Van optreden Schenk
straalde dreiging af
'JAMMER DIE VAL VAN ATJE'
Ideaal is
kernploeg
voor
sprinters
met eigen I'
trainer
Toch werd
echte sprinter
kampioen
maar
RANGLIJST SUPERSPRINTERS
TOCH WEL TEVREDEN KEES BROEKMAN:
PAGINA 8
MAANDAG 22 FEBRUARI 1971
LEIDSCH DAGBLAD - SPORT - LEIDSCH DAGBLAD - SPORT - LEIDSCH DAGBLAD - SPORT - LEIDSCH DAGBLAD - SPORT - LEIDSCH DAGBLAD SPORT - LEIDSCH DAGBLAD
Twee rijders, twee stij
len: langebaan-rijder Ard
Schenk en super-sprinter
Masaki Suzuki op volle snel
heid in de tweede bocht op
de 500 meter.
Ard Schenk poseert te
vreden met zijn derde plaats
met de snelste sprintster: de
Oostduitse Ruth Schleierma-
cher.
INZELL ,,Unser goldjunge hat's wieder geschafft". Oftwel: Erhard Keiler greep
voor het eigen uitbundige volk de krans, die voor 's werelds snelste schaatser op de kort
ste afstand was weggelegd. Onverwacht eigenlijk, want de goldjunge" van de alweer
zo lang voorbije Olympische winterspelen in Grenoble scharrelde sinds die tijd zomaar
wat aan, werd overvleugeld door de Zweedse sprintkanonnen Börjes en König, leek op
39 seconden te zullen botsen en werd voor de prognoses afgeschreven toen vorig seizoen
herstel van een beenbreuk geen come-back tot gevolg had. Bovendien had Erhard Keiler
de man van de 74 met schaatstechniek spottende slagen op de 500 meter nog nim
mer de kilometertijd doen registreren die enig uitzicht bood op compensatie van sprint-
verlies. Maar zie: Erhard Keiler kwam terug. Juist in Inzeil, zijn .thuis" uiteraard, en
juist op die duizend meter. Waarop hij zich volkomen leegschaatste in een wanhopige,
maar geslaagde poging om de „Zweedse toekomst" Ove Kög nog van de troon te sto
ten.
Tandarts-student Keiler (26)
„Toch had ik er voor die laatste
duizend meter wel vertrouwen in,
omdat König in vergelijking met de
dag tevoren zoveel op Schenk ver
loor. Ik had niet speciaal op de
duizend meter getraind, want sprin
ten is tenslotte rijden over 500 me
ter en geen sprinter doet iets aan
die kilometer, omdat hij er gewoon
niet bijhoort.
Wat dat betreft zag ik ook liever
een kampioenschap over viermaal
500 meter, waarbij dan de slechtste
tijd niet wordt gerekend. Op de
duizend meter ziet een echte sprin
ter alleen maar hoe ver hU komt
na een zo snel mogelijke start en
zo was dat met mij ook. Toen ik na
700 meter voorbij mijn coach kwam,
lag ik gelijk met de tijd van König.
Toen wist ik, dat ik het zou halen,
maar vraag me niet wat voor moei
te me dat ook heeft gekost. Ik
struikelde over de finish en het
verschil was miniem, eigenlijk maar
tweehonderdste van een seconde,
al wordt op de duizend meter in
tienden geteld
Zoveelste aanvulling van de stelling,
die in Inzeil vaak werd herhaald:
het sprintkampioenschap in déze
mag op die benaming eigenlijk geen
Door
Fred Racké
aanspraak maken. Toch werd een
echte sprinter kampioen, op de voet
gevolgd door een zelfde specialist,
König.
Maar hun verrichtingen werden
voortdurend overschaduwd door de
macht, en de dreiging, die van het
optreden van Ard Schenk afstraal
den. Hij, de Nederlandse all-roun-
der, had tot ver in het toernooi de
wapens in handen om de sprinters
te vernietigen.
Grootste
Keiler: „Schenk is de grootste
schaatser aller tijden. Hij bederft
onze markt, om het zo maar eens
te zeggen, maar hij is dan ook wel
een uitzonderlijk sportman. Van de
klassementsrijders hebben we hier
eigenlijk verder geen last gehad.
Thomassen niet, Bols niet, Claeson
niet. Het bewijst, dat de sprinters
hnn eigen weg kunnen en moeten
gaan. Dat Schenk het ons nog zo
lastig maakte, bewijst ook alleen
maar hoe groot hij is. Zijn fout lag
aft de eerste honderd meter van de
ftprint en de eerste twee honderd
van de duizend meter. Hij opende
niet snel genoeg. Maar kun je ie
mand, die wereldrecordhouder van
de tien kilometer is, kwalijk nemen
dat hij honderd meter niet snel ge
noeg aflegt?"
Onderkend
Die „fout" was al door Schenk on
derkend. De man, die nu ook op de
kilometer een wereldrecord vestigde,
betreurde in het toernooi dat hem
nóg een titel had kunnen opleveren,
tweemaal een al te langzaam ver
trek. „Op de eerste dag was Keiler
te snel bij mij vandaan. Geen won
der. De starter hier is op Erhard
letterlijk en figuurlijk helemaal in
geschoten. Hij reageert op Keilers
bewegingen en dat kost Je fracties
van seconden en dus ook meters.
Keiler zet bij de start zijn schaats
al vóór het commando „op uw
plaatsen" op de startlijn neer.
500 1000 500 1000 Totaal
1. Keiler (WDld.) 39.28 2) 1.20.0 5 38,89( 1) 1.20.5 2) 158.42
2. König (Zw.) 39,43 3) 1.19,2 2 39,03 3) 1.20.9 4» 158.51
3. Schenk (Ned.) 40.20(10) 1.18,8( 1) 39.73(11) 1.19,5( 1) 159.08
4. Hida (Japan) 39.62( 5) 151.1(11) 39.04 4) 1.21.5 9) 159.96
5. Eriksen (Noorw.) 40,21(11) 1.19.8 3 39.72(10) 1.20.9 4) 160.28
6. Moeratov (Rusl.) 39,97( 7) 1.20,4( 6) 39,71 8) 1.21,7(11) 160.73
7. Granath (Zw.) 40,53(15) 1.20,0 4 40,42(21) 1.21,4 8) 161.65
8. K. Suzuki (Jap.) 39,61( 4) 1.22,5(17) 39,53( 6) 1.23,0(17) 161.89
9. Carroll (VS) 40,85(19) 1.20,9 9 40,30(17) 1.20,7 3) 161.95
10. Herjuane (Noorw.) 40,48(14) 1.22,6(19) 39.78(12) 1.21,1 6) 162.40
11. M. Suzuki (Jap.) 40.06 9) 1.21.9(14 39.39 5) 1.24,0(20» 162.40
12. Haenninen (Finl.» 40,42(13) 1.21,7(12) 39.7K 8» 1.29,4(36» 162.68
13. Bols (Ned.) 41.39(25) 1.20.7 7 40,39(19» 1.21,2( 7) 162.73
14. Thomassen (Noorw.) 44,55(36» 1.21,0(10 40,53(23) 1.22,6(15) 162.88
15. Claeson (Zw.) 41.08(21) I.20,9 8) 40.56(24) 1.21,7(11) 162.94
16. Boerjes (Zw.) 39,23( 1) 1.28,2(35 38,98 2) 1.21,5( 9) 163.06
21. Bazen (Ned.) 40,94(20) 1.22,2(15) 40,81(26) 1.24,6(25) 165.15
36. Hoekstra (Ned.) 40.77(17) 1.21,8(13) 40,32(18) 2.00.1(37) 182.54
Op de tweede dag overkwam mij zo
ongeveer wat Kees Verkerk bij zijn
mislukte wereldkampioenschap in
Deventer ondervond. Toen was
Blatchford op de sprint al meters
van Kees weg, voordat de bel ging.
Nu was die Suzuki bij mij al een
paar meter weg en als Je dan een
openinstijd van rond de tien secon
den hoort, dan tikt dat kennelijk
toch flink bij Je aan. Ik had twee
sprints moeten rijden, die niet meer J
dan een halve seconde hoger zou
den liggen dan die van Börjes of
Keller of König. Dan had ik het op
die duizend meter kunnen redden".
Toch waren er na de zaterdagse
sprint van Schenk, die zelfs nog
boven de 40 seconden eindigde, nog
mogelijkheden. Toen namelijk
barstte de wereldkampioen los op
de kilometer en in het bijzonder in
de laatste ronde over die afstand.
Schenk: „En toch had dat wereld
record van 1.18.8 nog sneller moeten
wezen. Ik ging te langzaam weg en
ik had bovendien verkeerd geloot.
Op zo'n duizend meter moet Je de
laatste binnenbocht hebben.
Mogelijkheden
Dat houdt in, dat Je tijdens de
race. op het toppunt van Je snel
heid. twee buitenbochten kunt lo
pen. en daarop minder techniek
hoeft te gebruiken, en op het mo
ment dat de vermoeidheid komt
heb je nog een binnenbocht te
goed. Als ik dat zaterdag had ge
had. zou er misschien nog wel een
seconde zijn afgegaan."
Nu maakte alleen een razende slot-
ronde veel goed van wat Schenk
ook wel aan routine miste: „Dit
was pas mijn tweede duizend meter
van dit seizoen. Als je zo'n afstand
vaker rijdt, kun je hem veel beter
verdelen. Sneller openen, ervaren,
dat je op bepaalde momenten mis
schien best met allebei je armen loe
kunt rijden.
Was Schenk ook op zaterdagavond
nog wel favoriet, de beste kansen
werden toch de Jonge Zweede Ove
König (20) toebedeeld. Als derde op
de eerste sprint na Börjes en Keiler
sloop hij via de duizend meter
langs de Duitser, onopgemerkt ei
genlijk omdat rond het ovaal de
opwinding over Schenks wereldre
cord en de val op de kilometer van
Börjes hoogtij vierden.
Met Schenk vormden opeens Keiler
en König aldus het trio dat de
strijd om de titel zou gaan uitvech
ten, want links en rechts waren
toen al geduchte spurters gesnèu-
veld: wereldkampioen Moeratov „ex
plodeerde" niet en bleef onder de
top hangen, Keiichi Suzuki zag zich
door een landgenoot overvleugeld,
maar deze Hida kwam toch nog
fracties van seconden te kort.
Roerig
Het tumultueuze toernooi, dat -
hoe kan het anders op zulke „ris
kante" afstanden her en der re-
INZELL - Vier tweede plaatsen be
zorgden Ruth Schleiermacher uit
Oost-Berlijn de sprinttitel bij de
dames. Met het grootste gemak ging
de Amerikaanse Ann Henning haar
op de korstste afstand voor, met
een zelfde souplesse bedwong Lud-
milla Titova tweemaal de duizend
meter als eerste. Schleiermacher
Door
Ria Racké
dankt haar tital aan de „onvol
groeidheid" van Henning (15), voor
wie de kilometer nog iets te lang is.
en aan een val van Totova op de
allereerste sprint in de allereerste
bocht.
Want dat de Russin zónder die
val naar de titel zou zijn gerend,
stond voor velen wel vast: zie daar
voor alleen aJ haar formidabele we
reldrecord op de duizend meter. In
een rechtstreeks duel klopte ze
daarbij Schleiermacher met precies
dat verschil, dat de Oostduitse zich
als voordeel op de sprint had ver
worven. Stien Kaiser, ontevreden
over haar vierde plaats: „Ata ze
niet valt, wordt Titova het volgend
jaar toch heus'
De superioriteit van Henning op de
500
1000
500
1000
Totaal
1.
Schleiermacher (Odid)
43,152)
1.29,5( 2)
43,38( 2)
1.28.9 2)
175.37
2.
Henning (VS)
42,91 1)
1.31,2( 7)
42.75 1)
1.30,76)
176.10
3.
Holum (VS)
44,89 9)
1.29,9( 4)
44.58( 4)
1.29.2( 3)
179.02
4.
Kaiser (Ned.)
45.60(16)
1.29,5 2)
45,22(12)
1.29,3* 4)
180.22
5.
Sundbv (Noorw. 1
44.83 5)
1.31,6( 9)
44,84 8)
1.30.4* 5)
180.67
6.
Berg Noorw. 1
44.83( 5)
1.31.48)
45,03(10)
1.30.71 6)
180.91
7.
Statkewitsj (Rusl.i
45,16(11)
1.30.1 5)
45.52(15)
1.30,8 81
181.13
8.
Kantola 'Finl.)
44,87( 8)
1.32,8(15)
44,64 7)
1.31,9(11)
181.86
9.
Saxton (VS)
44.434)
1.32,7(14)
44,555)
1.33,1(16»
181.88
10.
Soerovikina Rusl
45,31(14)
1.31,6* 9)
45.32(13)
1.31,2* 9)
182.03
11.
K. Biermann (Noorw.)
45,23(12)
1.32,2(11)
45.35(14)
1.32,4(13)
182.80
12.
Rep (Ned.)
45.48(15)
1.32,4(12)
45,17(11)
1.32,7(14)
183.02
13.
Poulos (VS)
44,90(10)
1.33,1(16)
45,96(19)
1.32,3(12)
183.56
14.
Keulen-Deelstra <N.)
44,233)
1.30.4 6)
44.324)
1.41.0(28)
184.25
15.
Vilkas (Finl.)
46.41(23)
1.32,5(13)
46.40(23)
1.33,4(17)
184.76
21.
Titova (Rusl.)
54,78(29)
1.29,0( 1)
43.91 3
1.27,7 1)
187.04
sprint werd onderstreept met de
twee wereldrecords, die de kleine
Amerikaanse reed. Zaterdag een
eerste toptijd van 42.91, nadat eerst
Schleiermacher ln haar rit tegen de
tuimelende Titova het oude record
van Sidorova (43.22) al met 43.15
had geslecht. Veel sneller nog -ging
Henning zondag: 42.75, een tijd die
in het sprinttoernooi van de man
nen op de voorgaande zaterdag
zelfs door vijf deelnemers niet eens
kon* worden verwezenlijkt.
Tussen de wereldrecords schaatste
Atje Keulen-Deelstra naar brons.
Dat haar wellicht op grond van re
gelmatige verrichtingen zou zijn
uitgereikt, als ze niet in de voor
laatste bocht van de zondagse dui
zend meter onderuit was gegaan.
Atje: „Het is toch wel erg met me,
dit Jaar. Nooit val ik, nu wel. Dit
Jaar gaat gewoon alles mis. Ik gleed
weg. geen andere verklaring. Waar
schijnlijk helde ik zó over, dat ik
met mijn schoen het ijs raakte".
De Friezin was overigens bezig een
uitstekende tijd te verwezenlijken,
toen voor de tweede maal ln het
toch al zo korte damesseizoen het
noodlot haar onderuit haalde op
een wijze die vele andere schaatsers
nogal eens overeind laat.
Er restte toen voor Nederland nog
slechts of wéér Stien Kaiser,
die in staat mocht worden geacht
de laatste duizend meter via een
greep naar haar Juist door Titova
ontfutselde wereldrecord toch nog
Atjes' plaats bij de eerste drie over
te nemen. Stien. die voldoende zou
hebben gehad aan een zege op Ho
lum: „Ik had ook wel gedacht, dat
ik dat kon. Niet zo ver onder het
oude record als Titova, maar toch
wel voldoende om nog hoger te ko
men. Het is trouwens mijn eigen
schuld, dat het niet gebeurde Ik
vargat de techniek. Ik lette niet op
glijden, ik vocht alleen maar en dat
is precies verkeerd als het ijs zo
goed is als hier. Ik wilde Holum
van me afhouden en tegelijk een
toptyd rijden en dat gaat niet sa
men. Ik ging hoe langer hoe meer
op de punten rijden en dat is fu
nest".
Het liep uit op verlies tegen Ho
lum, die daardoor als tweede Ameri
kaanse achter Henning op het ere
podium kwam. Broekman: „Toch
wel tevreden, ja. We hebben nu een
maal deelgenomen met een ploeg
van klassementsrijdsters, omdat onze
sprintsters een nog onvoldoende peil
haalden. Jammer van die val van
Atje. Volgende keer? Ja, er zal toch
iets meer aan dat sprinten moeten
worden gedaan by ons".
en
rdc
lat
al
(aai
uit
I Eerder dan over mijn mislukte m jt li
juiste is, maar ik wil toch wj ad
willen hebben over de toch niet a ler
te beste verrichtingen van ona istte
„specifieke" sprinters Jan Bazea ei iter
Marten Hoekstra. Waardoor ik nie( mid
verder dan brons kwam, wordt q
andere plaatsen in deze krant w<
uitde doeken gedaan hoe he
komt dat onze sprinters zo achterii
het klassement eindigden, dien
vooral nu te worden belicht. Ik zej
niet bij voorbaat, dat mijn visie d
Juiste is. maar ik wil tcoh wel
graag kwijt, dat zeer binnenkort in
grijpende beslissingen genomen zul
len moeten worden, willen wij b|
een volgend toernooi kanshebbeï
naar voren kunnen schuiven.
Vooropgesteld dient te worden, dal
de vorm waarin het sprintkam
pioenschap wordt verreden, niet dl
Juiste is. De duizendmeter hoort
niet bij. Viermaal 500 meter in e«
weekend, om maar een voorbeeld t
noemen, geeft een ziuverder beeii
Dat ontneemt in ieder geval d
klassementsrijders een aantal kan °Uit
De veelbesproken vliegende
start" van Erhard Keiler tegen
Ard Schenk. Duidelijk is te zien
dat de Westduitse favoriet een
volledige ,,stap" eerder weg is dan
de Nederlander
putaties knakte en mislukkingen
kende, vroeg om een even roerige
finale. En die kwam ook. Met voor
al een vorstelijke sprint van Keiler,
die Börjes in een rechstreeks duel
bedwong, nu voor het eerst in dit
toernooi ook onder de 39 seconden.
Nog handhaafde König zich aan de
kop en nog had Schenk kansen.
Maar dan zou op de duizend meter
het ijs waarlijk ideaal hebben moe
ten zijn en het was dat niet. De
piste was, toen Schenk in een duel
met König bijna drie seconden af
stand van zijn opponent diende te
nemen, nog te „vers' na de behan
deling in de pauze tussen sprint en
kilometer.
Schenk: „Ik had onder mijn nieuwe
record moeten rijden om König he
lemaal los te gooien en dat ging op
dit ijs niet. En König, die op
Schenk 1,4 seconde verspeelde: „Dat
Ijs brak ook mij. Het was te zacht.
Op hard ijs had ik wellicht niet
zoveel op Schenk verloren. De dag
er voor reed ik tenslotte maar 0,4
seconde langzamer. In het zevende of
achtste paar was dat niet gebeurd.
Erhard Keiler kreeg aldus in het
zevende paar, met kilometerspecia
list Eriksen als tegenstander, zijn
kans. Hij benutte hem voortreffe
lijk: „Ik geloofde erin. Omdat ik
voelde, dat ik constanter was dan
König. die zaterdag minder verloor
dan nu; het publiek inspireerde mij,
het was ook fijn, dat er zoveel
mensen waren, want ineens leek die
enorme baan me veel kleiner, korter
ook.
Kans
Onder zulke omstandigheden moet
op de sprint trouwens 38 seconden
mogelijk zijn. Die tijd zal door
Börjes als eerste worden gehaald.
Hij is een constanter rijder dan ik
op de sprint. Als Börjes in Davos
had gereden, toen Schenk daar
1.58.7 op de 1500 meter maakte, was
de Zweed op 38 seconden uitgeko
men op de sprint. Voor dit seizoen
blijft die grens een droom. Pas op
14 en 15 maart zijn er hier in In-
zel weer wedstrijden. Drie weken
nog en dat is te lang om de
vorm vast te houden. Ik ga aan
Sapporo werken en daarna stop ik".
Waarmee de dienst, die Erhard
Keiler de Duitse Schaatssport tij
dens dit weekeinde heeft bewezen,
overigens allang vervuld is.
Door
Ard schenk
Icwa
'P
sen, die ze in het gezelschap vai
zulke specialisten als sprinters
tóch krijgen. En het sprinten word
dan nog méér iets bijzonders wa
de variatie in de schaatssport alleei
maar ten goede kan komen. Er ont
staat dan ook een uitgebreider keu
ze-mogelijkheid. Wie zich bij
beeld niet in staat voelt om
klassieke meerkamp te rijden, ka
een bewuste keuze voor het sprinte i
maken, zoals er ook rijders zijn, dl
zich helemaal op de zéér lange al
stand toeleggen.
Wat moet er nu met onze sprint*
gebeuren? Het ideaal is: een ker
ploeg voor de sprinters. Die een a
der programma moet gaan volg»
Sprinters, explosieve mannen to«
moeten sneller naar een piek kun
nen groeien. Zij zouden hun zomer
training later dan wij, dus in la
ten we zeggen Juli pas kunna
beginnen. En er zal dan meer aa
krachttraining moeten worden ge
daan. Börjes en Keiler doen dal
ook en als bij onze kernploeg d£|£)
sprinters meetrainen, zoals dat m
gebeurt, komen ze aan krachttral I te
nlng te kort. In ons schema pikks er^
ze wat dat betreft alleen maar iel
van de circuit-training mee en zeil
dat kan bezwaren opleveren. va
Want bij Jan Bazen bij voorbeel
komt zo'n circuit niet goed aan. ana
i liet
Daarnaast moet er iets aan de dat ak
voor de kampioenschappen worde i
gedaan. Het Nederlands kampioen na
schap is wat later in het seizoen, d en
strijd om de wereldtitel wat eerdel :em
Nu hangen die sprinters er elgenli] [q
maar zo'n beetje bij. Een Jongen a)
Piet de Boer zakte ongezien hell ia^
maal weg, Jan Bazen was veel i
vroeg in vorm. Marten Hoeksti
komt alsmaar niet verder dan ra er(j(
zendsnelle openingen uit zo' had
sprinter moet veel meer te hala eei
zijn. Ues
Op het ijs kunnen de trainingspro ^en
gramma's wel voor een gedeelte pa g
rallel lopen, maar dan toch moet i [D
een meer op de sprinters gericht
training bijkomen. Als er zich meq,<joc
mensen mee zouden kunnen be^,,
moeien, als de sprinters een gerichj|yerj
ter aandacht konden krijgen «xA m
een speciale coach voor hen, die hl is c
aparte karakter van de sprinteï j V£
goed kent) dan zou je uit een aan na
tal onderzoekingen veel meer voof succ
deel kunnen trekken ook. in
De Duitsers hebben bij voorbed beps
ondervonden, dat een sprinttraininl jp 4.
veel effectlever wordt als de „explo-
sies" zich over 200 meter en meei
uitstrekken en niet over de honden
meter, die zij daarvoor nu nog vaal
gebruiken.
Het resultaat van dat soort verbeta S:
ringen is natuurlijk wel, dat er eei tan'
tweede kernploeg ontstaat en dl 8 s'
gaat misschien net zoveel kosten all voo:
de huidige. Want die sprinters moe
ten ook veel meer wedstrijden rij* e a
den. om die 500 meter er muurvai ®°r
ine te hebben (Bazen en I Joekstfl "5°;
hadden natuurlijk aan het vierbav
nentoernooi moeten deelnemen) en
de KNSB zal dat wellicht ea
Jammer genoeg niet kunnen beta*
len..*
bek
eer;
ub
tan<