Antillianen in Nederland
GROOT TEKORT LIMBURGSE KOLEN
Per gezin 35 gulden meer
belasting
in 1971
Om stijgende kosten gemeenten provincie te dekken
Betere prijs in buitenland Handel moet importeren
WOENSDAG 28 OKTOBER WTO
LEID SCH DAGBLA»
PAOINJÏ f5
Watapana, Antillianen-getto in Amsterdam.
(Van onze correspondent,
Gerard Habraken)
WILLEMSTAD (GPD) Wel
varend Nederland oefent een
steeds grotere aantrekkings
kracht uit op de grote groep An
tillianen, die zich in eigen land
met een groeiend werkloosheids
probleem geconfronteerd zien.
Een woordvoerder van het Antil-
lenhuis in Den Haag schat het
aantal Antillianen dat op het
ogenblik in Nederland werkt, op
zeven- a achtduizend.
Pater Verschoor, aalmoezenier on
der de Antilliaanse gastarbeiders in
Nederland, noemt het getal 10.000 en
vindt zijn schatting aan de voorzich
tige kant. Het aantal probleemgeval
len is dermate groot, dat hij zich
uiterst bezorgd toont over de nog te
verwachten grote stroom Antillianen.
„Kontakto Antiyano", één van de
vele stichtingen, die zich bezighou
den met het wel en het meer voor
komende wee van de Antillianen in
Nederland, spreekt over een uitver
koop van Antilliaanse arbeiders: het
Nederlandse bedrijfsleven bestelt en
de Antilliaanse regering levert het
gevraagde aantal werknemers. Steeds
meer Nederlandse bedrijven sturen
hun vertegenwoordigers de oceaan
over om op de Antillen arbeidskrach
ten te recruteren.
De grootste drijfveer achter deze
reislust is het feit, dat Antillianen,
met hun Nederlands paspoort, offi
cieel niet tot de buitenlandse gast
arbeiders gerekend worden. Restric
ties die gelden bij hetwerven van
Marokkanen, Turken en Italianen,
zijn niet van kracht voor Antillianen.
Voor de nodige voorlichting is bij
deze transactie weinig plaats. Een
paar gestencilde velletjes of in het
gunstigste geval een avondje onder
het motto: Houdt in Nederland de
naam van de Antillen hoog". Een An
tilliaan, die naar Nederland trekt,
heeft meestal geen notie van het ar
beidsklimaat waarin hij terecht
komt?. Misschien onbewust spiegelt
hy z(jn toekomstige positie in Neder
land aan die van de "macamba"
(Hollander), die in de Nederlandse
Antillen aanzienlijk boven de wei-
standsgrens leeft.
De kennis van de Nederlandse
werkgever over het leefmilieu van
zyn Antilliaanse werknemer beperkt
zich meestal tot de informatie, die
hij zo nu en dan van züh tv-scherm
plukt. Omdat „die men en daar op
Curasao alleihaal in krotten wonen",
voelt hij zich volkomen gerechtvaar
digd als hy zyn Antilliaanse arbei
ders met vier of vyf man in een
kamer huisvest. Hy ziet het ergens
nog als een soort ontwikkelingshulp.
Een Antilliaan die tegen deze huis
vesting protesteert, heet al gauw on
dankbaar of brutaal en als hy zich
niet gauw genoeg weet aan te passen
aan het Nederlandse werktempo,
krijgt hy ook nog het etiket „lui"
opgeplakt.
De gevolgen van dit soort commu
nicatie-storingen blyven natuurlyk
,,Er wordt niets voor ons gedaan., we worden
gediscrimineerd. Dit zijn de grote klachten van
Antillianen, die de werkloosheid in ons overzees ge
biedsdeel ontvluchtten om in het .beloofde land"
Nederland een nieuw bestaan op te bouwen. Voor
velen wordt het een weg naar de teleurstelling, via
de ene werkgever en hospita na de ander. Onze
correspondent op Curacao, Gerard Habraken, heeft
in Nederland de moeilijkheden rond de Antillianen
nagegaan en plaatst deze in bijgaand artikel tegen
de achtergrond van de situatie op de Antillen zelf.
HEERLEN (GPD) De ko
lenhandelaren in Nederland
staan' te dringen om Limburgse
steenkool. Volgens de Vereniging
van Groothandelaren der Lim
burgse mynen is er in Neder
land een groot tekort aan Lim
burgse kolen. Dat tekort wordt
ook gesignaleerd door de heer J.
Stevens uit Maastricht, provin
ciaal voorzitter van de Limburg
se brandstoffenhandelaren.
Volgens de nog in' bedryf zyn-
de Limburgse mynen is het te-,
kort te wyten aan de groothan
delaren zelf: ze bestellen met
mondjesmaat in de zomer en
ontdekken' in oktober en novem
ber meestal dat ze te weinig be
steld hebben. Bybestellen is er
niet meer by.
Het tekort aan Limburgse
steenkool wordt niet in de eer
ste plaats veroorzaakt door het
aflopen van de Limburgse mij-
nenindustrie. maar door de ver-
kooppolitiek van de mynen, zeg
gen de groothandelaren. De
mijnen verkopen hun kolen lie
ver in het buitenland, waar ze
er meer geld voor krygen. De
Nederlandse brandstoffenhande.
laren zyn door die politiek ge
dwongen kolen te importeren.
„wy moeten kolen uit Duits
land halen", zegt de heer G.
Dykmans, voorzitter van de Ver
eniging van Groothandelaren
der Limburgse mynen. Dat
scheelt gemiddeld twee tientjes
per ton. De Limburgse noot
jes vier kosten ongeveer 145
gulden franco thuis. De Duitse
gelykwaardige kolen f 165. Om
dat de mynen een betere prys
in het buitenland maken, laten
ze ons in de kou staan. Wy kry
gen precies wat we volgens con
tract moeten krygen en geen
noot meer".
De Maastrichtenaar Stevens
heeft het ook over discriminatie,
wanneer hy over de verkoop van
steenkool praat. „Wy kunnen
nog aan de vraag van onze
klanten voldoen, omdat we
importeren, voorn ameiyk uit
Duitsland. Door die import
wordt de verkoopprys van de ko
len wel hoger. Het gevolg i6 dat
de brandstoffenhandelaren nog
meer met hun rug tegen de
muur gezet worden.
De mynen verkopen liever hun
kolen" duur in het buitenland,
dan dat ze ons uit de brand
helpen", zegt de heer Stevens.
De heer Stevens ontkent dat de
mynen op dezelfde manier con
tracten afsluiten met binnen
landse handelaren ais met- bui
tenlandse. „Wy krijgen nooit
wat we vragen. We worden ge
discrimineerd door onze eigen
myndirecties".
Zaken zijn zaken
De myndirecties ontkennen
dat de Nederlandse brandstof
fenhandelaren benadeeld wor
den. Iedere handelaar kan in de
zomer een contract afsluiten.
„De meeste handelaars zyn hui
verig om teveel kolen te bestel
len. Ze voelen er weinig voor om
na de winter met een overschot
in hun maag te zitten dat ze
niet meer kunnen verkopen. Te-'
ge» de winter merken ze dat de
verkoop beter loopt dan voor
zien was en dan is Leiden
in last. De groothandelaren
schreeuwen om meer kolen. Wij
houden ons precies aan het con
tract. Mogen we daarnaast onze
kolen misschien zo duur moge
lijk proberen te verkopen in het
buitenland? Zaken zyn zaken.
Het is elk jaar hetzelfde liedje
met de brandstoffenhandela
ren". zegt een woordvoerder van
DSM.
Rug tegen muur
„wy zouden de Limburgse ko
len grif kwyt kunnen", zegt*de
heer Dijkmans uit Tilburg, voor
zitter van de Ver. van Groot
handelaren der Limburgse my
nen. Door de import van kolen
worden we in een nog moeilyker
positie gedrongen. Hoe duurder
de kolen worden, hoe meer men
sen overstappen op andere
brandstof. De kolenhandelaren
worden daardoor gedwongen een
ander baantje te zoeken. Men
laat ons doodgewoon in de
steek", zegt de heer Dykmans.
„Een ander baantje zoeken is
gemakkelijker gezegd dan ge
daan. Tientallen anderen zyn je
ul voor geweest om dat baantje
te krygen. Elke kolenhandelaar
wil zyn deur sluiten". Van de
zesduizend brandstoffenhande
laren die Nederland in' 1965 tel
de, zyn er nog hoogstens twee
duizend over.
De situatie in Limburg is on-
overzichtelyk. aldus de heer J
Stevens. „Zeker tachtig procent
van de kolenhandelaren laat de
kolen bestellen door een collega.
Je weet niet wie er nu nog in
het vak zit en wie niet". De
meeste kolenhandelaren zyn
volgens de heer Stevens overge
stapt naar de vrye benzine.
niet uit. Een groot aantal Antilliaan
se gastarbeiders verbreekt voortydig
het arbeidscontract en zoekt het ge
luk verder in Amsterdam of Rotter
dam. Samen met landgenoten, die op
eigen gelegenheid naar Neder
land zyn gekomen, vormen zy de
steeds groeiende groep probleemge
vallen. Voor de sterken zyn er de
koppelbazen; voor de zwakkeren lokt
de zelfkant van de maatschappy.
I In Amsterdam ontwikkelt zich aan
de N.Z. Voorburgwal, vlak by het
j Centraal station, een kleurlingenget-
I to. Aan de ene kant ligt daar café
j „La Bonanza" als trefpunt voor de
Surinamers. Aan de overkant ont-
j moeten de Antillianen elkaar in en
j om café „Watapana". Contact tussen
I deze twee groepen rijksgenoten is er
J niet .Een Antilliaan voelt zich bele-
I digd als je hem voor een Surinamer
aanziet.
In de bak
(Van onze parlementaire redactie)
DEN HAAG (GPD) Als het sterk gewijzigde wetsont
werp over de verruiming van het provinciaal en gemeentelijk
belastinggebied door het parlement wordt aangenomen, zal het
mogelijk zijn dat de belastingdruk met ongeveer 35 gulden
per gezin per jaar zal toenemen.
Dit verklaarde gistermiddag in
de Tweede Kamer minister Witte
veen naar aanleiding van een op
merking van het socialistische
kamerlid Franssen, die vorige
week had gezegd dat naar zijn
berekening een belastingdruk
zou kunnen ontstaan van onge
veer 75 gulden per gezin per jaar.
Minister Witteveen voegde er aan
toe dat hy in principe niet wist wat
de belasting-druk in werkely kheld zou
worden. „Voor een groot gedeelte
moeten de gemeentebesturen het
maar beoordelen. In verband
met de gemeentelyke autonomie wil
len wy het ook niet weten", aldus
de bewindsman. „Tegenover het nul.
van de uitgaven moet van de bur-
een offer worden gevraagd en
wanneer wy de gemeentelyke auto
nomie willen handhaven dan is het
volstrekt essentieel dat er een eigen
belastinggebied voor de gemeenten
komt.
De beslissing over het nut en het
offer moet zo dicht mogelijk by do
burgers worden gebracht". Het ryk
zal by de nieuwe regeling zelf een
offer van 20C miljoen gulden bren
gen, terwijl er door de burgers nog
eens in totaal 100 miljoen gulden
meer zal. moeten worden opgebracht.
Het offer van het ryx, zo verzekerde
dr. Witteveen, vindt plaats zonder
extra belastingverhoging.
Uit vorige eeuw
Staatssecretaris Grapperhaus (Fi
nanciën) voelde er niets voor hoe
wel hy daarmee de wens van de
meerderheid van de Kamer trotseer
de de vermakelykheidsbelasting te
laten blyven bestaan. „De vermake
lykheidsbelasting stamt uit de vorige
eeuw en past niet meer in deze tyd"
zo zei de bewindsman. Overigens
biyft de vermakelijkheidsbelasting
met uitzondering voor de bioscopen,
nog enkele jaren bestaan en in deze
periode wilde de staatssecretaris neg
eens bezien of voor deze belasting in
de plaats een ander soort belasting
kan worden ingevoerd, zoals het li
berale kamerlid Koning had voorge
steld. Mr. Koning stelde vorige week
voor een soort vermakelij kheidsretri-
butie in te voeren, waarby de kos
ten die direct verband houden met
zo'n vermakelijkheid door de ge
meenten aan de bezoekers kan wor
den berekend.
De staatssecretaris heeft inmiddels
toegezegd dat met de nieuwe belas
ting op onroerend goed in ieder ge
val rekening zal worden gehouden
met de minder-draagkrachtigen
Daarbij zal niet worden uitgegaan
van het inkomen, maar van de
grootte van het pand. Dr. Grapper
haus meent dat het beter is als er
een vrystelling komt voor de klein
ste panden. Hy zal dan ook speciaal
hiervoor een machtigingsregeling
ontwerpen.
„Wel enig begrip" had de staats
secretaris voor het pleidooi van en
kele confessionele kamerleden om
kerken buiten deze belasting op on
roerend goed te stellen, maar hy
voelde èr niets voor om ook uitzon
deringen te gaan maken voor scho
len, natuurgronden en monumenten.
Twee dagen uitstel
Zoals gemeld heeft het oorspron-
kelyk ingediende wetsvoorstel veel
kritiek in de Kamer gekregen, zowel
van de leden van de oppositie als
van de regeringsparty en. Ook tydens
de voorbereidende commlssievergade -
ringen was deze kritiek al naar vo
ren gekomen. Na de behandeling ra
eerste termyn vorige week dinsdag
heeft de regering besloten op een
aantal belangryke punten alsnog
wyzigingen aan te brengen, waardoor
met name de oppositie zich blykbaar
overrompeld voelde.
De* socialist Vellenga constateerde
met verbazing dat de laatste nota
van wijziging aan net eind van de
vorige week gelyk met een aantal
amendementen daarop van de rege
ringspartner. by hem thuis werd be
zorgd. Drs. Den Uyl meende dat dat
een onjuiste gang van zaken was,
omdat ook de fracties die niet de
regering steunen, tyd behoren te
krygen om zich te beraden. Beide
Minister Witteveen en staats
secretaris Grapperhaus tijdens de
rede van minister Beemink in de
behandeling over de gemeente
lijke- en provinciale belastingen.
kamerleden, met de PSP'er Wieben-
ga. die zich by hen aansloot, sugge
reerden dat de regeringsparty en en
de regering onder één hoedje hebben
gespeeld.
De Kamer besloot daarop de twee
de termyn van de behandeling niet
onmiddellijk te laten plaatsvinden,
maar tot morgen en volgende week
woensdag üit te stellen.
Wielrennen —De Nederlandse
beroepswielrenner Gerard Vianen
(26) heeft een contract gesloten met
de Franse ploeg van Fagor-Mercier.
waarin onder andere ook de Frans
man Raymond Poulldor rydt.
Zondagavond in café Watapana;
Het heeft iete weg van iyn 24 tydens
het spitsuur. Antillianen die uitbun
dig lachen of diep treurig voor zich
uit staren. Twee dansparen maken
licht golvende bewegingen op een
vierkante meter. In een hoek zit een
helblond meisje te snikken: haar
vriend is door de politie opgepikt,
omdat hy een ruit heeft ingegooid
by zyn ex-hospita, die hem buiten
de deur heeft gezet. „Als een Hollan
der zoiets doet. krygt hy een proces
verbaal: een Antilliaan komt direct
in de bak terecht".
Naast haar zit een jonge Antilliaan
zich te verbazen over de wonderlyke
wegen van het Nederlandse ambte-
ïyke apparaat; „Ik kan geen kamer
krygen, omdat lk niet in Amsterdam
sta ingeschreven en ik word niet in
geschreven omdat ik geen vast adres
heb".
Het gedrang concentreert zich rond
de bar. Ronald, Lesley, Stanley, Ri-
cardo: Officieel heten zy ryksgeno-:
ten; ze voelen zich desperado's. Op
hun geboorte-eiland zyn ze teveel, in
Nederland worden ze niet geaccep
teerd: „Onze regering stuurt maar
jongens naar. Nederland en kykt niet
meer naar ze om".
In 1966 kwam Lesley voor de eer
ste maal naar Nederland op een con
tract by Van der Heem. Ruim een
jaar later was hy al weer terug op
Curacao„aanpassingsmoeilykhe-
den". Maanden liep hy zonder werk
en ln 1968 vertrok hy op eigen gele
genheid weer naar Nederland. Een
zwerftocht langs diverse koppelbazen
en hospita's. Hy is juist voor de zes
de maal van zyn kamer gezet.
De eigenaar van Watapana
zelf een Antilliaan heeft hem
voorlopig aan onderdak geholpen,
zyn vrouw kan by hem wonen, maar
voor de twee kinderen is geen plaats;
die zyn ergens in de provincie onder
gebracht. „Er wordt hier in Amster
dam zwaar gediscrimineerd. Een Ne
derlander is aardig voor kleurlingen
als ze op een afstand blyven. De Ne
derlandse kranten worden kwaad als
er in Kaapstad een paar Surinamers
niet in een restaurant worden toege
laten, maar hier in Amsterdam zyn
de meeste dancings ook voor ons ge
sloten. Als een Hollander vriendelyk
voor je ls, heeft hy wat van je no
dig".
Discriminatie ls een onuitputteiyk
onderwerp van gesprek aan de Wa
tapana-bar„De politie staat altyd
aan de kant van de Hollanders".
„Als we op het arbeidsbureau ko
men, krygen we te horen: daar heb
je weer zo'n Surinamer".
„Als één van ons voor de rechter
moet komen, staat er met grote let
ters in de krant, dat er weer een
„Antilliaan" veroordeeld is".
„De meeste hospita's willen geen
kamer aan ons verhuren en als we
een kamer kunnen krygen worden
we afgezet".
Een Amsterdamse hospita over de
Antillianen: .Het zyn van die
vreemde gosers. Ze willen twee keer
per dag douchen en ze slapen naakt
met hun sokken aan. Als er een paar
by elkaar zyn, maken ze een vrese-
ïyke herrie en ze zyn nooit op tyd
by het eten".
Rasverbetering
Ook onderling wordt er nogal ge
discrimineerd. Watapana wa* oor-
spronkeiyk de stamkroeg van de An
tilliaanse studenten in Amsterdam.
Nu de arbeiders ook een plaats aan
de bar zoeken, blyven zy weg. Even
wel, geen plaats voor Antilliaanse
meisjes in café Watapana. De Antil
liaanse arbeiders preferenen Hol
landse schonen. Hoe blonder, hoe lie
ver. Sommigen komen er rond voot
uit: rasverbetering.
De algemene klacht van de Antil
lianen in Nederland: „Er wordt niet*
voor ons gedaan". Niet ver van Wa
tapana op de Rozengracht is het
kantoor van de stichting „Kontakto
Antiyano". Geen van de Watapana-
bezoekers biykt echter op de hoogte
van het bestaan van deze stichting.
Het kantoor van „Kontakto Anti
yano" is de thuishaven van pater
Verschoor. Na jarenlang.betrokken te
zyn geweest by de zielzorg in de Ne
derlandse Antillen, heeft hy zyn
werkterrein nu verlegd naar de An
tillianen in Nederland. Als hoofd
zaak voor het grote aantal misluk
kingen ziet hy de gebrekkige voor
lichting in de Nederlandse Antillen
en een verkeerde begeleiding in Ne
derland.
De Antillianen die naar Nederland
vertrekken, zijn op geen enkele ma
nier voorberejd op het naar Antil
liaanse begrippen hoge werktempo en
het harde levensklimaat in Neder
land. Het wordt allemaal veel te mooi
voorgespiegeld- Er worden vakoplei
dingen beloofd, maar in werkeiyk-
heid komt hier niets van terecht.
Ook de wyze waarop Antilliaanse ar
beiders in Nederland worden opge
vangen, werkt teleurstellingen in de
hand. Een Nederlandse werkgever is
maar al te gauw geneigd zyn Antil
liaanse werknemer te bevoogden in
plaats van hem te begeleiden.
De laatste maanden zyn er op dit
gebied nogal wat moeiiykheden ge
weest met Antilliaanse meisjes.
Als zy onder elkaar Papia
mento spreken, moeten zy een boet»
betalen. Bezoek mogen zy niet ont
vangen en de directrice bepaalt wel
ke tv-programma's ze mogen zien.
Van de beloofde opleiding tot ver
pleeghulp komt niets terecht.
,Te dom"
De directrice: „Die meisjes zyn veel
te dom om iets te leren. Ze zyn lui
en brutaal: ik zal biy zijn als ik ze
kwyt ben".
De meisjes willen wel weg. maar ze
kunnen niet. Eerst moeten zy de
heen- en terugreis aan de directrice
terugbetaald hebben.
Een textielindustrie in Hengelo
heeft zyn Antilliaanse werk
neemsters in een klooster onderge
bracht. Geen bezoek en 's avonds om
tien uur het licht uit. De opleiding
tot naaister betekent dag in, dag uit,
rokken zomen en dweilen naaien.
De klacht „er wordt niets voor ons
gedaan" ïykt ten dele ongegrond.
Een onnoemeiyk aantal stichtingen
en verenigingen houdt zich bezig met
de problemen van de Antillianen in
Nederland. Behalve „Kontako Anti
yano" in Amsterdam ls er „De
poort" in Den Haag, „Canoa" in Ny-
megeniedere stad heeft wel zyn
eigen instituut: een versnippering
van goed bedoelde pogingen zonder
veel nuttig effect. Men weet ran el-
kaars bestaan af, maar veel onder
ling contact is er niet.
De relatie met het Antillenhuis,
de zetel van de Antilliaanse gevol
machtigd minister in Den Haag, is
uitermate slecht.
Pater Verschoor zegt erover: ,Het
Antillenhuis doet niets voor de An
tilliaanse arbeiders in Nederland en
ieder particulier initiatief in deze
richting wordt vanuit Den Haag te
gengewerkt".
Ondanks de vele teleurstellingen
biyft Nederland het beloofde land.
Voor steeds meer Antillianen bete
kent een enkele reis Nederland het
einde van een onzekere toekomst.
Van enige planning of emigratiepoli-
tiek is 'echter geen sprake. Zo kan
het gebeuren, dat Werkspoor NV in
de Nederlandse Antillen arbei
ders werft voor de bedryven in Ne
derland, terwyl Wesc ar. de An
tilliaanse dochteronderneming van
Werkspoor, in de omliggende Zuid-
amerikaanse landen lassers pro
beert te vinden voor het bedryf op
Curacao. De geschoolde arbeiders
vertrekken naar Nederland.
Op de Antillen biyft het probleem
van de duizenden ongeschoolde
werklozen...,.