roreneindspelen (II)
am m m*w
Leidenaren naar de
Meesterklasse
Koppelkruiswoordraadsel
1 1
1
1 *il
ss 9 m
4» 9 H. W. Filarski's bridgerubriek 9 4»
om er ACHT-er
Pim en Pom
De logé
iDAG 12 DECEMBER 1970
LEIDSCH DAGBLAD
PAGINA 19
rechten.
insluiting op ons artikel van 28 november, volgen thans tot 5 Tf4 komt is het eindspel voor 12. h4-h5 Kb3-c4; 13 g3-g4 Tc2-cl
opmerkelijke stellingen in het onderwerp „toreneindspe- zwart niet te winnen. Curieus! Maar 14. Kfl-f2 a2-alD en wit gaf het op.
1 wie komt op zo'n idee tijdens de Een der moeilijkste eindspelen uit de
1 trcirtij J praktijk
betekenis heeft voor de praktijk. Richtlijn: Indien de vijandelijke In deze stelling heeft wit niet veel
kansen in de strijd tussen toren en pionnen zijn meer vrijpion twee velden van het promo- winstkansen. Wanneer zwart echter
^I-aardig verdeeld dat die tussen raadsheer of paard tegen tieveld is verwijderd kan de verdedi- foutief voortzet kan hij de partij niet
^n, daar het lichte stuk in de meeste gevallen voor remise pio"nen, :,eten Dt J"066."
6 I lykheden zijn echter zeer beknopt. Richtlijn: De torenparty moet trach-
Een accuraat onderzoek tijdens de ten. de meest achtergeb'even pion
partij is dus noodzakelijk! te veroveren. <Euwe en Lasker»
1 Kd6-c6: 2 Ta5xf5 Kc6-b6, Dergelijke stellingen hebben prof.
3. Tf5-f8 Kb6-b5: 4 Tf8-b8 Kb5-
c4; 5. Tb8-c8-f- Kc4-b3; 6 Tc8-b8 1
Kb3-a2; 7. Tb8—b5 Tal-cl; 8 Tb5x
h5 Ka2-b39. Th5-a5 a2-a2; 10 f2-
f3
Op 10. Tb5 - komt vanzelfsprekend
10 Ka4! Met een snelle winst.
10 Tcl-c2+! 11 Kg2-fl g4xf3
Uit de partij Szkely-Barcza,
Hongarije 1970.
Uit de partij MasonL. Paulsen,
Wenen 1882.
"M
haalt. Toch behoeft de minderheid
nimmer te wanhopen, want volgens
i traditie zyn toreneindspelen niet vrij
van verrassingen en daarom het
moeilijkst te behandelen!
1. Kh2-g2?
Het is begrijpelijk dat wit pion f2 I
dekt. Maar 1. Tf5:! TP1; 2. Kg2! a2;
3. Kfl: al D+; 4. Kg2 en omdat wit
Remise is mogelijk!
Remisestelling?
kfi duidelijk dat wit torenruil
lijden, gezien de stand van
e koning. Het is niet te zien TT_4 y. -
t na 1. Tg5-g8 kan winnen.
1 een paar leerzame fouten
Tg5xa5?
is gebaseerd op de gedachte
partijen een dame halen en
en voldongen feit is. Zoals
jkt is deze opinie geheel on-
Richtlijn: Indien men tij-
Y party het slot van een ruil
I taxeren, dien men de toren
rd te houden!
b6xa5; 2. g3-g4 a5-a4'>
w een fout waardoor wit op
srtje remise bereikt. Tot een
ijke winst leidt 2 hg4:!
4 g5 a3; 5. g6 a2; 6. g7
Volgens de algemene
dat winst slechts mogelijk
de b-. d-, e- en g-pion.
n De verdedigende'koning Meesterklasse een vrijwel uitsluitend west-Nederlandse
meiijk gedwongen op het, aangelegenheid is. Na 10 van de 14 gespeelde wedstrijden gaat
èeid te gaan staan, waarna de strijd om het landskampioenschap weer tussen Buitenhof II
zijn koning naderbij, Oudshoorn), Culemborg, ABC en Continentalclub beide uit
6_ Amsterdam. Vandaag en morgen zal te Rotterdam (Skyway-
7 hotel) de beslising vallen.
Berger en Kling Horwitz diep
gaand onderzocht.
In de stelling op diagram 3 weer
gegeven speelde zwart niet op zyn
sterkst en verloor.
1 Ta2-a8 h5-h4! 2 Ta8-- Kg6-h5?
Beter 2 Kf7! enz.» 3 Kg2-
f2 f5-f4 'Juist is is 3 h3!
Zwart moet altijd de diagonale for
matie kiezen!).
Er volgde nog 4 Tf8 Kg5; 5 Kg2-
f3 6. Kf2 Kg6: 7. Th8 Kg5; 8. Th7
h3; 9 Kg3 Kf5; 10 Te7! Kg5; 11.
Tf7Kg6: 12 Tf4 Kh5; 13. Tg4 12;
14. Tf4 h2; 15. Kh2: en zwart gaf
het op.
Thans volgt de juiste behandeling
van dit eindspel.
1 Ta8 h42 Tg8 - Kf7. 3 Th8 h3-
4 K?3 Kg75 Te8 Kf7; 6 Te5 Kf6;
7 Kf4 KtG: 8 Te6 K?7; 9 Td6 Kf7
10 Th6 Kg711. Th5 Kg6; 12. Tg5r
Kh6. 13 Tg8 Kh7 met remise
Ik hoop dat de lezer in deze twee
artikelen over ..toreneindspelen" de
nodige kennis heeft opgedaan voor
de praktijk! Dat was het vooropge
steld doel dat ik voor ogen had.
BISHOP
In de NBB lündt men het eigenlijk helemaal niet zo fijn dat onderkent dit probleem natuurlijk
^4-a3; 4. g5-g6 a3-a2; 5 i
6. Kf6-g6 Dal-a8;
Uit de overgangsklasse I zal
met zeer grote waarschijnlijkheid
een grote, oude naam naar de MK
terugkeren: De Sleutels uit Lei
den staan 16 punten voor
op hun naaste concurrenten en
met nog slechts 4 wedstrijden te
spelen (max. score 6 per match»
kan de zozeer begeerde meester-
klasseplaats de Leidenaren nog
nauwelijks ontgaan.
voor de lezers: Hoe wint
7 Kh5:? Vergist u niet!
Da8-e4 - 8 Kh7-h8 De4-
h7 De5-e7.
zwart pas dat schaak op h5
lijk is. Daarom moest 2
hieden.
ks ontstaat straks een uit
geval
18 De7-f6; 11. Kh8-h7 Df6-
»7-h8 h5-h4.
ujnlijk de winnende zet.
D Df7xg8-~; 14. Kh8xg8
5 Kg8-g7?
j issende fout. Het behoort Star (Utrecht» staat met 33 pun-
de uitzonderingsgevallen ten «gem. 30» redelijk veilig, maar
r nog remise kan bereiken, hierachter zien wy liefst zes degra-
schuilt in het feit dat de I datie-kandidaten waarvan er twee
ding 15. Kf7!remise for- uit deze klasse moeten verdwijnen,
kan dan namelijk tot de Daarbij zien wij twee voormalige
Kf3-Kh3 komen. Wij ken- meesterklasseteams. Eindhoven en
lema uit eindspelstudies van BOC-Haarlem. Het zou voor de Bra-
rigorjew. In de partij volgde banders 'n heel nare zaak zijn wan-
Ke3: 16. Kg6 Kf4; neci' ..hun" enige sterke team zelfs
en wit gaf het op uit deze afdeling verdween en velen
todspel met vele leerrijke in Haarlem en omgeving zullen ook
met lede ogen de matige resultaten
idelijk dat een pluspion van de weleer zo gevreesde „Bridge
jke gevallen de winst be- i Oegen Club" bekijken.
1 u de acht afwijkingen in de beide bovenstaande tekeningen
linden? De juiste oplossing vindt u elders in de pagina.
In de overgangsklasse II lijkt de
stryd om de éne promotieplaats naar
de MK te gaan tussen ABC II-Am-
sterdam 42 pen De Bond uit Den
Haag (37 p». Gelukkig zien wy hier
dat een vermaarde noordelijke club
zich tot nu toe.weet te handhaven:
de Eerste Groningse Bridge Club
scoorde 31 uit 10 (gem. 30» en de
degradatie-kandidaten HOC 'Den
Haag 21 p» en De Brok 'Maastricht
18 pi staan ver genoeg achter om de
Groningers gerust te kunnen stellen.
BOC-II uit Haarlem '28 p» zit ook in j
de benauwenis, maar heeft in elk ge
val méér dan één volle wedstrydmzet
«die 6 punten is» voorsprong op de
fatale voorlaatste plaats.
Bijzonder spijtig is het. dat Lim
burg er zo weinig van terecht brengt.
De Maastrichtse spelers van De Brök
hebben tot nu toe wel erg weinig
laten zien en slechts een volledig
maar weinig te verwachten herstel
tydens de laatste vier wedstrijden,
zou het het sympathieke Limburgse
team kunnen redden.
Bezien uit het oogpunt der lande
lijke propaganda voor wedstrijdbrid-
ge is er dus weinig reden tot blijd
schap. Delen wij bridgend Nederland
gemakshalve eens op in ..De Rand
stad" en „De Provincies", dan blijkt
er een steeds grotere concentratie
van sterke spelers in de Randstad te
komen en een steeds verdere afro
ming van sterke krachten uit de
provincies. Eén der vele oorzaken is
dat talentrijke jongeren hogerop
willen en de mogelijkheden daartoe
vrijwel uitsluitend in de grote rand
steden vinden. Het enkele goede paar
dat men hier en daar in de provin-
cies vindt, is alleen al gehandicapt
door het feit dat de tegenstand in
eigen omgeving zó gering is. dat zij
te zelden tot grote inspanning be
hoeven te komen. Het bondsbestuur
óók wel. maar het is moeilijk er een
bevredigende oplossing voor te be
denken Misschien zou gedacht kun
nen worden aan een indeling van
Noord-, Oost-, Zuid-, Midden-, West
I - West II-Nederland. waarvan de
kampioenen tenslotte samen strijden
om de landstitel Ten eerste zou dit
de belangstelling in ..De Provincies"
sterk stimuleren, ten tweede zullen
vele sterke spelers niet uitsluitend in
„De Randstad' terecht kunnen, ten
derde worden de ^eisproblemen aan
zienlijk verminderd, ten vierde
maar zeker niet ten laatste zal
de regionale pers méér vreugde be
halen aan de strijd om het regionale
kampioenschap dan dit zij de plaat
selijke teams ergens in een onderaf
deling van de Ned. Bridgebond ziet
hangen.
BRIDGEVRAAG:
Een leuke vraag van een inzender,
waarbij de zuidspeler by gewoon ge
geven spel in handen krijgt A A B
10 9 OAHVB 10 97534»
West is gever. NZ staan kwetsbaar
en het is robberbridge «is viertallen».
West opent het bieden met één har
ten noord past en oost zegt
dan één SA Wat zijn uw plannen
met zuidspel?? Antwoord elders op
deze pagina.
Pim en Pom te-rug van een
wan-de-lin-ge-tje door het huis.
Bui-ten is het te koud. daar
om ma-ken ze el-ke dag een
rond-je door de ka-mers. de
gang. de ka-mers bo-ven en de
zol-der. Hè hè. zegt Pom. als
hij op de on-der-ste tree is. dat
was eeh he-le tocht, hoor!
Gauw m'n mandje in. Pim
knikt. De vrouw steekt haar
hoofd om de keu-ken-deur en
roept: zijn jul-lie daar? N^ieuw,
zegt Pim; mauw. zegt Pom
Denk er-om, bin-nen is een
lo-gé. zegt de vrouw. Doe een
bee-tje aar-dig, want hij was
bij-na be-vro-ren en moet nou
weer bij-ko-men Pim en Pom
kij-ken nieuws-gie-rig naar de
ka-mer-deur die op een kier
staat. Een mens?, vraagt Pom
Groot of klein?, vraagt Pim.
die al aan spe-len denkt met
een leuk vro-lijk lo-gee-tje.
Als het maar geen ou-we
brom-beer is die niet van kat
ten houdt, zegt Pom voor hij
naar bin-nen gaat. En als ie
me maar niet uit m'n slaapje
houdt, vind ik al-les goed. zegt
Pim Ver-baasd kij-ken ze
rond in de ka-mer. Er is nie
mand. Hun o-gen gaan langs
de stoe-len, de bank en 't kruk
je bij het raam. Ner-gens ie
mand te zien.
Mis-schien is het toch een
heel klein-tje, zegt Pom en hij
steekt zijn kop on-der ta-fel om
te zien of de lo-gé daar mis
schien zit. Ook niet. Het zal
toch niet weer een ver-kou-den
duif zijn. hè. zegt Pim. Hun o-
gen gaan om-hoog naar de kast.
de lamp en de gor-dijn-roe Ook
daar zit nie-mand. Ik denk dat
ie het hier niet ge-zel-lig vond
zegt Pim. of mis-schien hield
ie niet van kat-ten en is ie er
van-door ge-gaan toen hij ons
mand-je zag
Maar hij was bij-na be-vro-
ren!. roept Pom. hij moest bij-
ko-men. zei de vrouw!. We moe
ten haar maar ver-tel-len dat ie
weg is. zegt Pim. an-ders staat
ze voor Jan Klaas-sen lek-ke-re
hap-jes voor hem te ko-ken.
Pom knikt en sa-men gaan ze
op weg naar de keu-ken. Maar
vlak voor ze de ka-mer uit-gaan
staat Pom stil bij een vreemd
ding op de grond. Een hoed-je,
zegt hij. Er ligt hier een hoed
je. Ze-ker van de vrouw.
Pim tikt er te-gen met zijn
poot-je. Tik tik doen zijn na-
gel-tjes op het hoed-je. Hij
schudt zijn kop. Dat is geen
hoed-je, zegt hij. hoed-jes zijn
nooit hard. Als je het mij
vraagt is het een dek-sel-tje van
een pan-ne-tje of zo. Ach wel
nee, zegt Pom. de vrouw gooit
toch geen dek-sel-tjes op de
grond!. Ja maar die lo-gé. zegt
Ptm. mis-schien ver-veelde hij
hij zich en is ie een bee-tje met
dek-sel-tjes gaan spelen.
Pom tikt ook eens op het dpk-
sel-tje. Tik tik tik op-eens
schrikt hij en trekt zijn poot
je te-rug. Wat is er?, vraagt
Pim. Het be-weegt!, fluis-tert
Pom, dat dek-sel-tje be-weegt.
Pim lacht. Ach. malle, dat was
wie-be-len omdat jij er te-gen
tik-te. Op-eens wor-den zijn o-
gen heel groot. Het dek-sel-tje
komt een klein bee-tje om-hoog
van de voer en loopt op vier
poot-jes weg. To-ve-rij, Pom!,
To-ve-rij!, roept Pim, maar
Pom séhudt zijn kop.
To-ve-rij be-staat niet, zegt
hij. Hij neemt een gro-te sprong
en komt vlak voor het lo-pen-de
dek-sel-tje te-recht. Dèn pas
ziet hij dat er een klein kop
je met twee zwar-te glim-oog
jes uit het dek-sel-tje steekt.
Pom doet een stap-je te-rug,
maar hij blaast niet want de
oog-jes kij-ken erg vrien-de-
lijk. As-je-me-nou. zegt Pim, die
voor de ze-ker-heid maar gauw
op een stoel ge-klom-men is,
een dier!
Ben jij de lo-gé?, vraagt
Pom aan het dier. Het klei-ne
kop-je dat aan een heel dun
nek-je vast zit, knikt. Ben je
een echt dier?, vraagt Pom, of
een speel-dier voor klei-ne men
sen? Ik weet het niet, zeg-gen
de zwar-te oog-jes Waar-om
heb je geen vacht-je? wil Pim
weten. Hoe doe je dat, je kop
weg-ste-ken in een dek-sel-tje?,
vraagt Pom weer. Het dier kijkt
ver-le-gen van de één naar de
an-der. Pom en Pim kij-ken
el-kaar aan. Wat vind jij?, zegt
Pom, zul-len we hem aar-dig
vin-den of niet?
Ach. zegt Pim. 't hangt er
van af wat ie eet. Als het een
poe- ze- bak- jes- leeg- e- ter is
vind ik hem niet zo aar-dig
meer. maar dat dek-sel-tje en
dat kop-je en dat gek-ke nek
je vind ik wel leuk. De vrouw
komt bin-nen met een blaad
je sla. Zo, en nou eerst eens
wat e-ten. zegt ze. Pim en Pom
kij-ken met gro-te o-gen hoe
het dek-sel-tjes-dier zijn bek
je in de sla zet. Ja. ja. zegt d~
vrouw, dat vin-den jul-lie raar.
al-leen maar groen en blaad
jes. Ach. kijk die klei-ne toch
e-ten!. Wat vin-den Jul-lie van
hem? Pim en Pom knip-o-gen.
We vin-den hem erg aar-dig.
vrouw. Hij mae blij-ven. zegt
Pom en Pim tikt eens op het
dek-sel-tje en zegt: Je zou best
wel eens ons vriend-Je kun-nen
wor-den, sla-e-ter!
ANTWOORD OP BRIDGEVRAAG:
De kunst met een dergelijk spel is
niet zozeer de hóógte van het te be
reiken contract, dan wel dat men
dit contract verkrijgt! Bij wilde ac
ties bestaat het gevaar dat men sla
pende tegenstanders wakker maakt,
die dan misschien zes ruiten afne
men met zes harten of zeven klaver
—die dan wel zo'n 300 a 700 punten
down zullen gaan. maar waarvan
kwetsbare zuid niet veel wyzer wordt.
De te kiezen actie is ook afhankelyk
van de „kwaliteit" der tegenparty
Tegen bange spelers moet men niet
te lang blijven scharrelen, maar te
gen de heren Fris en Vrolijk is het
de goede taktiek zo langzaam moge
lijk naar het eindcontract te „sle
pen", in de hoop dat zy zullen dou
bleren en uw contract laten spelen.
Goed is het natuurlijk wel, te be
ginnen met „twee harten"-een bod
in de kleur der tegenpartij en dan
maar af te wachten wat de tegen-
party en partner verder zullen doen.
Lukt het de kwetsbare manche (mis
schien slem) te 'kopen', dan zijn NZ
goed af. In de praktijk had noord
(hoe bestaat het!) één schoppentje,
zeven kleine hartens geen ruiten
en AH vijfde van klaver. Vijf ruiten
was dus het theoretisch maximum
en degeen die dat (liefst gedou
bleerd» zou weten te bereiken, is een
zeer goede of een zeer gelukkige
bridgeepeler!
De woorden van meer dan 3 let
ters dienen als volgt worden gevon
den: U treft op twee na 18 hori
zontaal en 16 verticaal steeds twee
omschrijvingen aan. De letters van
de gevonden woorden kunt u na om
zetting tot één nieuw woord vormen.
Deze woorden dient u in de puzzel
aan te brengen.
OPLOSSING VORIGE PUZZEL
Horizontaal
Wegens het wegvallen van een re
gel in de puzzelopgave (43 verticaal»
moest zijn het roofdier: marter
is er enige moeilijkheid by de oplos
sing ontstaan. Niettemin kwamen
vele inzendersisters» met het juiste
woord voor de dag. By de beoorde
ling van de oplossingen is dit woord
door ons buiten beschouwing gelaten.
Als prijswinnaars» essen) kwamen
uit de bus: Eerste prys van f 10,
mevrouw M. C. Barkema, De Sitter-
laan 40 Leiden; tweede prijs van
f7 50 de heer E. C. M. de Waal.
Bernhardstraat 5. Zoeterwoude (Ho
ge Ryndyk»prijs van f 5.mevrouw
J. J. Winkelaar-de Bruin. Nieuwe
Ryn 3. Leiden en de heer N. van Os-
nabrugge. Akkerstraat 1. Leiderdorp
De pryzenn zullen aan de winnaars
(essen) worden toegeeondenn.
Verticaal:
1. zak; boksterm
2. lichaamsorgaan; blljartstok
3. inhoudsmaat; voedsel
4. schrijfgerei-, eetlust
5. kleur: dat is
6. heilige; noot
8. uitgave; aankomend
11. karaat; herkauwer
12. getemd; voertuig
13. voorschrift; lidwoord
landbouwer: soort onderwijs
op die plaats; schijngestalte van
de maan
beveladministratietroepen
vogel; deel van de bijbel
gezetvoorzetsel
zindrank
toiletartikel; knaagdier
deel van een stad; zonnegod
ambtshalve; noot
herkauwer
bokstermnoot
drangelegenheid; schijngestalte
van de maan
diepte tussen twee zeebanken;
loot
verpakkingsmateriaal; hoofddek
sel
aanwijzend vnm.; gelofte
kindergroet; deel v d. mast
windrichting; soort onderwijs
insekteneter; plaats in Overijssel
deel van een bijenkorf; bijwoord
14 kluitje planten; ter herinnering
16. elasticiteit
20. lichaamsdeel; boom
21. ogenblik; schuine strook in een
weefsel
22 schaakterm; troefkaart
23. de oudste: familielid
25. rivier in Italië; int. aanduiding
van een windrichting
26. keurig; redactie
28. rivier in Azie; noot
Oplossingen onder 't motto KRUIS
WOORDRAADSEL dienen voor
woensdag aanstaande te 9 uur in het
bezit te zyn van de redactie van het
Leidsch Dagblad, Witte Singel 1, Lei
den. Wij stellen vier prijzen beschik
baar: één van f 10.-, één van f7.50
en twee van elk f5.-. Alleen abon
nees kunnen meedingen.
Kont er achter
jaiadtjajqooj uba pnsq r
iau 'L
qnp uba o ap 9
.lajads .lajjuti uba jeq 8uod-8tnd g
jajads jamoaj uiqs uba afaBz
sjqoaj ueui uba aijad g
Mno.ia uba paoq z
ti|u|[ usua uba pusq uj sb[J 11