Schoolkrant onder de loep ,Kee/) movingfolks!" John is z'n moeder niet vergeten Vader, moeder en zoon Potlood PAGINA 16 LF.IDSCH DAGBLAD MAANDAG 25 JANUARI 1| f ,,Ons schoolblad heeft zeker een communicerende werking. We moeten deze echter niet overschatten. Doordat tussen het verschijnen van twee nummers een groot tijdsverloop ligt, zou den discussies, polemieken en feuilletons verwateren. Socius poogt echter wel een groot stuk informatie aan de leerlingen door te geven. In ieder nummer staat vrij veel nieuws Dit wordt mogelijk gemaakt doordat de schoolleiding de krant ook echt als ,,pers" ziet, d.w.z. dat zij ons veel informatie geeft die niet elke leerling zo maar zou krijgen". (Schoolblad SOCIUS van het ste delijk gymnasium te Leiden). ,,De schoolkrant heeft inderdaad een communicerende wer king tussen leraren en leerlingen onderling en wederzijds. De le raren helpen ons met typen, de layout enzovoort. Door het lezen van stukjes, door leerlingen geschreven, leer je ze ook eens van een andere kant te bekijken". (Schoolblad RAAK van de chr. scholengemeenschap Leiden Zuidwest) ,,De schoolkrant is bedoeld om een communicerende werking te hebben, maar voldoet daar niet helemaal aan. Ze bereikt dit alleen onder de leerlingen onderling en dan laat ze eigenlijk ook nog te wensen over. Helaas laten de docenten helemaal verstek gaan. Zij zien de schoolkrant waarschijnlijk nog te zeer als iets van de leerlingen". (Schoolkrant OASE van de St.-Agnes Scho lengemeenschap te Leiden). En dit waren dan drie uitspraken van schoolkrant-redacteuren, gedaan naar aanleiding van ons verzoek om voor deze twee-wekelijkse Altona-pagina eens wat te schrijven over hun krantjes. Uit de drie uitvoerige reacties die we ontvingen, mag worden geconcludeerd dat de schoolkrant nog al te veel een (noem het maar zo) liefhebberij van een Daar vlotte leerlingen is, wier penne- vruchten nogal apathisch worden beke ken door de rest van de school. Uiteraard is dit laatste tot ongenoe gen van de schoolkrantredacteuren zelf. die hun medescholieren onophoudelijk verzoeken de pen op te nemen Frits van Oostrom. de hoofdredacteur van SOCIUS zegt: „Na de drie' nummers die er nu zijn verschenen, kun Je wel stel len dat we marxistisch-leninistisch ge oriënteerd zijn. Van de ongeveer 28 pa gina's per nummer wordt ongeveer de helft in beslag genomen door onder wijsartikelen, de andere helft door po litieke stukken. We hebben nu Marx al eens op de kaft gehad en de vuist van de Arbeidersmacht, maar er is tot dus ver maar één jongetje geweest die daar over een aantijging heeft geschreven. Alle anderen slikken het maar, zeggen dat ze het wel goed vinden als je hen er naar vraagt. Dat is een beetje Jammer, want we zouden het leuk vinden als iemand eens „leve de WD" of zo zou schrijven". De „zwijgende meerderheid" laat niet gauw iets van zich horen, is de erva ring van de schoolkrantredacties.' De vondst van een artikeltje in de kopij- bus komt zo zelden voor, dat de bij drage met gejuich wordt begroet. De re dactie moet meestal zelf de krant vol schrijven. De inhoud bestaat door de bank ge nomen uit: verslagen van sportdagen en interscholaire wedstrijden, verhalen en gedichten van leerlingen (redacteu ren). activiteiten schoolvereniging, een stripverhaal, puzzels en wat SOCIUS be treft ook politieke beschouwingen. „Zel den of nooit schrijft een docent", klaagt Gudi Ouwerkerk van OASE. Over het al dan niet opnemen van een artikel beslist de redactie, die ook ver antwoordelijk is voor de gehele inhoud. OASE beschikt over twee adviserende le den (docenten?) die de kopij telkens even doorlezen om te zien of er geen stukken in staan die niet voor publika- tie geschikt zijn. Scherpe persoonlijke kritiek op een docent wordt hier bij voorbeeld niet opgenomen. Ook bij RAAK wordt er op gelet dat de schrijvers het niet te bont maken. Dat gebeurt door de redactie zelf. SOCIUS tekent aan dat de kopij niet vantevoren door één van de leraren wordt inge zien. maar dat de rektor een (overigens zeer soepele) controle achteraf uit oefent. Artikelen worden alleen ge plaatst, als alle SOCIUS-redacteuren er mee akkoord gaan. Het samenstellen van de redacties blijkt op de drie genoemde scholen een informele aangelegenheid te zijn. Op de Agnes-scholengemeenschap worden de docenten Nederlands er bij ingescha keld, zij wijze kandidaat-redacteuren aan, waarna deze worden gepolst. Op het gymnasium treffen we een soortgelijke gang van zaken aan. De school-krant redactie van Leiden Zuidwest is dit jaar Lennon zou Lennon niet zijn, als hij niet zorgde voor een kleine rel. Enkele teksten bevatten (totaal 4) „vieze woor den" (fucking). Zo langzamerhand dood normale woorden, zeker in de muziek wereld Apple zag dan ook geen moei lijkheden. maar de distributie maat schappij EMI vond het nodig er over te vallen. De plaat werd even tegengehou den, maar men besloot haar toch maar uit te brengen. Wel verspreidde EMI songteksten waarin „de" woorden zijn vervangen door een sterretje. De LP van John begint en eindigt met een lied over zijn moeder. Het eerste nummer is simpelweg getiteld MOTHER het begint nadat de Big Ben vier sla gen heeft laten horen. Die klokslagen zijn via de piano verder ook in de song verwerkt, erg origineel. Het is een langzame Jammerklacht, een begrafenisachtig melodietje. Een voudig, maar op het gevoel werkend. Een zeer persoonlijke tekst ook, waar in John onthult hoe hij nog steeds naar zijn moeder verlangt die zo vroeg gestorven is. Haast snikkend komt eruit dat hij z'n moeder nodig had en haar smeekte niet te sterven. Het nummer, dat erg ballade-achtig aandoet, eindigt met afgrijselijke angstkreten* „Mum my don't go, daddy come home". HOLD ON stelt niet zo verschrikke lijk veel voor. De tekst heeft als bood schap om vooral vol te houden, omdat Je ééns het licht te zien zult krijgen. I FOUND OUT, wordt waarschijn lijk de Lennon-single. Een beetje in lands ritme, versterkt door wat werk op bongo's .Zijn stem is in deze song elek tronisch verdraait. WORKING GLASS HERO is één van de beste nummers van de LP. De stijl ligt hier een beetje tussen Bob Bylan en Leonard Cohen. ISOLATION wordt ook getipt als sin gle. Het is dan ook een lied met 'n bood schap. die inhaakt op de vrees dat men sen zich helemaal afzonderen, nadat ze het idee krijgen dat zij toch niets aan de wereld kunnen veranderen. Kant twee begint met REMEMBER, een mededeling voor de Jeugd. „Remem ber to-day and don't be sorry the way it's gone and don't worry about what ^u*v° dene". De song eindigt met een donderslag. LOVE is een sentimenteel num mer. John verteld wat liefde is. „Love is touch, freedom, knowing, living, rea son. love is you and me" WELL. WELL. WELL is een vrij lang durig geheel. Rauwe vervormde kreten met harde even rauwe begeleiding. Hoe langer de song duurt, hoe rauwer en hysterischer het geheel wordt. Een dui delijk opwindende Lennon-in-zijn-beste- dagen. LOOK AT ME is een charmant liefdes liedje. Simpel, maar niet slecht voor de oren die verwend zijn door Beatlegelui- den. GOD is een uitstekende song. Hierin laat John een lijst horen van dingen waarin hij niet meer gelooft, en die lijst is nogal schokkend. Hij gelooft niet meer in de Bijbel, niet meer in de Ta rot, in Hitler, in Jezus, in Kennedy, in Buddha, in Mantra, in Gita, in Yoga. zodat alle oosterse wijsheden uit zijn leven zijn verdwenen. Hij gelooft ook niet meer in kortin gen, niet meer in Elvis, in Zimmern nn (de werkelijke naam van Bob Dylan), de persoon die volgens vroegere me dedelingen de Beatles zo heeft geïnspi reerd. Maar dat klopt dan wel, want John gelooft ook niet meer in de Beatles. Waarin hij dan nog wel gelooft? „I just believe in me, Yoko and me, and thats reality. The dream is over what can I say. But now I'm reborn. I was the walrus, but now I'm John". Het laatste nummer draagt de titel: MY MUMMYMIS DEAD. Een senti menteel, kort, droevig nummer. „Though it's been so many years, my mummy's dead. It's hard to explain, so much pain. I could never show it, my mummy's dead". John is zijn moeder nog niet vergeten. Tot zover de LP-om- schrijving. Vrijwel tegelijk met John z'n LP (eind januari) wordt Yoko d'r LP uitgebracht. Ze dragen beide dezelfde titel, nl. Plas tic One Band De hoezen zijn vrijwel gelijk. Op de LP van John zie Je een boom waartegen John languit zit ter wijl Yoko tegen hem aan rust. De LP- hoes van Yoko toont dezelfde boom. doch nu met Yoko ertegen aan, en John die tegen Yoko aanrust. De nummers die Yoko vertolkt op deze LP, zijn: Why, Why not, Green field morning, I pushe£ an empty baby carriage all over the city, Aas, Touch me, Paper shoes. Gert Verkade, Nederlandse Beatles Fanclub Pharus 74 Zaandam gevormd na een enquête onder de leer lingen omtrent hun bereidwilligheid iets te doen voor de schoolvereniging. Volledigheidshalve ook nog even iets over de geldelijke middelen van de schoolkrant. SOCIUS kost per jaar abonnement een daalder, een lage prijs, die mogelijk wordt gemaakt doordat de re dactie zelf al het type- en stencilwerk verricht. De kosten voor één nummer bedragen om en nabij de 70 gulden. RAAK verschijnt vijf maal per school jaar en wordt gratis onder de leerlin gen verspreid. De schoolvereniging dekt de (niet nader opgegeven) kosten. Ook OASE telt vijf afleveringen per school jaar, waarvoor vorig jaar 800 gulden aan papierkosten en 534,76 gulden aan produktiekosten betaald moest worden. Tenslotte nog onze indrukken van de „bewijs-exemplaren" die de drie school krant-redacties opstuurden RAAK (wij zagen het eerste num mer) munt uit door de fraaie illustra ties van Maarten van Vliet. Het op fo lio-formaat gedrukte blad ziet er ver zorgd uit, de inhoud is nogal „meedeel- zaam". Veel gedichten, de top 15, A. B. L. de Jonge over de christelijke kenmer ken van een school („een bepaalde geest die leidt tot eenheid tussen leerlingen en leraren, waarbinnen meningsver schillen en politieke overtuigingen zich kunnen voordien"). SOCIUS is van niveau, stelt deze re dactie met enige zelfonderkende arro gantie en dat moet worden toegegeven na het lezen van het allereerste nummer. Daarin o.m. een gedegen interviewtje met juffrouw Thomas („een schat"), een kritiek op het rode boekje voor scholieren, een aardige „lieve rektor" ru briek, de culturele revolutie en een stukje uit een Socius van december 1936 over de padvindersbeweging („Het doel dat beoogd wordt, is een goed staatsburger te worden". OASE doet bij het doorbladeren veel De redactie van SOCIUS, de schoolkrant van het gymnasium v.l.n.r. Erik van Ginkel, Frits van Oostrom, Dirk Jan Haitsma, Mineke Bosch, Robbert Jan Hageman, Erik Otte, Béla Mulder. Wegens spijbelen ontbrak Herman Selier. (Foto LD/Holvast) „liever" aan, niet zo verwonderlijk voor een nog overwegende meisjesschool. De in de artikelen aangesneden onderwer- pren getuigen van de wil, om wat die per te graven dan je met een top-zovee! bereikt. In aflevering één van OASE een gesprek met twee leraren naar aan leiding van een matig bezocht concert (waarbij meneer Geerts opme-kt dat je in OASE Je gevoelens niet kwijt kunt), een verslag van de Leidse vredes- week waar enkele Agnieten aan hebben deelgenomen, gedichten, een werkweek- verslag en een kritisch stukje over voor geschreven pofferige gymbroeken. De Britten genieten de faam een koel, redelijk en ordelijk volk te zijn een lof die zij, naar ik vrees, voornamelijk danken aan de keeurige wijze waarop zij queuen voor de bus. Want verder zijn de Engelsen even koel en even op gewonden als elk ander volk. Ze spreken ook met diepe ontstemming over de han delingen van de regering, ze staken bij het leven en gedragen zich op de voet baltribunes al even onbesuisd. Het enige wat wezenlijk verschilt en waar ik maar nooit aan wen. zijn de onmogelijke uren waarop de kroeg daar open en dicht gaat. Een paar minuten voor half elf 's avonds brult de waard dat je nog één recht-op-en-neertje kunt bestellen en tien minuten later sta Je onherroepelijk op strdat. Om half élf. Het is een schande, maar daar wil ik het nu niet over hebben. Citadel Ik wil hier even uithalen over de To wer te Londen, een bezienswaardigheid waar je niet omheen kunt. Net zomin als een buitenlander hier op den duur voor bij kan gaan aan Marken. Volendam, de Deltawerken en de langharigen op de Dam. De Tower is een tegen de Theems aangeplakte citadel, vol kloeke, kasteel achtige gebouwen, die er al eeuwen zijn en de indruk wekken nog vele eeuwen hun mannetje te kunnen staan. Over het geheel hangt een licht-romantische sfeer. Ten onrechte, want het complex heeft in de Jaren die tegenwoordig aan geduid worden als die goeie ouwe tijd, dienst gedaan als staatsgevangenis voor hooggeplaatste personages. De beul heeft er heel wat koppen van rompen gescheiden. De soldaten die Je nu rond ziet stappen, zijn van het genre dat je meestal aantreft in operettes. Aan de omvangrijke slotmuur is een bordje ge hecht. waarvan de tekst mij met enige ontroering vervuld. De inhoud slaat op de raven, die rond de gebouwen vlie gen. De legende wil, zo zegt het bordje, dat het Britse Gemenebest en het vors tenhuis ineen zullen storten zodra de ra ven de Tower verlaten. Die Engelsen toch. Ze hebben een verkniptheid op dit punt. De legende wil ook al dat Gibral tar niet langer Brits zal zijn als de ter plekke aanwezige apen het vertik ken nog langer op de rotsblokken te vertoeven. Zoiets bezitten wij naar mijn weten niet. Ik zie het al op een bordje staan: „Zodra de mussen uit de ruïne van Brederode verdwijnen maakt Fries land zich los van de rest van Neder land en gaat het Huis van Oranje ten gronde". Nee, zo'n bordje zou hier ogen blikkelijk worden verwijderd door een ter zake deskundige commissie. Een van de gebouwen van de Tower herbergt de kroonjuwelen. Om het pand te kunnen betreden dien je enkele shil- lingen neer te tellen. Na eerst een om vangrijke collectie Engelse onderschei dingen te hebben bezichtigd kom je voor een trap te staan, die naar een impo sante kelder voert. Deze heeft de vorm van een enorme kluis. Hier liggen de kroonjuwelen opgeslagen. Ze bevinden zich achter grote, aquariumachtige vi trines. Vlak daarvoor is een looppad van beperkte breedte aangebracht, met een stalen hek als afscheiding. Aan de ene zijde van het hek, waar de vloer wat is verhoogd, staat een drietal mannen Je in de rug te kijken. Het zijn stemrpig geklede lieden, uitgerust met zwarte ca pes en een wat bolle hoge hoed, waar op rode stroken zijn aangebracht. Zij houden er een hoogst merkwaardig am bacht op na. zoals ik al vlug ervaar. Zij houden een heel scherp oogje in heijjj zeil en lopen voortdurend „Keep mi ving, folks" (doorlopen, mensen) tl ,roepen. Heel nuttig werk als het drul a is. want iedereen moet het recht krijga jj om zich aan die rijkdom te vergapend nietwaar. Maar op het moment da S mijn vrouw en ik daar lopen, is J slechts een te verwaarlozen hoeveelhei armoedzaaiers aanwezig. Als een van d capes ons voor de tweede keer 'ieef aangemaand in beweging te blijven J kijkt mijn vrouw de man aan met eei i! blik. die in ons huwelijk ook al enig s schroeiplekken heeft gebrand. Me i gramstorige stem hoor ik haar zachtje1 zeggen„Sir, sir, zijn wij hier dan on te jatten?" Koh-I-Noo I Zo slenteren wij voort. Bij de beroem 1 de, flinkerende Koh-I-Noor wip ik enig i tijd van het ene been op het andere i aldus de valse indruk wekkend mij vom j te reppen. De bewaker pikt dat, wan j hij valt. stil. In de laatste vitrine lig de kroon van Elizabeth II, daterend uil 1953. Er staat al een cape achter he j hek. Ik taxeer hem op een voorbeeldig! zenuwlijer, die diep in zich de angs draagt dat uitgerekend onder zijn toe ziend oog iemand nog eens met een klui diamanten aan de haal gaat. Maar h: zegt nou net niets. Ook al sta ik onbeschoft stil Niet één keer: „Keei moving". Van die mensen daar in d kelder begrijp ik niets. Als we de tra: weer opgeklauterd zijn, nog verblind door de glinstering van edelstenen, stui ten we gelijkvloers op een collectebus die verbonden is aan een affiche. Daar op staat een jong meisle, en de» tekst: „Help het blinde kind". RUUD PAATJ1 Er was eens een moeder en een va der Potlood, zij hadden een zoon tje, een klein Potloodje. Hij was hun enigst kind, dus ze veneenden hem erg. Maar op een dag, toen ze alle drie gebruikt werden om te te kenen en te kleurenmerkte moe der Potlood dat hun zoontje, die het meest gebruikt werd om te kleuren, niet groeide maar kromp. Hij was rood, zijn vader en moeder waren gewone potloden en werden niet zo vaak gebruikt. Het zoon tje werd al kleiner en kleiner Moeder Potlood zei op een dag te gen vader Potlood: als ons zoon tje zo door gaat is er straks niets meer van hem over. a. zei vader Potlood en krabde be denkelijk op zijn hoofd. Na lang denken zei hij: we moeten ons zoontje verstoppen, zodat hij niet meer gebruikt kan worden. Moe der Potlood zei: dat lijkt mij ook het beste. Zo hielden ze hun zoontje verstopt, maar al gauw begon zoon Potlood te klagen. ,.lk verveel mij zo!, la ten ze mij toch gebruiken! „Nee", zei vader Potlood streng, zodat zoon Potlood maar ophield met klagen. Maar al gauw begon hij weer. Tot dat moeder Potlood op een avond zei: vader, zo gaat het niet langer, laat hem dan maar werken. Verdrietig stemde vader daar mee in. Zo werd zoontje Potlood alioeer gauw gebruikt om te kleuren. Hij was blij en werd steeds vrolijker. Zo ging het een tijdje goed, totdat hij maar een stompje was gewor den van 2 centimeter. Moeder Pot lood zag het, maar zei niets. Ze ivas dag-in dag-uit verdrietig en kon maar niet getroost worden, hoe vader Potlood ook probeerde, het lukte hem niet. Zo ging het nog enige tijd door, tot dat zoon Potlood nog maar 1 ceti timeter lang ivas. Nu werd hij helemaal niet meer ge1 bruikt, omdat hij te klein gewor den was. Nu waren vader en mot der Potlood blij, maar stomal Potlood niet. Hij zuchtte verdrietli en zei: tja, er is niets meer aan tt doen. M gau w wende zoon Potlood, dat hi) de hele dag thuis was en niet mee hoefde te werken Zo leefden een tijd in rust en vrede, totdat op een dag alle drie in de vuilnb bak werden genooid omdat ze en versleten waren. Zo kwam er een eind aan het levft van vader, moeder en zoon Pot lood. Aukeline Schouten (11 jaari Valeriusstraat M Leidrt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1971 | | pagina 16