'Ik schaam
MUZIEK VAN DEZE EEUW
me nog
dat ik zo
vals zong'
Uit in
de
Randstad
Heleentje van Capelle
nu tolk in Parijs
LD-uit - LD-uit - LD-uit - LD-uit - LD-uit - LD-uit - LD-uit - LD-uit - LD-uit - LD-uit - LD-uit - LD-uit -
L
LD-uit -
LEID8CH DAGBLAD
DONDERDAG 7 JANTj
5'
AMSTERDAM
Stadsschouwburg: 8 jan. 2015 uur Ned. Comedie ..Hol
radys" van Georges Peydeau. 9 en 10 jan. 20.15 uur
medie „Vrijdag" van Hugo Claus. 11 jan. 20.15 uur
terdams Toneel „Tschao", comedie van Marc Gilbert j
jon. 10 jan. 13.30 uur Het Nationale Ballet. 12, 13 en j
20 uur Ned. Opera-stichting „Der Zigeunerbaron" vanL
Strauss.
Concertgebouw: 8 jan. 20.15 uur Ned.
20.15 uur Amsterd. Philharm. Orkest o.l.v. Hans
jan. 14.15 en 20.15 uur Het Concertgebouworkest
Kondrasjin, 12 jan. 20.15 uur Amsterd. Philh.
Jean Fournet. 13, 14 en 15 jan. 20.15 uur Het
orkest o.l.v. Kirill Kondrasjin.
Theater De Brakke Grond: 13. 14. 15 jan. 20.30 uur Nw.
„Variaties op een Oidipoes-complex".
Carré: t.e.m. 31 jan. 20.15 Amerikaanse rock-musical
Shaffy-theater: t./m. 28 maart 20.30 uur
m.m.v. van Rob van Houten (zie foto).
Kleine Komedie: t./m. 4 feb. (beh. ma.) 20.15 uur Jasp|
Jong-show.
De Koopermolen: 19 uur Cabaret Henk Elsink.
Nw. De la Mar-theater: 20.15 uur (beh. ma. en di.) Nieuj
Wim Kan. 11 jan. 20.15 uur Blijspel „Nee schat, nu nier
Theater Tingel Tangel: t./m. 31 jan. 20.15 uur (beh. n|
baret „Burger op de bres" m.m.v. Marijke en Sieto Ho|
Rijksmuseum: t./m. 17 jan. ma. t./m. za. 10-17, zo. 13-1'
sitia „De grafiek van Goya"
RAI: 11 t./m. 14 jan. dag. 10-17.30. 19-22 Horecava '7^
nationale vakbeurs voor horeca-bedrtfven.
Jaap Eeden-baan: 9, 10 jan. Nationale
schappen schaatsen (dames en heren).
DEN HAAG i
Kon. Schouwburg: 8. 11. 15 jan. 20.15 uur Haagse
„Vriend Antoine", 9 jan. 14 uur Haagse Comedie „De
10 jan. 20.15 uur „Je weet het nooit" Haagse Comedie,
20.15 Haagse Comedie „Een vrouw om weg te gooien'p
Circus-theater: 8. 10 jan. 20 urn- Ned. Operastichting V
Zigeunerbaron" van Johan Strauss, 15 jan. 20 uur Ned.
theater. j
Ned. Congresgebouw: 8, 13 jan. 20 uur Het Residentie
o.l.v. Hiroyuki Iwaki, 9 jan. 20 uur ConcertgebouworkJ
Kirill Kondrasjin.
Diligentia: 9 jan. 14 uur Haags jeugdtheater, 8. 9 jaiT
Limburgs Toneel „De uil en de poessiekat", 15 jan. 2t
Cabaret „Neerlands hoop in bange dagen".
Hot-theater: 14 jan. 20.30 uur Haagse Comedie ,Ned'
toneelcartoons".
Gemeentemuseum: t./m. 24 jan. ma. t./m. vr. 10-17, zi
zo. 11-17, wo., vr. 20-22 uur Expositie van het werk v»
van Ostayen.
Houtrust: 15 t./m. 17 jan. Avicultura, tentoonstelli
pluimvee, duiven en konijnen.
HILLEGOM
Klokgeveltje: t./m. 16 jan. zo. 14-17, di. gesl. Exposf
mevr. Henriette Versluys-Vriesendorp, wandkleden.
LEIDEN
Leldse Schouwburg: 8 jan. 20.15 uur Noorder Compagn,
mensen en muizen".
Stadsgehoorzaal: 12 jan. 20 uur Het Residentieorkest c
royuki Iwaki.
De Lakenhal: t./m. 31 jan. ma. t./m. za. 10-16, zo. 1,
prenten van Munch.
Groenoordhal: t./m. 17 jan. 20 uur Wiener IJsrevue mi,
Sjoukje Dijkstra.
LISSE 3
Hobaho hallen: 8 jan. 9-18 uur Vaktentoonstelling Bfe
lencultuur
ROTTERDAM
Rotterdamse Schouwburg: 8 jan. 20.15 uur „Tchao",e
door Nieuw Rotterd. Toneel me o.a. Marijke Merckf
foto)9 jan. 20.15 uur „Vrouwen? Geen probleem"/!
i
van NRT, 10 jan. 20.15 uur, di. 11 jan. 20.15 uur IS
Ballet met „Serenade", „Pas de quatre" en „Onden
jan. 20.15 uur „Vrouwen? Geen probleem" door 1
jan. 20.15 uur Haagse Comedie, 15 jan. 20.15 uur „Tchi
spel van NRT.
De Doelen: 8 jan. 20.15 uur Rotterd. Philharm. Orkf
Jean Fournet. 9 jan. 15 uur Matinee op de vrye zatercW
Philharm. Orkest o.l.v. Willem van Otterlo, 10 jan. 21
Butterfly, 12 jan. 20.15 uur Cabaret Hei-man van Veei
Gew. Orkest Zuid-Holland, 12 jan. 20.15 Janacek Kw*
jan. 12.45 uur Rotterd. Kunststichting, 14 jan. 20.15
terd. Philharm. Orkest 14 jan. 20.15 uur Solistennonj
Aulos Trio, 15 jan. 20.15 uur Cabaret Herman van Vee^
Gew. Orkest Zuid-Holland.
Hofplein Theater: 8, 9, 19, 13, 14, 15 jan. 20.15 uur Foru
met zijn cabaret „Driemaal andermaal".
Piccolo-theater: 8 en 9 jan. 20.15 uur De Nieuwe Kom/
„Variaties op een Oidipoes-complex" 10 jan. 14.15 uur'
musical .Da's Wiedus weer". 12 jan. 20.15 uur Peter (f
zingt liedjes uit alle windstreken, 13, 14 en 15 jan. id:
Groote Schouwburg: 8, 9, 10 jan. 20.15 uur ,De Jantf
o.a. Beppie Nooy sr. en Ramses Shaffy.
Rivièrahal: 8, 9. 10 jan. Internationale vogeltentoonsf
Sparta-tcrrein: 10 jan. 14 urn- Voetbalwedstrijd Sparta5
Museum Boymans-Van Beuningen: 11, 12, 14 jan. 20 U
Selfportrait", een film over Salvador Dali.
Ook op muzikaal gebied is Frank
rijk altijd zijn eigen weg gegaan.
Geheel onafhankelijk van de twee
de Weense School (Schönberg,
Berg, Webern) ontstond aan het be
gin van deze eeuw de „Groupe des
Six", bestaande uit Durey, Taillefer-
re, Auric, Honegger, Milhaud en
Francis Poulenc. De stemming was
anti-Debussy, anti-Wagner, eigenlijk
anti-19de eeuw. Daartegenover stond
•en verheerlijking van het populaire
genre, de music-hall en de jazz. Pou
lenc is op zijn best als hij zijn lie
deren schrijft: kleine, grappige en
elegante brokjes muziek, bijna noot
voor noot uitgewerkt met een flinke
scheut lyriek. Meestal werd hij hier
toe geïnspireerd door de dichter
Paul Eluard. ook bij de cyclus „Tel
jour telle nuit" van 1937. In de
„Chansons, gaillardes", elf jaar eer
der ontstaan, worden de geneugten
des levens aanschouwelijk gemaakt,
op teksten van een anonieme 17de
•euwse dichter. Poulencs liederen
vragen eerder om een voordrachts
kunstenaar dan om een zanger: een
combinatie van muzikale en decla
matorische gaven vindt men slechts
bij enkele artisten. Des te verheu
gender is dus de verschijning van
een RCA-plaat, waarop Gérard Sou-
zay op ideale wijze deze liederency
cli met nog elf andere liederen van
Poulenc vertolkt. Ook de begeleiding
door Dalton Baldwin behoeft nauwe
lijks aanbeveling.
Grote doorbraak
Alban Berg, leerling van Schön
berg, vond zijn pianosonate van 1907
als eerste van zijn werken goed ge
noeg voor een opusnummer. Volledig
losgemaakt van de tonaliteit en het
klassieke vormschema had hij zich
nog nietde rudimentaire sonatevorm
neigt duidelijk naar b-klein. Toch
wijst alles al op de grote doorbraak
naar de nieuwe muziek, die bij hem
zou culmineren in de opera Wozzeck.
De tweede pianosonate van Pierre
Boulez is qua situatie hiermee te
vergelijken: geschreven in 1948 staat
het stuk tussen de dodecafonie en
de seriële muziek in. Het werd pas
vier jaar later voor het eerst uitge
voerd. toen Boulez al toe was aan de
„totalitaire" muziek. Deze twee so
nates worden op DGG gebracht door
Claude Helffer, die blijft weigeren
zich te specialiseren en daardoor he
laas minder bekend is. Hij slaagt er
in, de moeilijk toegankelijke muziek
van Boulez uiterst doorzichtig te ma
ken voor de luisteraar.
Het is nu tien jaar geleden, dat de
stichting Donemus begon met het
uitgeven van vier platen per jaar
met Nederlandse muziek. Die zijn in
middels in omvang en kwaliteit uit
gegroeid tot volwassen 30-cm stereo
langspelers. De artistieke uitvoering
zal wel nooit helemaal vlekkeloos
zijn, omdat men uitsluitend gebruik
maakt van opnamen tijdens concer
ten. Maar f54,- per jaargang is echt
niet te duur. wanneer men bedenkt
dat de volledige partituren zijn toe
gevoegd: een lichtend voorbeeld
voor de platenmaatschappijen
Persiflage
Op de eerste plaat van 1970 staat Jo
han Wagenaars ouverture „De ge
temde Feeks" uit 1909. een aange
naam klinkende persiflage op de stijl
van Rossini, gevolgd door het Concert
voor twee klavieren (1950) van A-
lexander Voormolen. De eerste de-
vertegenwoordiger van deze stijl is
Robert Simpson (geb. 1921), die op
dit moment een functie bij de BBC
bekleedt. Diens 3de symfonie is uit
gebracht op het label Unicorn. Simp
son grijpt bij zijn werkzijze direct
terug op de late Beethoven. Het eer
ste deel is in de klassieke sonate
vorm, met hoofd- en neventhema,
gevolgd door een doorwerking en een
reprise. In het tweede deel zijn an
dante. scherzo en finale verwerkt.,
zij het niet afzonderlijk. Het hele
stuk spiegelt een strijd af tussen de
toonsoorten Bes en C, waarbij de
laatste als overwinnaar te voorschijn
komt. Deze welluidende muziek ver
dient in het orkestrepertoire opgeno
men te worden.
SONGS OF POULENC. Gérard Sou-
zay en Dalton Baldwin. RCA SB 6782
f 19.50
BERG: Pianosonate op I: Boulez;
pianosonate nr. 2. Claude Helffer.
DGG 2530 050, f 24.50
WAGENAAR. VOORMOLEN, DE
LEEUW. Omroep-orkest o.l.v. Henk
Spruit: Radio Kamerorkest o.l.v. Roe
lof Krol en Paul Hubberts; Debora en
Boukje Land, piano, Donemus DAVS
7001.
HENKEMANS. DE KRUYF. KET
TING, SCHUYT. Concertgebouw-or
kest en Slagwerkgroep Amsterdam
olv. Hans Vonk, Erich Leinsdorf en
Bernard Haitink. Donemus DAVS
7002.
HENZE: Pianoconcert nr. 2. Chris-
toph Eschenbach, London Philh. Or
chestra olv. d e componost. DGG
2530 056, f 24.50
SIMPSON: Symfonie nr. 3. London
Symphony Orchestra olv Jascha Ho-
renstein. Unicorn UNS 225, f 14,90.
R G HARMS
PARIJS (GPD) Als zelfs Heleentje van Capelle
(,,Af en toe gaan pa en moe met ons naar de speeltuin
toe)" in heel Parijs en omgeving geen speeltuin weet te
vinden, dan kunnen we gerust aannemen dat we wat wip
pen en schommels betreft in de verkeerde buurt zitten.
Dat Heleentje inmiddels Helène
van 26 is en de laatste tijd, ze
geeft het eerlijk toe, niet zo naar
speeltuinen heeft uitgekeken,
doet daar niets aan af. Wanneer
we na langdurige omzwervingen
per metro en taxi tenslotte een
eenzame draaimolen vinden, even
buiten Parijs, notabene vlakbij de
straat waar Helène-van-nu een
vrijstaand huis (600 nf. per mnd.)
bewoont, is ze er stil van: „Hoe
is het mogelijk, dat ding heb ik
hier nog nooit gezien!"
Om vervolgens, een tikkeltje te
genspartelend („Moet ik daar nou
écht in gaan zitten?") speels te po
seren voor „de" foto. Wanneer de
draaimolen weer stilstaat, blijkt as
blonde Helène gelukkig niet misse
lijk geworden, zodat ze in prima
conditie is om even later in de Rue
des Tilleuls nummer veertien, in het
tegen de lichtstad leunende Ville-
Momble, een zeer Hollands kopje
koffie te zetten. En honderduit („Wat
gezellig om weer eens Nederlands te
kunnen praten!") te vertellen over
toen en nu.
Over toen: „Ja. dat plaatjeik
heb hem niet eens meer. Zelfs het el-
peetje dat ze er later van hebben ge
maakt, heb lk niet. M'n moeder wèl
en als ik in Holland ben zetten we
het nog wel eens op. Ik schaam me
nog steeds dat ik zo vals zong
Ze was helemaal zeven Jaar. 1951.
negentien jaar geleden: Ger de Roos
van het Orkest Zonder Naam en Wil
ly Francois van het kinderkoor De
Karakieten hadden een nieuw liedje,
dat in Duitsland erg populair was.
„Pack die Badehose ein," Conny
Froboes zong het. In het Nederlands
moest het „Naar de speeltuin" he
ten. Een vertaling was er, een meis
je dat het kon zingen niet.
Helène: „Toen ze bij De Karakie
ten niemand konden vinden, herin
nerde Ger de Roos zich plotseling dat
mijn vader wel eens had verteld over
een dochtertje met een leuk stem
metje. Dat was ik."
Twee weken later ging heel Neder
land, jong en oud, op 78 toeren naar
de speeltuin. Het liedje sloeg enorm
in. Heleentje van Capelle was in één
klap het bekendste meisje van Ne
derland. Ook de radio ging van
's ochtends vroeg tot 's avonds laat
naar de speeltuin.
Het liedje bleef jaren goed. Toch
werd Heleentje geen Heintje of Wil-
ma. Wat dat betreft had ze haar
tijd tegen. Of méé, 't is maar hoe je
't bekijkt.
Helène al vier jaar in Parijs, het
laatste jaar 1 jaar als tolk voor Essu-
yages de 111e de France, een Ameri
kaanse firma in synthetische zemen
en andere huishoudelijke artikelen
(„Een leuke job en het betaalt erg
goed, 2000 n.f. in de maand") is blij
dat ze geen „Heintje" is geworden:
„Gelukkig niet, wat een jeugd moet
dat kind hebben."
Had ze dan geen zangeres wil
len worden?
„Nee hoor. Oké, ik had een leuk
kinderstemmetje, maar als j e wat
ouder wordt en je zingt nóg vals,
dan moet je er natuurlijk wel mee
ophouden. Ik werd er trouwens dood
ziek van, ik heb wel duizend speeltui
nen en tentoonstellingen officieel ge
opend. Voor een kind ls dat, heel
even, reuze leuk, maar het verveelt
snel.
Altijd netjes in de kleertjes, altijd
maar braaf lachen. Gelukkig hebben
mijn ouders mij nooit gepousseerd in
die zin dat ik zo nodig móést, iets
wat bij andere kinderen wèl vaak ge
beurt. Die zitten later met de ellen
de."
Helène zeer duidelijk niet. Ze rooit
het best in het Parijse, met haar
fraaie door veel tuin omgeven huis.
haar afwisselende, goed gehonoreer
de werk, haar Triumph („Nee geen
sport, een doodgewone personen
auto"), haar beperkte gezellige
vrienden- en kennissenkring.
Waarom koos Helène voor
Frankrijk?
„Ik werkte bij Philips Telecom
municatie en als zoveel meisjes van
rond de twintig wil je wel eens naar
het buitenland. Ik dacht aan een
jaar of zo. Philips wilde me in Pa
rijs hebben, ik ging en zit er nog."
Niet meer bij Philips. Ze ls intus
sen aan haar derde baan in Parijs
bezig. Tussen wat ze toen en nu
deed zit het luxueuze president-hotel
waar ze ruim een jaar receptioniste
was. „Fijn werk, maar de uren la
gen heel moeilijk. Ik maakte 65 uur
in de week en op feestdagen, met
Pasen en nieuwjaar, als ik naar Ne
derland wilde, moest je werken."
Dat eerste jaar bij Philips-Parijs
was „een erg moeilijke tijd." Helè
ne: „Ik verdiende ongeveer de helft
van wat ik nu heb, na de vijftienae
van de maand at ik 's ochtends,
's middags en 's avonds croissants,
omdat ik anders m'n huur niet kon
betalen."
Ziet Nederland haar nog eens
terug?
„Dat zit er voorlopig niet in. 't Be
valt me nog steeds hier. Bovendien
kunnen ze me in Nederland nooit be
talen wat ik nu verdien. In Neder
land is drie talen spreken, doodge
woon. hier betalen ze je er ontzet
tend goed voor."
Mist ze Nederland vaak?
„Sommige dingenzuurkool
bijvoorbeeld en drop natuurlijk, dat
kennen ze hier niet." Moeder Van
Capelle. die Helène twee k drie keer
per jaar komt opzoeken, weet wat er
van haar wordt verwacht. Helènes
vader is vorig jaar augustus overle
den. Hij was leraar conservatorium
en dirigent van AVRO's musette-or-
kest „Les gars de Paris."
Vader Van Capelle schreef ook de
muziek van liedjes die Heleentje na
haar speeltuinsucces zong. „Mijn
vader heeft een groentetuin," „Naar
het vuurwerk" en „Mijn vader
speelt piccolino" deden het aardig,
maar evenaarden de vroege uit
schieter in de verste verte niet. Wèl
kwam er een uitnodiging van de
Franse radio: „Of ik maar even een
paar Franse kinderliedjes kwam
zingen. De tekst zouden ze wel fone
tisch voor me opschrijven. Hup, ik
er naar toe, acht jaar en helemaal
alleen in een vliegtuig."
Heleentjes populariteit heeft een
jaar of vijf mogen duren. Financieel
zijn haar ouders er geen cent wijzer
van geworden. „Ik was nog geen
veertien geweest en dan mag je niet
verdienen, althans geen geld. Als ik
een speeltuin openzong, betaalden ze
me steevast in poppenwagens en
poppen. Honderden heb ik er."
Terug naar Helène. blauwgrijze
ogen, roodblauw tuniekpak, achter
over leunend in een azuurblauwe
fauteuil: „Heb je gezien dat ik een
pruik op heb. van mezelf heb ik erg
lang haar. óók blond."
Echt „uit" gaat ze weinig. „Parijs
is duur." Haar kleren koopt ze in Ne
derland, om dezelfde reden. Maxi.
midi, 's zomers gaat ze, als alle
Fransen als het even kan „a la cam
pagne" of naar zee (Dieppe). Op
haar boekenplank: Vicki Baum.
Pearl S. Buck. Bomans. Zola, Claus.
Johan Fabricius, opvallend veel de
tectives, Richard Powel, Jan Cre-
mer.
Haar „af en toe gaan pa en
moe duikt in Nederland nog re
gelmatig in verzoekprogramma's op.
ën van Henkemans vind ik het be
langwekkendst. zij gaan uit van een
vijftonig motief en steeds terugke
rende chromatische halftoonreeksen.
De in '69 geschreven Séance van Ton
de Kruyf is bestemd voor uitsluitend
slaginstrumenten, dus een „Schalg-
satz" zoals die in 1949 is ontwik
keld door Hermann Helss. Evenals
Schuyts Discorsi laat dit stuk de in
strumenten met elkaar discussiëren
nu eens fel dan weer gemoedelijk,
totdat de buitenstaander er geen gat
meer in ziet en moedeloos een stuk
hardboard doorzaagt
Veelzijdigheid
len doen welhaast romantisch aan.
terwijl de fuga geheel naar Bachs
patroon is geschreven. Alle bewon
dering voor het duo Debora en Bouk
je Land. die in deze pianoversie hun
instrumenten tot één weten te ver
smelten! De tweede plaatkant bevat
Ton de Leeuws Spatial Music I 1965y
'66). dat men eigenlijk in de concert
zaal zou moeten horen, daar de ruim
telijke werking hier centraal staat.
Een partituur is er niet. wel zijn er
solistenpartijen en directie-aanwij
zingen. Het tijdsverloop is echter
keurig vastgelegd. Niettemin ook op
ook op de plaat een werk, dat de
aandacht van begin tot eind vast
houdt.
Op de tweede plaat staan vier
componisten die wat meer aan el
kaar verwant zijn. Hans Henkemans
Elégies pour 4X flütes et orchestre.
Otto Kettins Due Canzoni en Nico
Schuyts Discorsi Capricciosi kunnen
worden beschouwd als twaalftoonmu-
ziek en/of reeksen, vaak met varia
bele metren, die het eerst door Bo
ris Blacher zijn gebruikt. De elegie-
Duitslands belangrijkste componist
na Stockhausen is Hans Werner
Henze (geboren 1926) vooral bekend
door zijn Eugie für junge Leibenden.
Zijn tweede pianoconcert (1969)
droeg hij op aan Christoph Eschen
bach, die het werk op DGG uitvoert
met het London Philharmonic Or
chestra onder leiding van de compo
nist. Een toonreeks wordt contrapun-
tisch gevariëerd en op het hoogtepunt
omgekeerd, waarna een levendig deel
volgt met een streng vormschema.
Het laatste deel kenmerkt zich door
tempowisselingen met halverwege
een soort treurmars, die tot in de fi
nale blijft doorwerken. Eschenbach
bewijst met zijn uitvoering zijn gro
te veelzijdigheid (hij is een bekend
Mozart-pianist) en de muziek is een
kennismaking ten volle waard.
De Engelsen hebben in deze eeuw
een zeer eigen stijl ontwikkeld, die
een voortzetting is van de klassiek-
romantische, en die Prof. Noske eens
niet helemaal terecht heeft geken
merkt als mooi gezeur". Een in de
rest van Europa haast onbekende
r