Figuranten: Thom Thonhauzer levert ze op bestelling )uitslands eerste hippie I waar halen ze die vandaan? dc ib Ibrecht Durer (in de reclame voor Neurenberg) 7 JS JS er Florerend maar zenuwslopend bedrijf LEIDSCH DAGBLAD De film- en reclame-industrie laat zich moeilijk kennen zonder de inbreng van Tom Thonhauzer, de voormalige Am sterdamse horloge importeur die sedert 13 jaar in figuranten grossiert. Op de lijsten van Thonhauzer staan 3000 namen bij geschreven, tientallen albums en schoenedozen puilen uit van de sterk flatterende foto's. De werkdagen van Thonhauzer zijn lang en vol van telefonades met de opdrachtgevers en ijl-ge- sprekken met de kantoren, week 's morgens bellen voor een Chinees of iemand met flaporen en dat je daarmee 's middags dan al klaar moet staan' Thom Thonhauser met zijn archief met 3000 namen en twee telefoons. „Je wordt er nerveus van". plaatsen en flats in de Randstad Een van zijn twee telefoons rinkelt, waar het verlangde materiaal opge- (Thonhauzer laat zijn gesprekspart- roepen moet worden. „Ik ben gespe cialiseerd in speelfilms en reclame", verzucht hij, „maar wat ik werke lijk nog steeds niet begrijp is dat het ontzettend vaak gebeurt dat ze ner o.m. weten dat „Je met laarzen maat 44 altijd goed zit", ondertus sen vernemen we van zijn echtge note dat het uiterlijk van zijn 3000 arbeidskrachten voor hem geen en kel geheim bezit. „Mijn man kan ze allemaal wel dromen. Alle details van de foto's heeft hij stuk voor stuk in zijn hoofd zitten. Als ze de foto's komen brengen neemt hij te gelijkertijd scherp de benen en de handen op. Dat is dan ook weer meegenomen". Lekker handje I a r re (Van onze correspondent W. P. Timmers) SURENBERG (GPD) Albrecht Dürer moet de komende nden goed maken wat Adolf Hitler Neurenberg heeft aan- De rijkspartijdagen en de processen tegen oorlogsmis gers hebben de Beierse stad een verre van benijdenswaar- fmage bezorgd. Door nu met grootse festiviteiten de vijf- irdste verjaardag van de in Neurenberg geboren schilder •aficus Dürer te vieren (speciaal budget dank zij Bonn en ren van zes miljoen mark) moet het nare beeld in één slag ;n vernietigd. in de bondsrepubliek de peper- 'erken uit het Beethovenjaar afgeprijsd in de etalages van Dekhandels liggen, verschijnen rste uitgaven ter ere van de enaar die dit jaar in 't centrum Vest-Duitslands culturele leven Albrecht Dürer (14711528). televisieprogramma's zijn al d aan zijn reizen naar Italië en iderlanden (in Zeeland liep Dü- malaria op waaraan hij is ge il). In verschillende steden dit Jaar Dürer-exposities gens zal de schilder van de we- roemde haas (een aquarel uit echter zo worden geëerd als in nberg. De stad heeft 'n recla- eau in de arm genomen, dat de slag ging met de slo- „Voor de meeste mensen is het haasje maar niet lang 1 De reclamemannen presente- lbrecht Dürer als de vertegen- iger van een nieuwe stijl ïnaissance), een onconventione- iker, een sloddervos en 'n zwer- kortom als „Duitslands eerste Neurenberg verkopen Het doel is eenvoudig Neurenberg aan de toeristen te verkopen. Te be twijfelen valt of dat doel zulke recla memiddelen heiligt. Albrecht Dürer was namelijk een vermogend man, die zich in de gunst van de keizer Maximiliaan mocht verheugen (Dü rer schilderde de keizer herhaal delijk) en die bijvoorbeeld in Rotter dam voor een gedachtenwisseling bij Erasmus langs ging. Is het niet on voorstelbaar dat Koningin Juliana voor een hippie zou poseren? De opdracht die het reclame bureau a raison van ongeveer 'n mil joen mark voor de stad Neurenberg uitvoert, is echter zo gemakkelijk niet! Het ontdekte via een opinieon- derzoek dat de West-duitsers de stad in verband brengen met processen, „Lebkuchen" en een bekende voetbal club, maar nooit spontaan met die grote zoon uit de zestiende eeuw. En zeer velen bleek de naam Dürer ook nog bitter wefhig te zeggen. Om ge zochte beschouwingen over de relatie tussen Dürer en de huidige tijd te vermijden, is de schilder eenvoudig in 1971 geplaatst: als hippie. „Natuurlijk", beaamt haar man, „er is vaak genoeg een lekker handje voor een reclamefilm nodig. Die moet dan in de eerste plaats goed verzorgd zijn en verder mag hij na tuurlijk niet beven. Zo'n handje moet een kopje koffie pal voor de camera's aangeven. Er zijn niet veel dit dat kunnen. Ik heb er maar een stuk of vijf, veel te wei nig natuurlijk". Hij heeft het figuranten-leger aan vankelijk via advertentie campagnes gerecruteerd, de naam van het uit zendbureau is nu wel zo bekend dat Thonhauzer de aanmeldingen rustig kan afwachten. Het lijvige personeelsbestand omvat voornamelijk de namen van zich graag voor de camera's vertonende Nederlanders, die zich op elk uur van de dag voor de oproepen uit de reclame-, film- en tv-wereld kun- ïen vrijmaken. Vrtiesten, winkeliers, vertegenwoor- iigers en huisvrouwen bepalen vaak iet gezicht van de expedities naar de studio's. „Maar", zegt Thonhau zer, „ik heb er ook een technisch ingenieur, een Juwelier, een groot handelaar en een eigenaar van een viltfabriek bij". Het honorarium mag als schamel worden beschouwd. Meestal wacht de deelnemers weinig meer dan 35,- per uur. Een te verwaarlozen inkomen wanneer men een viltfa briek bezit. ,Maar, legt Thonhauzer uit. „het gaat al die mensen er voornamelijk om dat ze het reuze leuk vinden om in de studio's te werken. Bovendien is het natuurlijk een kwestie van pure ijdelheid. Het zijn mensen die graag gezien willen worden. Dat de mensen op straat zeggen: jou hebben we gisteren in een reclamespot gezien. Dat vinden ze geweldig". Hf De stad zelf levert daaraan haar bijdrage door op 30 april op de oude Wapenhof een ambachtsstraat in ou de stijl te openen, waar schoen lappers en Lebkuchenbakkers twee jaar lang zullen werken met mate riaal dat aan de zestiende eeuw her innert. Te verwachten is natuurlijk dat dit als „oud Neurenberg" ge presenteerd brokje folklore voor de toeristen eerder een relatie zal krij gen met bier, warme worst en patat dan met Albrecht Dürer. Men zou trouwens dit jaar in het algemeen tot de ontdekking kunnen komen dat die laatste relatie niet meer bestaat. Een Zuidduitse jour nalist schreef onlangs: „Neurenberg is 'n stad die Blackpool of Milaan kon heten en die met de schilder en gra ficus Dürer, alle moeilijke interpre tatiepogingen ten spijt, niets meer gemeen heeft." Expositie 'elfportret Albrecht Dürer als 13- of 14-jarige jongen. Wanneer het er echter vooral om gaat Neurenberg als cultuurcentrum te presenteren, is de grote tentoon stelling in het Germaanse nationale museum (21 mei 1 augustus) be langrijker. Men is erin geslaagd 500 originele werken van Dürer uit der tien landen samen te brengen. He laas zal zijn p- ^otste werk, de vier Stadsbeeld in Neurenberg apostelen, wegens grote kwetsbaar heid. in München moeten blijven De expositie valt samen met de tweede Neurenbergse Biennale (20 april 1 augustus), die deze keer is gewijd aan de denk- en werkwijze van vooraanstaande vertegenwoordi gers van bepaalde kunststromingen. Centraal staat: Albrecht Dürer. Bo vendien is er een groots operapro gramma, zullen prominenten als Günther Grass lezingen houden, wordt uit 7000 deelnemers aan een tekenwedstrijd voor kinderen een „Jonge Dürer" gekozen en stelt de Praagse prof. Josef Svoboda voor 1,7 miljoen mark een „multi-media- show" samen. Die show („Noricama," première 26 februari) wordt aange prezen als een subtiele collage van historische documentatie, het mo derne Neurenbergse leven en details uit werken van Dürer. Provinciestad Intussen bereikt een provincie plaats niet in één slag wereldniveau. Voorgesteld was de Dürerprijs (20.000 mark) van de stad Neurenberg dit jaar toe te kennen aan Pablo Pi casso. hetgeen propagandistisch een goede zet was geweest. De beslissing erover liep echter uit op een lang touwtrekken, waarna uit verschillen de kandidaten tenslotte de houtsnij der Grieshaber werd uitverkoren Geen onbeduidend artiest natuurlijk maar niettemin Wellicht het sterkste staaltje van provinciale mentaliteit werd eind januari geleverd. Vier jaar geleden nam Neurenberg Dietrich Mahlow, een man van internationale faam, in dienst als directeur van de stedelijke kunstzaal. Zijn taak: Neurenberg weer de naam te bezorgen een cultu reel centrum te zijn. Hij richtte het „instituut voor moderne kunst" op, organiseerde de eerste Biennale en kreeg gedaan dat het gemeentebe stuur tot de bouw van 'n nieuw mu seum besloot, waarvoor hij de verza meling al gedeeltelijk bij elkaar heeft. De bouw van het museum zou in het Dürerjaar beginnen. Wel, uitgerekend dit Jaar heeft de raad van Neurenberg het dure project geschrapt. Er zal op zijn vroegst in 1975 weer over kunnen worden ge sproken. Een meerderheid stadsbe stuurders vindt de verjaardag van de kunstenaar uit het grijze verleden al kostbaar genoeg. Dietrich Mahlow heeft zijn functie per 31 december 1971 opgezegd. Hij gelooft niet meer in Neurenberg als cultureel centrum van allure. Het moet voor Albrecht Dürer de komende maanden prak tisch onbegonnen werk zijn in Neu renberg! Lekkere kop We zijn getuige van het selecteren van enkele kandidaten door een vertegenwoordigster van de Gee- sink-studio's. De albums gaan van hand tot hand, vele tientallen foto's passeren de speurende blikken van Thonhauzer en de niet zonder kriti sche zin oordelende dame. „Hier heb ik een lekkere kop", zegt zij. „Die is vrijdag niet vrij", antwoordt Thonhauzer. Zij. „Jammer, een leu ke knul". Hij: „Deze dan, dat is zijn broer. Een keurige man, echt waar hij heeft een hoge positie bij de Droogdokmaatschappij". Zij: „Gossie, een nog veel leukere kop.' Dan moet hij maar op komen dra ven". Thonhauzer: „En waar is het eigenlijk voor". De cliënte: „Voor een drankje, Underberg". De onderhandelingen gaan ijlings verder. „Ik wou", zegt de bezoekster, „nu nog een leuk donker vrouwtje". Thonhauzer overhandigt de map waarin de atractieve brunettes zijn opgeslagen. De keuze vergt opnieuw veel tijd. „Nee hoor", zo vernemen we o.m. „dat is een trut, daar kan ik beslist niet mee aankomen. En dit is een hele ordinaire hoor. Mis schien als ik nog eens een barjuf frouw nodig heb". De blikken van het tweetal vallen nu op een ontklede dame. De Juf frouw van Geesink is even stil. „Voor sommige dingen is ze natuur lijk wel goed", zegt ze nadenkend. „Ach", antwoordt Thonhauzer open hartig. „ze is een Juwelierster, een hele dure dame. Ze is alleen wel zo plat als een dubbeltje. De keuring is voorbij. Thonhauzer haalt opgelucht adem. „Nou zie je het zelf hoe dat hier toegaat", zegt hij, „ze heeft maar twee mensen nodig, en meteen ben Je er een paar uur aan kwijt". Hij licht de bedrijfsproblemen nader toe. Grijs aards zijn nauwelijks te leveren, de vertegenwoordigers van deze bevol kingsgroep blijken, zo is zijn erva ring, te afkerig van het prijsgeven van het gelaat. Lange en uiterst dikke Nederlan ders, niet zelden met verve vermeld in de projecten van de inventieve reclamemakers, weten het adres in de Sarphatistraat eveneens slechts met de grootste moeite te vinden. Thonhauzer kijkt ons vermoeid aan. „Die 3000 figuranten dat is eigenlijk nog niets", geeft hij te kennen", ei genlijk heb ik iedereen nodig, elke Nederlander. Maar om te beginnen kan ik al nauwelijks rekenen op Chinezen en Surinamers. Je hebt ze nodig omdat ze zwart of Chinees zijn. Maar dat vinden ze discrimi nerend. Het is werkelijk diep onge lukkig. Ik kan zeggen dat ik in een opdracht nog nooit tekortgeschoten ben. Het is wel eens gebeurd dat ik drie dagen langs de café's moest afzoeken om een Marokkaan te vin den, maar krijgen doe ik hem. Goochelaar Maar wat ik van te voren altijd zeg: Sorry Jongens, aan een oude Chinees kan ik Jullie werkelijk niet helpen. Dat lukt Je nooit. Voor een reclamefilm is aan die oude Chine zen in de Binnen Bantammerstraat wel eens een paar duizend gulden geboden. Ze deden het niet. Ik heb in mijn archief maar een oude Chi nees. Maar die man is goochelaar. Hij vertikt het om te figureren. Omdat hij goochelaar is wil hij al leen in kleine bijrolletjes optreden. Maar mijn lieve hemel, we kunnen Nederland toch niet elke keer de zelfde oude Chinees voorzetten". Zo zijn de dagen voor Tom Thon hauzer vol kleine, het zenuwengestel traag ondermijnende, zorgen. Een dwergen-probleem heeft de Jachtige huiskamer nu ook al bereikt. „Dwergen, van die kleine mismaak te mensen, zijn er nu ook al niet meer", zegt hij, „ze zijn werkelijk erg schaars geworden. En lüliput- ters schijnen er helemaal niet meer te zijn, het is droevig". De frivole, merkwaardige en dage lijks massaal terugkerende eisen van de film- en reclameindustrie hebben hun sporen nagelaten in het gestel van de voormalige uurwer ken-importeur. In de woonkamer staat sedert kort een bed opgesteld, waarop Thonhauzer zich uitstrekt zo gauw het werk even een periode van tanende bedrijvigheid kent. „Ik ben er", zegt hij, „echt nerveus van geworden. Vlak voor Kerstmis ben ik ziek geworden. Van de spe cialist moet ik het kalmer aan doen. Maar dat gaat doodeenvoudig niet. Dit werk gaat de hele dag door, ik kan het niet stop zetten anders kan ik net zo goed de zaak opge ven. Gisteravond hadden we visite. Maar ik moest weer de hele avond aan de telefoon zitten. De maten voor llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllltlllllillllllllllllll lllllllllllllllllllllllllllinillllllllllllliliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiii de kleding en de hoofden van de figuranten, die ik naar Hadimassa stuur, verzamelen en doorgeven. Straks moet ik tien kinderen bijeen bellen voor een zondagsschoolklasje van het Ikor, daarna komt er een Japanse filmploeg, ik ben er de hele godganse dag mee bezig. Het is een puur zenuwenwerk". De voldoening van de geslaagde fi guranten-makelaar breekt echter weer op het tanige gelaat door wanneer Thonhauzer glimlachend het werkboekje van deze week toont. „Kijk eens hier, Hadimassa vroeg om vier diplomaten, een dik ke vrouw, twee boeven en een jon gen met een scheve schouder. Ik had ze meteen. Die boeven waren ook geen probleem. Iedereen die hier met zijn foto komt kijk ik scherp aan. Hé, een lekkere boeven tronie, denk je dan. Eventjes goed onthouden".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1971 | | pagina 15