ansbewegingen vastleggen op schrift I T I Nederland heeft meer steden dan de hoofdstad alleen Belgie geeft beeld van Nederlandse cultuur Kt labanotation J <1 L LITERAIRE KRONIEK VAN CLARA EGGINK t J 3 T bi Yl ,Europalia '-festival >AG 6 MIART1971 LEIDSCH DAGBLAD pagina n staat gewoon uren te verlummelen, hè. Weet je hoe dat een ballet instuderen? Stel, het is voor een groot werk 40 dansers. Een pianist speelt de eerste drie maten. De •tmeester doet aan de eerste danser voor wat hij op die iek moet doen. De eerste danser doet het na. Het is niet naai goed, de balletmeester doet het nog een keer voor. erste danser doet het na, krijgt nog een paar correcties en doet de balletmeester aan de tweede danser voor wat hij lezelfde drie maten muziek, die de pianist steeds weer her- moet doen. Tweede danser doet het na. De andere negen- ■trtig worden onrustig. en dat de balletmeester met de danser bezig ls, worden de an- negendertig vervelend en is de meester genoodzaakt een aan- Ing te maken, waarop het weer stil is. de laatste danser aan de beurt weest, doen alle veertig samen rste drie maten en daarna be de balletmeester aan de volgen- Ie maten met de eerste danser, anderen gaan op de grond zit- steken sigaretjes op en er ont- een constant geroezemoes van [efluister bedoelde gesprekken, ik zelf maar hoe 't verder gaat, niet overdrijf? Welnee, het is lijk nóg erger, want hoewel dan- dankzij deze situatie wel ge- gen zijn snel op te pikken, is er altijd nog een aantal, en niet de tsten, dat wat trager aanleert. 'n veel voorkomend verschijn- lat iemand iets verkeerd ont- en er bij de volgende repetities jilü Karakteristieke houding van een danseres. ruzies ontstaan: „nee, het is zo." Ik weet zeker dat het zo was." Notatiesystemen Of er dan niet één of andere vorm bestaat om de zaak op te schrijven, zodat de dansers net als acteurs hun rol van te voren kunnen leren? Ja. er bestaat wel zoiets, er bestaan zelfs verschillende systemen, maar de meeste dansers kennen die niet en als ze ze al geleerd hebben, dan zijn de choreografieën nog niet in dat sys teem genoteerd, maar daar wordt nu hard aan gewerkt. Hoe? Toen ik zelf nog danste, heb ik een paar bestaande systemen onderzocht en toen sprong „Labanotation," dat is het bewegingsschrift dat Rudolf von Laban ontworpen heeft, er dui delijk uit. De meeste anderen dach ten te veel aan muziekschrift met z'n horizontale balken, maar Laban nam Door Conrad van de Weetering een vertlkale balk, te lezen van on deren naar boven, waarop de rechter en linkerkant van het lichaam duide lijk al6 zodanig herkenbaar zijn aan weerszijden van de middellijn. Denk er maar eens over na, dat Je een be weging, laten we zeggen fietsen, zou moeten opschrijven. De schrik slaat Je om 't hart, want Je moet aan zo veel dingen tegelijkertijd denken. Maar als Je ziet hoe logisch Laban al die dingen catalogiseert en terug brengt tot eenvoudige onderdelen, dan gaat er gewoon een wereld voor Je open. Karakteranalyse Weet Je wat opvallend is? Ik draai er mijn hand niet voor om als ik een eenvoudig dansje moet noteren, maar gewoon lopen, dat is moeilijk. Ieder mens loopt anders en al die verschil letjes op te tekenen, dat is pas boei end. Er ontstaat dan zoiets als 'n vin gerafdruk, of een pasfoto, iets wat Dezelfde houding vastgelegd in een partituur. 3 X a) ■- - 'Y "J'Y V'j ".V v- yy:\v r y; volkomen tekenend is voor een karak ter. Ook dat wordt trouwens al ge bruikt, bijvoorbeeld bij sollicitaties, om té bepalen voor welk werk iemand volgens zijn karakter, ge schikt is. O Ja, ik was aan het vertellen wat er hier zoal gebeurt. Ik koos dus voor „Labanotation" en er zijn al vrij veel mensen, die dat kennen in ons land, maar die heb Je dan niet altijd bij de hand, hè. Na mijn afscheid van het Nationale Ballet kreeg ik de kans een poosje in Amerika te gaan studeren en één van de dingen, die ik daar bij de kop nam, was „Labanotation." Er is in New York een instituut, The Dance Notation Bureau, waar ze les geven in allerlei soorten dans, maar dan in combinatie met de daarbij be horende analyse en notatie. Daar studeerde ik. Waanzinnig hoe snel Je iets kunt leren, als Je maar precies op papier kunt zien, hoe het in elkaar zit. Ze verkopen en verhuren daar ook be wegingspartituren van alle mogelijke balletten, o.a. van Balanchine, Mar tha Graham, Kurt Jooss, van dansé- tudes, volksdansen, grondslagen van verschillende balletsystemen, enz. Voor liefhebbers een paradijsje en nu praat ik nog niet eens over het dank bare gebruik dat medici, sportbeoefe naars en industriële ontwerpers al van de analyse en notatiemethode van Laban en The Dance Notation Bureau maken. Vakmanschap Willen wij enigszins mee in de we reld, dan moet er ook zoiets hier ko men. Ik zou een eindeloze lijst argu menten daarvoor kunnen aanvoeren, maar wil me tot twee beperken: „hoe kan iets een wetenschap, of zelfs maar een vak worden, als je het ma teriaal waar Je mee werkt niet kunt opschrijven? Dan ben je toch een analfabeet? Denk maar eens aan de ontwikkeling in de muziek, die alleen maar mogelijk was dankzij het noten schrift. En nu weet ik best, dat mu sici tegenwoordig vaak proberen uit de ban van dat notenschrift te sprin gen, maar dan bereiken ze toch al leen maar iets, omdat ze zich konden ontwikkelen mét dat notenschrift. En als tweede argument: De Engel se vakbeweging vindt, dat alle dan sers hun vak moeten leren lezen, om dat het de enige manier is om de re petitietijden te bekorten (zie boven Het Centraal Dansberaad in de Ri- ouwstraat in Den Haag heeft hier alle belangstelling voor. Het is dan ook in overleg met dit beraad, dat ik ertoe ben overgegaan een Amerikaan se schriftelijke cursus .Labanotation" Dansbewegingen vastgelegd op schriftzoals de muziek wordt vastgelegd in een partituur. Je moet het maar kunnen lezenl te vertalen en uit te geven, met be* hulp van een paar ervaren Hollandse notators, die het huiswerk van de tien lessen zullen nakijken. Ook heb ben ze bij dansberaad al een aardige bibliotheek met bewegingspartituren aangelegd. Het is natuurlijk onlogisch. Je vak pas te leren schrijven op het moment dat Je het al kent. Dat moet Je me teen in het begin doen, maar Ja, als Je het nu in het begin niet gedaan hebt? Beginnen bij het begin Laten we er dan minstens voor zor gen, dat de dansers van de toekomst het wel meteen in het begin kunnen leren en dat kan alleen maar als de leraren het kennen. Voor die over gangsperiode staan we nu, met in leder geval het enorme voordeel, dat er nu een Hollandse schriftelijke cur sus bestaat, waarover iedereen in formaties kan krijgen bij het Cen traal Dansberaad. Wat ik zelf ga doen? Werken aan de vervolgcursus en verder studeren. AB VISSER. 't Peerd van Ome Loeks. Uitg.De Arbeiderspers, Amsterdam. WILLIAM D. KUIK. Utrechtse Notities. Amsterdam. Uitgeverij Meulenhoff, Wat het eerste opvalt bij deze herinneringen aan zijn geboorte stad van Ab Visser, is de tref rake, levendige stijl van de auteur iets dat trouwens wel bekend moet zijn aan de lezers van zijn talrijke romans (De Vlag Halfstok, God in Frankrijk o.a.) en van zijn essayistisch werk van de laatste tijd dat de detective tot onderwerp heeft. De geboortestad van Ab Vis ser is Groningen, een stad die ik graag mag en waarover m i. veel te weinig gezegd wordt. 1 Dat ls het letterkundig lot van I meer Nederlandse steden. De plattelandsroman heeft altijd welig getierd, maar de minder grote steden zijn er bekaaid af gekomen. Dat houdt waarschijn lijk wel verband met de vlucht van de inwoners die schrijven, schilderen of een andere vorm van kunst beoefenen naar de agglomeratie genaamd Amster dam, waarvan men schijnt te denken dat de inspiratie er op I het asfalt groeit. Daar eenmaal aangekomen, worden ze wel snel gedwongen hun provinciaal verleden weg te drukken en dat is Jammer. Het is dus opwek kend te ontdekken dat Ab Vis ser er in zijn Amsterdamse huis voor is gaan zitten om zijn ervaringen met Groningen op papier te zetten. En „*t Peerd van Ome Loeks" beleeft zodoen de een wederopstanding die het dier meer eer aandoet dan dat standbeeld op het stationsplein van genoemde stad. Op zijn eigen amusante manier laat Visser alle literaire en andere kunstpaardjes opdraven die hun eerste werken tegen de harde hoofden van hun stadgenoten hebben gegooid en dat waren er velen, waaronder later een be roemde. De presentaties weme len van de anecdotes aan de ene kant en van de in hun kort- Utrecht van Groningen en deze twee steden hebben toch alleen maar de universiteit, het chris telijk fatsoen en een Here (n)- straat gemeen. Door Groningen waait ondanks de stijfheid, de ruimende wind en het water klotst er tegen rode klinkers. In Utrecht hangt het leven zwaar moedig tussen de oude bomen en de z.g. werven. Deze laatste zijn een soort smalle straatjes langs de grachten, ongeveer twee meter onder het heden daagse straatniveau. Dit maakt heid treffende waardebepalin gen aan de andere. De rol die Visser de stad zelf laat spelen is van een zodanige natuurlijk heid dat die een intense nieuws gierigheid opwekt. Ik zou er eigenlijk weer eens moeten gaan kijken. Visser stamt uit een christelijk milieu en vertelt, behalve over de kunstbende, over dominees en andere de moraal uitdelende Groningers, over de bengels van de am bachtschool, over de Jaren '30, de bezetting en de bevrijding. Met al zijn geestigheid en zijn roddeltjes roept hij in wezen een aangrijpend beeld op van wat de Invloed van opvoeding en milieu vermag. Hij heeft het per slot aan den lijve ervaren. William D. Kuik verschilt meer van Ab Visser dan de indruk alsof er onder Utrecht nóg een oude stad zit, die zijn spokige oude levens van eeuwen her naar boven dampt. Dit zin netje ls me bepaald ingegeven door de notities van Kuik. Wie William D. Kuik is weet ik niet, maar een erudiet moet hij zijn, want zijn werk is door regen met historische feiten en gebeurtenissen. Hij heeft ook de wat peinzende stem van iemand die veel gelezen en veel gedacht heeft. Je zou Je hem kunnen voorstellen met zijn bibliotheek (wat hij in verband met dit boek verwerkt heeft vinden we in een lijst achterin) ergens aan het Janskerkhof, om beur ten lezend, schrijvend en teke nend. Hij denkt even aan Italië, hij leest in de kinderversjes van Van Alphen en daar zit Van Alphen aan zijn dis. Hij moet het vlees snijden, maar dat kan hij niet, zegt hij. De dichter en procureur-generaal, die zijn ambt heeft neergelegd, omdat hij niet langer wilde meewer ken aan de patriottenvervol- ging, heeft een beroerte gekre gen. Dan wandel Je naar de Be- muurde Weerd waar een oude steendrukpers stond en via het genootschap Kunstliefde en de tentoonstellingsruimte van wij len Etha Fles op het Lucas Bol werk, het café in van de broer van de operazanger Jacques Ur- lus. DaarvoorbiJ staan werk- waardige en niet zeer bekende Jonge dichters van vandaag, waar Kuik uit citeert met tus sen hen in een oude postbode, op de weg tussen Utrecht en Amersfoort door de duivel be zocht in de gestalte van een zi geunerin. En na de afschuwe lijke geschiedenis van de hon demepper, genaamd de Kolos en de verlopen godsdienstwaanzin nige gekruisigd in het vervallen zwembad, breekt Kuik tot mijn groot verdriet de betovering Jaja, dit is Utrecht wel. dwaas, bedorven en vermakelijk en de schrijver zet zijn fabelachtige beeld nog kracht bij met zijn fantastische en verrukkelijke te keningen die hij kwistig tussen de tekst heeft gestrooid. Een uniek mens moet deze William D. Kuik zijn; een schrijver, een tekenaar en een dichter, bele zen, wijsgerig en geestig en bij dit alles ook nog Jong, want hij zegt dat de prozaïst C. C. S. Crone een vriend van zijn va der was en die zou nu zoiets als zestig zijn als hij was blijven leven. Van onze kunstredactie In de gloednieuwe vleugel van het Paleis voor Schone Kunsten te Brussel gonst het op het ogenblik van de activiteit. In de kleine werkkamers, waar het vocht nog langs de muren druipt, stapelen de contracten zich op voor het tweede „Europalia" festival, dat van 17 september tot 17 oktober in Brussel en andere Belgische steden gehou den zal worden en dat ter gelegen heid van de 25e verjaardag van het Belgisch-Nederlands Cultureel Ak koord geheel aan Nederland zal zijn gewijd. „De culturele waaier van een land tonen", is de opzet van de instelling, die de zwierige naam „Europalia" gekregen heeft en zich ten doel stelt om de twee Jaar een zo volledig mogelijk cultu reel beeld te geven van een bepaald Europees land. In 1969 werd begon nen met Italië. Nederland aan de beurt Dit keer is dus Nederland aan de beurt. Binnen die ene maand komt er een representatieve reeks van manifestaties met als coördinator Robert De Smet, de secretaris-gene raal van Europalia. In de muzieksector worden o.a. con certen gegeven door het Concertge bouworkest, het Residentieorkest, het Rotterdams Philharmonisch Or kest het Amsterdams Filharmo nisch Orkest en het Nederlands Kamerorkest. Het Residentieorkest speelt niet alleen te Brussel, maar ook te Charleroi en Mons. De so praan Elly Amellng geeft een reci tal met liederen van Debussy, Rous- sel, Caplet en Schubert, het Neder lands Blazersensemble treedt op. evenals het Amsterdams Strijk kwartet en het Nederlands Kamer koor. Een spectaculaire manifestatie be looft een „Inklusief Konsert" te worden in het Koninklijke Circus te Brussel, dat maar liefst 7 uur duurt en georganiseerd wordt door Louis Andriessen. Tijden deze 7 uren (van 's avonds 9 tot 4 uur in de morgen) zullen de meest uiteenlo pende gebeurtenissen ais popmuziek, lichte en klassieke muziek, zang, spontane improvisaties, diaprojec ties, films, otreden van clowns en andere artiesten, elkaar in een ra zend tempo opvolgen. Wie hieraan nog niet genoeg heeft kan zich zelf bezig houden in een speciaal inge richt laboratorium voor eigentijdse muziek in het Paleis voor Schone Kunsten. Louis Andriessen is ook één van de vijf componisten, die tezamen met twee librettisten voor een wereld première van een opera zorgt. Toen de Kruyf's opera „Spinoza", die tij dens het Holland Festival een eer ste uitvoering krijgt, wordt even eens in Brussel vertoond. Ons Na tionaal Jeugdorkest zal tijdens Eu ropalia een tournée door België houden. Toneel en ballet Zowel het Nederlands Danstheater als het Nederlands Ballet met Noe- rejev en het Scapino Ballet komen voorstellingen geven. Volledige pro gramma's zijn nog niet bekend. „De Bacchanten" van Euripides, zoals het werk in de bewerking en enscènering van Erik Vos tijdens het Holland Festival gegeven wordt, komt in Brussel op het toneel. Het Nieuw Rotterdams Toneel geeft een voorstelling van de Oedipus be werking van Hugo Claus en het Brussels Kamertoneel Introduceert een stuk van Lodewijk de Boer en •en bewerking van „AJax—Fetjen- oord" van Gerben Helllnga. Voorts heeft nog een optreden van Studio Laren plaats en zal een Nederlands werk in het Frans gegeven worden. De afdeling cabaret vermeldt voor stellingen door het Theater Pepijn, Wim Kan, het Fun House van Rob van Houten en Lurelei. De wereldpremière van de film „Mira" of „de teleurgang van de Waterhoek" naar de roman van Stijn Streuvels en met een scenario van Hugo Claus viel wat buiten de vastgestelde termijn (2 maart), maar is niettemin een Europaliama- nifestatie. Tussen 17 sept. en 17 ok tober zullen evenwel verschillende Nederlandse films vertoond worden. Tentoonstellingen De agenda tentoonstellingen is enorm uitgebreid. Bijzonder geluk kig zijn de organisatoren met de expositie. „De Eeuw van Rem brandt". waaraan medewerken het Rijksmuseum, het museum Boy mans v. Beuningen, Het Maurita- huis en particulieren. Het stedelijk Museum Amsterdam verzorgt een eigen tentoonstelling die evenals bo vengenoemde in het Paleis voor Schone Kunsten gehouden wordt. In de Nationale Bibliotheek zijn o.a. te zien Hollandse Miniaturen, tekeningen van Nederlandse en Vlaamse Meesters en, voor het eerst in de geschiedenis, tekeningen van Nederlandse literatoren. Delfts Aardewerk komt in het Chi- quantenaire en in het Instrumenten museum te Brussel wordt de aan dacht gevestigd op Nederlandse mu ziekinstrumenten uit de zeventiende en achttiende eeuw. In Antwerpen komt o.a. Kröller- Müller op bezoek, terwijl ook Ne derlandse exposities te zien zullen zijn in de steden Luik, Charleroi en Gent.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1971 | | pagina 11