Het gekruide verhaal van Boeren Jan
Wassenaars nieuwe
scheurt zich los
van Rotterdam
burgemeester
Jan van Gooswilligen, de oudste nog in leven zijnde studentenkoetsier
n
MR. K. STAAB VERWACHT GEEN POLITIEKE PROBLEMEN
Bridgeclubs
Waarheen na de
lagere school?
rARJ WOENSDAG 3 FEBRUARI 1971
LEÏDSCH DAGBLAD
PAGINA 3
bi]
lak.
dag
ing
het
ate.
iwe
stel
itte|
eur
de
Dit!
len.
ran
nd-
■le-
De
stel
ing
•si-
let
iti-
isi-
ad
lar
de
ene
pag
gen
32j
£ar
aai
'od
28!
35(
>rei
Jul
he
da
DU1
281
CU
;re|
'rei
hti
me
uy
iet
ar
las
ge-
om
ir-
e\e
tu-
iti
er
en
3Pi
en
en
iié
•e4
en
k-
LEIDEN Jan van Gooswilligen is nu 77 jaar. Een vitale
man van zeer krachtige gestalte, die de indruk wekt op zijn
slofjes de honderd te kunnen volmaken. Van 1920 tot de tweede
wereldoorlog heeft hij in Leiden een beroep uitgeoefend dat
nu niet meer bestaat. In dienst van de stalhouderij Kooreman
was hij voornamelijk studentenkoetsier en -chauffeur. Hij
reed ook gewone burgers, maar veruit de meeste tijd was hij
op stap met studenten.
Jan van Gooswilligen, beter be- I
kend als Boeren Jan", kan erg
mooie verhalen vertellen over een
tijd waarover nu Godlof
voorgoed het doek is gevallen. t
Een tijd die werd gekenmerkt
door werkloosheid, armoede en
schrille sociale tegenstellingen. j
Een tijd waarin studeren alleen
was weggelegd voor de zonen uit
gegoede families. Maar nu, van
enige afstand gezien, stralen die
jaren-van-weleer voor velen toch
een grote charme uit. Wantom
met een gezegde van Peter Sirius
te spreken: veel is in de mane
schijn der herinnering schoner
dan in het zonlicht van de wer
kelijkheid ooit is geweest. Dat zal
voor een deel ook wel gelden voor
dit verslag van de verleden tijd,
het gekruide relaas van Boeren
Jan.
Paarden
"Ik kom van oorsprong niet uit
Leiden. Ik ben geboren in Austerlitz.
Daar heb ik als Jongen gewerkt in
een hotel, verder als boerenknecht,
en in de houthandel. Later ben ik ook
nog verhuizer geweest. Tijdens de
mobilisatie, in de eerste wereldoor
log. kwam ik bij het eerste regi
ment veldartillerie. Ik kreeg daar te
maken met de paarden, want Ja. ik
was boerenknecht geweest en ik wist
wel wat van Daarden af. Op 19
augustus 1914 ik herinner me dat
nog precies werd ik naar Leiden
overgeplaatst. Ik moest daar de
grootste rotzakken van paarden be
handelen. om ze behoorlijk ln het ga
reel te krijgen. Die paarden hadden
geen namen, ipaar nummers. En die
nummers blijven Je bij, die vergeet
Je nooit. Zo had ik er een nummer
57 bij. Dat was een hele moeilijke
Dat wil zeggen: dat paard viel best
mee. maar Je moest met hem over
weg kunnen. Dat geldt voor alle
paarden hoor. Je moet er gevoel
voor hebben. Zoiets is niet te leren.
In Zeeland kregen ze last met num
mertje 57, later in Leeuwarden ook.
Door
Ruud Paauw
Ik ze moest halen uit Den Haag.
Zand voort en soms wel uit Hoek van
Holland of ze daar geen wagens myn fooi hè. Ik kreeg een gulden.
de lui met wie Je de hele nacht op
stap moest. Ik heb nog eens wat
geks beleefd met een vent die zat
in hotel Neuf. Hij vroeg 's-avonds
om half twaalf om een wagen en ik
meldde me bij hem. Hij zei: nee,
donder jij maar op, je bent me te
duur. Ik zei: goed, maar wel even
Een militaire arts verklaarde hem
"levensgevaarlijk voor alle dien
sten". Hij zei tegen me: ga niet bij
hem in de stal, want Je komt er niet
levend uit. Ik zei: dat zal wel mee
vallen. Ik ging naar het paard toe
en er gebeurde niets. Hij legde zijn
kop over mijn schouder heen. Ach,
ik kende nummertje 57 immers goed.
Hij is later verkocht aan een boer.
Die vroeg hoe hij ermee om moest
gaan. Ik heb gezegd: laat hem mer
ken dat jij de baas bent. Als je dat
lukt dan valt ermee te werken. Lukt
het niet, nou, vergeet het dan
maar".
hadden nou. dan werd er onder
weg uitgestapt en dan pakten we
even een paar borreltjes. Ik niet te
veel natuurlijk, want ik moest rilden.
Kasteleins die me kenden, die de
den dan water in m'n glaassie en
stopten de centen stiekem in mijn
zak. Zo ging dat wel. Nee. op me
neergekeken hebben ze nooit. Daar
Even later reed ik nog eens die
richting uit om te kijken of hij al
iets anders gevonden had. Hij liep
toen in de Breestraat en gnig mid
den op de weg staan om me aan te
houden. Hij wilde weten hoeveel het
kostte naar de Hogewoerd. Ik zei:
een tientje. Dat vond hij een op-
lichtersprijs. Ik zei: je hebt zelf ge-
Op rekening
"Ik denk dat het 1920 was dat ik
bij stalhouderij Kooreman in dienst
kwam. En dat ben ik gebleven tot
1937 toen de zaak failliet ging. Er
stond toen geloof ik voor 50.000 gul
den aan onbetaalde rekeningen open.
Want zo ging dat toen: de studenten
konden rijden wat ze wilde, met een
koets of een auto, het ging allemaal
op rekening. En eens per Jaar kre
gen ze die dan toegezonden. Maar
niet iedereen was vlug van betalen.
De toelage van pa was ln de eerste
plaats om feesten van te betalen. Het
vervoer moest dan maar even wach
ten. Het gebeurde wel dat een stu
dent 3000 gulden schuld had. alleen
aan auto- of koetshuur. Er waren er
bij die pas begonnen af te betalen
als ze afgestudeerd waren. Ikzelf heb
het altijd erg goed met de studen
ten kunnen vinden. Ze hebben ook
wel geld van me geleend, meer dan
eens. maar ik heb het altijd terugge
kregen. Ik ben er nooit één cent bij
ingeschoten. Daar lette ik wel op
Aan de andere kant mochten de stu
denten mij ook graag. Er werd vaak
genoeg naar Kooreman opgebeld dat
ze zeiden: we willen dat -Jan ons
rijdt, als Jan niet komt, hoeft er
niemand te komen. Ze hebben ook
wel eens een paar uur op me ge
wacht. Dat kwam omdat ik altijd
vrolijk met de heren meefeestte. Als
kan ik nog een aardig verhaal van zegd dat ik te duur was. dus ik houd
doen. Ik moest eens studenten opha- gewoon mijn stand op. Met die stu-
len in een hotel vlakbij het station. I dent ben ik zo ongeveer een dag en
Ik liep er binnen, maar de eigenaar een nacht* op stap geweest. Na af
zei: ik laat geen koetsier of chauf- j loop had hij nog net een kwartje over
feur in mijn hotel toe. De student die om me als fooi te gevenLater
mij gebeld had, was Bouman, een kwam ik hem nog eens tegen in de
erg fijne vent. Hij is dood nou. Hij Stadsgehoorzaal. Wat dacht Je dat Je
heeft al weer jaren geleden in Indië baas voor dat vrachtje heeft gere-
Schmidt nog verdedigd. Zijn vrouw kend. vroeg hij me. Ik dacht even
heeft het toen van hem overgeno- na en zei toen: nou zo'n 130 gulden,
men, want hijzelf moest het land Hij keek me aan en zei: je bent een
uitvluchten. Nou, die Bouman ging nog grotere aflegger dan Je baas
naar de eigenaar toe en zei: als Jan Ik heb hem nog wel even herinnerd
hier niet mag binnenkomen dan kun aan mijn fooi. Die heb ik toen ook
je de porties die wij hebben opgege- netjes gekregen. Ja. Je had er rare
ten zelf betalen. Die man bond snel sinjeuren bij.
in en ik heb daar nog lekker kunnen i
eten".
Tarief
"Het terief in de Jaren dertig was
acht gulden per uur. Staan of rijden.
En de fooi bij nachtrijden was een
gulden per uur. Ik heb eens in een
rechtzaak moeten getuigen en toen
zei de rechter dat hij dat tarief te
hoog vond. Daar was ik het niet mee
eens. Want het gebeurde wel dat
Ik heb eens een clubje studenten
naar Wassenaar gereden. Een ervan
stond ineens op en sloeg met zijn
hand een ruit in. Nou, hij bloedde
nogal en wij in Wassenaar een dok
ter opgezocht. Die verbond hem en
na verloop van tijd gingen we terug.
En laat die vent met zijn verbonden
arm de andere drie ruiten inslaan.
Die knaap was niet goed wijs. Ik ge
loof ook dat het later heel slecht met
hem is afgelopen. Ja, er waren
zo n wagen werd ondergekotst of dat vreemde lui bij. Himpe bijvoorbeeld,
de ruiten werden ingeslagen of de
bekleding vernield. Dan kon Je da
genlang niet met zo'n wagen rijden.
Dat moest Je er allemaal bijreke-
nen".
Te duur
"Je maakte heel wat uren. Bij de
lustrumviering kwam ik nog geen
acht uur per week op bed. Ik kon
die heeft hier 25 jaar gestudeerd.
En dan was er één. ik kan niet meer
op zijn naam komen, die was door
lopen lazerus. Doorlopend".
Koppie
"Voor de langere afstanden ge
bruikten we de auto, voor het korte
re werk waren de koetsen. De mees
ten waren goed, maar er was er een-
er goed tegen. Als ik maar lekker kon tje bij waarvan het veerwerk niet
eten en af en toe een borreltje. nou,v meer zo best was. Vlak bij de brug
dan kon ik tyden wakker blijven. Ook langs de Nieuwe Rijn had je toen de
ln het gewone clubrijden gingen heel servies-zaak van Polman. Nou. als
wat uren zitten. En dan waren er Je daar met die koets naar boven
reed dan ging Je zo schuin dat ik wel
eens dacht: ik kan zo bij Polman 'n
koppie uitzoeken. Met de paarden
had ik nooit last. Ik voelde de die
ren aan. Op een keer kon mijn baas
van Blonk die zat op het Galgewa
ter een paard kopen. Een zwartje
voor 300 gulden. Dat was geen prijs
voor een paard, maar het was dan
ook al drie keer op hol geslagen.
Mijn baas durfde het niet te kopen
Hij vertelde het me en ik zei: daar
zijn dan twee gekken bij elkaar ge
weest, de een omdat hij niet meer
vroeg en de ander omdat hij het er
niet voor wilde geven. Mijn baas
vroeg of ik er eens naar wilde kij
ken. Ik er heen, en het paard beke
ken. Ik zei: Je kunt het best kopen,
hij zal niet meer op hol slaan. Dat
wilde Blonk nog wel eens zien. Hij
tartte me binnen het uur met het
paard ingetuigd langs te rijden. Ik
nam het paard mee. Toen we buiten
kwamen, vloog hij bijna over m'n
kop heen. want hij was al drie we
ken niet in de frisse lucht geweest
Binnen het half uur reed ik bij
Blonk langs. Niets aan de hand. Met
paarden kunnen omgaan, dat is een
gave. Je kunt het of Je kunt het
niet".
Hondeweei
"Ik heb niet alleen studenten ge
had. Ik heb ook iemand als prof. Ka-
merlingh Onnes gereden. Op een
dag belde hij op voor een koets. Hij
moest ergens naar toe. Hij zei dat
hij er geen zin in had, want het weer
was zo slecht dat Je nog geen hond
de straat over zou sturen. Toen zei
Ligni, dat was de bedrijfsleider van
Kooreman, dat is mooi, professor,
een hond zou u er niet voor de straat
over sturen, maar er moeten nu wel
een koetsier en een paard doorheen
Ik ben toch gegaan, hoor, want het
was een erg goeie man
Burgemeester Gijzelaar en prins
Hendrik heb ik ook wel gereden.
Die zeiden, rij hier maar door en
daar maar door. Op verkeersborden
werd niet gelet. Dat gaf wel eens
moeilijkheden, bijvoorbeeld als Je de
Vrouwensteeg van de verkeerde
kant inreed. Het publiek pakte dan
wel eens uit. want die wisten niet
wie er in de koets zaten. Ik zie nog
voor me de keer dat De Gijzelaar
in de koets rechtop ging staan en 't
volk toeriep: "Het gezag zal gehand
haafd worden". Ja, Ja, zo ging dat".
J. van Gooswilligen
'Toen Kooreman failliet ging. ben
ik bij de gebr. Lans uit Den Haag
gaan werken, die hadden ook zo'n
bedrijf. Ik bleef in Lelden studenten
rijden. De oorlog kwam en daarna
was het afgelopen. Er werd niet
meer gereden, er was geen belang-
(Foto LD/Holvast)
stelling meer voor. Nou Ja, een en
kel keertje. De studenten van nu,
dat zijn gewone lui. Het is mooi dat
die nu ook kunnen studeren. Maar
ik denk toch wel eens: vroeger was
er meer plezier. En er gebeurde ook
veel meer".
Mr. Staab ziet de nieuwe fase in
zijn leven met vertrouwen en geest
drift tegemoet. „Al moet ik erken
nen, „vertrouwt hij ons toe, „dat
het afscheid van Rotterdam mij wel
zwaar zal vallen. Ik ben aan deze
stad verknocht. Afgezien van mijn
studententijd in Leiden, van 1939
tot '43, ben ik hier nauwelijks weg
geweest.
Mijn hele leven is tot nog toe ver
bonden geweest met het wel en wee
van Rotterdam en in het bijzonder
met het economische leven en het
havenbedrijf. Als lid van de directie
van de cargadoorsfirma Hudig en
Pieters heb ik in de afgelopen
twintig jaar Rotterdams groei tot
eerste wereldhaven meegemaakt,
een fascinerende ervaring, die een
vrijwel onverbrekelijke band heeft
geschapen.
„Niettemin hebt u gesolliciteerd
naar de post van burgemeester
van Wassenaar. Dat betekent
toch ivel een definitief verbrekei
van alle directe contacten met
het Rotterdamse havenbedrijf?"
„Dat is waar. Maar ik geloof, dat
dit een verstandig besluit is. Ik ben
nu 51 Jaar en dat is een leeftijd,
waarop een mens als dat moge
lijk is moet trachten zich te be
vrijden van de al te zware spannin
gen in de hogere regionen van het
bedrijfsleven. Bovendien is het re
delijk. dat men op een bepaald mo
ment in zijn leven bereid is zijn
kennis en ervaring in dienst te stel
len van de publieke zaak door het
aanvaarden van een bestuursfunctie.
Een logische ontwikkeling, lijkt
me".
„V gelooft dus niet, dat u in
Wassenaar zult worden gecon
fronteerd met zenuwslopende po
litieke en maatschappelijke pro
blemen?"
De heer Staab neemt eerst een be
dachtzaam slokje van zijn mine
raalwater, eer hij antwoordt:
Dat geloof ik niet. De 21 zetels
van de Wassenaarse raad zijn voor
zeker 80 procent bezet door libera
len (zeven) en confessionelen. Van
deze laatsten hebben de katholieken
de meerderheid met vijf zetels. De
twee of drie PvdA-leden in de raad
zuilen het mij niet al te moeilijk
maken."
„Met welke bestuurlijke proble
men zult u zich in uw nieuwe
functie in eerste instantie heb
ben bezig te houden?"
„Wel, voor een gemeente als Wasse
naar is de planologie natuurlijk een
belangrijke zaak. Daarbij levert
vooral de kwestie van de verkeers
verbindingen nogal wat problemen
op, vooral in verband met de land
schappelijke situatie. De mogelijk
heden zijn beperkt."
„Hoe staat u in dit verband te*
genover het veelomstreden plan
van een verkeersweg door het
duingebied?"
Dat zou ik als een goede oplos
sing beschouwen als het niet zou
leiden tot een fatale schending van
het landschap en als ook de recrea
tieve functie van dit natuurgebied
er niet al te zeer zou worden aan
getast."
,,Verder bestuurlijke proble
men?"
ROTTERDAM Mr. K. Staab, fractieleider van de VVD in de Rotterdamse ge
meenteraad, wordt burgemeester van Wassenaar. Hij volgt daar zijn partijgenoot mr. W.
J. Geertsema op, die zijn ambt heeft neergelegd om zich verder geheel te kunnen wijden
aan de landspolitiek in zijn kwaliteit van leider van de VVD-fractie in de Tweede Kamer.
De standen van de Leidse Bridge
Club DDS zijn als volgt:
Viertallencompetitie: 1. team mej.
Nagel 22—8. 311—222 2. team hr.
Parmentier 23—10. 335—250 3 team
echtpaar Gal ja ar d 1812. 319230;
4. team hr. Schölvinck 1614, 290
288: 5. team hr. Beek 1614. 262
-221: 6 team mevr. Den Holder 13
17, 251—307 7. team mevr. v. Heus-
den 6—24. 195—317; 8. team mevr.
Keuter 6—24, 201—329.
Parencompetitie: 1. heren' Beek-
Vellenga 1172; 2. heren Parmentier-
v. d. Voort 1063; 3. heren Plouvier-
Eichhorn 1041; 4. dames Keuter-Krul
1071; 5. heren Schölvinck-Veldhuizen
1016; 6. dames Den Holder-Visser
1010; 7. mej. Nagel-hr Mekking 1004;
8. echtpaar Galjaard 994;
„Ja. een zorgelijke zaak is ook de
overbelasting van het (natuurlijk
onderbezette) politiekorps, dat naast
het normmale politiewerk een zeer
zware verkeerstaak heeft te vervul
len. En bovendien moet het nog de
verantwoordelijkheid dragen voor de
veiligheid van zeker tien ambassa
deurs. die hier hun woonplaats heb
ben. Dat is eigenlijk meer dan men
van een korps van deze omvang
mag eisen."
Beschouwt u deze post als een
tussenfase in uw politieke car
rière?"
„Neen, beslist niet. Natuurlijk weet
Je nooit met zekerheid wat er nog
zou kunnen gebeuren, maar ik kan
u wel zeggen, dat ik het niet als
een straf zou beschouwen als dit de
eindfase van mijn carrière zou blij
ken te zijn. Ik heb mezelf eigenlijk
nooit gezien als een echte partijpo
liticus. Als raadslid heb ik mijzelf
ook altijd meer beschouwd als een
voor het bestuur van de stad me
de-verantwoordelijk lid van de bur
gerij. dan als vertegenwoordiger van
een partij. Dat is trouwens ook de
zin van het liberalisme: afstand ne
men van de dingen het relativeren
van belangen en standpunten.
„Wat is voor u de aantrekke
lijkste kant van het burgemees
terschap?"
De eis van politieke onpartijdigheid.
Bestuurder kunnen zijn zonder
voortdurend geremd te worden door
partijoverwegingen. Daar komt bij
dat het burgemeestersambt mij al
tijd al heeft aangetrokken. Deze be
noeming is dus eigenlijk de vervul
ling van een langgekoesterde wens.
LEIDEN De uitslag van de He
ronde van de viertallencompetitie
van de Leidse bridgeclub VOG luidt:
Team Smit wint van team Schoof
met 5—1; team Döfferhof wint van
team Plan je met 6—0: team Kooiker
wint van team De Haas met 51;
team Prenen wint van team Van
Norden met 6—0; team Boogaard
speelt gelijk tegen team Tjalkens met
3—3; team v. d. Scherm speelt gelijk
tegen team De Tombe 3—3.
9. echtpaar Van Heusden-hr. Woons
984; 10. mèj. Schneider-hr. Telle-
kamp 983; 11. dames Beek-v. d. Brink
969; 12. mevr. Verstraaten-dr. v. Gel
deren 896; dames Driessen-v. Gelde
ren 873: 14. dames Peterzen-Vla ar-
dingerbroek 871; 15. heren Gallas-
v. d. Logt 771.
LEIDEN Wat betekenen de af
kortingen heao, mei en vwo? Een
korte verklaring van deze en ande
re veel gebruikte termen staat ln een
zojuist verschenen onderwijs-boekje,
dat is uitgegeven door de elf gemeen
ten van het gewest Leiden.
Het boekje is in de eerste plaats
bedoeld voor de ouders van leerlin
gen van de zesde klas lagere school.
Het geeft een overzicht van alle op
leidingen (ook avondopleidingen en
Jongerencursussen) in de Leidse re
gio, die kunnen worden gevolgd na
de lagere school. Plezierig is het, dat
vooraf in het kort voorlichting wordt
gegeven over zaken als toelating,
brug Jaar, studietoelagen, bureaus
voor beroeps- en schoolkeuze enz
Ten behoeve van de ouders die in
één van de elf gewestgemeenten
gaan wonen en nog een school voor
hun kind(eren) zoeken, is achterin
dit onderwijs-boekje een complete
lijst opgenomen van alle kleuter- en
lagere scholen in Katwijk. Leiden.
Leiderdorp, Oegstgeest, Rijnsburg,
Sassenheim. Valkenburg. Voorscho
ten. Warmond, Wassenaar en Zoeter
woud e.
Het vertrek uit Rotterdam betekent
ook het afscheid nemen van het
statige huis aan de Hoflaan no. 38,
de eigenlijke ambtswoning van de
Rotterdamse burgemeester. De heer
Staab groot gezin, zes kinderen
houdt van dergelijke huizen. Hij
werd in zo'n huis geboren (aan de
Heemraadssingel in Rotterdam» en
bracht daar zijn Jeugdjaren door.
Daarom was hy graag bereid te
ruilen met burgemeester Thomas
sen, die het landelijk gelegen huis
van de familie Staab aan de Ring-
vaartweg prefereerde.
Wat doet u in uw vrije tijd en wat
denkt u te gaan doen na uw pen
sionering?"
„O, ik zal me zeker nooit vervelen.
Ik ben een fervent lezer en ik heb
een paar hobbies.ik verzamel
prenten.historische, maar ook fo
to's van de ontwikkeling van Rot
terdam.enne (dit met een licht
verlegen glimlach) soms kan ik
een hele avond zitten tekenen
Ik heb een grote belangstelling voor
de kunst van de affiche, het deco
ratieve. lijn en kleur.
En dan komt er een stapel grote
schetsboeken op de tafel en de be
zoeker neemt met verbazing en be
wondering kennis van de heer
Staabs vrijetijdsbesteding: een in
drukwekkende reeks wonderlijke
mathematische fantasieën, bizarre
spelletjes met de logica van lijn en
perspectief, soms in kleur, vaak in
koel-zwart-wit. Het scheepvaartbe
drijf, noch de politiek is terug te
i vinden in deze „vrije expressie."
i zmisschien toch het liberalisme
het relativeren van „standpunten?"