VECHTEN OM LIJFSBEHOUD Het gaat mij niet zozeer om gezag, maar vooral om verdraagzaamheid ontmoet vandaag de mens van morgen O CHU-LIJSTTREKKER MINISTER UDINK: 4 Harrison Salisbury schreef over het beleg van Leningrad Moeilijk parket ZATERDAG 3 OKTOBER 1970 LEIDSCH DAGBLAD PAGINA 7 Morgen, 4 oktober, is het dieren dag. Een extra-brokje voor uw hond, de poes wat langer op schoot en mis schien hebben we vandaag een mar motje voor de kinderen gekocht. Maar de Nederlandse bond tot be strijding van de vivi-sectie vindt dat dat overheid, wetenschappelijke we reld en bedrijfsleven ons niet het goede voorbeeld geven. Want zy on derwerpen dieren aan vivisectie. Zij bestuderen hoe levende dieren rea geren en proeven van allerlei aard. Dat zyn gruwelijke proeven en ze zijn de mens onwaardig, oordeelt de bond. Alleen al in ons eigen land eindigen drie miljoen dieren hun leven in de laboratoria van univer siteiten, van chemische en farmaceu tische fabrieken. Drie miljoen, dat is een schatting, want de vivisectie duldt geen nieuwsgierige blikken. Het ziet er naar uit de er nu ein delijk een Wet op de dierproeven komt. maar is de Nederlandse Bond tot Bestrijding van de Vivisectie nu ook tevreden? De secretaris, mr. F. Goud uit Voorburg, ontwoordt ontkennend „De wet beschermt de dieren onvol doende. We geven toe dat het al thans een stapje op de goede weg is, maar van openheid zal nog helemaal geen sprake zijn en dat moet in deze tyd niet meer mogelijk zijn". Vraag aan mr. Goud wat zyn bond in de 73 Jaren van zijn bestaan in de strijd tegen vivisectie heeft bereikt en het antwoord is: en het antwoord is: „Nihil, hele maal niets". Ik geloof dat het in de eerste plaats komt doordat het menselijk denken langzaam evolueert. De dierenbe scherming bestaat ook nog niet zo lang en de slavernij is ook nog maar pas een goeie honderd Jaar geleden afgeschaft. Het is een groeiproces van inzicht op moreel gebied en in de tweede plaats moesten er vroeger enorm veel misstanden worden op geruimd en toen kwam het dier na tuurlijk achteraan. In het verleden zal de benadering van onze kant ook wel niet altyd even Juist geweest zyn. Het publiek leest liever geen nare dingen, maar als men weet wat er aan de hand is. is men meestal wel in om wat te doen". De bond vreest dat wy met de moderne geneeskunde in een vicieuze cirkel terechtgekomen zijn: pillen, nieuwe ziekten, nieuwe pillen, ziek ten, nieuwe pillen, ziekten die steeds meer ongrijpbaar worden. Mr.Goud: „Je krijgt toch tegenwoordig steeds vaker van de dokter te horen dat Je maar met Je ziekte moet leren le ven?". Daarom wil de bond meer funda menteel onderzoek naar de oorza ken. waaronder met name psychi sche, van ziekte bij de mens en ook moet er veel meer aandacht komen voor de vivisectie vrije onderzoek methodes als weefselcultures en ge bruik van eieren (griepvaccins) „Onze Oostenrijkse zusterorganisatie meent, dat 90% van het virologisch onderzoek kan worden gedaan met weefselcultures". Belangrijk bezwaar van de bond tegen het wetsontwerp op de dier proeven is de prolongatie van de ge heimzinnigheid. Mr. Goud: „Op die manier kan men te veel zijn gang blijven gaan. Hoeveel er in Nederland gebeurt, weten we niet. Maar in Duitsland schijnt het ook voor kosmetische doeleinden heel erg te zijn, daarvoor worden van hier uit al die honden naar Duitsland gesleept. Eén van de proeven is dat ten behoeve van het onderzoek naar verjongingskuren de opperhuid van de dieren wordt af gebrand. En we weten ook dat men sen voor him proefschrift bij wijze van spreken op zolder vivisectie be drijven. Daarom komt met deze wet geen eind. Bij TNO nemen ze proe ven met dieren om antistoffen te vinden voor de bacteriologische en chemische oorlogsvoering, terwijl de wetenschap zelf zegt dat dat een uitzichtsloze zaak is". „We zijn er wel van overtuigd, dat de verzorging van de dieren beter wordt, maar in feite wordt de vrij heid van de vivisector bij wet ge regeld. Zoals het wetsontwerp er nu ligt weet de buitenwacht niet wie vivisectie mag bedrijven en ook niet voor welke proeven wel en voor wel ke proeven niet. Wij willen een ver gunningensysteem, waarbij het labo ratorium een licentie krijgt en de vivisector en de assistent een per soonlijke vergunning. Die laatste kun Je snel intrekken en de licentie alleen bij herhaaldelijk geconstateer de zware overtredingen. Dergelijke laboratoria zijn miljoenenzaken, die worden door de rechter niet zo gauw gesloten". „Vervolgens willen we in alle ge vallen verdoving, behalve als het niet anders kan. Kijk, vivisectie is in ver reweg de meeste gevallen al geen echte vivisectie meer, snijden in levende dieren dus, maar er wordt nu vooral gespoten. Het gaat de bond niet om het prikje, maar wat daarna gebeurtik weet niet of u wel eens een kankerpatiënt hebt zien lijden". Vraag aan mr. Goud: „Men ver- wyt de bond vaak dat sentimentele argumenten worden gebruikt. De bond heeft eens geschreven: „De vivisectie berust alleen op de macht van de sterkere en aldus zouden de wetten van de Jungle ook van toe passing kunnen worden verklaard op de mensenmaatschappy. De machten die deze geestesgesteldheid hadden, werd 25 Jaar geleden ten koste van onno«aielyke offers de heer§ch&vPO ontnomen. Maar die feestesgesteldheid leeft duidelyk op enkele plaatsen nog voort. Dat is toch op zijn minst een emotioneel argument? Ethisch besef hoort tot de ge voelswereld. De nazi's zeiden: „Die Russen sind keine Menschen, das sind Tiere." wy behoren mens en dier behoorlijk te behandelen. Sen timenteel is overgevoelig, wij gelo ven niet dat u ons kunt verwijten overgevoelig te zijn"* Stalingrad heet de Russische prestatie uit de Tweede We reldoorlog die hier in het westen de meest tot de verbeelding sprekende daad is geweest. En dat is geen wonder. Want Sta lingrad werd het symbool van de ommekeer in die oorlog. Een strijd die Hitiers legioenen tot diep in Europees Rusland had gevoerd. Na Stalingrad ging het met die le gioenen bergafwaarts en dat werd in de winter van 1943 ook in bezet Ne derland gevoeld. Na Stalingrad kwam er de verwoe de tankslag in het gebied van de Pripetmoerassen, waaruit de Russen als overwinnaars te voorschijn kwa men. En in de loop van 1944 de ge stage opmars van de Sowjets onder legeraanvoerders als Zjoekow, Kon- niew. de tankgeneraal en Rokosow- sky. Door die aanvallende prestaties is in het westen althans een facet van het Russische lijden in de Tweede Wereldoorlog wel eens aan de aan dacht ontsnapt. Twintig jaar en la ter na de tweede wereldoorlog heeft men zich wel eens hoofdschuddend afgevraagd vanwaar die pathologi sche angst en haat gevoelens van de Russen voor de Duitsers, gesymbo liseerd door woorden als „revanchis- sistisch". Een angst-haat, die de huidige Westduitse regering van kan seller Brandt tracht te doorbreken. Antwoord Wellicht valt een antwoord te vin den als men stil staat by „oorlogs monumenten" als het beleg van Le ningrad in de Tweede Wereldoorlog. Bijna 900 dagen was de stad, die de bakermat was geweest van de om wenteling der Bolsjewieken van 1917 belegerd door de Duitsers. De Ame rikaanse journalist Harrison Salisbu ry —hier vooral vermaard als ken ner van Rusland en zijn bezoek aan Noord-Vietnam van enkele jaren ge leden heeft gefascineerd door dit episch brok geschiedenis, een werke lijk briljant boek geschreven over dat beleg. Opmerkelijk is het door- eenweven van historische en journa listieke technieken. Maar zoiets mag bij een gerenommeerd en zeer voor aanstaand journalist als Salisbury wel worden verwacht. Hy raad pleegde reeksen officiële bronnen en vooraanstaanden van het Russische strijdtoneel van toen. Uit militaire, maar vooral uit literaire kring. Zo doende ontstond een verhaal, dat duidelijke trekken van authentici teit heeft, en die paart met be trouwbaarheid. Een gelukkig samen gaan van een persoonlijk interpre teren en waarnemen. Enkele facetten van dit ruim 600 pagina's tellende boek: De 900 da gen, het beleg van Leningrad als pocket dit jaar verschenen in de Avon reeks van de Hearst Corpora tion in New York, verdienen bijzon dere aandacht. Dat zijn de schilderingen van de diplomatieke situatie in het Kremlin aan de vooravond van de Duitse in val van 22 juni 1941 en de fascine rende bijna-reportages van Lenin- grads hongerwinter, waarbij verge leken bij het lijden van West-Neder land in de laatste oorlogswinter tot een bleke schim wordt. Onvoorbereid Salisbury maakt verrassend duide lijk dat Stalin allerminst voorbereid was op het gevecht met de Duitsers in 1941. Integendeel, de Russische dictator wist dat hy niet klaar was, en hoopte dat de onvermydelyke botsing zou uitbiy ven. Die hoop groei de tot een valse zekerheid. En het ineenvallen van die illusie had byna fatale gevolgen voor de Russische despoot. De oorlog overviel hem en hy was enige tyd niet by machte om zich te hervinden. Het was zyn handlanger Molotow, die de Russen via de radio van het schrikbarende nieuws op de hoogte moest brengen, gen. Militairen die in de loop van '40 en tot vlak voor de Duitse inval op de risico's van een komende stryd wezen, liepen het gevaar te worden geëlimineerd. Als provocateurs werden zy gearresteerd, mede door toedoen van Stal ins gunsteling Ma- lenkow. de man die in 1953 een tyd- Je de teugels in het na-Stalinistische Rusland in handen leek te hebben, en de gevreesde politiechef Beria. Ook de partychef in Leningrad Sta- lins rechterhand Zhaanow, was een slachtoffer van het illusionisme. Om met Salisbury te spreken: zy de Russische leiders) leefden in een we reld die binnenste buiten was ge keerd, waarin zwart werd veronder steld wit te zyn, waarin gevaar werd gezien als veiligheid, waakzaamheid als gevaar en een -• vriendschappelyke waarschuwing als een provocatie. Als iemand van Sta- lins kring zou hebben durven sugge reren dat de party secretaris het by het verkeerde eind zou hebben ge had met zyn schattingen over de Duitse vriendschap, dan zou hy waarschyniyk voor het vuurpeloton zyn geëindigd." Uitermate beklemmend zyn de de len drie en vier van dit boek, waar in Salisbury stil staat by de eerste winter van het beleg. De winter die Leningrads langste werd. Waarin generaal Zjoekow, na wereldoorlog twee wel betiteld als de grootste militair van deze eeuw. de stad die dreigde overweldigd te worden door de Duitsers, korte tyd als comman dant te hulp snelde en door 'n fana tiek en byna onmenselijk optreden zyn verzwakte legers tct een her nieuwd furieus bestryden van de Duitsers wist te dwingen. Waarin partychef Zhdanow het beleg leidde, vechten voor zyn eigen politieke le ven. want by overgave zou hy ze ker door Stalin zyn ged'Jod. Er zyn overigens nog steeds sterke aanwy- zingen dat de Russische dictator de hand had in de dood van Zhdanow in 1948 die toen werd gedoodverfd als zyn opvolger. Maar in de winter van 1941-'42 vocht Leningrad om lyfsbehoud. De stad was stil geworden, openbaar vervoer onmogelijk, er was geen licht en geen warmte, er was geen voedsel. En ondertussen ging de be legering voort. De beschietingen duurden voort, het vechten van de verzwakte soldaten moest doorgaan. Salisbury vertelt de drama's. Van de kindersleden waarop de lyken werden voortgetrokken door de stil le stad. van de bloeiende zwarte markt in de totalitaire Russische staat. Een markt waar zelfs men senvlees werd verhandeld, ook al zwygen de officiële bronnen hierover als het graf om een lugubere ver- gelyking te maken. De leiding zat niet stil. Kosygin de later Sow jet premier zou hier eerste onderschei dingen verdienen als leider van de evacuatie van de belegerde stad en over het ys van het Ladogameer werd een verbindingsweg met het Het lijden van Leningrad: de vrouw trekt in de hongerwinter '41-'42 een slee voort met een kinderlichaampje. Russische vasteland gelegd. Maar lange tyd zou het een druppel op een gloeiende plaat zyn wat er op deze wyze aan voedsel in de ster vende stad binnenkwam. Dodental Het dodental van die winter is nimmer precies berekend. Maar de meest consciëntieuze schattingen maken duidelyk dat ruim 1 miljoen mensen die winter van honger om kwamen in de stad Leningrad. Voor het gehele belegerde gebied van Le ningrad bedraagt het aantal slacht offers van honger, koude en gevech ten wellicht zelfs anderhalf miljoen. Hun verhaal heeft Harrison Salisbu ry verteld. Een literair- historisch monument heeft hy voor die slacht offers opgericht. Harde noten zyn de vorige week gekraakt aan het adres van de geïn- I dustrialiseerde landen die met hun niet aflatende geldontwaarding niet alleen in de eigen kring alles op ha ren en snaren zetten, maar die er ook de ontwikkelingslanden mee in een moeUyk parket zetten. Het alge mene inflatoire klimaat in de wereld schaadt de ontwikkelingslanden op byzondere wyze. Voor degenen, die enerzyds pleiten voor een sterke uitbreiding van de hukp aan d<e landen maar die aan de andere kant trachten door het af dwingen van loonsverhogingen een zo groot mogeiyke portie van de koek van het nationaal produkt te be- I machtigen, is het goed te bedenken i dat men het een niet kan hebben zon der het ander te schaden. Steeds grotere bedragen zyn no dig om te voorkomen dat de kloof Missen de rijke en arme landen voorf durend groter wordt, doch wie zelf de koek verteert kan onvoldoende af staan om elders iets meer welvaart te scheppen. Gesprekken met vertegenwoordi gers van Afrikaanse en Zuidameri- kaanse landen tydens de jaarverga- j dering van de Bretton Woods instel- lingen in Kopenhagen brachten een groeiende onvrede over de gang van ]BB8 uaapB "WH UB-B uaafBZ i een belangryk deel van de verkregen bedragen op in de blauwe lucht we gens de vermindering van de koop kracht, maar de inflatie heeft ook geleid tot een zodanige styging van de rentevoet dat het haast onbetaal baar is geworden om leningen op te nemen. Natuurlyk staat er voor de ont wikkelingslanden wel tegenover dat zy hun schulden kunnen terugbe talen in geld dat 'n geringere koop kracht heeft dan toen het verkregen word. Het Is nu eenmaal zo dat het in tyden van grote geldontwaar ding voordelig is om schuld te ma ken. Omgekeerd is het onvoordelig om geld uit te lenen, omdat men weet dat hetgeen ervoor kan worden gekocht als het wordt terugbetaald veel minder is dan hetgeen er mo menteel voor kan worden verkregen, j De enige mogeiykheid voor com- I pensatie voor het koopkrachtverlies i is gelegen in een hoge rente. Van de bestaande rente van 8 procent is I dan ook minstens de helft nodig om de geldontwaarding te compenseren, terwyi de andere heeft de normale beloning is voor het verschaffen van het kapitaal. (Van onze correspondent) DEN HAAG (GPD) —In de troonrede staat dat de regering krachtig zal optreden tegen groepen die de vryheid misbruiken om op onverdraagzame wyze anderen hun opvattingen en gedragspatronen op te dringen of ernstig overlast aan te doen. De heer Udink: „Daar sta ik voor honderd procent achter. Alle minis ters trouwens. Anders had een van ons moeten opstappen." Had u het niet nog sterker ge wild? „Al die verhalen dat ik de havik zou zyn. Ik sta er voor honderd pro cent achter, niet voor meer, niet voor minder. Het is trouwens geen losstaande zin. Voorafgaand wordt erover gesproken dat de wetgeving moet worden aangepast aan de zich wyzigende levensopvattingen, zoals het verlangen naar meer vryheid en meer democratische beïnvloeding. Daar gaat het om. Daar ligt ook de moeilykheid. We zitten in een over vol land. Er is een toenemende spanning tussen wat wy voor ons zelf individueel en collectief willen en wat wy kunnen verwezeniyken. In de jaren '45-'50, u hebt het net in die televisieserie kunnen zien, waren we biy met elke verwezenlykte vooruit gang, hoe klein ook. Nu wil men gro te sprongen. Nog veel jaren zullen radicale oplossingen echter niet mo- gelyk zyn. Het nationaal inkomen neemt jaariyks toe met 4,8 procent. Er is weinig speelruimte binnen die beperktheid. Per jaar is, buiten de normale styging om, 500 miljoen gulden meer te verdelen, wy als CHU willen die besteden aan het mi lieubeheer, de woningbouw, de ont wikkelingshulp en het onderwys." Uw partijgenoot staatssecretaris Haex van de landmacht wil meer voor het leger. Zijn KVP-collega voor de luchtmacht Duynstee vindt dat er geld genoeg gestoken wordt in de de fensie. Voor één tank minder kunnen meerdere bewaarscholen worden ge bouwd. De keuze binnen de beper king is een politieke zaak. „De defensie is voor de CHU niet de eerste prioriteit. Het gaat er bo- De Christeiyk Historische Unie was politieke generaties lang in de persoon van de oude heer Tilanus een meneer op een fiets. Gevaar loos. Het nieuwe gezicht van de CHU is minister Udink van Ontwikke lingshulp. Van hem wordt gezegd dat hy een tank berijdt. Dat hy van daar af klappen wil uitdelen naar al les wat progressief is en/of niet ge zagsgetrouw. W. L. Brugsma, de hoofdredac teur van de Haagse Post, heeft hem met een toespeling op de Ameri kaanse vice-president, Spiro Udink genoemd. De nieuwe CHU-lysttrekker (44 Jaar) voor hy minister werd direc teur van de Centrale Kamer voor Handelsbevordering lykt aangesla gen door de kritiek die over hem is heengekomen. Een gesprek met hem over wat nu precies zyn persoon en politieke instelling is, loopt althans uit tot twee uur en tyd voor liflaf- jesconversatie of handige praat is er niet by. Hy zégt overigens dat de kritiek hem niets doet. „Het glydt van me af als water van een eend." vendien aUeen om tekorten, die door de relatieve vermindering van het defensiebudget zyn ontstaan, by te trekken. In zyn algemeenheid, dus wat de besteding van de beperkte mogeiykheden betreft: we moeten opnieuw leren leven in een samenle ving, waarin we niet helemaal kry- gen wat we willen. Ik vind dat by het kiezen van de bestedingsmoge- lykheden een onevenwichtig radica lisme zyn entree heeft gedaan. Er zyn belangrijke vernieuwingen nodig, maar die vragen verdraagzaamheid, redeiykheid, compromissen. Radica liteit kan onze vooruitgang niet be vorderen. En ik wil die bevordering. Om iets belangryks te noemen. Zo juist is de wet op de ondernemings raden aangenomen en daarmee is de medezeggenschap verbeterd. Het is nog niet voldoende. Maar meer zit er op het ogenblik niet in. Over een aantal jaren moeten we bezien hoe we weer verder kunnen gaan- Laten de radicalen maar zeggen dat het de rust van het kerkhof is. Ik vind dat besturen voorzichtig moet gebeuren. En dan kom je weer by het charis matische gezag, het gezag dat niet alleen moet worden uitgeoefend, maar ook aanvaard." Hoe verhoudt die visie zich tot uw oproep, al voor de troonrede, om een sterk gezag en tot uw partyge- noot fractievoorziter Mellema, die by de debatten over de rellen in Amsterdam pleitte voor een politie- leger. „Hoe deed hy dat precies? En wat zei Beernink?" Die hield de boot af en zei dat Mellema er by de algemene beschou wing over de begroting 1971 nog maar eens op moest terugkomen. Maar inmiddels kon de socialist Franssen constateren dat Mellema klaarblykeiyk het pad wil effenen voor kandidaat-kolonels. „Voelt die meneer Franssen zich aangesproken? Wie zyn het die boe roepen? Welke vorm heeft trouwens gezag en hoe ver gaat die. Wanneer ik het over gezag heb, houdt dat niet in dat ik tegen langharigen ben. Of tegen Damslapers, al vind ik ze niet estetisch, ieder zyn vryheid." Het was opnieuw uw partyge- noot die zei dat burgemeester Sam- kalden eerder had moeten optreden. Hinderen „Wy ln het kabinet vinden dat Samkalden op tyd is opgetreden, na- melyk toen er sprake was van het hinderen van anderen. Eigen rechter spelende mariniers, je kan ze mis schien begrypen, maar dat is nog niet goedkeuren. Ik ben óók tegen Nieuwedykers, die de knuppel gaan hanteren. Tegen de agressieve Am bonezen. zyn die links, rechts? Van groepen als het Marxistisch-Leninis tische Front weet ik dat ze links zyn en dat ze het gezag willen omverwer pen. Ik heb myn vakantie er spe ciaal voor uitgetrokken om de lec tuur te lezen over alles wat zich de laatste jaren internationaal op de universiteiten afspeelt. Het zyn de ultra-linke intellectuelen die gevaar lijk zun." Minister Udink De daadwerkelyke rellenmakera, de knapen die voor de Amsterdamse politierechter stonden, waren, wat dan heet, werkende jongeren- De Jaarlykse massaveldslagen in Val kenburg hebben evenmin iets te ma. ken met links en/of (semi) intellec tueel. Uit de enquête van onze krani leek echter dat 86 procent van de gezinshoofden voor een krachtiger optreden tegen ordeverstoringen ia en dat dit percentage toeneemt naarmate men minder welstand heeft. Ligt het allemaal wel zo sim» pel met het gezag en het anti-gezag, „Ik geloof niet dat ik alleen theo rie verkondig of vanuit een ivoren toren redeneer. Wat men wil, is het gezin, en een betere toekomst voor de kinderen. Er is echter nog steeda van vroeger overgebleven, de angst om het bestaan, van nu werk heb ben. maar morgen op straat te kun nen staan. En dat niet alleen. De arbeidsverhoudingen deugen niet, nog niet. Wat lk geweldig belangryk vind ,is dat er een wezenlyke verbe tering in het werk komt. Ik zit er veel over te piekeren hoe dat moet. wy als bestuurders kunnen slechts het wetteiyke kader geven. Die kwestie van de ondernemingsraden De wet op de jaarrekening, noem maar op. Maar daarmee zyn we nog niet by de mens op de plaats waar hy werkt. Er is een andere verhou ding werkgever-werknemer nodig. fleel wat van de onvrede in ons land komt voort uit onbegrepen zyn en niet begrypen, uit angst, uit onzeker heid, uit frustraties door het werk. Het is nodig dat we de samenleving humaniseren. Het eist een grote mo rele inspanning van de geest." Van de drie Amsterdamse ste nenwerpers die terecht stonden, had den twee niet meer dan b l.o. nog steeds heeft een kwart van alle jongeren alleen lager onderwys. Aan de andere kant staan werkgevers die het om winst is te doen. Dit is een kapitalistische maatschappy. Voor zover er al sprake is van geest, is dat geen makkeiyk uitgangspunt voor humanisering. .Maar daarom is juist vandaag, nog meer dan tien jaar geleden, een christeiyke party met alles wat daar- by komt over mensbeschouwing, ac tueel. Vandaag varen we allen recht streeks het gebied der beginselen binnen." —Het was de, blykens de enquête- cyfers, gezagsgetrouwe arbeiders klasse die staakte. ..Staken is niet tegen het gezag. Staken is een voortgezet middel van loononder handel ing Dus geen politieleger. .Het zal in Nederland niet nodig zyn. We moeten ons houden aan de regels die we met elkaar hebben af gesproken. regels van verdraag zaamheid terwille van de vooruit gang." ADVERTENTIE Aangezien de fiscus zyn aanslag op legt over de volle 8 procent, waar mee doorgaans wel de helft van het inkomen is gemoeid, betekent de geldontwaarding voor degenen, die hun vermogen in stand willen hou den. dat er voor hen netto geen in komen op overschiet. Voor de ontwikkelingslanden is het echter moeiiyk te verteren dat zy een rente van 7 1/4 procent moeten opbrengen als zy geld lenen van de Wereldbank. Wat kan die instelling er echter aan doen, want zy moet zelf trachten op de diverse kapitaal markten in de wereld de middelen byeen te garen waarmee welvaart moet worden geschapen in de gebie den van de aarde waar zoveel bittere armoede heerst. Voor de duizenden demonstranten in de straten, die de wereldbank als een boorbeeld van kapitalistische uit buiting van de ontwikkeling stelden, is het niet zo gemakkelyk om te be grypen dat de landen waar zy voor opkomen niet te helpen zyn met geld. Geld zou er genoeg gemaakt kunnen worden als de bankbiljetten persen maar hard genoeg snorren. Indien er niet geiyktydig een ver meerdering van de produkt ie tegen over staat dan valt er met het geld niets meer te kopen dan thans by een geringere geldhoeveelheid. By de pogingen om de inflatie te bestryden in de industrielanden, het geen inhoud dat de bestedingsdrang moet worden afgeremd, leggen de ontwikkelingslanden en dat is nu juist het tragische ook het lood je. Vermindering van de bestedingen brengt automatisch een afneming van de behoeften aan grondstoffen met zich mee, wat op haar beurt weer leidt tot een prysdaling op "de we reldmarkt. Het duurt veel langer eer zy zelf baat vinden by de stabilisering van de pryzen voor de industrieprodukten, welke zy uit de rijke landen betrek ken. Inflatiebestrydlng betekent he laas niet dat er pryzen worden te ruggedraaid. Prijsstabllisatie is al het maxi mum dat kan worden bereikt, want welke werkgever zou kans zien om de lonen omlaag te brengen, zelfs als er een ontspanning op de arbeids markt zou optreden. Een dergeiyke aanpassing was vóór de oorlog mo gelijk, toen een deflatlepolitiek werd gevolgd en het ryk voorging in de afbraak van het loonpeil door de ambtenaren, inclusief de ongerwyzers de ene loonsverlaging na de andere te geven. Een dergeiyke wanhoops situatie zou in onze dagen niet meer worden verdragen Integendeel, vrywel elk land biyffc ondanks de pogingen om de infla tie in toom te houden, kampen met de moeilykheid dat door de macht van de vakbeweging en de onvrede onder de Jongere werknemers de kosteninflatie voortgaat. In economisch opzicht kan daartegen wat tegenwicht worden geboden in de vorm van een afroming van de koop kracht door belastingmaatregelen, zoals voor ons in petto is, maar daar mee wordt geen druk gelegd op de kostenpryzen van de industriepro dukten. Integendeel, de kans is groot dat de extra belastingdruk ertoe zal by- dragen dat de pryzen verder oplopen, hetgeen dus de averechtse uitwer king voor de ontwikkelingslanden zal vergroten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1970 | | pagina 7