Vew Yorks hart sterft langzame dood ponder City kampt met vele problemen Bij de foto's: juif** oor film of televisiebeelden wordt wel eens de indruk ge it, dat New York voor het grootste deel uit wolkenkrabbers ij irede, drukke straten bestaat. Voor veel bezoekers valt het ook erg tegen als het eerste wat zij van de metropool zien !er armoede en ellende suggereert dan weelde en welvaart. ;.:i* jezoekers komen echter niet voor niets: de wolkenkrabbers spectaculair en Manhattan is een unieke wereld met vele Buiten het schiereiland Manhattan, het hart van de is echter niets te vinden, dat ook niet elders in de VS of ivcoi-eioo wereld te vinden is. Het patroon variëert van 'ge, stille, oude wijken met grote herenhuizen aan brede n tot arme krottenwijken, waar kleine kinderen met boter- ;|men en viese neuzen rondlopen, terwijl hun moeders vanaf alkons gesprekken roepen met buurvrouwen en hun vaders rote auto's rijden en weinig werken of veel werken en te ^hriP'S verdienen voor hun grote gezin. dere districten. Vanaf het noorden is Manhattan over een landtongetje te bereiken: het meeste verkeer komt echter binnen via de zes bruggen en de vier autotunnels. Deze kunnen het verkeer niet snel genoeg verwerken in de spitsuren en de talryke veer diensten over de Hudson-rivier kun nen de hoofdroutes niet genoeg ont lasten. Angstwekkend Het verkeersprobleem wordt nog steeds groter. Moet men in de VS rekenen met één auto per vier inwo ners. voor Groot New York is dat cyfer nóg angstwekkender. De ont wikkeling van het verkeersnet kan de groei van het wagenpark niet bij houden. Highways, die tien Jaar gele den werden aangelegd zijn al weer overtroffen door super-highways, die het verkeer evenmin kunnen verwer ken. Op Manhattan doet zich boven dien de moeilijkheid voor, dat er geen plaats is voor nieuwe wegen. Men probeert verlichting te brengen door in bepaalde straten en lanen alle verkeer over zes rijbanen in één rich ting te laten rijden. Om nieuwe we gen te kunnen aanleggen moet men de lucht in of in de grond. Alleen tunnelwegen en hangwegen kunnen de verkeerschaos in de stad nog op heffen. Men bestudeert nu hoe dit soort wegen gerealiseerd kan worden. Wat voor het forensenverkeer geldt, gaat evenzeer op voor de nimmer af nemende stroom van vrachtwagens, waarmee een groot deel van de goe deren, die New York verbruikt en produceert wordt aan- en afgevoerd. Alleen al de lokale verplaatsing van de ontzaglijke hoeveelheden voedsel voor de ongeveer vijftien miljoen in woners van Groot New York schept verkeersproblemen. Bij dit voedsel- transport rekent men in de stad met voor buitenstaanders ongelooflijke hoeveelheden. Het omvat bij voor beeld meer dan zestig miljoen bana nen per Jaar, negentig miljoen kilo vis, ruim twee miljoen kiloknof look. twee miljard eieren en meer spaghetti dan Rome en meer melk dan Noorw?gen, Denemarken en Bel- Ui werkelijk spectaculaire van de kier City" blijft beperkt tot het feiland Manhattan, het hart ie stad. Hier liggen de proble- file een voorspoedige ontwikke- loe an de stad in de weg staan, d te' meest in het oog springende It. km is ongetwijfeld dat van het er. New York is één van de twee hebty bi de wereld de andere is stelfcKong die hun stadscentrum ;ijn (P eiland hebben liggen. New- llopei moeilijkheid is dat dit eiland ersti# verkeersaantrekkende func- War«feeft. Tot voor kort .was 58 werkgelegenheid er geconcen- erst-L De haven, de handelskantoren het uitgaanscentra dragen ook bij verkeersstroom. Door de ;de afstand tussen wonen en d.w.z. door het verschijnsel, toenemend aantal mensen dden- en hogere inkomens er •keur aan geeft in voorsteden buitenwijken te wonen, of helemaal „buiten" schijnt leersprobleem helemaal onop- te zijn geworden voor het •kse bestuur. De meesten heb- werk in de City, de binnen- t er dagelijks een ware ge- 'eging van auto's ontstaat, op- ing Od in de vroege ochtenduren en toreiï de avond af ebbend. Deze bJraardige concentratie van mge^jelegenheid in het centrum Hüvetot gevolg, dat dagelijks niet al- '"0.000 forensen de stad binnen- maar ook twee miljoen «woners uit de andere vier rieten en uit Noord-Man- zich naar het werkterrein, in- en Zuid-Manhattan. bege- fcen de stad kan het verkeer nog i verwerkt door het groeiend gewone autowegen en van t-highways" in de vorm van ikes en free-ways (equiva- van de Duitse Autobahnen, «jrespectievelijk wèl en géén tol geheven)In de stad zelf loopt keer hopeloos vast. Dat wordt t geringe mate in de hand ge- door de slechte verbindingen, t schiereiland heeft met de an- glë samen verbruiken. Behalve de eigen voorziening is er dan het enor me transport van en naar de vele bedrijven, die levensmiddelen bewer ken en verpakken ter verzending door het hele land. New York is na melijk de grootste levensmiddelen verwerker van de VS. En dit alles dan nog afgezien van de talloze an dere produkten, die naar, door en uit Manhattan worden getransporteerd. De verkeersproblemen hebben niet alleen betrekking op het wegverkeer. Een krant publiceerde enkele Jaren geleden een vaste rubriek onder de titel: Te laat geweest vandaag? Daaronder stond dan het verslag van de een of andere vervoersvertra- ging, in hoofdzaak veroorzaakt door de subwaysituatie. Die situatie blijft de aandacht trekken, omdat er een chronisch tekort is op de exploitatie van het ondergrondstransportbedrijf. Toch is de subway nog het goedkoop ste transportmiddel van de stad en ook het snelste. Een traject waar een taxi zo'n 25 minuten voor nodig heeft, doet de subway in twaalf mi nuten. Bedreigd Het Newyorkse subwaysysteem is één van de ontwikkeldste systemen in de wereld: in het centrum van Manhattan zijn talrijke stopplaatsen, die in verbinding staan met de vaak veraf gelegen woonwijken. De sub- way-officials zijn over de gang van zaken niet te spreken. Zij zien de toekomst van de ondergrondse spoor lijn bedreigd door het toenemend aantal auto's waardoor het aantal forensen onder de passagiers wordt gereduceerd. Volgens Raymond E. Murphey «hoogleraar in de economi sche geografie aan de universiteit van Clark) kan men met evenveel recht zeggen, dat het ongemak van de spoorwegen het toegenomen ge bruik van auto's in de hand heeft gewerkt. Voor de minder draagkrachtigen is de subway hèt ideale middel van ver voer. Een nieuwe prijsverhoging om de service te kunnen uitbreiden zal dus op de economisch zwaksten neer komen. Het stadsbestuur vindt dat niet billijk, maar heeft ook geen re serves meer om dè noodzakelijke ver beteringen aan te brengen. Een ver blijf in de sombere en vuile subway is allerminst een pretje voor de rei zigers. Vooral niet omdat de laatste jaren uitvaagsel kans heeft gezien om het terrein van activiteiten uit te breiden tot subway stations. Het treinverkeer heeft dezelfde moeilijkheid als de automobilist. De bereikbaarheid van Manhattan is moeilijk, omdat het bijna helemaal ingesloten wordt door de Hudson. Van de acht spoorlijnen, die de Hud son vanuit het westen naderen komt er maar één (.die uit Pennsylvania, per tunnel» op Manhattan. De eind haltes van de andere lijnen liggen aan de andere oever van de rivier. Via andere vervoersmiddelen (bus, taxi, subway, pont) moeten de reizi gers dan het hart van de stad zien te bereiken. Het relatief minder belangrijke ver voer per bus levert weinig problemen op. De busverbindingen worden vooral daar druk gebruikt waar veel forensen wonen en de subway niet komt. Belangrijk zijn de busverbin dingen met de verschillende vliegvel den. Het vliegverkeer in de VS is sterk ontwikkeld, de belangrijkste plaats die New York in de VS en de wereld inneemt zorgt voor 'n extra drukte, zodat de vijf vliegvelden van de stad alle vierentwintig uren van de dag druk bezet zijn. Die drukte dreigt zelfs nog snel groter te worden door de „cheep coach travel" (het terug brengen van de luchttarieven tot het peil van de spoorwegen). De stijgen de welvaart en de vergroting der be drijven heeft het particuliere lucht verkeer een grote stimulans gegeven; zo'n grote stimulans zelfs, dat het luchtverkeer boven New York een se rieus probleem is geworden. Een pro bleem, dat niet meer kleiner, wel gro ter wordt. Verarming De verkeersmoeilijkheden in de stad hebben voor de handel en indus trie 'n kostenvergrotende werking. Ter illustratie 't veelvuldig aange haalde voorbeeld van de sinaasappel de vervoerskosten van de kade aan de westzijde van Manhattan tot de consument ergens in 't oostelijk deel van New York City zijn hoger dan de totale kosten van het kweken van de vrucht in Californië plus de kos ten van het transport dwars door de VS naar New York. Onder dergelijke omstandigheden is het voor bedrij ven allerminst attractief in het hart van de wereldmetropool te zijn ge vestigd. Meer dan tachtig pro cent van de werkgelegenheid, die na de Tweede Wereldoorlog werd ge- schapen werd dan ook in de randge meenten aangeboden. Sinds dezelfde tijd begint de trek naar buiten op gang te komen, d.w.z. steeds meer „witte boorden" verhuizen van de donkere en vuile stad naar de scho nere, frissere en modernere buiten wijken. De warenhuizen uit de oude' wooncentra volgen hun klanten op hun trek naar de verre buitenwijken of stichten daar filialen, terwijl langs de rand van de stad ook super-mar kets verschijnen, die door hun uitge breide parkeerterreinen talloze „randbewoners" aantrekken en tege lijkertijd afhouden van de verre, door verkeersperikelen weinig aan trekkelijke binnenstad. Voor Man hattan betekent dat een verlies van koopkracht en daarmee het verdwij nen van vele winkelcentra. Wat blijft zijn de kleinere verzorgende winkels en enkele grote warenhuizen, die zich staande wisten te houden. Als koop centrum heeft de binnenstad sterk aan betekenis ingeboet, terwijl het als wooncentrum van weinig of geen betekenis meer is. Het duidelijkst spreken de gevol gen van deze samengestelde centri fugale beweging wanneer men zich op zondag door het arbeidscentrum van Manhattan begeeft: de stad lijkt dan volledig uitgestorven. De trek naar buiten is zelfs zó groot, dat van 1950 tot 1960 de stad ondanks de natuurlijke bevolkingsaanwas ander half procent in inwoneraantal terug liep. Dat de functionele verarming van de stad niet alleen een verschuiving is. maar ook samengaat met finan ciële verarming blijkt uit het ver schijnsel, dat tegenover het toene mend verdwijnen van de groep met de midden- en hogere inkomens (krantelezers, restaurant- en thea terbezoekers» de vestiging staat van vele lieden zonder enig of met een zeer gering inkomen. Dat bete kent dat bij stijgende kosten voor so ciale voorzieningen de inkom sten van de stad sterk teruglopen. In verscheidene oude, vroeger res pectabele wijken in en direct rond het centrum werden de verlaten, sterk in prijs gedaalde wonin gen door pas geürbaniseerde ne gers en Puerto Ricanen betrokken. Dit proces heeft geleid tot de uitge strekte krottenwijken, terwijl het ook samenhangt met problemen als de zorgwekkende positie van bepaalde geconcentreerd wonende minder heidsgroepen, de veelal relatief hoge misdadigheid (vooral ook de Jeugd misdadigheid), het tekort aan vol doende recreatieruimte, de noodzaak van woningbouw voor weinig draag- krachtigen en van vele andere voor zieningen. Tegenover het vertrek van 720 000 blanken in de periode 1950— 1957 stond de vestiging van onge veer 304.000. Puerto Ricanen en 311.000 negers: de eerste groep door gaans armlastig, de tweede minver mogend. Negerwijk Waar het schiereiland overgaat in Bronx ligt Harlem, de negerwyk, die men in elk ontwikkelingsland zou I kunnen aantreffen, maar in een stad als New York toch niet ver- I wacht. I Het stadsbestuur is er alles aan ge- legen de positie van de zwarte bevol- J king te verbeteren. Hierbij stuit het i echter op de moeilijkheid, dat het vooral gaat om mensen met een ge ringe ontwikkeling en waar het Puerto Ricanen betreft, met een ge- ringe kennis van de Amerikaanse taal. Jaarlijks komen er ongeveer 35.000 Puerto Ricanen naar New York. Ve len van hen spreken geen woord Amerikaans, velen leren het ook nooit. Toch zijn ze Amerikanen en niemand kan ze verhinderen hun ge luk te komen zoeken in de grootste regelmatig zijn. Ze wonen dan ook het liefst aan de grote subway-lij- nen, die de hele nacht geopend zijn. Omdat ze een sterke voorliefde voor clanvorming hebben (ze wonen het liefst dicht bij hun familie of bij een buurman uit het moederland, die al eerder de grote stap heeft gewaagd) ontstonden aan veel subwaystations Puertoricaanse buurten, waar ar moede en misdaad hand in hand gaan. Een onderzoek van E. F. Frazier (Negro Harlem: an ecological study) over de correlatie tussen de spreiding der negers en de staat waarin hun woning verkeert (type, ouderdom, toestand), leeftijd en sekse, status, kindertal, geboorte- en sterftecijfer en misdaad leert dat deze cijfers gunstiger komen te liggen naarmate men verder buiten Harlem komt. metropool van de VS. Niemand heeft stad met door: Hans-T.iido van dat trouwens ook ooit willen verhin deren. Een beweging, die men in En geland ziet onder aanvoering van t Lagerhuislid Enoch Powell, die de immigratie van zwarte rijksgenoten wil tegengaan heeft in Amerika of in New York nooit bestaan. Het tegen deel ls waar: ten bate van de Puerto Ricanen is een „Department of La bour" (onderdeel van de „migra tion") opgericht. Deze instelling gaat verder dan het geven van inlichtin gen over vacatures. Het bureau, ad viseert pas aangekomen Puerto Rica nen, verwijst hen naar organisaties op sociaal gebied en neemt bovenal actief deel aan hun opleiding. De meeste Puerto Ricanen werken in de dienstverlenende sector voorname lijk hotels en restaurants en een klein deel in de kledingindustrie. Hun werkterrein, centraal Manhattan, moeten ze op alle tijden kunnen be reiken omdat hun diensten nogal on- Vakbonden De situatie van de negers, de Puer to Ricanen en de arme blanken, die de vlucht naar de buitenwijken niet konden opbrengen zou een goede voe dingsbodem kunnen zijn voor een po litieke partij. Toch kent men noch in de VS, noch in New York een arbei derspartij, die een politieke rol speelt zoals bij ons de Partij van de Arbeid of in Engeland de Labour Party. Po gingen om de Amerikaanse arbeiders te brengen tot het oprichten van een eigen partij met politieke doelstellin gen hebben herhaaldelijk zo'n neder laag geleden, dat het animo er voor lopig af is. De arbeiders hebben zich overigens toch weten te bundelen. De meesten van hen behoren behalve tot de vak bonden tot de enige federatie van 't land: AFLCIO. Er werden door die federatie vakbonden uitgestoten waarvan bestuursleden zich aan on eerlijke praktijken schuldig maakten of omdat bestuurders in de kaart van gangsters en racketeers speelden. Zo zijn er vijftien grote en middelgrote organisaties, die buiten de AFL-CIO staan. De federatie is een samenvoe ging van de American Federation of Labour en het Congress of Industrial Organizations. De federatie, waarvan ruim tachtig grote organisaties deel uitmaken, oefent als zodanig geen politieke invloed uit. Enkele getallen geven aan welke plaats de arbeiders van New York in de federatie hebben. Er zijn in New York meer dan 2000 lokale afdelin gen, die van 282 nationale vakvereni gingen deel uitmaken. Van die afde lingen zyn er bijna 1480 samenge steld uit arbeiders in particuliere bedrijven; 530 afdelingen worden ge vormd door arbeiders bij openbare diensten. Er zyn lokale afdelin gen die van grote omvang zijn de internationaal bekende „Local 802", van de federatie van Amerikaanse musici, telt in New York maar liefst 30.000 leden. Er kan, niet eens by wUze van spreken, in de stad op geen instrument ook maar een noot ge speeld worden of Local 802 moet daarvoor toestemming hebben gege ven. Wanneer een groot buitenlands orkest een Amerikaanse tournee wil ondernemen, dan wordt een desbe treffend verzoek door het ministerie van Arbeid aan de federatie van mu sici voorgelegd. Er is echter een negatief element in de Newyorkse wereld van de ar beid, dat de ontwikkeling van bona fide organisaties belemmert. Dat ele ment wordt vertegenwoordigd door onderwereldfiguren, die parasiteren op wat door de arbeiders bereikt is. Er zijn organisaties, die dermate on der invloed van gangsters staan, dat strafrechteiyke incidenten niet uit blijven. Deze worden door de grol* organisaties bestreden, maar voorlo pig is het punt van de uitroeiing nog niet bereikt. Foto rechts boven: Het zakencentrum van New York, de zuidpunt van het schiereiland Manhattan, geeft nog het beeld van de oude machtige stad New York. Een beeld, dat vaak gebruikt wordt voor spectaculaire opnames in films. Helaas maar de hal ve waarheid. Foto rechts onder: Het andere deel van die waar heid is te zien direct bui ten het centrum. De arme buurten met de „open winkels" vertellen een an der verhaal. Foto links onder: Bij laag hangende bewolking blijft het gas, dat auto's en fabrieksschoorstenen ver oorzaken, onder het wol kendek hangen. Een ge vaarlijke situatie, waarbij oude mensen en patiënten wordt aangeraden binnen te blijven. Foto midden: Het trotse vrijheidsbeeld bij de in gang van de haven. Een herinnering aan de tijd waarin New York nog vele beloftes in zich droeg. Die tijd lijkt nu voorbij. 10 OKTOBER 1970 Newyorkers noemen hun stad het van de Amerikaanse samenleving, klinkt chauvinistisch, maarop de loonlijsten staan 3.500.000 In de fabrieken, die er in New en directe omgeving zijn werken één miljoen arbeiders. Dat is altijd meer dan alle in Chicago, Detroit' Cleveland en Los Angeles fabrieksarbeiders bij elkaar. De worden nog sprekender als men dat New York slechts één-tiendui- deel van de VS beslaat, dat er da- 175.000 vreemdelingen naar de trekken, dat er vijftig gebouwen zijn en de 1 20 meter, dat er zeven lokale ^|visie- en 25 lokale radiostations zijn- ^ylaar New York is niet alleen een stad superlatieven, het is ook de stad van tegenstellingen. De stad van zwarten >lanken, van armen en rijken, van oude LEIDSCH DAGBLAD PAGINA 11 herenhuizen, hypermoderne wolkenkrab bers en onverdraaglijke achterbuurten, van cultuur- en theaterleven, maar ook het broeinest van sexuele maniakken, neuro tici, moordenaars en oplichters en van sneeuwstormen bij tien graden Celcius on der nul en airconditioning in auto's en bussen. Voor alles is New York een stad van problemen. Van verkeersproblemen, pro blemen rond de trek uit de stad van de witte boordenverarming van het oude hart' functieverlies van het centrum, par" keerproblemen, luchtvervuiling, proble" men rond de haven en bestuursproblemen. Problemen die langzamerhand zó groot zijn geworden, dat er nog nauwelijks een oplossing voor te vinden is. Over deze pro blemen handelt het artikel „New York, stad met problemendat wij in twee de len zullen publiceren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1970 | | pagina 11