Meeste tbc-besmetting kan men
bij schooi-on derzoek
Doorlichting in toekomst
vanaf hogere leeftijd
r
Aardbevingen ook in ons land geen zeldzaamheid
GROEISTUIPEN VAN MOEDER AARDE
2P§
Nederland aan top
Schaal van Richter
PAGINA 8
LEIDSCH DAGBLAD
ZATERDAG 27 FEBRUARI 197] SA
Het bevolkingsonderzoek op tuberculose door middel van re
gelmatige doorlichting is beslist geen overbodige luxe gewor
den, nu de ziekte niet onbelangrijk is teruggedrongen. Integen
deel, de aanvankelijke hoop dat door dit onderzoek en een
vroegtijdige behandeling van potentiële besmettingsbronnen
de ziekte min of meer kon worden uitgebannen, is niet in ver
vulling gegaan.
Het is nuttig op deze noodzaak van het onderzoek nog eens
te wijzen, nu dezer dagen in Leiden een nieuwe doorlichtings
ronde een aanvang neemt.
Overigens hebben nieuwe kennis en inzichten omtrent de
ziekte wel invloed gehad op de vorm van het bevolkingsonder
zoek, dat overigens vooralsnog niet sterk zal kunnen uitgroeien
tot een onderzoek naar veel andere algemeen voorkomende
ziekten.
BIJ de opzet van het bevolkingson
derzoek meende men dat het zich
zelf mettertijd enigszins overbodig
zou maken. Men dacht, dat het tij
dig signaleren en behandelen van
mogelijke besmettingshaarden de
ziekte geleidelijk zou doen verdwij
nen.
De ervaring heeft geleerd, zo ver
telde ons de longarts en directeur
van het Leidse Consultatiebureau tot
Bestrijding der Tuberculose, dr. D.
Ruiter, dat dit maar ten dele het ge
val is geweest.
Een team van onderzoekers onder
leiding van dr. K. Styblo en dr. J.
Meyer, in het leven geroepen door
de International Union against Tu
berculosis, heeft in het recente ver
leden het verloop van de ziekte in
Nederland bestudeerd, mede aan de
hand van de resultaten van het be
volkingsonderzoek.
Hierbij kwamen verrassende resul
taten aan het licht. Een hiervan
was. dat het bevolkingsonderzoek,
ondanks de eliminatie van een be
hoorlijk aantal gevallen als be
smettingsbron, het verloop van de
ziekte in ons land epidemiologisch
nauwelijks heeft beïnvloed.
Dat wil niet zeggen, dat het onder
zoek geen nut heeft afgeworpen. In
de Jaren 1953-1969 zijn via dit onder
zoek in Leiden 141 gevallen van ac
tieve longtuberculose opgespoord en
van 1957-1969 zijn 152 gevallen van
longkanker ontdekt. De vroegtijdige
vondst van deze aandoeningen is
voor het individu, zijn omgeving en
de samenleving ongetwijfeld van be
lang geweest.
Het vroegere angstbeeld van tu
berculose bestaat gelukkig niet
meer, nu door een afdoende behan
deling een volledige genezing in vrij
wel alle gevallen plaatsvindt en dan
nog op maatschappelijk heel wat
minder ingrijpende wijze dan eer
tijds. Een lange sanatorium-kuur is
in deze tijd een „uitzondering. De
meeste patiënten kunnen ambulant
behandeld worden, dat wil zeggen.
W etenschap
en technologie
Redactie! F. Bok
dat zij hun arbeid kunnen blijven
voortzetten of hun opleiding kunnen
blijven volgen. Dat kan dank zij de
ontwikkeling van goedwerkende che
mische geneesmiddelen, die natuur
lijk wel in de juiste dosering moeten
worden ingenomen om effectief te
zijn.
Belangrijk blijft daarvoor evenwel,
dat de ziekte tijdig wordt opge
spoord. Dat niettemin het algemene
bevolkingsonderzoek thans enigszins
is gewijzigd en wellicht in de toe
komst nog verder verandert, berust
op een andere vondst van het reeds
eerder genoemde team van onder
zoekers.
Styblo en Meyer konden met be
hulp van een computer langs mathe
matische weg vaststellen, dat vóór
het vijftiende levensjaar 80 procent
van de besmettingen optreedt, die
tijdens het verdere leven ooit tot een
actief proces kunnen leiden
Het tuberculine-onderzoek op de
scholen richt zich daarom vooral op
deze leeftijdsperiode om de besmet
ten op te sporen en deze voorbehoe
dend te behandelen met het middel
INH ter voorkoming van een actie
ve tuberculose op latere leeftijd.
Dit is een reden geweest, om de
minimumleeftijd bij het bevolkings
onderzoek dit Jaar te stellen op 20
Jaar. uiteraard met handhaving van
het genoemde school-onderzoek. Bin
nenkort kan die leeftijdsgrens zelfs
nog worden verschoven naar b.v. 35
of 40 jaar.
Er zijn ook nog andere wijzigin-
Een schoolklasse ondergaat
het tbc-onderzoek, dat verhoging
van de leeftijdsgrens voor door
lichting mogelijk maakt.
gen in de opzet van het bevolkings
onderzoek te verwachten of moge
lijk.
Door de algemene controle bij
mannen vanaf deze hogere leeftijds
grens Jaarlijks te houden, zou men
tevens in staat zijn longgezwellen in
een vroeger stadium op te sporen.
Statistisch is aangetoond, dat 'n snel
herkennen van de gevreesde long
kanker de meeste kans oplevert voor
een genezing.
Kan een bevolkingsonderzoek nog
verder worden uitgebreid, b.v. naar
andere gevallen van kanker en naar
hart- en vaatziekten in hun begin
stadium, in analogie derhalve met 't
tbc-onderzoek?
Dr. Ruiter acht dit technisch voor
een groot deel wel mogelijk, maar 't
praktisch nut ervan zou eerst statis
tisch moeten worden vastgesteld.
Een dergelijk onderzoek op brede
basis heeft alleen zin, warnier men
gesignaleerde aandoeningen ook ef
fectief kan behandelen in een be
langrijk aantal van de ontdekte ge
vallen. En zover is de medische we
tenschap nu eenmaal nog niet.
Bovendien zou voor sommige aan
doeningen het onderzoek zeer fre
quent moeten plaats vinden, terwijl
het uitermate kostbaar is en 'n ont
zagwekkend apparaat vergt om de
verkregen resultaten te analyseren.
Het is b.v. zeer wel mogelijk om op
gezette tijden van de gehele bevol
king elektrocardiogrammen te laten
opnemen, maar die zeggen alleen iets
over de momentele conditie van het
hart. Ook wanneer deze goed is, kan
korte tijd nadien een hartinfarct op
treden. In die gevallen geeft deze
„moment-opname" alléén onvoldoen
de informatie.
Daar komt nog bij, dat enerzijds
de apparatuur voor een dergelijk on
derzoek uitermate kostbaar is, maar
ook, dat voor het beoordelen van die
miljoenen cardiogrammen de man
kracht eenvoudig te kort schiet. Met
tertijd kan hier de (ook weer kost
bare) computer uitkomst brengen,
evenals wellicht bij de analyse van
het bloedonderzoek dat niet mag
ontbreken bij een algemeen onder
zoek op het gebied van hart- en
vaatziekten.
Overigens zijn er hier en daar in
ons land experimenten met 'n bevol
kingsonderzoek op dit terrein geor
ganiseerd, waarvan de resultaten nog
moeten worden bezien. Een begin is
er derhalve maar nogmaals: voor
alsnog is een algemeen onderzoek
van deze aard niet verantwoord.
Voor tbc zijn wel afdoende behan-
De tuberculose-bestrijding in ons land is uniek in de we
reld. De resultaten laten dat ook wel zien: het laagste sterfte
cijfer aan tbc.
Algemeen bevolkingsonderzoek zoals in ons land vindt ook
elders in de ontwikkelde wereld plaats, doch daar beschikt
men niet over een organisatie van consultatiebureaus, die in
ons land sinds de eeuwwisseling in het leven zijn geroepen.
Het Leidse bureau is een der oudste. Beheer der bureaus en
organisatie van het bevolkingsonderzoek berusten in particu
liere handen. Overheidssubsidie is nodig voor de bureaus:
het bevolkingsonderzoek is min of meer selfsupporting aan
gezien de deelnemers over het algemeen bereid zijn zelf de
geringe kosten van de foto te dragen en veelal iets meer te
geven zodat de minder draagkrachtigen ook zonder betaling
aan het onderzoek kunnen deelnemen. De gemeentelijke sub
sidie voor dit onderzoek kan derhalve beperkt blijven.
Elders b.v. in Duitsland, waar het bevolkingsonderzoek niet
een organisatie van consultatiebureaus als ruggesteun heeft,
kan de behandeling na het onderzoek nog wel eens aanleiding
geven tot kritiek. Onlangs werd daarover nog een boekje
opengedaan in een scherp artikel in de Frankfurter Allge-
meine. Daarin werd gesteld dat mede door het ontbreken van
consultatiebureaus, de tbc-bestrijding in Duitsland haar doel
nog lang niet heeft bereikt.
Het Leidse consultatiebureau is gevestigd in barakken op
de hoek van Rijnsburgerweg en Wassenaarseweg. Het is hard
toe aan een nieuwe behuizing. De bouwvergunning is er wel,
maar men zoekt nog naar een geschikt terrein, liefst in de
onmiddellijke nabijheid van het huidig AZ en toekomstig
Universitair Medisch Centrum. De samenwerking met de me
dische faculteit is namelijk minstens even intensief als met
de huisartsen.
Deze samenwerking zal in de toekomst nog effectiever kun
nen worden, wanneer het accent van de geneeskunst nog
meer gelegd wordt op de gezondheidszorg, de preventie en het
sneller opsporen van ziekten. Temeer zal dit het geval zijn
als het consultatiebureau officieel kan functioneren op een
breder gebied van de volksgezondheid.
M
i
kin
Dr. D. Ruiter: nut van uitbreiding nog niet vastgesteld.
delingswijzen aanwezig en is vast
gesteld dat een vroegtijdige diagno
se deze behandeling verlicht, bespoe
digt en doeltreffender maakt. Op dit
terrein is het algemeen bevolkings
onderzoek dus nog van groot belang
en derhalve ook een zo groot moge
lijke deelneming van de bevolking.
Een aardbeving, zoals die onlangs in Roermond werd
gevoeld, is voor ons land niet zo n uitzondering als over
het algemeen wordt gedacht. Ook hier beeft de aarde be
trekkelijk regelmatig, zij het minder frequent en hevig dan
in de beruchte aardbevingszone's. Gemiddeld eens in de
twee jaar doet het verschijnsel zich in ons land voor, maar
meestal ligt de haard dan buiten de grenzen.
Drie soorten
Men kent drie verschillende soor
ten aardbevingenvulkanische, in-
stortings- en tectonische bevingen.
De eerstgenoemde zijn het gevolg
van vulkanische activiteiten en ko
men in ons land niet voor. Een heel
enkele maal doet zich in Zuid-Lim
burg een instortingsbeving voor. Dit
verschijnsel ontstaat, wanneer onder
grondse ruimten instorten. Dat kun
nen natuurlijke holtes zijn, maar
ook mijngangen en andere kunst
matige ruimten.
Vrijwel alle bevingen in ons land
zijn van tectonische aard. Zij ont
staan door verstoringen in de even
wichtstoestand in de aardkorst. Deze
korst omvat niet meer dan één pro
cent van de massa van de aarde en
is te vergelijken met de schil om een
appel.
De langzame geologische proces
sen in de aardkorst, die in de loop
van vele honderden miljoenen Jaren
het aardoppervlak, de oceanen, de
continenten en de gebergten hebben
gevormd, zijn nog steeds gaande.
Daarbij treden af en toe grote span
ningen op in de rotsmassas op een
diepte van enkele tot meerdere hon
derden kilometers. Wanneer deze
spanningen te groot worden, komen
er machtige verschuivingen en breu
ken voor, waarvan de gevolgen aan
de oppervlakte voelbaar zijn. Deze
„aardbevingen" kan men beschou
wen als groeistuipen van de aarde.
De trillingen in de aardbodem
planten zich, aafhankelijk van hun
aard, met verschillende snelheden
voort en worden door de diepere ge
deelten van de aarde op verschillen
de wijze afgebogen of geabsorbeerd.
De analyse van die trillingen heeft
ons veel geleerd over de inwendige
samenstelling van de aarde.
Soms worden zware aardbevingen
geregistreerd door fijngevoelige seis-
mografen (trillingsmeters) op zeer
grote afstand, bijvoorbeeld aan de
andere zijde van de aarde. Uit de
aard en kracht van die trillingen
kan dan op grote afstand worden
opgemaakt, hoe zwaar de beving is
geweest en waar het centrum gele
gen was.
Het centrum zelf, onder de opper
vlakte dus, heet hypocentrum, het
punt direct daarboven aan de op
pervlakte epicentrum. Meestal kan
een waarnemingsstation bij de regi
stratie van een aardbeving uit de
kracht en aard van de gemeten tril
lingen opmaken, waar zich het epi
centrum heeft bevonden (dus waar
zich een eventuele ramp heeft vol
trokken) en hoe krachtig de beving
was.
Drie gordels
Ruim negentig procent van de aard
bevingen (waaronder alle zware)
1. Alleen waar te nemen door
seismografen.
2. Zeer licht, slechts onder
gunstige omstandigheden
voelbaar.
3. Licht, slechts voor enkelen
voelbaar.
4. Matig, door velen gevoeld,
rammelen van deuren en
ramen als bij passerend
zwaar verkeer.
5. Vrij sterk, voor iedereen bin
nenshuis voelbaar, slingeren
van opgehangen voorwerpen.
6. Sterk, met schrikreacties,
voorwerpen in huis vallen
om. bomen kunnen bewegen,
schade aan slecht gebouwde
huizen.
7. Zeer sterk, schade aan vele
gebouwen, schoorstenen
sneuvelen, golfbeweging in
vijvers, kerkklokken kunnen
gaan beieren.
8. Vernielend met paniekreac
ties, algemene schade aan
gebouwen, slechte bouwwer
ken worden vernield.
9. Verwoestend, vele gebouwen
worden zwaar beschadigd,
schade aan fundamenten,
ondergrondse leidingen bre
ken.
10. Vernietigend, verwoesting
van vele gebouwen, scheu
ren in de aarde, grondver
plaatsingen, schade aan
dammen en dijken.
11. Catastrofaal, algemene ver
woesting van de bouwwerken,
verbuiging van spoorrails,
verwoesting van ondergrond
se leidingen.
12. Buitengewoon catastrofaal,
totale verwoesting, scheuren
in rotsen, ingrijpende veran
deringen in het landschap
door talloze aardverschui
vingen.
dichtst bij de aarde staat. Deze af
stand varieert van 357.000 tot 407.000
kilometer. Kennelijk veroorzaak
te de sterkere aantrekkingskracht
van de aarde bij de kortste afstand
heftiger bodemspanningen in de
maankorst. Het is niet ondenkbaar,
dat dergelijke verhoogde spanningen
ook in de aardkorst optreden, en dat
men derhalve een aanknopingspunt
over de voorspelbaarheid van aard
bevingen zou hebben. Vanzelfspre
kend is dat van uitzonderlijk belang.
De sterkte van aardbevingen
wordt ingedeeld naar de „schaal van
Richter", meer precies de schaal-
Marcalli-Cancani-Richter. Deze is
ingedeeld naar de materiële gevol
gen aan de oppervlakte, die gewoon
lijk in het epicentrum het grootst
zijn. In een apart staatje geven wij
een globale omschrijving van de
„Richter-normen".
Op deze schaal van Richter be
reikte de befaamde beving van 20
november 1932 waarvan het epicen
trum lag in het Noordbrabantse Uden
de sterkte van 7.
Gemiddeld treden per Jaar over de
gehele wereld tien zeer zware aard
bevingen (of zeebevingen) op, hon
derd zware en honderdduizend lich
te aardschokken. Door de fijnste seis
mische instrumenten worden onge
veer een half miljoen trillingen per
jaar geregistreerd.
Over een lange reeks van Jaren ge
nomen vallen er gemiddeld per Jaar
10.000 doden door aardbevingen.
Daarbij moet niet worden vergeten,
dat een aardbeving met 100.000 do
den dan al „garant" staat voor dit
gemiddelde voor tien Jaar, ook al zou
er in die tijd geen enkel ander
slachtoffer vallen.
Catastrofale aardbevingen in het
verleden waren b.v. die van decem
ber 1730 in Japan waarbij 137.000 do
den vielen, bij Kansoe in China waar
in 1920 100.000 en in 1932 70.000
slachtoffers te betreuren waren, in
1923 in Tokio en Yokohama met
100.000 doden en in Pakistan in 1935
met 60.000 slachtoffers.
komt voor in drie zones op de aar
de, waar zich Jonge bergketens ba-
vinden. en waar dus het „zettings
proces" van de aardkorst nog het
meest intensief is.
Deze gordels zijn als gestippelde
stroken ruwweg weergegeven in bij
gaand wereldkaartje.
Het duidelijk waarneembare uit
eendrijven van de continenten houdt
waarschijnlijk ten nauwste verband
met de aardbevingsactiviteiten Juist
in deze hoofdzones.
Een nieuw licht op de oorsprong
van bevingen wordt geworpen door
het recente Amerikaanse maanon-
derzoek. Daar achtergelaten seismo
grafen hebben aangetoond dat maan-
bevingen zich frequenter en heviger
voordoen wanneer de maan het