In Rijksmuseum Hollandse schilderijen uit Frankrijk De eeuw van Rembrandt" Zeventig jaar zitten op een stoel Schermer 11 molens en een vrijwel ongerepte polder Uit in de Randstad v>- RESTORAMA Expositie in Rotterdams Bouwcentrum DONDERDAG 1 APRIL 1971 LEIDSCH DAGBLAD PAGINA 19 Ons land heeft geen gebrek aan schilderijen die in de ouden Eeuw door onze voorvaderen gemaakt zijn. De grote musea komen plaats tekort om hun bezit op dit ge bied in zijn geheel te kunnen exposeren. Is het dan niet foverbodig om nu uit Frankrijk een collectie Hollandse ■(schilderijen hierheen te halen? Zo'n redenering heeft dezelfde ogica als: „Ik heb al een boek, us hoef ik er geen meer te ko- In het Rijksmuseum, waar u 66 schilderijen hangen, voor- amelijk uit provinciale Franse musea, maar ook enkele bijzon- ere werken uit het Louvre, komt men nog voor verrassingen te staan. ft Dat komt omdat men uit de veel Igrotere collecte, die in Parijs onder Nog steeds weet iedere Neder lander dat groen, grazig gras land, molens, een dijk en een vaart tezamen een typisch Hol lands landschap vormen. Het is waarachtig hier en daar in ons pijlsnel volrakende land nog te vinden. Hoe lang nog? De woondozen van de moder ne mens en de betonnen lopers voor zijn automobiel bedreigen steeds sterker het overschieten de polderlandschap. Een van de weinige, nog on aangetaste polders van ons land is de Noordhollandse Schermer, een droogmakerij uit de tijd van Leeghwater. En Juist daar is een groep mensen in het geweer gekomen in het besef dat het hoog tijd wordt dit waterstaat kundige monument te behouden voor ons nageslacht. Dat groepje met mannen als oud-premier prof. dr. ir. W. Schermerhorn, de Amsterdam se harspecialist prof. Durrer, waterstaatkundigen, planologen en ingenieurs heeft opge richt de stichting stelt zich ten doel van de Schermer een na tionaal poldercentrum te ma ken. Elf molens staan er nog in de Schermer oorspronkelijk wa ren er 52 en als de stichting haar ambitieuze plannen kan uitvoeren komen er binnen en kele jaren zeker drie bij. Met die drie nieuwe molens, te bou wen vlakbij drie nog bestaande molens bij Schermerhorn aan de weg Alkmaar-Hoorn, wil de stichting de oorspronkelijk drie- trapsbemaling op windkracht herstellen. Behalve de molens wil de chting in hetzelfde hoekje van de Schermer 'n Oudhollandse molenwerf bouwen, 'n molenma kershuis, een oud-vaderlands scheep werf je een overtoom en het historische polderhuis, dat thans nog in Heerhugowaard staat. Op die manier moet een pol dercentrum kunnen ontstaan, waar bezoekers kunnen zien hoe in de tijd van Leeghwater 'n vijf meter diep meer kon wor den drooggemalen, met slechts de wind als bron van energie. Dit Jaar nog wil de stichting be- wil de stichting beginnen met ginnen met de bouw van de mo lenwerf. Daarvoor is een be drag ran twee ton nodig. Het hele verlanglijstje vergt twee miljoen gulden. Wie de komende zomermaan den een dagje wil genieten van een puur stukje polder hoeft niet te wachten op de verwe zenlijking van de plannen. Het voornaamste element het landschap, omringd bovendien door pittoreske dorpen als De Rijp, Graft en Schermerhorn ligt er immers al. de titel „De eeuw van Rembrandt" tentoongesteld is geweest, vooral die werken heeft gekozen, die afkomstig zijn uit vaak ver afgelegen provincie stadjes en dus zelfs in reproduktie weinig bekend zijn. Titus Een voorbeeld daarvan is Rem- brandts „Christus aan het kruis", die pas een Jaar of tien geleden werd ontdekt (eigenlijk herontdekt), en in de kerk van het Zuidfranse plaatsje Le Mas d'Agenais hangt. Historisch een interessant stuk uit Rembrandts jeugdjaren, al kan ik het esthetisch nu niet zo geweldig mooi vinden even min als de drie jeugdwerken die hier hangen. Gelukkig heeft men er een portret van Titus uit het Louvre aan toe ge voegd en het beroemde portret van Hendrickje Stoffels, een van de meest ontroerende portretten die ooit geschilderd zijn. Dit laatste schilde rij is nooit eerder in Nederland ge toond. Al ben ik nu mijn verhaal weer met Rembrandt begonnen, toch ligt 't zwaartepunt van de tentoonstel ling niet bij de grootmeesters uit de 17e eeuw. Zij zijn wel vertegenwoor digd (behalve Vermeer), maar men heeft bewust gezocht naar de minder bekende kunstenaars, die met ver rassend gave werken konden worden vertegenwoordigd. Lichteffecten Van de Nederlanders, die hun cul turele uitrusting in Rome zochten, zoals in de 16e eeuw nog gebruikelijk was. zijn hier verscheidene interes sante werkstukken. Zo bijvoor beeld het grote schilderij van Hen- drick Terbrugghen dat „De roeping van Mattheus", voorstelt. Hierin speelt het licht-donkeref- fect een grote rol. dat de Hollanders van Caravaggio hadden afgekeken en toen vooral in Utrecht importeer den. Merkwaardig in Terbrugghen's schilderij is dat de linkerpartij in het donker wegvalt, terwijl het volle licht valt op een vijftal personages om een tafel onder wie zich ook de tollenaar Mattheus bevindt. Erg mooi is het kopje van de Jon gen op de achtergrond. Een ander interessant voorbeeld van Hollands caravaggisme is het schilderij van de „Aanbidding der Koningen" van Mattheus Stomer, een schilder die waarschijnlijk reeds vóór 1622 naar Rome ging, nooit meer naar het va derland is teruggekeerd en zijn leven op Sicilië heeft geëindigd. Modern Ook van de Italianiserende land schapschilders zijn charmante stuk ken op de tentoonstelling. Een type rend voorbeeld is het landschap met ruïnes van Cornells van Poetenburgh, heel helder en licht, misschien een beetje te porseleinig naar onze hui dige smaak, eigenschappen die al de ze Hollandse Italianisanten gemeen hebben. Toch springt er dan weer „Een ge zicht op Rome" van Frederik de Moucheron uit, dat zo modern van visie is. dat men het ook al aan 19e eeuwse meesters heeft toegedacht. Trouwens ook de toeschrijving aan De Moucheron wordt in het Rijksmu seum betwijfeld omdat deze schilder nooit in Italië is geweest. Hoe het zij, een allerliefst schilderijtje. On-Hol- lands van allure is verder „De mi litair en de koppelaarster" van Mi- chiel Sweerts. Tegenover de bovengenoemde schilderijen waarin de invloed van Italië een rol speelt, staan natuur lijk veel meer werken waarin de na tionale volksaard de boventoon voert. Er is zelfs een schilderij van een onbekend Dordts kunstenaar, waarin de Franse experts een paro die op de Italianiserende stijl menen te herkennen. Het schilderij stelt een zevental naakte Jongens voor, dat zich zwemmend en spelevarend ver maakt op een Hollandse rivier (de traditionele molen ontbreekt niet) De houdingen van de knapen zijn met veel humor weergegeven en zou den dan de spot drijven in Italië (een van de Jongens staat kennelijk een plas te doen over de rand van de boot). Hollandse historici wijzen weer op allergorische toespelingen, wel een bewijs hoe moeilijk het is om de be doelingen van een oud schilderij te achterhalen. Maar in ieder geval met krasse tegenstellingen tussen de blo te lijven en de dreigende onweers- lucht. Grootsheid Een andere Dordtenaar was Ael- bert Cuyp, van wie hier een groot i Een van de Hollandse schil derijen uit Franse musea. Een schilderij van Rembrandts hand: De Ezel van Bileam uit het Musee Cognaro-Jay. landschap met vee hangt, zoals er in onze musea nauwelijks een te vinden is. Typisch Hollands zijn verder na tuurlijk de stadsgezichten van Berck- heyde (een heel mooie van de Waag in Haarlem), het markttafereel van Gabriël Metsu, de landschappen van Jan van Goyen en van zijn buurman Anthonie van der Croos. Deze laatste maakte in de stijl van Van Goyen een gezicht op Den Haag en voegde daaraan zes kleine schilderijtjes uit de omgeving van de stad toe, die oorspronkelijk in de lijst van het grote schilderij waren gevat Wat waren Den Haag en de rand gemeenten toen nog mooi! het rivier landschap („Le coup de soleil") van Jacob van Ruysdael uit het Louvre is ook mooi, maar kan niet typisch Hol lands worden genoemd wat 't (berg achtige) onderwerp betreft, wél in de Rembrandtieke grootsheid van op vatting. De invloed van Rembrandt vindt men ook in andere schilderijen, in het „Meisje kijkend uit het venster" van Jan Victors, in „Verkondiging aan de herders" van Govert Flinck en diens portret van 'n meisje in 'n landschap, dat n.b. lang voor een werk van Velasquez gegolden heeft. Ik noem verder nog een vrouwen portret van Thomas de Keyser, een krachtig geschilderde „Boerenfami lie" van Cornells Bega, twee werken van Jan Steen, waarbij een heel aan doenlijk tafereeltje „Het dwaze col- lectantje" is getiteld zonder dat men nu precies weet wat er op het schil derij gebeurt, een laat portret van ds. Langelius door Frans Hals. dat in die tijd weinig werd gewaardeerd zo dat een dichter kon schrijven „Wat pooght gij oude. Hals, Langhelius te maaien? Uw ooghen zijn te zwak voor zijn geleerde straalen". Stilleven Ik eindig deze beschouwing met het onderwerp waarin de Hollanders bovenal geëxcelleerd hebben, het stil le leven binnenshuis. Nergens zijn er zoveel schilders geweest, die zich hebben verdiept in de harmonieuze sfeer van een groep „dode" dingen (al had zo'n stilleven aanvankelijk bijna altijd een mora liserende strekking). Maar allegorie of niet. esthetisch is zo'n stilleven van Pieter Claesz een verrukkelijk stukje kamermuziek dat ik boven heel wat ambitieuzer symfonieën prefereer. En in dit genre kon ook een „klei ne" meester als Adriaan Coorte groot zijn zoals de twee paneeltjes met schelpen aantonen. Dan is er ook nog de stilte van het binnenhuis, alweer typisch Hollands van sfeer. Die sfeer is wat onbehou wen realistisch in de „Pijproker" van Pieter Codde, maar niettemin indringend, terwijl het deftige paar dat uit wandelen gaat door Pieter de Hooch in het statige interieur van het Dampaleis werd gezet in de tijd (1668/'70) dat het eenvoudige Hol landse woonhuis niet sjiek genoeg meer was. Toch een mooi schilderij. Mooiste Maar het allermooiste interieur op deze tentoonstelling is van een onbe kende schilder uit de Delftse school. Het toont een doorkijkje vanuit een keuken(?) over een stukje gang naar een woonkamer. Een paar muilen staan voor de open deur, maar een bewoner valt niet te bekennen. Het hondje dat vroeger op de voorgrond zat, bleek bij restauratie een latere toevoeging evenals de sig natuur PDH, die op Pieter de Hooch speculeerde. Persoonlijk vind ik dit schilderij van de kwaliteit van een Vermeer, volmaakt gaaf in zijn sfeer van serene stilte. Maar volgens de geleerden kan het geen Vermeer zijn. Wat dan wel? In Frankrijk denkt men aan Samuel van Hoogstraten, maar hier volstaat men voorzichtig met „Delftse School", hetgeen in ieder geval Juist is. Het bezoek van deze nu in Frank rijk woonachtige Hollandse meesters duurt tot 24 mei. De toegangsprijs bedraagt f 3, de catalogus f 12, de NS verkopen gecombineerde trein- tram-toegangsbewijzen. ADVERTENTIE Rijksstraatweg 324. Wassenaar GRILL-BAR gezellige sfeer voor bruiloften, recepties, etc. Telefoon 01751-2500 „70 Jaar zitten" klinkt als 'n hard vonnis. En toevallig heet een ge lijktijdige expositie in Rotterdam „Wordt vervolgd". Maar de ten toonstelling in het Bouwcentrum gaat over een basis-behoefte: de stoel. Het overzicht begint met hooggestemde getimmerten en ein digt bij een kwak chocola. Ja, la ten we het maar op chocola hou den, dat is smakelijker dan die an dere associatie. Als elegante versie van een rustie- ker meubeltje, doet de oudste stoel die getoond wordt (de chiavari van Campanino) nu weer helemaal niet verouderd aan (het ding is van 1865), in tegenstelling tot onver woestbaarheden van Berlage of De Klerk, die voor de industriële produktie niet de weg wezen. Art Nouveaustoelen (met gebatikt perkament!) ogen beter dan ze zit ten. Rietvelds welbekende rood blauwe stoel van 1918 zit beter dan het oog verwacht. Dit meubel wordt in Groenekan nog steeds op be stelling gemaakt. De prijs valt erg mee, de levertijd niet (eenmans bedrijfje). Vernieuivend Echte industriële vormgeving gleed binnen met de stalen stoel in slee model van Mart Stam, 1925. De stoelen in staal en leer (in prototy pe vaak canvas) van Mies van der Rohe, Le Corbusier en Breuer uit de Jaren twintig zijn nu weer de moderne statusmeubelen, maar met als staal gebogen hout (Tho- net) kan het ook. Scandinavië werkte al in de Jaren dertig bescha vend met niet-dure materialen en verfijnd-sobere vormen. Tijdens de tweede wereldoorlog maakte Riet veld uit één plaat aluminium de armstoel met gaten, waarvan de vorm voor te persen materiaal lijkt. Hij dacht daarbij, zoals hij tegen de architect E. F. Groosman zei, aan een toekomstig materiaal waar wij nu dat was toen - nog geen idee van hebben. Dat materiaal, harde en zachte kunststoffen, neemt op de exposi tie een grote plaats in al wordt de stoel van Gaetano Pesce van '69 (zeg, een tomaat met een kuil er in) geleverd als een klein pakje dat zwelt zodra men het opent. De PasToe-rechtzinnigheid van de Goed Wonen-tijd is met dat al aardig geluwd. Een stoel van Kho Liang Ie is nu lichtvoetig en een armstoel van Martin Visser streelt de leden. Die ontwikkeling, van het strenge es thetische beginsel (Rietveldplank jes) af tot het hedendaagse, mol lige hedonisme, wordt drastisch ge ïroniseerd door de chesterfield in smeltvormen van Aagaard Ander sen van 1965, waarbij sommigen toch aan iets anders dan choco lade blijken te denken Iedereen koopt weieens stoelen. De keuze wordt dikwijls bepaald door overwegingen, waar rechtschapen ontwerpers niet van dromen, maar I die grote meubelhuizen uitstekend dóór hebben. De meeste winkelas sortimenten zien er dan ook wel anders uit dan het moderne deel van de expositie. In het Bouwcen trum kan men nu zijn kijk op het zitten verfrissen. Lichtvoetig Het absurde meubel is alleen verte genwoordigd in een foto van een Dali-stoel. Vooral in Rome (Uffi- zine Undice) worden puik af gewerkte scabreuze en macabere meubelen gemaakt. En zoals nu sommige kunstenaars artistiek en filosofisch doen :net schimmels en bonen, zo hoorde het er in de Jaren twintig bij, dat zij hun eigen meubelen ontwierpen en timmer den Van de resultaten is gelukkig weinig bewaard gebleven Het merendeel van de stoelen op de expositie ls leverbaar. (Expositie tot 8 apriL. \MSTERDAM Shaffy Theater, t/m 31 mei (beh. ma.) 20.30 uur Funhouse horror met Rob van Houten en Feike Boschma. Kleine Komedie: t/m 8 april 20.15 uur (beh. ma.) Blijspel Nee schat, nu niet. De Koopermolen: v.a. 19 uur (beh. ma.) Cabaret rondom Henk Elsink. Rijksmuseum: t/m 23 mei ma t/m za 10-17 uur. zo 13-17 uur „De eeuw van Rembrandt" tentoonstelling van Hollandse mees ters uit Frankrijk. Museum Fodor: t/m 25 april ma t'm za 9.30-17 uur, zo. 13-17 u. SUM IV werk van 13 IJslandse kunstenaars. RAI-gebouw: t/m 4 april ma t/m za 10-17. 19-22.30. zo 10-17 uur Huishoudbeurs „Idee", 26ste internationale huishoudten- toonstelling. DEN HAAG Kon Schouwburg: 2 april 20.15 uur. 4 april 14 uur Haagse Co- medie met „Rondedans" met o.a. Henk van Ulsen (zie foto); 3 april, 4 april 20.15 uur Haagse Comedie „Mooi weer vandaag". Hot: 2, 3, 4 april 20.15 uur Haagse Comedie met Antigone" met Eli Blom, Kees Coolen, Jaap Wieringa. Circustheater: 2 april 20.15 uur Nationale Ballet met „Apollon Musagette", .Rouwen van de tijd" en „De wonderbaarlijke mandarijn". Diligentia: 2 april 20.15 uur Concert door de Verenigde Zan gers. 3 april 14 uur Haags Jeugdtheater. 4 april 14.30 uur pia norecital door Rafael Orooco met werken van Beethoven en Chopin. Theater Pepijn: 2, 3 april 20.30 uur Solocabaret Hessel van der Wal „De heren worden bedankt". 4 april 15 uur Kwartet Hans Duller. Theater In de Steeg: 2. 3 april 21 uur Avondkleding niet ge wenst door het cabaret „Salvo". Congresgebouw: 3 april 20.30 uur Rotterdams Philharmonisch Orkest olv Jean Fournet. Soliste Christine Walewska (cello), 4 april 20.15 uur Koninklijke Javaanse Hofdansers. Houtrust; t/m 4 april dag. 10-17 uur, 19-23 uur Hobby "71, beurs voor de vrijetijdsbesteding. Leidse Schouwburg: 3, 7, 10 april 20.15 uur Litteris Sacrum met De Revisor van Gogol een satire op de wantoestanden in Rus land omstreeks 1850. De Lakenhal: t/m 12 april ma. t/m za 10-16 uur. zo. 13-16 uur Merklappen uit het bezit van de leden van de Vereniging van belangstellenden. ROTTERDAM Luxor-theater: 1, 2, 3, 6, 7, 8, april 20 uur Toon Hermans nieuwe One Man Show. Hofplein-theater; 1, 2, 3, 6, 7, 8 april 20.15 uur Wim Kan en Corrie Vonk in het programma „Wim Kan alleen". Aan de vleugel Ru van Veen. De Doelen: 1, 2, 3 april 20.15 uur Cabaret „Neerlands hoop in bange dagen" met Bram Vermeulen en Freek de Jonge. 1 en 2 april 20.15 uur Rotterdams Philharmonisch Orkest "olv Jean Fournet. Soliste Christine Walewska (cello), 3 april 15 uur Or gelconcert door Flor Peeters, 3 april 20.15 uur Politieharmonie- vereniging „Hermandad" mmv Westlands Mannenkoor. 6. 7 april 20.15 uur Rotterdams Philharmonisch Orkest olv Jean Fournet. Solist: Geza Anda (piano). Rotterdamse Schouwburg: 3 april, 4 april 20.15 uur Tramltfn begeerte door het Nieuw Rotterdams Toneel met Lies Franken. Martine Crefcoeur. Pieter Lutz en Wim Hoddes. 5 april 20.15 uur Kees de Jongen door de toneelgroep Theater. 7 april 20.15 uur „Koning Jan" van Friedrich Dürrenmatt door het Nieuw Rotterdams Toneel met Eric Schneider. Annet Nieuwenhuyzen en Jules Croiset, 20.15 uur 8 april „Eva Bonheur" door de Ne derlandse Oomedie. Piccolo-theater: 3 april 20.15 uur Cabaret Adam en Eva met Fiet en Frans Koster. 8 april 20.15 uur Een uitvoering van het Rotterdams Danscentrum. Groote Schouwburg: 6 april 14.15 uur Voorstelling voor de kin deren olv Anneke Elro (zie toto). Sportpaleis „Ahoy": 3 april 20.30 uur Pink Floyd .Atom Heart Mother", 2. 3. 4 april 12 tot 24 uur Pasar Dalam. Bouwcentrum: t/m 18 april. Zeventig jaar Mtten. de ontwikke ling van de stoel in de laatste eeuw

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1971 | | pagina 19