I Parijs, Hitier
1 en ik"
Herinneringen van
beeldhouwer
prof. Arno Breker
Wat de Dolle Mina s zeggen
Daarvoor komen steeds
meer Nederlanders bij ons!
21%
4%
4%
41%
5%
5%
7%
8%
LITERAIRE KRONIEK
VAN CLARA EGGINK
n
Nieuwe uitgai
ïr<
Zuster Meybc
honderd jaa(
PAGINA 14
LEIDSCH DAGBLAT»
„Hitier maakte op mij de indruk van
een geniale man, die een, ver boven het
gemiddelde, begaafd mens. Ik heb in
mijn leven heel veel uiterst begaafde
mensen ontmoet. Ik kan dus vergelijken
en ik denk er niet aan nu iets anders van
Hitier te zeggen. De herinneringen die ik
heb geschreven, geven het standpunt
weer dat ik toen, dertig, vijfentwintig
jaar geleden heb ingenomen. Natuurlijk,
later hebben wij begrepen wat de man in
de wereld aan verschikkelijks heeft uit
gehaald. Ik ben geen historicus. Men zou
van mij verlangen dat ik hem voor eeu
wig verdoem. Dat doe ik niet. Ik heb
mijn leven aan hem te danken. Hij heeft
me in staat gesteld te blijven werken".
DUSSELDORF (GPD) Boven
staande woorden schreef professor
Arno Breker, zeventig Jaar, ééns de
beeldhouwer die van Adolf Hitler
de opdracht had gekregen alle beel
den te maken die de gebouwen en
triomfwegen in het nieuwe Berlijn
van na de oorlog, ontworpen door Al-
bert Speer, zouden moeten versieren.
Die order had tot gevolg dat hij
praktisch tijdens de gehele oorlog er
gens ten oosten van Berlijn rustig
kon werken. En dat niet alleen. Hij
beschikte over een stuk of dertig uit
voerders die hielpen bij het gipsbran-
den, bij het gieten van de metersho
ge beelden, en vormen. Breker had
lillllllllllllllllllllllllllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
Van onze Brusselse
correspondent
André Glavimans
hen gekozen uit de dwangarbeiders
die uit Frankrijk en andere bezette
landen naar Duitsland waren ver
sleept. Zo heeft hij personeel van
Franse bronsgieterijen, met name
die van Rudier, en Jonge Franse
beeldhouwers kunnen redden. Ook
zijn leerling Bernard Heiliger, die hij
van het oostfront kon laten terugko
men, die hij bij nem thuis liet wo
nen en die hem dankte door bij zijn
verschijnen voor de zuiveringsrecht
bank tegen hem te getuigen.
Breker heeft dezer dagen, na Speer
na Hanfstangl, zijn herinneringen
gepubliceerd: „Paris, Hitier et moi"
(Presses de la cité, Parijs). Ik heb
hem, om hem nog zo een en ander
te vragen, bezocht in zijn atelier dat
even buiten Düsseldorf ligt.
Riant
Men kan gerust van een „riante
bedoening" spreken. Rondom een
huis van twee verdiepingen, dat uit
de tijd tussen de tweede wereldoorlo
gen zal dateren, heeft hij naar eigen
ontwerp hij is behalve beeldhou
wer ook architect een bungalow
van royale afmetingen laten bou
wen. Er zijn een grote bibliotheek.
Beeldhouwer Arno Breker
een galerij met oude meubelen en
sculpturen van de heer des huizes,
een rij kamers rond om een patio en
in het oude huis is het atelier waar
meer dan drie of vier meters hoge
gipsen beelden en reliefs staan opge
steld. Er is nog een tweede atelier dat
zo'n beetje als Breker-museum kan
gelden: daar heeft hij de bustes die
hij van zijn Franse vrienden, de
schilder André Derain, de beeldhou
wers Aristide Maillol en Charles Des-
piau «wiens leerling hij is geweest),
de schrijver Paul Morand, de dich
ter Jean Cocteau, de pianist Alfred
Cortot heeft gemaakt, opgesteld.
Ook een aantal sculpturen van klei
ner formaat, voor het meerendeel
vrouwelijke naaktfiguren. Die laatste,
alle na de oorlog gemaakt, tonen dat
Breker ietwat van stijl is veranderd.
De monumentaliteit, die hij in de
grote vorm zocht, maakte plaats voor
een zekere speelsheid en een vereen
voudiging van de vorm.
Zelf zegt hij: „Zo keer ik weer
terug tot hetgeen ik in mijn Jonge
Jaren heb gemaakt".
Temidden van dat alles is een gro
te maquette opgesteld van een plein
in Casablanca. Eens stond daar het
standbeeld van de Franse kolonisator
maarschalk Lyantey op één van de
zijden. Thans komt in het midden
een groot ruiterstandbeeld van de vo
rige sultan van Marokko, Moham
med, omgeven door fonteinen. Aan
één kant zal het plein worden af
gesloten door 'n negentig meter hoog
gebouw, ook naar ontwerp van Bre
ker.
Grote tuin
Bij het huis ls een grote tuin, die
Breker korte tijd geleden nog heeft
kunnen uitbreiden. Daar heeft hij
een aantal van zijn metershoge bron
zen opgesteld. Het is niet duidelijk
of hij een privé-museum nastreeft.
Hij is niet zonder bitterheid, zoals
ook uit zijn boek blijkt. Na de oor
log werd hij van alle blaam gezui
verd. Nog geen twee Jaar na de ca
pitulatie sprak een tribunaal hem
vrij van alle beschuldigingen die te
gen hem waren ingebracht. Het bleek
toen dat een Amerikaans inlichtin
genbureau in Zweden gedurende de
gehele oorlog van zijn doen en la
ten op de hoogte was geweest, dus ook
van zijn hulp aan kunstenaars en Jo
den, zoals de vrouw van de kunst
criticus Wilhelm Hausenstein, die la
ter Duitslands eerste ambassadeur te
Parijs na de oorlog zou worden. Ook
Hausenstein bleek later weinig dank
baar. Zoals zo vele anderen.
Complex
Heeft Breker er een soort complex
aan overgehouden? Ik weet het niet
maar ik neig ernaar te veronderstel
len dat hij zich slecht behandeld
vindt door degenen die hij volko
men zonder eigenbelang heeft gehol
pen. Hij heeft er zich wel bij neer
gelegd maar hij zou toch graag een
„afrekening" schrijven. Hij blijkt het
trouwens met de Franse uitgave van
zijn herinneringen niet goed te heb
ben getroffen. Van de Duitse tekst
is bijna eenderde geschrapt. Hij zoekt
thans een Duitse uitgever en hij wil
dan dat alles wordt gepubliceerd.
„Ook wanneer ik daardoor mensen
moet hinderen en er weer nieuwe
vijanden bij zal krijgen".
Het boek dat, thans in Parijs ls
verschenen, is dus een wat beknotte
bundel memoires, kunst en politiek
door elkaar gemengd, persoonlijke
belevenissen in oorlogstijd en vrede,
maar helaas weinig over eigen werk
en opvattingen van de beeldhouw
kunst.
Breker schrijft ook te oordelen
naar hetgeen er in het Frans van
zijn tekst is overgebleven zoals hij
spreekt: bedachtzaam en met een
glans van genegenheid over alles
dat hem heeft geïnteresseerd. Zie
overigens wat hij over Hitier heeft
gezegd.
Hij ?iet alles als een tijdgenoot;
vroeger en later schijnen hem min
der belang in te boezemen. In zijn
notities leeft de wereld rondom de
tweede wereldoorlog in fragmenten.
Er zijn wonderlijke verhalen zo
als het leven van Maillol met zijn
vrouw en zijn model Dinah Vierny
(die Breker zij was Joodse het
leven redde; thans wil zij hem niet
meer kennen), een driehoeksverhou
ding waarin de wettige echtgenote de
jaloerse rol speelde. Zo ook toen er
een uitnodiging kwam voor Maillol
„und Frau Gemahlin": ik heb altijd
gedacht dat zij Vierny heette en niet
Gemahlin. Het verslag van Hitiers
bliksembezoek op een zondagochtend
aan Parijs, kort na de val van
Frankrijk, dat Speer ook in zijn
„Herinneringen" heeft verteld, is
ronduit hallucinerend. Met als hoog
tepunt de concierge van de Parijse
Opera die ondanks het hoge bedrag
botweg de fooi weigerde die een van
de ordonnance-officieren hem aan
bood.
Oude vriend
Cocteau is een oude vriend van
Breker geweest. Van de Jaren na de
eerste wereldoorlog, toen beiden al zo
iets als een Frans-Duitse verzoening
nastreefden,tot kort voor de dood
van de dichter. Bij zijn graf staat
trouwens de bronzen buste die Bre
ker in 1963 van hem heeft gemaakt.
Na de bevrijding vertelt Breker
kreeg Cocteau last met een of ande
re zuiveringsrechtbank omdat hij tij
dens de bezetting met Breker
was omgegaan. Waar is Breker nu,
was de eerste vraag, die men hem
stelde. Cocteau: Die maakt een por
tretbuste van de generaal De Lattre
de Tassigny. Daar was niets van
waar, maar Cocteau kon onmiddel
lijk naar huis. Volgens Breker heeft
hij tot aan zijn dood geloofd dat
Breker die buste had gemaakt of al
thans zo lang, de latere maarschalk
nog leefde, zou gaan maken.
Zo staan er ontelbare anecdotes
in Brekers boek, uiteraard ook over
Hitier en de kunst, zijn bezetenheid
voor het bouwen. Een bijzonderheid
staat er niet in. Breker vertelde die
zelf: „Tegen het einde van de oor
log werd ik bij Hitier geroepen in
Berlijn. Het gesprek kwam op de zo
geheten ontaarde kunst en Hitier be
kende dat hij hierin een volkomen
verkeerde politiek had gevolgd". Te
gelijk wilde hij Breker een soort „al
gemeen leider" van de Duitse beel
dende kunst maken met alle vrijhe
den die hij zich maar kon wensen.
„Ik heb het maar op de lange baan
geschoen", zegt Breker thans, „het
was al te laat".
Hij had kennlijk genoeg van kunst
en dictatuur, want in zijn boek kan
men lezen dat hij, toen na de oor
log Stalin hem had laten polsen of
hij niet naar de Sowjet-Unie wilde
komen om Moskou met zijn grote
sculpturen te versieren, hij liet ant
woorden dat één dictatuur hem in zij
leven wel voldoende scheen.
ADVERTENTIE
op particuliere rekeningen bij
de Postgiro.
'Q# beleggingsrekenfngen met ei
Y* opzeggingstermijn van
\J 3 maanden*
op girospaarrekeningen
gewone spaarrekeningen bij de
Rijkspostspaarbank
spaarbewljzen Ingevolge
de Algemene Premiespaar
regeling
Jeugdspaarrekenlngen
ambtenarenspaarrekeningen
diverse gepremieerde bedrijfe*
spaarrekeningen
winstdelingsspaarrekeningen
beleggingsrekeningen met oen
opzeggingstermijn van
/O 12 maanden*
'O/ be,e99'igsrekeningen met een-
vjL opzeggingstermijn van
O 24 maanden*
o# beleggingsrekeningen met e<
VL opzeggingstermijn van
U 48 maanden*
Het is echter ook mogelijk op deze
rekeningen geld op te nemen zonder
voorafgaande opzegging.
da's makkelijk, da's veilig!
Meer Inlichtingen op de 2300 postkantoren of bij
Informatienummer 0017 waarmee u gratis kunt bellen.
AYA ZIKKEN.
Het grote Taboe.
Interviews op de vrouw af.
Uitg.: De Arbeiderspers, Am
sterdam.
„Hoe komt het toch dat vrou
wen zolang zijn blijven denken
langs lang begane gedachtenpa-
den? En als vrouwen anders
denken dan ze geleerd hebben
te denken wat denken ze dan?
Wat denken ze dan zo in 't al
gemeen over vrouwen en man
nen, over het vrijen, over haar
relatie tot haar echtgenoot, over
pornografie, opvoeding, de
zucht tot gewichtige vergaderin
gen, over het mannelijk naakt
over nog zo het een en an
der? Allemaal onderwerpen tot
voor kort ingeperkt door con
ventie en taboe: een vrouw is
zo en zo en is dus het gelukkigst
als(vul de gemeenplaats
maar in)Is een vrouw zo en zo
en reageert ze zoals zolang van
haar verwacht werd?"
Aldus begint de inleiding tot
de reeks interviews afgenomen
door de bekende schrijfster van
romans, verhalen en reisge-
schiedenissen, Aya Zikken. Met
dit boek vol interviews onder de
neus zal menig „oudere," zowel
man als vrouw, zich de ogen
toch nog wel uitwrijven. Ik ver
onderstel dat vooral mannen in
het geweer zullen komen, want
zij worden door de negen on
dervraagde vrouwen en de on
dervraagster (is tien) hardgron-
dig van hun aloude troon gesto
ten. Dat die troon over het alge
meen van blik met klatergoud
was, och,' dat weten ze zelf wel,
maar velen onder hen zouden
liever hun tong afbijten dan dat
erkennen. Het zal dus wel enige
tijd duren voor dergelijke man
nen in gaan zien dat zij voor het
verloren blikken geval iets be
ters terug kunnen krijgen als zij
dat willen en wel een mens
naast zich inpl?. n een
vrouwtje-vrouw. Want de
soreeksters in dit boek zijn het
over één ding eens; er moet een
maatschappij van mensen ko
men en niet van geslachten.
De verandering, als die er
mocht komen, zal evenwel voor
de vrouw niet gemakkelijk zijn,
want er zal veel van haar ge-
eist worden. In plaats van baas
in eigen huis te zijn, zal ze de
zeggenschap van de man in
huis moeten aanvaarden naast
de hare. Ook zal zij haar eigen
brood moeten verdienen en niet
meer kunnen teren op de man
nelijke beurs. Zij zal haar kin
deren niet meer alleen opvoeden
naar daadwerkelijk met de va
der samen en zelfs met behulp
van vreemden. Het „nestje"
zal toegankelijk moeten worden
voor de buitenwereld. Zij zal
zich moeten interesseren voor
maatschappijstructuur en poli
tiek en weten waar zij het over
heeft als zij haar mond open
doet. Naast dit alles zal zij een
of meer kinderen op de wereld
moeten brengen, hetgeen fysio
logisch bekeken nog altijd een
eenzaam karwei is. Ik geloof
dat dit heel in het kort het
standpunt is van de D.M.
De vrouwen die hier tegen
over Aya Zikken hun mening
over de noodzakelijke maat-
Miappelijke veranderingen uit
spreken, zijn allen werkende
vrouwen. Hun leeftijden varië
ren tussen de drieëntwintig en
de vierenzestig. Het zijn een
fysiotherapeute, een grafologe,
een schrijfster, een leerling aan
de Academie voor Beeldende
Kunsten, een fotografe, een pia
niste, een huisvrouw en ver
pleegster, een uitgeefster tevens
studente tandheelkunde, een
employ ée bij een reisbureau.
Zeer verschillend dus wat mi
lieu betreft. Dat Aya Zikken
hen allen zo voortreffelijk aan
de praat krijgt, komt door haar
directe en intelligente benade
ring. Zij valt met de deur in
huis, om zo te zeggen en zij
breekt iedere mogelijke tegen
stand met haar eigen oprecht
heid. Niet dat die tegenstand
heel groot is. Soms na even
aarzelen spreken alle vrouwen
met openheid over hun gedach
ten, hun ervaringen en him
wensen; sexueel en op ieder an
der terrein. Dat is heel opval
lend en reeds een bewijs van de
afbraak van de heilige huisjes.
Merkwaardig is dat dat ook
niets met leeftijd te maken
blijkt te hebben. De oude
spreekt even openhartig als de
Jonge vrouw. Ondanks de over
eenkomst van meningen die
men kort zou kunnen aanduiden
als ontevredenheid met de sta
tus quo, lopen de wegen In de
richting waarvan men de oplos
sing wil zoeken, toch uiteen. Er
zijn vrouwen die overtuigd zijn
dat de goede oplossing ligt in
een gemeenschappelijk ge
dragspatroon voor man en
vrouw. Er zijn er die part-time
werk voor vrouwen het beste
vinden. Er is er ook een die
vindt dat een vrouw met een
kind getrouwd of niet, f 15.000
schoon van de staat moet heb
ben. want zegt deze: „dan pas
krijg je van de vrouw uit ge
zien een vrije liefdeskeuze
als ze dan nog bij elkaar willen
blijven, met drie kinderen, dan
doen ze dat, maar het hoeft
niet." Zo lopen de wegen waar
langs men naar verbetering
zoekt van materialisme tot en
met idealisme. Een bundel uit
stekende interviews, ook tech
nisch bekeken, over onderwer
pen die op het ogenblik wel
haast iedereen hoog zitten
voor of tegen.
Schepping van Arno
de kop van de Franse
Jean Cocteau.
De wereld van het
m is m e, door dr. J. Soetendt
de Haan, Bussum Dit boei,
Jodendom in wezen en verse
behandelt, is ontstaan naar )L
ding van vragen die in
steeds weer worden gesteld,!^
schrijver, de bekende rabbi U
tendorp, in zijn inleiding. II
gen zijn bijv.: wat zijn Joden IE
is Jodendom?; waar wonen d va:
en waarin zijn zij één en Pai
verschillen zij?; wat zijn d m
naamste bewegingen bini er
Joodse gemeenschap van ile
en waarom zegt u dat het Jo
„een weg in het leven" is?
Soetendorp geeft belangw SP
informatie, ook op het geb f.n
de wereldbeschouwing van
dendom, inzake het Zionisme
aanzien van de verhouding 0S
diaspora, om dit boek van 21 sig
zijden te eindigen met enJs rti
schouwingen over het „gespri (1 f
sen Jodendom en Christem
over het Jodendom en de wen
recht zegt de schrijver in ziL
vooraf, dat „ieder beknopt b
leen maar een begin is". Maai
teratuurljist geeft goede
zingen voor eventuele verde
die. De opmerkelijke titel wo jj'
motiveerd met deze zinsnedei
Jodendom gelooft niet alleen
wereld die helemaal goed zal^
zeer goed, maar het eist van c
dat hij zijn bijdrage aan 1
standkomen van die wereld
durend blijft leveren. Maar d ?z
zal tot die uiterste inspanning IR
dan in staat zijn, wanneer hij
daad het geloof in die goede
blijft behouden".
El
Partijgangers der armen. I
garde van Gods revolutie, do i[
G. H. ter Schegget. Uitg.
reldvenster, Baarn.
Vraag me niet waarom. Het
tuurlijke oorlogsverhaal van eelk
ge Nederlandse Jodin, dol
Turksma. (Het Wereldvenster)!
\i
.0"
HeL'
G
DEN HAAG (ANP) Ond«
te belangstelling, van zowel
zijde als van beroepsgenoten,
den en kennissen, is zuster Fri
Meyboom vrijdag in de H(
in Den Haag gehuldigd in
met haar 100ste verjaardag,
korte toespraak van prof. De
die gewag maakte van het
leven van de 100-Jarige in
van de verpleging, maakte st
cretaris Kruisinga bekend, dat dj
ningin haar bij bevordering
noemd tot officier in de Orde
Oranje-Nassau. Ook zond de
gin de Jarige een gelukwenst
Zuster Meyboom begon
loopbaan in 1885 als volont
een Amsterdamse poliklint
werd later directrice van ziekenh
zen in Zutphen, Dordrecht en R
terdam. Maar zij reisde ook bet t
le landaf om voorlichting te ?ev
op het gebied van de verpleegd®
en de strijd aan te binden tegen
vooroordelen die leefden tegeno
psychisch zieken. Als docente 1
zij verbonden aan diverse volM
versiteiten.
Ontelbaar zijn de functies, die?
ze indrukwekkende vrouw in de t
pleegwereld heeft vervuld. Ook
nog geeft de zeer vitale 100-M
les aan de leerling verpleegkunde
in de geschiedenis van da verpl*
kunst.