„Van pratende kerk weer een biddende kerk maken" Kerk moet wat commerciëler denken Nieuwe bisschop van het bisdom Rotterdam ^Dominee Venema uit Delfstrahuizen: Si Kerkcent wordt kerkgulden DONDERDAG 31 DECEMBER 1970 LETOSCH DAGBLAD PAGINA 11 De nieuwe bisschop is op 26 novem ber 1931 ln Lisse geboren. Hij is de soon van een tandarts, die in 1962 is gestorven. Hij heeft zeven zussen en drie broers en is zelf op een na de oudste. Zijn moeder leeft nog. In 1946 ging de jonge Simonis naar het kleinseminarie Hageveld voor zijn gymnasiumopleiding. Na de pries terstudie op het seminarie War mond werd hij in 1957 priester ge- i wijd. Hij werd toen kapelaan in Waddinxveen en een Jaar later in Rotterdam. Daarna kreeg hij op dracht bijbelwetenschappen te gaan studeren in Rome en Jeruzalem. ..Eerst tegen mijn zin in, later ben ik er erg dankbaar voor geworden", zegt hij. In Januari 1966 promoveer- de hij aan het Bijbelinstituut te Rome op een proefschrift over tek sten in het evangelie van Johannes, waarin Jezus zich met een herder vergelijkt. In april van hetzelfde Jaar werd hij kapelaan ln de Haagse parochie van het Heilig Sacrament aan dc Sportlaan. Hoofdzaak werd de zorg voor de zieken in het tegenover de kerk liggende Roode-Kruiszieken- huis. Tegelijkertijd was hij docent voor de cursus MO theologie te Amsterdam en de cursus getuigenis in Den Haag, hij was lid van de diocesane pastorale raad, lid van de Haagse dekanale raad en kannun- nik van het kapittel, het hoogste bestuurscollege in het bisdom Rot- 1 terdam. Kapelaan Simonis hield bo- I vendien veel lezingen. Zijn hobby's? Trimmen, orgel spe len en postzegels over bijbelse en andere religieuze onderwerpen ver zamelen. ,,De mensen helpen geloven en helpen bidden, hen hel pen goed en gaaf menselijk te leven en christelijk te ster ven". Zo omschrijft dr. A. J. Simonis, tot dinsdag nog kapelaan in een Haagse parochie, de taak van een bisschop, het ambt, waartoe hij gisteren door de Paus van Rome is geroepen. Hij voegt daar later nog aan toe: „Van de pra tende kerk weer een biddende kerk maken. Immers met degene die je bidt, kun je ook leven". Christelijk sterven. „De dood", zegt hij. is het grootste taboe op deze aarde. maar tegelijkertijd de groot ste werkelijkheid. We moeten ervoor Borgen, dat de mensen dood gaan ln de vaste hoop op een eeuwig le ven". Simonis spreekt uit ervaring. Zijn werk als pastor ln een zieken huis confronteerde hem dagelijks met de dood. Hij heeft een half uur voor een ge- iprek. dat veel langer zal duren. Publiciteit", verlkaart hij. „is wel >elangrijk, toch ben ik er niet zo iblij mee, want ik heb de indruk, jdat tijdens de stormachtige ontwik keling in de kerk de laatste jaren (de zo noodzakelijke bezinning vaak achterwege is gebleven. jDe kapelaan in breder verband, zolas hy zichzelf noemt, beseft ech ter wel, dat hij onder het beant woorden van een aantal actuele vragen niet uit kan. „Geen discussie, in ieder geval en geeft U het gesprokene a.u.b. heel genuanceerd weer. Dat is in het be lang van de kerk, ik zit hier niet voor mezelf." Hij laat er geen mis verstand over bestaan. „Ik heb dit ambt vrijwillig als een last in gehoorzaamheid op me ge nomen in het geloof dat het een roeping is door de kerk, ik hoop nu Door Henk de Ridder maar, dat men mij in hetzelfde ge loof zal accepteren. Simonis rea geert hiermee op de hele benoe mingsprocedure, op het feit ook, dat voor vele priesters en leken hij niet de kandidaat van hun keuze is. PROCEDURE De procedure. Simonis: „Ik heb me zelf altijd als een schertskandidaat beschouwd". Wat is er namelijk ge beurt? De gelovigen hebben bij deze benoeming een zekere inspraak ge had. Zij hebbèn aan de hand van een vragenformulier, dat in de ker ken is uitgereikt, een beeld mogen schetsen van een bisschop, zoals zij die zagen. Tachtigduizend katholie ken hebben de 'formulieren inge vuld. Van deze gegevens is een pro fiel van de bisschop gemaakt. De priesters uit het bisdom en de leden van de dertien dekenale raden heb ben vervolgens namen van kandida ten opgegeven. Op deze manier is men gekomen tot een lijst van acht. „U was. dat is tenminste uit gelekt. de achtste, klopt dat? Daar geef ik geen antwoord op. want dat is geheim", zegt de bisschop. Hierna selecteerde de diocesane pastorale raad een lijst van vijf. waar dr. Si monis helemaal buiten viel. Ten slotte heeft het kapittel aan Rome drie kandidaten opgegeven. Simonis zwijgt weer over de namen met hetzelfde beroep op de zwijgplicht Over die inspraak, die voor zover bekend, voor het eerst zo duidelijk rond een benoeming van een katho lieke gezagsdrager aan de gelovigen is gegeven, heeft dr. Simonis een uitgesproken mening. „Natuurlijk moet die er zijn, maar ik waardeer de inspraak van een werkelijk bid dend gelovige anders dan die van een randgelovige. Het bidden, het vroom zijn is voor mij in deze een belangrijk criterium. Moeten de gelovigen hun eigen bis schop kiezen? „Kijk", zegt hij, „een bisschop .is niet alleen verantwoor delijk voor zijn eigen diocees, maar ook voor het welzijn van de hele kerkprovincie en de hele wereld kerk. Ik vraag me af of een dioce saan dat alleemaal kan overzien" Uitdrukkelijk stelt hij vervolgens: „Ik geloof onomstotelijk in het ge zag van de paus, hij is de eerste herder, die die hele wereldkerk wél kan overzien". BETREKKELIJK Beschouwt u zichzelf als conserva tief of als progressief? Dr. Simonis citeert dan de bekende theoloog Rahner, die heeft gezegd: „Als je me naast Kühn zet ben ik conser vatief. maar plaats je me naast Ot- ROTTERDAM Het bisdom Rot terdam. waaronder ook Leiden res sorteert. gaat de kerkelijke financie ring reorganiseren. Het heeft daar toe. na overleg met kerkbesturen en diocesane organen, een plan opge steld. waarbij de kerkbesturen in het bisdom wordt voorgeschreven uiter lijk per 1 januari 1972 in hun paro chies het systeem van algemene kerkbijdragen in te voeren en tevens één kerkcollecte per zondag te hand haven. Als norm voor de kerkbijdrage, die als morele verplichting wordt gezien, zonder afdwingbaarheid. wordt nood zakelijk geacht 1% procent van het besteedbaar inkomen, ook voor jon geren met eigen Inkomen. Als richt lijn voor de wekelijkse kerkcollecte een gulden per volwassene of ver dienende jongere. Tegelijk worden afgeschaft: ban- kenpacht. plaatsengeld en een lange rij bijzondere collecten. Slechts en kele bijzondere collecten, met name voor de missies, blijven gehandhaafd. Op die dagen vervalt de algemene collecte. Aan de kerkbesturen wordt gevraagd in zo groot mogelijk over leg met de parochieraden de organi satie van de kerkbijdrage ter hand te nemen. Het bisdom beseft, dat de voorge stelde norm voor een aantal parochi anen te zwaar zal zijn, maar men vertrouwt er op. dat zij. die meer kunnen missen, ook meer zullen bij dragen taviani dan ben ik progressief". En hij vervolgt: „Het zijn betrekkelijke begrippen, ik hanteer nog liever een Nederlandse wijsheid: onderzoekt alles en behoudt het goede. Ik heb met name veel goede dingen geleerd van mijn vader en mijn moedei dié wil ik behouden." In het algemeen, vindt hij, moet de kerk zich buiten de politiek houden De kerk heeft dan pas een taak als de moraal er mee gemoeid is. bij voorbeeld in het geval van de dood vonnissen in Burgos. Het celibaat? De exegeet is voor hij zegt het zo letterlijk de ver onderstelde koppeling van het priester-zijn en het celibaat. Als ie mand dus kiest voor het ambt van een priesterkerk kiest hy ook vooi het ongetrouwd blyven. De pil? Hij stelt zich geheel op achter de encycliek Humanae Vitae. waarin met name het gebruik van de pil werd veroordeeld. „Maar", zegt Simonis. „ik geloof wel dat de inhoud ervan op een individueel pastoraal aangepaste wijze moet worden gebracht." Septuagint, de „linkse" beweging in de Nederlandse kerkprovincie? ..Er zitten natuurlijk idealistische men sen in, die met woorden en daden getuigen van de nood in de kerk en de wereld, maar voorzover Septua gint een groepering is. die niet po sitief het tweede Vaticaanse concilie en het geloof van de kerk onder schrijft. doet zij meer afbreuk aan het christelijk leven dan dat ze helpt positief te bouwen aan een vernieuwde vorm". De Willibrordusstichting, een van de „rechtse" groepen in diezelfde Nederlandse kerkprovincie? Simo nis: „Als het saat om de vraag van de waarheid van het geloof staan deze mensen dichter bij de waar heid. zoals de kerk die al 20 eeuwen verkondigt. Hij laat daar onmiddel lijk op volgen: „Ik wil helemaal geen verdediger van deze stichting zijn." Oecumene? „Het werken van de oe cumene". verklaart hij. „is een ge bod van Christus. Het moet echter nooit ten koste gaan van de waar heid. Daaromer moet veel meer met elkaar worden gebeden en haastige spoed is zelden goed." Het pastoraal concilie? „Een moedig initiatief. Nederland voerde de op dracht. die hiervoor door het Vati caanse concilie was gegeven, het eerste uit. Maar de grondvragen zoals die over het bestaan van God, het geloof in Jezus Christus en het geloven zelf. zijn niet goed van de grond gekomen Een tweede be zwaar is dat het allemaal maar bij ontwerprapporten ls gebleven." Dr. Simonis: ..Ik heb mezelf altijd als schertskandidaat be schouwd". Bisschop Simonis. die geen waarde hecht aan een aanspreektitel ais ze mjj broeder willen noemen is het ook goed —maakt ln ieder geval de indruk een man te zijn die weet wat hij wil. Een man. die beseft dat de uiteindelijke verantwoorde lijkheid voor alle zaken ln het bis dom op zyn schouders ligt. Hy zegt nog: „Een bisschop moet er zijn om de eenheid en de vrede te bewerk stelligen door de verkondiging van de waarheid." Hij weet zich bij zijn ongetwijfeld zware taak gesteund door zijn ge loof, waarvan o.m. de door hem vaak gebruikte bybelteksten getui gen. Zijn wapenspreuk ontleent hij aan het evangelie van Johannes Hij luidt: Dat zij U kennen. •II DELFSTRAHUIZEN (GPD) Als het in de kerk van Delfstrahuizen erg stil is kun je het Tjeukemeer horen klotsen. Het Friese meer ligt een beetje rommelig aan de zuidkant van het meer, net alsof het gisteren is aan gespoeld. De^dorpskern bestaat uit een kerk plus pastorie en een lagere school; zowel de vijfde als de zesde klas telt èèn leerling. Wat verderop liggen nog een paar kleine winkeltjes, die bestaan van de boeren die diep in de weilanden wonen. Al met al geen dorp waar je revolutionaire zaken verwacht. Maar de plaatselijke dominee H. F. Venema is plotseling het onderwerp geworden van opgewonden stukken in Friese kranten. Twee citaten Als het in de kerk van Delfstrahui zen erg stil is kun je het Tjeukenmeer horen klotsen. Het Friese dorp ligt een beetje rommelig aan de zuidkant van het meer, net alsof het giste ren is aangespoeld. De dorpskern be staat uit een kerk plus pastorie en" een lagere school, zowel de vijde als de zesde klas telt één leerling. Wat verderop liggen nog een paar kleine winkeltjes, die bestaan van boeren die diep in de weilanden wo nen. Al met al geen dorp waar je revolutionaire zaken verwacht. Maar de plaatselijke dominee H. F. Vene ma is plotseling het onderv rp ge worden van opgewonden ingezonden stukken in Friese kranten. Twee ci taten: Ik zou Venema willen vragen: wat denkt hij van een domee. die op zondag ln de zomer, nadat hij het heilige woord van God verkondigd heeft, de toga aan de kapstok hangt, het zwembroekje aantrekt, in een speedboot stapt en als een gek het meer opvliegt. Zou Petrus het an ders formuleren? De jeugd van 15-18 wordt door hem opgevangen in zijn bardancing de Tjongersoos. waar hij zelf als bar keeper bier en wat dies meer zij ver koopt. Deze opvoedkundige feesten duren op deze afgeleden plaats tot diep ln de nacht. Naast zijn geestelijk ambt en de functie van barkeeper, exploiteert de dominee nog een zeil school en verhuurt hij boten, ook op zondag". Dominee Venema: „Je moet maar rekenen dat deze schrijvers een gloei ende hekel aan mij hebben, daar ga ik tenminste maar van uit. Ik weet niet wie dit soort brieven schrijven er staat geen naam onder. Er zijn ln leder geval vier van de 65 gezinnen hier die mijn optreden niet kunnen verdragen. Dat komt, dacht ik. door een wat misplaatste rechtlijnigheid in de leer. Van hen mag ik op zon dag niet in mijn speedboot stappen om dat misschien voor mij een brug open zou moeten". „Verder heb ik een heel meele vende gemeente. De kerk zit iedere zondag vol. maar een dominee met een speedboot is hier iets nieuws Als ik op zondag drie keer gepreek! heb. ga ik op het meer lekker even uitwaaien. En ze kunnen toch niet van mij verwachten dat ik in een to i ga in die boot stap. zoiets doe jc I meer in een zwembroekje." Voetballen 1 „Ik voetbal ook. maar een Nomi nee heeft hier ook nog nooit oet- j bald. Christelijke mensen hebben I voetballen lang als iets heidens ge zien. want er werd gevloekt. En daar hoorde je niet bij". „Het gekke is. dat er nou minder wordt gevloekt. Maar laatst, vloek te een jongen in een wedstrijd even stevig, werd een beetje rood en zei: neem me niet kwalijk dominee. Er is ook een jongen, die mij wel es ver tegenwoordigt op voetbalvergaderin gen. Tegen hem zeg ik: Je spreekt ook namens mij, behalve wanneer Je vloekt." „De meeste mensen zijn. dacht ik, wel blij met de jeugdsociëteit en de zeilschool. die Ik in een oude boer derij ben begonnen. Ze vinden het wel lollig, vooral de middenstan ders. Ik heb er nu veertig slaap plaatsen. we hebben hier een eigen jeugdleiderscursus. Zelf ben ik ook altijd vorminssleider geweest, ik was landelijk hoofd van een varende ge- I meente. ik organiseerde dingen tot in Bazel". „Vier Jaar geleden ben ik in Delf strahuizen gekomen. Ik heb soms wel veel verzet gehad. Toen ik hier twee jaar was. begonnen we met een jeugdhuisje achter de kerk er kwam een klein barretje in de kerkeraads- kamer te staan, daar moesten som migen wel aan wennen. Maar ieder een heeft hard meegeholpen, de 65 gezinnen brachten samen tienduizend gulden op. iedereen kwam een hal ve dag offeren, ik heb ook nog met cement gesjouwd. Op zich niet zo vreemd, want voor ik theologie be gon was ik grofsmid, het fijnste wat een grofsmid '-an maken zijn sleu tels. en daar hou je ln ieder geval een bepaalde handigheid aan over. „Die oude boerderij hebben we ook met zijn allen opgeknapt, er zijn trainingen om zomerkampen te lel den. en zaterdagsavonds is de zaak open om te dansen. Dan zeggen ze wel: de dominee tapt zijn eigen bier Ja. na half tien kun je een biertje krijgen. Als ik er wat aan wilde ver dienen, moest ik vanaf acht uur tap pen. want iemand drinkt eerder vier bier dan vier cola." Cafés „Ik kom hier zelf ook wel in ca fés, wat doet die gek daar. zeggen ze dan. Maar in cafés komen ook mensen. En met die mensen kun je praten. Daarom tap ik in de boer derij zelf ook wel es, want de men sen gaan het eerst aan de bar zit ten, en daar praat het makkelijk" „Bij die boerderij heb ik nu ook nog een verhuurbedrijf voor boten. Het vreemde was dat de mensen hier in het begin helemaal niet wil den zeilen. De diakonie heeft die boerderij gekocht en ik wilde er Iemand op hebben om die zaak als klein recreatiecentrum commercieel te runnen. Maar niemand kwam, toen ben ik het zelf gaan doen. Je bent gek. zeiden ze van de kerk, maai van ons mag het". „Het is een bedrijf dat meegroeit, in het begin vond men het nogal Dominee H F. Venema raar. maar ze zien nu dat het voor het jeugdwerk is. En als ik daar jeugd wil aantrekken moet ik ook boten te verhuren hebben, anders be gin je nog niks. De zeilschool, die er ook bij is. stelt nog niet zoveel voor. de mensen hebben hier een pracht meer voor de deur liggen, maar ze doen er nog niks mee. Ik was de eerste hier die een speedboot kocht. Maar bij ons kunnen de mensen nu zeilles krijgen tegen kostprijs, daar na verhuren we ze een bootje". „Ik moet hier een beetje commer cieel denken, zoiets is men ook niet van een dominee gewend. Ik ben commercieel. Voor mijn part setten we voor de kerk een benzinepomp om geld te krijgen. Waarom moet de kerk met zijn geld altijd onzake lijk zijn? Helemaal niet nodig. Hoe meer geld je op commerciële basis krijgt, hoe meer je ook te verdelen hebt". „Maar m'n verhuurbedrijf is voor de mensen geen punt meer. Ik heb in de hele zaak 30 mille geïnvesteerd en die moeten gehonoreerd worden. En je vangt op die manier veel jon geren op. Za.erdagsavonds komen ze overal vandaan, je ziet ze op de brommer naar de soos komen. Een dominee heeft toch wel ander werk e doen. zeggen ze dan. Ja. zeg ik dan. maar hier bereik je de jeugd mee. Maar dan moet ie - het eerst bewijzen, anders geloven ze je niet." Roddels „Je krijgt wel roddels. Die domi nee daar is een vrouwenjager en een oplichter, heb ik al horen zeggen Op die zomerkampen loop je met zo n groep wel es gearmd. Je hebt het ty pe mensen dat dan zegt: de helft zie je maar. de rest niet. Anderen zeggen dan: er zal altijd wel iets van waar zijn. Maar door die ver- halen krijg ik van m'n eigen men sen steeds meer aanmoedigingen: u trekt er zich toch zeker niks van aan hè?" „Als kerk hebben we altijd gezegd vat niet mag. Ouders zeiden altijd: dat en dat mag niet. Er wordt nooit bij gezegd wat wel mag. Ik hoop dat de kinderen nu wel naar die soos mogen. De ouders weten dat ik de stijl bepaal, tenslotte ben ik de eige naar. Je kunt als kerk wel allerlei dingen verbieden, maar dan moet je zelf andere mogelijkheden geven. Die soos is zo n mogelijkheid." Dit is misschien toch wel een nieuwe aanpak. al6 het succes heeft gaan de weerstanden ook weg. We weren de ouderen in de soos ook be paald niet. Het moet een soort ont moetingspunt tussen Jong en oud worden. De meeste ouders zeggen vaak dat ze niet weten waar hun jongens uithangen. Ze praten er thuis terwille van de lieve vrede niet over Ze zeggen: hij ls bij een vriend, ter- wyi ik weet dat hy in een dorp is gaan dansen. Ouders denken ook vaak mijn zoon blijft wel buiten de kroeg. Dat is een vorm van oneerlijkheid. Wil len ze die Jongen uit die kroeg heb ben. dan moet je als kerk concur reren en midden in het leven staan. Je hoeft dan niet meteen te beginnen met een kerkelijke dancing, maar om mijn part maak Je dat ervan De jeugd wil in een bepaalde leeftijd nou een keer naar een dancing, want daar zijn meisjes. Ik adverteer niet met de soos. want dan trek Je allerlei mensen aan. die Je nou Juist niet moet hebben. Die In gezonden stukkenschrijver zegt dat we tot diep in de nacht feesten hou-- den. Tuurlljk houden we feesten, wie doet dat niet? Maar om half twaalf ga ik dicht. Als ze dan nog naar een plaatselijk café gaan. kan ik dat ver der niet helpen. Door dit werk gaan die Jongeren misschien de kerk niet alleen als in stituut zien. waarvan allerlei dingen niet mogen. In gesprekken met mij komen ze er ook wel acnter welke kerk mij voor ogen staat. Die kerk moet uitgaan van een zo breed moge lijke samenwerking. Je spreekt met elkaar af we gaan naar de kerk, maar hoe? Je moet het wat appetijtelijker ma ken. dan komt de Jeugd echt wel. Ik ben begonnen om es wat korter te preken. Na die preek kan iedereen op een briefje vragen inleveren, er komt koffie in de kerk en we gaan verder, maar we maken het wel gezellig. Je hoeft echt niet zo vreselijk helbe- gerig te zijn. Als kerk kun Je allerlei dingen op gang brengen, maar als anderen het beter doen. moet je het meteen afsto ten. Een kerk hoeft niet alles in han den te hebben, de kerk moet een soort startmotor zijn. Wij hebben vaak de beste zalen, dus moet Je die, gebruiken. Als kerk konden we hier ook een dorpshuis helpen bouwen. Daar kun Je dansavonden houden, 1 maar voor m'n eerste tieneravond heb ik destijds de oude melkfabriek afgehuurd, tot mijn verbazing kwa men er 500 man. De Jongeren die daar komen zien nie. dacht ik. in de eerste plaats als een vent die allerlei dingen afmaakt. maar daarnaast vragen ze zich af: i waarom is die vent eigenlijk dominee. Ik zeg tegen Jongeren altijd: als Je zelf ln die kerk komt, kun Je helpen verbeteren, als Je bulten blijft staan kun Je er ook niks meer aan doen. Als ik mijn opdracht niet zou zien als een middel om de kerk gezond te maken dan stapte ik eruit. Buiten de kerk kan ik meer verdienen in de re creatie. Ik doe dit werk, dacht ik, om deze wereld wat leefbaar te maken. Als ln de bijbel staat dat wij het zout der aarde moeten zijn, dan moeten wij de samenleving ook een beetje pittig maken. De kwestie is hoe houden we de samenleving aantrekkelijk voor iedereen. Oudere mensen zeggen vaak: do minee. als daar of daar aan getornd wordt, dan valt alle zekerheid weg. Ik zeg dannou. dan stort alles mooi ln elkaar en dan kunnen we samen Iets nieuws opbouwen zonder valse tradities."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1970 | | pagina 11