Professionele
pleiding voor
allet
anaf 10 jaar
in
Revolutionair theater
oude schuur bij Parijs
A for
ismen
fasisschool aan het Haagse Koninklijke Conservatorium
LITERAIRE KRONIEK
VAN CLARA EGGINK
fRDAG 20 MAART 1971
LEIDSCB DAGBLAD
PAGINA 15
ai
V
K beroepsopleiding voor balletdansers en danseressen In ons land krijgt bü
Baagse Kon. Conservatorium voor muziek een breder basisDe drie grote
yUerlandse balletgezelschappen Nationale Ballet, Nederlands Dans Theater en
ifino worden medeverantwoordelijk voor de dansopleiding aan dit conser-
srium.
lp de basisschool, die aan het conservatorium is verbonden, kunnen kinderen
tien jaar worden toegelaten (in de Soivjet Unie begint men nóg vroeger
Ide opleiding). Naast algemeen vormend onderwijs krijgen de kinderen twee
lp er dag actief dansonderwijs. In het via een brugklas aansluitende
W-onderwijs krijgt het dansonderwijs 'n gespecialiseerd karakter, terwijl van
n algemene" vakken sommige, zoals geschiedenis en maatschappijleer, sterk
het dansvak zijn georiënteerd.
k laatste twee jaar van de achtjarige opleiding slaan een brug naar de
letgezelschappen en de beroepspraktijk.
ieuwe opleidingsmogelijkheid
151 resultaat van een initiatief
temend conservatorium-di-
Jan van Vlijmen toen Sonia
I met pensioen ging als di-
van de dansopleiding en
:t nieuwe conservatoriumge-
iat in het Bezuidenhout zal
^gebouwd met o.a. een volle-
^■erust theater nieuwe oplei-
gelijkheden ging bieden,
tnodiging van Van Vlijmen en
balletgezelschappen heeft de
raaf Bejamin Harkarvy een
leerplan opgesteld (met on-
iundige begeleiding van dr.
lock, directeur van het R.-K.
ogisch Centrum). Staatsse-
Grosheide van Onderwijs
in november vorig jaar zijn
ile goedkeuring aan het
it als technische problemen
inanciering e.d. zijn opgelost
otember van start kan gaan.
rie balletgezelschappen heb-
b Stichting Opleidingsraad
idansonderwijs Nederland op-
die overeenkomsten kan
Hl
ent eDlv
ij Jtaeilijk zitten
uikrijk is het bijna onmoge-
gemakkelijk te zitten aldus
maandblad Nova dat in
id een uitspraak van de
Katherine Mansfield ci-
Jet Franse meubilair werkt
t8jj Igheid in de hand. Er is nooit
n tepkkelijke stoel te vinden. Als
oeetje gezellig wilt babbelen
maar één ding doen: sa-
bed gaan",
de grote internationale meu-
1971 in Parijs zijn opwin-
moderne ontwerpen alleen
de buitenlandse stands te
'ooral bij de Italianen. De
exposeren weer hun gebrui-
Imitaties Louis-de-zoveelste,
lelijk, glimmend, kwasi-
meubilair. Slecht vijf tot
van het in Frankrijk ver- j
meubilair is modern. Toch
vijftig procent van de I
van een bekend Parijs wa- i
„jbij een enquête verklaard,
L ped progessief meubilair te
fed kopen. Het probleem is dat
voornamelijk uit Jonge
bestaat die nog geen geld
voor 't waanzinnig hoogge-
?oede up-to-date meubilair,
toert mste oorzaak van deze leem
an dat er veel te veel meu-
iten in Frankrijk zijn
nJi dertienhonderd) en dat
-naii bijven dermate klein zijn dat
enkel risico met noviteiten
- ntJJ®e®en. Bovendien staat wo-
oeta Kiing nog altijd op de der-
[3 In 't Franse gezinsbudget:
voeding en drank en de
aan de (financiële) orde.
sluiten met dansopleidingen. Daarin
wordt de inspraak van de beroeps-
balletwereld in leerplan en leiding
en de inbreng van ervaring en reper
toire in de school geregeld. Met het
Kon. Concervatorium is nu als eerste
en voorlopig enige een dergelijke
overeenkomst gesloten. Als nieuwe
directeur van de dansopleiding is de
Amerikaanse danspedagoog Richard
Gibson benoemd. Met de basisschool,
verbonden aan het conservatorium,
heeft men al ervaring sedert 1956.
Nu volgen twaalf kinderen er het on
derwijs, met 55 leerlingen van de
aansluitende mavo, als voorberei
ding van een muzikale of danscar
rière.
Er zijn jaarlijks in ons land vijf
tien nieuwe dansers en danseressen
nodig (het verloop is groot in de
danswereld). Dat betekent dat er
jaarlijks ongeveer 45 jonge dans-
leerlingen moeten worden aangeno
men, want in de achtjarige opleiding
valt twee-derde af. Die kinderen van
een Jaar of tien krijgen, naast de ge
wone schoolvakken, dagelijks les in
dansvakken als caractère voor be
ginners (Volksdans etc.), experimen
ten in improvisatie en creatieve ex
pressie. In het derde jaar begint de
spitzen training (eerder is zinloos,
ook al omdat het kinderlichaam nog
niet is volgroeid), men gaat verder
met kinderdansen en leert o.a.
make up. Een Jaartje later begint
men met de Martha Grahamtech-
niek en de voorbereidingen voor de
Foto rechts boven: een klas
van tienjarigen van het ballet-
instituut in Boedapest.
Jazzdans, ze gaan pas de deux dan
sen en krijgen lessen in mime en als
men een jaar of zestien is komen de
twee Jaar voorbereiding op het be
roepsleven in een balletgezelschap.
Mag het beroepsonderwijs al op zo
jeugdige leeftijd beginnen? Jan van
Vlijmen meent dat inderdaad het
gevaar bestaat dat de leerlingen in
een gespecialiseerde school van hun
maatschappleijke omgeving worden
geïsoleerd.
Maar veel hangt af van de menta
liteit van de leraren, en men wil be
paald geen internaat aan de school
verbinden: de kinderen blijven thuis
en als zij van buiten de stad komen
worden zij in gezinnen onderge
bracht. Verder wil men het systeem
van toelatingsselectie verbeteren en
doorstromingsmogelijkheden schep
pen naar andere schooltypen. En op
de achtergrond van dit alles het feit,
dat het huidige dansonderwijs slecht
functioneert en geen aansluiting
meer heeft met de beroepspraktijk:
het dansonderwijs heeft de snelle
balletontwikkeling niet kunnen bij
houden. Afgestudeerde leerlingen ko
men nu, op een enkele uitzondering
na, niet in aanmerking voor een
plaats in een van de gezelschappen.
En als men een plaats krijgt duurt
het jaren voor de jonge danser de
praktijk van het werken in een be
roepsgezelschap onder de knie heeft.
(Van onze correspondent Frank Onnen)
PARIJS (GPD) Terwijl dit Parijse theaterseizoen zich
zonder opmerkelijke hoogte- of dieptepunten voortsleept eên
première van Anouilh die zichzelf wat bitterder en briljanter
herhaalt, een zoveelste schouwburg die het loodje legt, Engelse
import en boulevard heeft het grote, revolutionaire evene
ment zich ver buiten de schouwburgen der bewoonde wereld
voltrokken: in een afgedankte opslagplaats tüssen modder
en prut in het bos van Vincennes, in de schaduw van het ge
lijknamige kasteel.
Hier geen publiek in avondkleding zon", de „pelgrims" laat beleven,
maar in baggerlaarzen, ijstruien en Nadat zij van alle Parijse theaterdi-
winterjassen theatergekken, die. recteuren nul op 't request had gekre
elkaar de mare hebben doorgegeven, gen. heeft zijn zich met haar troep
die het er voor over hebben de voor- van louter onbekende acteurs en ac-
moest pas stoppen als het geluk zijn
door perfectie heeft bereikt. Het stuk
dat de vrucht is van een collectieve
„creatie", verdedigt natuurlijk de op
vatting dat in 1789 de revolutie zeer
voortijdig stopte waardoor ge
lijktijdig haar politieke en vooral,
menselijke inhoud geledigd werd.
Maar hoe interessant ofschoon ook
weer niet geheel nieuw die bood
schap of die these ook mag wezen,
nog veel boeiender is de vorm, de
authentieke theatervorm, waarin die
..demonstratie" hier gegoten is.
De Italianen hadden vorig Jaar met
hun Orlando Furiose onvergetelijk
spektakel dat dat ook in het Holland
Festival werd opgevoerd al
een worp gedaan naar een nieuwe
stelling van drie uur staande bij te trices onder het ietwat lekke onder- versie an de Commedia dell arte.
wonen Maar die moeite en koude dak geïmstalleerd, om haar nieuw- waarbij het auditorium zich, als bij
voeten worden worden ruimschoots ste produkt „1789" te presenteren. een kermisvertoning, voortdurend
gecompenseerd door 't avontuur dat
Ariane en haar „Theater van de
„1789" draagt als ondertitel de uit
spraak van Saint-Just: de revolutie
Mmiai
brand
jJSMü/fel!
ijstand
reis
Storm --
Veaampmkelijkheia voor
tiai/i
;t tel 2irn
31 'Mósfni
tit P
aanb
verin
üehe KENG
om zéker te zijn!
'tturantieman inlichtingen over
«zekeringen of H
y rechtstreeks tot L2
}nlp'
r^stekeringsmrialschappij
WI68 - r'daro 3 - tel.010-251329*
KAREL JONCKHEERE.
Filter uw dag.
Uitg.: Nijgh en van Ditmar,
's-Gravenhage.
Met de conversatie en het
epistel is ook het aforisme uit
de mode geraakt. Er wordt nog
wel wat gebabbeld, er wordt nog
wel een kattebel geschreven,
maar de conversatie, het ge
sprek om de geestelijke commu
nicatie, de brief als kleine
schepping naar vorm en inhoud
wie bezondigt er zich nog
aan. Evénals deze is ook het
aforisme een resultaat van den-
sen waarmee men blijkbaar de
hedendaagse mens niet meer
moet lastigvallen. En bij deze
laatste verwekt dat enige verba
zing, aangezien het aforisme, in
tegenstelling tot conversatie en
epistel, kort en krachtig is. Het
aforisme toch is een definitie,
een afbakening, iets dat in be
knopte vorm zoveel zegt dat het
als het goed is in het ge
heugen blijft hangen. Een afo
risme geeft de lezer a.h.w. een
schokje. Hij zal het met de in
het aforisme ondergebrachte
snelle gedachte-conclusie-combi-
natie al of niet eens zijn; dat
doet er niet zoveel toe. Het zo
handzaam aangeboden resultaat
van iemands meditatie
iemands; een domoor maakt
geen aforismen moet toch
voor de medemens de moeite
waard zijn.
Persoonlijk houd ik wel van
aforismen en andere korte uit
spraken in proza of poëzie. Ze
geven me inderdaad een „kick."
Daardoor komt het dat ik mij
verbaas over de eerste zin van
het allereerste aforisme waar
mee Karei Jonckheere. dichter
en essaysist, zijn bundel opent
en die luidt: „Het is moeilijker
aforismen en andere gezegden
te lezen dan te schrijven. Ik
merk het als ik de mijne her
lees."
Zoals ik zoëven uitlegde, lijkt
mij het lezen van aforismen niet
moeilijk; het schrijven ervan
des te meer. Maar men mag de
ze uitspraak eigenlijk niet uit
elkaar halen. De toevoeging
„als ik de mijne herlees" heeft
vragen." Ik heb die opmerking
een paar maal bekeken, weten
de dat mijn vluchtigheid me
wel eens parten speelt, maar ik
blijf me afvragen wat Jonck
heere ermee bedoeld heeft.
Waarom zou het voor een
vrouw beledigend zijn haar oor
deel te vragen? Het is me wel
enige malen overkomen en ik
heb me er nooit beledigd door
gevoeld. Als ik achterdochtig
was. zou ik zeggen dat hier een
addertje onder het gras zit. Zou
de dichter bedoelen dat Je van
vrouwen geen dingen moet
vragen die ze niet kunnen vol-
veel betekenis en voert ook ver
der dan alleen maar die kwes
tie van moeilijk of niet moeilijk.
Het herlezen toch van het eigen
werk bezorgt een auteur moei
lijkheden, te weten het gevoel
het net niet gehaald te hebben
en ik geloof dat dat gevoel bij
herlezing nagenoeg iedere
auteur bij voortduring over
komt. Het is fnuikend.
Na dit gezegd te hebben,
spring ik voor de aardigheid en
in dit verband over naar een
aforisme uit de groep getiteld
„Door schade en schande." Hier
vind ik als nr. 8 ,3eledig een
vrouw niet door haar oordeel te
brengen, in casu een oordeel ge
ven? Of heeft dit iets te maken
met de man-vrouw verhouding
en zou de ene vrouw de ander
wel om een oordeel kunnen vra
gen zonder haar te beledigen?
Of is hier oordeel bedoelc' in de
oude zin van vonnis, de dag des
oordeels en zo. Ik kom er niet
uit en niet achter; er zijn nog
zoveel mogelijkheden.
Aforismen brengen bij uitstek
het motortje van onze reactie op
gang zoals b.v. no. 6 uit dezelf
de reeks doet: „In Zuid-Afrika
graaft men goud uit de grond,
in Fort Knox, Amerika's brand
kast, stopt men het weer onder
Intussen." In dat woordje „in
tussen" kun je de hele economi
sche wereld onderdak brengen.
Vinnigheden tref Je er vele,
de een raker en dus amusanter
dan de ander. Zo kunnen wij
over het hedendaagse lezen:
„Vroeger hadden we geen tijd
voor seksuele voorlichting. We
moesten vrijen." Of: „Een le
raar die straft met wellust dient
tienmaal de grote Van Dale af
te schrijven." Of: „Ik heb iets
tegen baarden: ze denken dat ze
aaangezicht zijn." Voorts:
„Vreemd hoe zij die luidst om
inspraak roepen zo'n slechte
uitspraak hebben." En dan nog
deze klap op de vuurpij: „Onze
tijd is verslaafd aan oorverdo
vende middelen."
Karei Jonckheere zou de dich
ter niet zijn die hij is als hij niet
veel over het vers in het bijzon
der en over de literatuur in het
algemeen had nagedacht. Er is
dan ook een afdeling die „Flir
ten met de muze" heet. Ik las
daarin iets dat mij zeer trof al
is de uitspraak op het eerste
gezicht wat ingewikkeld. „Een
woord dat niet wordt verwacht
maar met zin gebruikt in een
zinloos verband dat ons ontroert
door zijn vreemde waarachtig
heid is dat soms poëzie?"
Goed om over na te denken
voor hen die niet bang zijn „Pe
gasus van Troye binnen hun
poorten te halen." En tot slot
geef ik u nog een meesterlijke
uitspraak over de moeilijke en
vermoeiende kunst van het ver
talen „Vertalen, wisselkoers
tussen twee moedertalen."
zelf in de massale actie voelde opge
nomen. In Vincennes bevinden de
toeschouwers, of juister de mede
deelnemers, zich eveneens tussen de
zes of zeven podia waarop de gebeur
tenissen zich successievelijk of si
multaan voltrekken. Maar soms ook
splitsen de spelers zich in acht of tien
kleine groepjes, waaromheen het pu-
ADVERTENTLE
bliek zich dan verzamelt. En ook die
bijna confidentiël, samenscholingen,
vloeien rechtstreeks voort uit de lo
gica van de historische handelingen:
het Parijse volk dat weer tot de stil
te is gedoemd en bovendien barre
honger en armoe lijdt, vertrouwt de
omstanders toe hoe 't zich verraden
voelt door de revolutionaire leiders,
die heulen en samenzweren met de
vijanden, het hof, de adel, de clerus
en de rijke bourgeoisie.
De hele, machtig dramatiek van
het „stuk" als dat woord dan nog
gebruikt kan worden voor deze
dwarsdoorsnede der geschiedenis is
gebaseerd op en wordt gevoed door
de eigen dramatiek van die Jaren
met de verovering der Bastille, de
Etats Generaux, de Jeu de Paume,
de nacht van 4 augustus en tenslot
te de val van het koningschap,
waarbij de antagonisten voor het
drama, het volk en de geprivilegi
eerde standen incarneren. Die beide
grote tegenspelers staan als partij
en voortdurend tegenover elkaar en
om beurten boeken ze nederlaag
en overwinning. Alleen betaalt het
„volk" uiteindelijk dan toch wel al
leen het gelag....
De helden van de revolutie, een
Danton. een Robespierre, een Ma-
rat richten zich van tijd tot tijd met
him eigen woordelijke redevoerin
gen tot de straat of het parlement,
zonder dat ze op hun afbeeldingen
uit de geschiedenisboekjes lijken:
ze zijn pionnen op het schaakbord.
Er werden ook wat chansons uit de
revolutietijd door de actie verwe-
ven. terwijl sommige scènes de
vrouwen die zich van hun kleren
ontdoen als tableaus vivant door
Rude's vermaarde beeldengroep
lijken te zijn gelnspireérd. Nog ve
le andere „technieken" marionet
ten, parodie, mime, enorme poppen
la Orlando Furioso en muzika
le „collages" van Beethoven, Bach
Handel en Mahler vinden hun
toepassing in dit „totaal theater",
zonder dat daarom ergens gearchaï
seerd, geësthetiseerd of enkel op de
lokale kleur wordt gemikt. In te
gendeel de directe belevenis, de in
druk van de eigen betrokkenheid bij
deze historische evocatie zal voor
al wel toegeschreven kunnen wor
den aan de gelijkenis met de >nei-
dagen van '68 en hun gevolgen, die
de Parijse toeschouwer zelf nog zo
duidelijk voor de ogen staan. Ook
toen zouden de leuzen, de vernieu
wingsdrang en het idealisme der
revolutionairen al grondig worden
overgenomen of 'gerecupereerd'
zoals de huidige term luidt, door
hun eigen politieke tegenstanders,
die van hun privileges en hun
greep op de „macht" niets prijs
hoefden te geven. Heel opbeurend
en optimistisch is de moraal dus
niet. Die les luidt dat het immense
geloof en het laaiende enthousiasme
van het Franse volk na 1789 al spoe
dig op de ..heersende orde" te plet
ter liepen, die de „rechten van de
mens" op vrijheid gelijkheid en
broederschap als gesterilR-erde neu
zen in het wapenschild der republiek
vertaalde. l'Histolre qui se repète..„
de geschiedenis die zich herhaalde.