het af schuwelijk. Dus liep ik weer weg. naar Amsterdam, ik wilde gewoon niet in een tehuis al hadden ze een gouden tehuis voor me neergezet, ik wilde vrij zijn. Carolientje Omdat ik ergens naar toe moest, ging ik weer naar de vader van het kind dat ik droeg. Hij was aardig voor me en na ongeveer een maand werd Carolien geboren, met hulp van een vroedvrouw. We woonden op twee kamertjes in de Jordaan. Omdat het kind te vroeg kwam hadden we niks. Haar vader is toen van alles gaan kopen, voor mij, voor Carolien. Intussen had ik steeds de politie achter me aan, maar ik wist ze tel kens af te schepen. Daar krijg Je op een gegeven moment handigheid in. Ik dacht als ik nou trouw dan kunnen ze niets meer doen. Ik bel de de voogdijvereniging op en vroeg of ik mocht trouwen. Ga eerst maar terug naar Hilversum was het antwoord. Dat heb ik gedaan, met Carolien die maand was. inmiddels anderhalve verklaring was. En dat terwijl de i heb ik echt geprobeerd om m'n maatschappelijk werker van de voogdijvereniging toen zei dat het papiertje geen enkele rechtsgeldig heid had. Dat ontkent hij nu natuurlijk. Bo vendien kon ik dat papiertje mak kelijk tekenen, ik wist toch niet waar m'n kind zat. In feite was dat hele gedoe met dat papiertje dus chantage. Waarom ik toestemming moest hebben om te trouwen? Om dat ik nog steeds minderjarig was, negentien jaar was ik toen. Mijn man en ik hebben eerst een jaar in België gewoond. In dat jaar kind te vergeten. Maar dat lukte natuurlijk niet. Ik besloot net zo lang te vechten tot ik het terug zou krijgen. Ik nam een advocaat en die kwam er achter, gewoon door de lijst van gemeentehuizen in Zee land af te bellen, waar Carolien was. Ik belde de voogdijvereniging op en zei: ik weet waar m'n kind is en ik ga er naar toe. Ga maar zeiden ze. Maar pas op, het is een erg moeilijk kind, zeiden ze, het is bang. Nou dat viel mee: het was gewoon een heel leuk meisje. Na het eerste Onlangs was ze bij Marcel van Dam, VARA's Ombudsman, in de uitzending: de radeloze moeder die haar kind terug wiL Op de TV bleef ze anoniem. Marcel van Dam noemde haar Anneke. Zo heet ze ook. Ze woont in Den Haag en is 26 jaar, maar voor de rest blijft ze ook in dit verhaal anoniem. Het kind, zesjarige Carolien, woont bij pleegouders in een Zeeuws dorp. Een kin derloos gebleven echtpaar dat al eerder twee kinderen adopteerde en nu ook Caro lientje dolgraag wil houden. De voogdijvereniging vindt dat Carolien ln Nieuwerkerk moet blijven. „Dat zou voor het kind het beste zijn", zegt de heer De Jager, directeur van „Kinderzorg" Mid delburg. In die zin heeft ook de kanton rechter beslist. Het ziet er naar uit dat de pleegouders Carolien nu mogen adopteren. Een van de stukken die de kantonrechter in het dikke „dossier Carolien" aantrof was de door de bewoners van het dorp waar Carolien woont (150 handtekeningen) ge deponeerde eis „Carolientje moet blijven". Maar Anneke vecht door. Ze heeft tegen de beslissing van de kantonrechter hoger be roep aangetekend. Binnenkort zal de recht bank in Middelburg zich over deze zaak buigen. Er zijn meer moeders als Anneke. Er zijn meer Carolientjes, die de inzet zijn van een dramatische partij touwtrekken. In Anneke's geval zijn de betrokken partijen het over één ding eens: de strijd mag niet over Carolientjes hoofd worden uitgevoch ten. Intussen gaat het daar wel op lijken. Wiens schuld dat is, valt moeilijk vast te stellen. Wat hieronder volgt is het verhaal van Anneke zoals een van onze verslagge vers dat uit haar mond optekende, met de aantekening dat Kinderzorg-directeur De Jager haar „een leugenachtige vrouw" vindt die geen enkel recht op haar kind kan doen gelden „omdat ze een officiële afstandsverklaring tekende". bezoek zei ik tegen de voogdijver eniging: ik wil haar terug. Nou dat is goed zeiden ze, maar laat het kind eerst wennen aan de eigen moeder, ga er eerst een Jaar lang eens in de drie maanden op bezoek en dan zien we over een Jaar ver- Belazerd" Toen ik er een paar dagen was be greep ik dat ze me belazerden. Ze zeiden het eerlijk, dat wel: jij mag gaan, maar Je kind blijft hier. Op alle mogelijke manieren probeerden ze het contact tussen mij en m'n kind te verbreken. Ze had nog borstvoeding maar dat mocht al ge lijk niet meer. Ik moest goed vin den dat ze het kind de fles gaven, d.w.z. ze legden de fles in het bedje op een kussentje. Als het niet dronk kreeg het een tik op het neusje. Ik mocht niet wandelen met het kind. Ik dacht als ik getrouwd ben is het allemaal over, dan kunnen ze me niks meer verbieden. Maar de voog dijvereniging zei geen Ja en geen nee, ze antwoordden gewoon niet. De man die kon beslissen of ik mocht trouwen bleek met vakantie, op Mallorca. Ik dacht dan ga ik met de vader van Carolien naar Schotland, dan trouwen we daar. En dan zouden we, als we na tien dagen getrouwd en wel weer terugkwamen, gewoon ons kind gaan ophalen. Dan zouden ze het moeten geven, dacht ik. Een vriend zou ons aan een vals pas poort helpen, maar daar kwam na tuurlijk niks van, zodat m'n hele plannetje de mist inging. Kind blijft hier der. Nou dat is natuurlijk Idioot, hoe kan Je nou Je kind leren ken nen in vier bezoekjes, verspreid over een heel jaar. M'n advocaat bereikte tenslotte dat ik gedurende een half Jaar elke maand een bezoekje zou afleggen en dan zou daarna verder gepraat worden. Ik kreeg weer een sprankje hoop. vooral toen de voogd ij vereni ging bij mij thuis kwam kijken en met m'n man ging praten. Hij ver klaarde dat hij m'n kind graag wil de hebben. Maar u kunt beter wach ten tot het zes Jaar is. dan is de eerste fase in haar leventje afgeslo ten, dat is beter voor het kind, zei den ze. Kwaad Daar waren we zo kwaad over dat mijn man en ik besloten bij het volgende bezoek tegen de pleegou ders te zeggen dat we het kind te rug wilden hebben. Toen we er wa ren en ik erover moest beginnen, heb ik het misschien een beetje on handig aangepakt. Ik zei: weet u dat ik Carolien nooit kwijt heb ge wild? Het antwoord was: daar heb ik niets mee te maken. Die bezoekjes waren trouwens helemaal verschrik kelijk. De pleegouders met Carolien tussen hen in op de bank en wij daar tegenover in stoelen. En zij het kind maar knuffelen. Ik bracht een keer een boek met plaatjes mee, maar de pleegvader zei: wat heeft het kind daar nou aan, er staan lettertjes bij. Carolien kan nog niet lezen. Dit is Carolientje, het kind waar het om gaat. Toen ik op een avond bij het tehuis in Hilversum aankwam, werd ik niet meer binnengelaten. Jij bent vrij, zeiden ze, maar Je kind blijft hier. Nou verbaast me dat achteraf niks want nu weet ik dat die voogdijver enigingen en tehuizen goed worden gesubsidieerd. Om de dag mocht ik opbellen en vragen hoe het met Ca rolien was. Nou ja, 't ging altijd goed. ik hoefde me geen zorgen te maken, zeiden ze. Ik belde ook met de voogdij vereniging: ik wil m'n kind zien, zei ik. Dat mocht niet. Maar ik bleef bellen en op een dag, Carolien was toen vijf maanden, hoorde ik dat ze in een pleeggezin zat. Inzinking Toen heb ik een vreselijke inzinking gekregen maar de wens om mijn kind te zien bracht me er weer bo venop. Ik ging weer bellen met de voogdijvereniging en toen dat niet hielp brieven schrijven. Vriendelijke brieven, smeekbrieven, rotbrieven. Geef me m'n kindToen ging ik de vader van Carolien verantwoor delijk stellen, ik dacht zolang ik bij hem blijf krijg ik dat kind nooit terug. Ik ging terug naar Den Haag, naar m'n vader. Ik nam een kantoorbaantje en schreef dat aan de voogdijvereniging. Maar ze gaven geen antwoord. Inmiddels had ik een Jongen leren kennen die erg rijk was. Z'n vader was miljonair. Ik heb er zelfs wel eens over gedacht om met hem te trouwen, dan zou ik zeker goed zit ten, dan zouden ze niks meer te zeggen kunnen hebben. Zijn ouders wilden zich wel voor de zaak in spannen. Of ik van hem hield? Nee. maar dat heb ik hem ook verteld. Hij zei: dat komt wel. Getrouwd Maar ook dat ging niet door. Toen kwam ik de man tegen met wie ik nu getrouwd ben, al vijfeneenhalf Jaar. Van hem hield ik en hou ik. Maar nog steeds heb ik mijn kind niet terug. Eerst was er een beetje hoop. De voogdijvereniging schreef dat ik m'n aanstaande man mocht komen voorstellen. Wij naar Middelburg. Waar is m'n kind vroeg ik. Maar ze vertelden het niet. Stop me dan maar weer in een tehuis, met m'n kind. Maar ook dat kon niet. Wel mocht ik trouwen toen. Op één voorwaarde...ik moest een papier tje tekenen waarop stond dat ik geen moeite zou doen om m'n kind te bezoeken. Ik heb dat papiertje getekend. Ik dacht: als ik maar eenmaal getrouwd ben, dan sta ik sterker. „Afstandsverklaring" Achteraf begrijp ik dat ik dat nooit had moeten doen. Nu zeggen ze dat dat papiertje de officiële afstands- Sinds juni 1969 circuleert over de eilanden van de Neder landse Antillen het eerste en voorlopig enige culturele maand blad van eigen bodem: Ruku. Het is het enige woord Indiaans in het Papiamento en in de oorspronkelijke taal een plant, waarvan de pitjes bruikbaar zijn als kleurstof; nuttig als de Indianen ten strijde trokken. Een cultureel tijdschrift is het nu, maar een strijdbaar tijdschrift met meer politiek dan poëzie. Ruku's enige redacteur Frank Martinus Arion (34) is terug in Nederland om zijn studie Nederlands af te maken: „Na vijf jaar studie ben ik destijds naar de Antillen gegaan, omdat ik het niet meer zag. Ik kon m'n volk toch niet helpen zo. Maar dat is nu anders. Ik kan pas goed het papiamento bestuderen, mee helpen ontwikkelen, als ik afgestudeerd ben". Met een beurs van het rijk is Frank Martinus daarom teruggekomen. Een dergelijk aanbod van de Antilliaanse regering, vier Jaar achter elkaar her haald, heeft hij steeds afgewezen: „Ik had altijd het gevoel dat ze me het land uit wilden bonjouren". Dat duidt erop dat deze zoon van een politicus voor de overheid een lastige figuur is. En dat is hij. Het woord cultuur heeft voor hem een brede betekenis, pijnlijk breed voor de, gezagsdragers. Ruku (oplaag tus sen 1000 en 1500) staat vol kritiek op „het barbarisme en materialisme dat de koloniale macht ons heeft ge bracht". Uit nummer 3 (september "69)„Men kan ons niet ongestraft ons Braziliehout ontnemen, onze stranden, onze geschiedenis en zich daarna omdraaien en om vergiffenis vragen". Frank Martinus: „De tactiek van Ruku is om eerst het god-aspect van het kolonialisme te breken; aantonen dat de cultuur van de kolonisten bij zonder laag was. omdat de kolonisten de mensen waren die van hun eigen land wegtrokken en dus toch niet de beste mensen waren een groep van feodalen". Cultuurarm Cultureel gezien heeft volgens Frank Martinus drie eeuwen van Ne derlandse overheersing slechts één Antilliaanse dichter en één beeldhou wer opgeleverd. Hij zegt: „De hele cultuur is zo slecht ingericht dat die niet bij de mensen komt. Wij zitten nog altijd met een percentage anal fabeten. Voor ons is nodig dat er een leerplichtwet komt, maar de econo mische omstandigheden zijn van dien aard dat de kinderen na een paar Jaar van school worden gehaald, omdat ze mee moeten werken. Aan vullende cursussen in het Engels hebben geen zin, want ze kennen de taal nog niet eens. Deze mensen zijn maatschappelijk dood, omdat ze al leen het Papiamento kennen". Het Papiamento tot 'n meer leven de taal maken, door veel Nederlands en Engels studie - en leermateriaal in deze taal over te zetten ziet Frank Martinus als een van zijn taken. Maar er is meer. De zelfbewustwor ding van de Antilliaan bij voorbeeld. Cultuur is voor hem daarom meer don kunst, 't is leven. Hij zegt: „Het leven op een hoger peil brengen is een politieke zaak en in die politiek is een bepaalde mentaliteit die de culturele verhoging in de weg staat. De politiek en de politicus kunnen niet overtuigen, door een gebrek aan creativiteit en onafhankelijkheids- gevoel". Culturele protesten „De cultuur wordt nog altijd ge zien als een luxe van een koloniale mogendheid. Nu dat wegvalt denkt men alleen aan economische ont plooiing. Dat dit afhankelijk is van een culturele basis beseft men niet. Een waarheid die wij via culturele protesten in de politiek proberen te brengen. Wij kunnen ons de weelde niet veroorloven cultuur en politiek te scheiden. Cultuur betekent het in groei brengen van het land. Doe Je dat niet, dan maak Je Je schuldig aan barbarisme. Zo is de situatie op de Antillen nog steeds. Als er mor gen oorlog komt, hebben we niet eens een beetje mals in reserve, omdat Frank Martinus Arion (34) voor studie Nederlands terug naar Leiden. zelfs aan het land nog niets is ge daan. Er heerst 'n afhankelijkheids mentaliteit die de zo gewenste onaf hankelijkheid in de weg staat. En hoe meer geld Je erin pompt bij deze mentaliteit hoe dieper het zinkt. Je moet er geen geld in pom pen, maar Je moet de Antillianen le ren het allemaal zelf te doen". Frank Martinus trekt met zijn cultureel tijdschrift ten strijde, om dat hij die door hem noodzakelijk geachte mentaliteitsverandering zich niet vanzelf niet voltrekken. Hij zegt „Je kunt het simpelweg de gevolgen noemen van het kolonialisme; het geloof in Jezelf verliezen. We moeten ons land weer leren zien zoals het is: van zand en stenen, van zon en plan ten. We zijn nu eindelijk zover dat we zelfs iets aan de landbouw willen gaan doen". Solidariteit De schrijver van vier gedichten bundels en een eerste roman, die nu drukklaar is, gaat proberen zijn tijd schrift tijdens de voltooiing van zijn studie vanuit Nederland voort te zet ten. De toon en inhoud gaan lang zaamaan iets veranderen: „Ik vond het onheus mijn mensen aan te val len zonder eerst op de oorzaak van de ziekte te hebben gewezen. Nu kan ik het accent meer leggen op meer solidariteit en structurele samenwer king. Ik geloof dat we een grote ma te van samenwerken nodig hebben en meer ijver. Nu grijpen we nog te snel naar re sultaten die politiek imponeren". Het lijkt op een vlucht met een onder gronds blad naar het buitenland. Hoewel Frank Martinus nooit zo als veel van zijn vrienden in de ge vangenis heeft gezeten „Dat kon den ze niet doen. zonder een direct bewijs te leveren dat er geen vrije meningsuiting zou bestaan" ziet hij zijn vertrek zelf niet als een vlucht. Hij zegt: „Ik vond het wel naar om weg te gaan, maar ik kon daar op dit moment niets doen. Het leek me beter hier hulp te organise ren om de oppositie daar te steunen. En dat is dan vooral een financiële hulp, want er is veel geld nodig voor vertalingen in het Papiamento. En dat is de basis van de zelfbewustma- king, dat de mensen kunnen lezen waarover het gaat". Bewust politiek denken Over teruggaan denkt Frank Marti nus voorlopig niet: „Als er op de An tillen zelf een groep mensen ontstaat die aan de structuur wil werken, ga ik terug. Anders kan ik overal aan dezelfde zaak werken. Ze moeten naar 't punt toe van bewust politiek denken. En als ik terugga, is dat niet om de politiek in te gaan. maar om in het onderwijs te werken; 'n insti tuut te stichten waarbinnen via de stimulering van het Papiamento aan politiek bewustzijn wordt gewerkt". ..Ik had nu geen dag langer moeten blijven, of ik had een politieke partij opgericht. Maar het is niet mijn uitgangspunt, ik ben tenslotte een schrijver. Nee, ik ga alleen maar als ik echt iets kan doen. RUDOLF BOOST. Geen medewerking Die pleegouders gingen steeds min der medewerking verlenen. Wanneer we op de afgesproken dag en tijd op bezoek kwamen, bleek Carolien niet thuis te zijn. Toen ik daarover bij de voogdijvereniging klaagde, zeiden ze: het is ook beter dat u niet meer gaat, Carolien is bang voor u. Nee, zei ik, ze is Juist erg aardig tegen ons. Nou Ja, zeiden ze toen, er is veel kans dat ze er de volgende keer weer niet is als u komt. Toen heb ik de pleegmoeder opge beld en gevraagd wat er nu precies aan de hand was. Ze zei dat Caro lien zich door ons bedreigd voelde. Toen ik neerlegde had ik gelijk wel in de auto willen springen om haar daar weg te halen, maar Je denkt: wees nou verstandig, speel het spel mee en probeer het kind langs de officiële weg terug te krijgen. Ander kind Inmiddels was er bij Kinderzorg, zo heet die voogdij vereniging, een nieuwe directeur. Ik dacht: mis schien is dat een redelijke man, laar ik eens met hem gaan praten. Maar ook die hoop was gauw over: hij zei dat hij de stukken bestu deerd had en dat het beter was dat het kind bij de pleegouders bleef. Zeker tot ze zes was, daarna zou verder gekeken kunnen worden. Overigens wilde hij ons wel vertellen dat er op ons niets aan te merken was. Het psychiatrisch onderzoek waaraan mijn man en ik ons had den moeten laten onderwerpen was gunstig uitgevallen. Er stond in dat we goede ouders zouden zijn. Daarom, zei de nieuwe directeur, stel ik u voor dat u een ander kind uitzoekt. Ik had natuur lijk gelijk moeten zeggen: geef me uw kind dan maar, maar zo adrem was ik toen nog niet. Ook bood hij ons een auto aan en geld voor een leuke vakantie, want, zei hij, hij had met ons te doen. Natuurlijk ontkent hij dat nu, zoals ze nu ook ontkennen dat ik ooit om het kind gevraagd heb. Het is hun Ja tegen mijn nee. Gelukkig heb ik getuigen. Vorig Jaar mei is Carolien zes Jaar geworden. De Raad voor Kinderbe scherming en de rechter hebben zich ermee bemoeid. Maar ik heb Carolien er niet mee teruggekregen. Sterker nog, ze houden me nu aan het lijntje met de mededeling dat het beter is te wachten tot het kind twaalf Jaar is. Dan zou de zaak nog eens bekeken kunnen worden. Zovelen Anneke tenslotte: „Dit is na mij overkomen, maar er zijn zoveel van dit soort gevallen. En wat ik nog het ergste vind is dat er geen in stantie is waar je naar toe kan gaan. Er is één man die beslist, één man die de macht heeft. Dat zou den ze eens moeten veranderen". Voetbal De Rotterdamse eredi visieclub Sparta heeft gisteravond in Wezep geoefend tegen WHC, een amateurvereniging in de eerste klas se van het zaterdagvoetbal. De Rot terdammers wonnen met 61 (30). Boksen Het gevecht om de we reldtitel zwaarweltergewicht tussen Carmelo Bossi (Ita) en José Harnan- dez (Spa), dat gisteravond in Ma drid zou worden gehouden, is uitge steld aangezien Bossi niet in staat is te boksen. Tennis Trudy Walhof en Marijke Schaar hebben zich gisteren geplaatst voor de achtste finales van het in ternationale tennistoernooi van Nice. Trudy Walhof won met 1-6, 6-4, 6-0 van de Zweedse Ingrld Bentzer. Ma rijke Schaar versloeg de Italiaanse Lea Periooli met 6-3, 9-7. Jan Hor dijk verloor in de tweede ronde van het herenenkelspel voor spelers be neden de 20 jaar met 3-6 1-6 van de Australiër Mcdonald. Tennis Tom Okker heeft ln Miami een voor zichzelf sprekende overwinning behaald op de jonge Australiër Phil Dent 6-2 6-4. De grote verrassing bij het toernooi van Mia mi, het vierde uit de reeks van twin tig waarvoor een prijzenbedrag van een miljoen dollar beschikbaar is, was de nederlaag van Arthur Ashe. De Amerikaan moest de niet geplaatste Egyptenaar Ismail el Shafei door gang naar de laatste zestien verle nen, met de setstanden 6-3 6-3.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1971 | | pagina 21