VECHTEN OM LIJFSBEHOUD
Het gaat mij niet
zozeer om gezag,
maar vooral om
verdraagzaamheid
ontmoet vandaag
de mens van morgen
O
CHU-LIJSTTREKKER MINISTER UDINK:
4
Harrison Salisbury schreef over het beleg van Leningrad
Moeilijk parket
ZATERDAG 3 OKTOBER 1970
LEIDSCH DAGBLAD
PAGINA 7
Morgen, 4 oktober, is het dieren
dag. Een extra-brokje voor uw hond,
de poes wat langer op schoot en mis
schien hebben we vandaag een mar
motje voor de kinderen gekocht.
Maar de Nederlandse bond tot be
strijding van de vivi-sectie vindt dat
dat overheid, wetenschappelijke we
reld en bedrijfsleven ons niet het
goede voorbeeld geven. Want zy on
derwerpen dieren aan vivisectie. Zij
bestuderen hoe levende dieren rea
geren en proeven van allerlei aard.
Dat zyn gruwelijke proeven en ze
zijn de mens onwaardig, oordeelt de
bond. Alleen al in ons eigen land
eindigen drie miljoen dieren hun
leven in de laboratoria van univer
siteiten, van chemische en farmaceu
tische fabrieken. Drie miljoen, dat is
een schatting, want de vivisectie
duldt geen nieuwsgierige blikken.
Het ziet er naar uit de er nu ein
delijk een Wet op de dierproeven
komt. maar is de Nederlandse Bond
tot Bestrijding van de Vivisectie nu
ook tevreden?
De secretaris, mr. F. Goud uit
Voorburg, ontwoordt ontkennend
„De wet beschermt de dieren onvol
doende. We geven toe dat het al
thans een stapje op de goede weg is,
maar van openheid zal nog helemaal
geen sprake zijn en dat moet in deze
tyd niet meer mogelijk zijn".
Vraag aan mr. Goud wat zyn bond
in de 73 Jaren van zijn bestaan in de
strijd tegen vivisectie heeft bereikt
en het antwoord is:
en het antwoord is: „Nihil, hele
maal niets".
Ik geloof dat het in de eerste plaats
komt doordat het menselijk denken
langzaam evolueert. De dierenbe
scherming bestaat ook nog niet zo
lang en de slavernij is ook nog maar
pas een goeie honderd Jaar geleden
afgeschaft. Het is een groeiproces
van inzicht op moreel gebied en in
de tweede plaats moesten er vroeger
enorm veel misstanden worden op
geruimd en toen kwam het dier na
tuurlijk achteraan.
In het verleden zal de benadering
van onze kant ook wel niet altyd
even Juist geweest zyn. Het publiek
leest liever geen nare dingen, maar
als men weet wat er aan de hand
is. is men meestal wel in om wat te
doen".
De bond vreest dat wy met de
moderne geneeskunde in een vicieuze
cirkel terechtgekomen zijn: pillen,
nieuwe ziekten, nieuwe pillen, ziek
ten, nieuwe pillen, ziekten die steeds
meer ongrijpbaar worden. Mr.Goud:
„Je krijgt toch tegenwoordig steeds
vaker van de dokter te horen dat Je
maar met Je ziekte moet leren le
ven?".
Daarom wil de bond meer funda
menteel onderzoek naar de oorza
ken. waaronder met name psychi
sche, van ziekte bij de mens en ook
moet er veel meer aandacht komen
voor de vivisectie vrije onderzoek
methodes als weefselcultures en ge
bruik van eieren (griepvaccins)
„Onze Oostenrijkse zusterorganisatie
meent, dat 90% van het virologisch
onderzoek kan worden gedaan met
weefselcultures".
Belangrijk bezwaar van de bond
tegen het wetsontwerp op de dier
proeven is de prolongatie van de ge
heimzinnigheid.
Mr. Goud: „Op die manier kan
men te veel zijn gang blijven gaan.
Hoeveel er in Nederland gebeurt,
weten we niet. Maar in Duitsland
schijnt het ook voor kosmetische
doeleinden heel erg te zijn, daarvoor
worden van hier uit al die honden
naar Duitsland gesleept. Eén van de
proeven is dat ten behoeve van het
onderzoek naar verjongingskuren de
opperhuid van de dieren wordt af
gebrand. En we weten ook dat men
sen voor him proefschrift bij wijze
van spreken op zolder vivisectie be
drijven. Daarom komt met deze wet
geen eind. Bij TNO nemen ze proe
ven met dieren om antistoffen te
vinden voor de bacteriologische en
chemische oorlogsvoering, terwijl de
wetenschap zelf zegt dat dat een
uitzichtsloze zaak is".
„We zijn er wel van overtuigd, dat
de verzorging van de dieren beter
wordt, maar in feite wordt de vrij
heid van de vivisector bij wet ge
regeld. Zoals het wetsontwerp er nu
ligt weet de buitenwacht niet wie
vivisectie mag bedrijven en ook niet
voor welke proeven wel en voor wel
ke proeven niet. Wij willen een ver
gunningensysteem, waarbij het labo
ratorium een licentie krijgt en de
vivisector en de assistent een per
soonlijke vergunning. Die laatste
kun Je snel intrekken en de licentie
alleen bij herhaaldelijk geconstateer
de zware overtredingen. Dergelijke
laboratoria zijn miljoenenzaken, die
worden door de rechter niet zo
gauw gesloten".
„Vervolgens willen we in alle ge
vallen verdoving, behalve als het niet
anders kan. Kijk, vivisectie is in ver
reweg de meeste gevallen al geen
echte vivisectie meer, snijden in
levende dieren dus, maar er wordt
nu vooral gespoten. Het gaat de
bond niet om het prikje, maar wat
daarna gebeurtik weet niet of
u wel eens een kankerpatiënt hebt
zien lijden".
Vraag aan mr. Goud: „Men ver-
wyt de bond vaak dat sentimentele
argumenten worden gebruikt. De
bond heeft eens geschreven: „De
vivisectie berust alleen op de macht
van de sterkere en aldus zouden de
wetten van de Jungle ook van toe
passing kunnen worden verklaard
op de mensenmaatschappy. De
machten die deze geestesgesteldheid
hadden, werd 25 Jaar geleden ten
koste van onno«aielyke offers de
heer§ch&vPO ontnomen. Maar die
feestesgesteldheid leeft duidelyk op
enkele plaatsen nog voort. Dat is
toch op zijn minst een emotioneel
argument?
Ethisch besef hoort tot de ge
voelswereld. De nazi's zeiden: „Die
Russen sind keine Menschen, das
sind Tiere." wy behoren mens en
dier behoorlijk te behandelen. Sen
timenteel is overgevoelig, wij gelo
ven niet dat u ons kunt verwijten
overgevoelig te zijn"*
Stalingrad heet de Russische prestatie uit de Tweede We
reldoorlog die hier in het westen de meest tot de verbeelding
sprekende daad is geweest. En dat is geen wonder. Want Sta
lingrad werd het symbool van de ommekeer in die oorlog. Een
strijd die Hitiers legioenen tot diep in Europees Rusland had
gevoerd.
Na Stalingrad ging het met die le
gioenen bergafwaarts en dat werd in
de winter van 1943 ook in bezet Ne
derland gevoeld.
Na Stalingrad kwam er de verwoe
de tankslag in het gebied van de
Pripetmoerassen, waaruit de Russen
als overwinnaars te voorschijn kwa
men. En in de loop van 1944 de ge
stage opmars van de Sowjets onder
legeraanvoerders als Zjoekow, Kon-
niew. de tankgeneraal en Rokosow-
sky.
Door die aanvallende prestaties is
in het westen althans een facet van
het Russische lijden in de Tweede
Wereldoorlog wel eens aan de aan
dacht ontsnapt. Twintig jaar en la
ter na de tweede wereldoorlog heeft
men zich wel eens hoofdschuddend
afgevraagd vanwaar die pathologi
sche angst en haat gevoelens van de
Russen voor de Duitsers, gesymbo
liseerd door woorden als „revanchis-
sistisch". Een angst-haat, die de
huidige Westduitse regering van kan
seller Brandt tracht te doorbreken.
Antwoord
Wellicht valt een antwoord te vin
den als men stil staat by „oorlogs
monumenten" als het beleg van Le
ningrad in de Tweede Wereldoorlog.
Bijna 900 dagen was de stad, die de
bakermat was geweest van de om
wenteling der Bolsjewieken van 1917
belegerd door de Duitsers. De Ame
rikaanse journalist Harrison Salisbu
ry —hier vooral vermaard als ken
ner van Rusland en zijn bezoek aan
Noord-Vietnam van enkele jaren ge
leden heeft gefascineerd door dit
episch brok geschiedenis, een werke
lijk briljant boek geschreven over
dat beleg. Opmerkelijk is het door-
eenweven van historische en journa
listieke technieken. Maar zoiets mag
bij een gerenommeerd en zeer voor
aanstaand journalist als Salisbury
wel worden verwacht. Hy raad
pleegde reeksen officiële bronnen en
vooraanstaanden van het Russische
strijdtoneel van toen. Uit militaire,
maar vooral uit literaire kring. Zo
doende ontstond een verhaal, dat
duidelijke trekken van authentici
teit heeft, en die paart met be
trouwbaarheid. Een gelukkig samen
gaan van een persoonlijk interpre
teren en waarnemen.
Enkele facetten van dit ruim 600
pagina's tellende boek: De 900 da
gen, het beleg van Leningrad als
pocket dit jaar verschenen in de
Avon reeks van de Hearst Corpora
tion in New York, verdienen bijzon
dere aandacht.
Dat zijn de schilderingen van de
diplomatieke situatie in het Kremlin
aan de vooravond van de Duitse in
val van 22 juni 1941 en de fascine
rende bijna-reportages van Lenin-
grads hongerwinter, waarbij verge
leken bij het lijden van West-Neder
land in de laatste oorlogswinter tot
een bleke schim wordt.
Onvoorbereid
Salisbury maakt verrassend duide
lijk dat Stalin allerminst voorbereid
was op het gevecht met de Duitsers
in 1941. Integendeel, de Russische
dictator wist dat hy niet klaar was,
en hoopte dat de onvermydelyke
botsing zou uitbiy ven. Die hoop groei
de tot een valse zekerheid. En het
ineenvallen van die illusie had byna
fatale gevolgen voor de Russische
despoot. De oorlog overviel hem en
hy was enige tyd niet by machte om
zich te hervinden. Het was zyn
handlanger Molotow, die de Russen
via de radio van het schrikbarende
nieuws op de hoogte moest brengen,
gen.
Militairen die in de loop van '40
en tot vlak voor de Duitse inval op
de risico's van een komende stryd
wezen, liepen het gevaar te worden
geëlimineerd. Als provocateurs
werden zy gearresteerd, mede door
toedoen van Stal ins gunsteling Ma-
lenkow. de man die in 1953 een tyd-
Je de teugels in het na-Stalinistische
Rusland in handen leek te hebben,
en de gevreesde politiechef Beria.
Ook de partychef in Leningrad Sta-
lins rechterhand Zhaanow, was een
slachtoffer van het illusionisme. Om
met Salisbury te spreken: zy de
Russische leiders) leefden in een we
reld die binnenste buiten was ge
keerd, waarin zwart werd veronder
steld wit te zyn, waarin gevaar
werd gezien als veiligheid,
waakzaamheid als gevaar en een
-•
vriendschappelyke waarschuwing als
een provocatie. Als iemand van Sta-
lins kring zou hebben durven sugge
reren dat de party secretaris het by
het verkeerde eind zou hebben ge
had met zyn schattingen over de
Duitse vriendschap, dan zou hy
waarschyniyk voor het vuurpeloton
zyn geëindigd."
Uitermate beklemmend zyn de de
len drie en vier van dit boek, waar
in Salisbury stil staat by de eerste
winter van het beleg. De winter die
Leningrads langste werd. Waarin
generaal Zjoekow, na wereldoorlog
twee wel betiteld als de grootste
militair van deze eeuw. de stad die
dreigde overweldigd te worden door
de Duitsers, korte tyd als comman
dant te hulp snelde en door 'n fana
tiek en byna onmenselijk optreden
zyn verzwakte legers tct een her
nieuwd furieus bestryden van de
Duitsers wist te dwingen. Waarin
partychef Zhdanow het beleg leidde,
vechten voor zyn eigen politieke le
ven. want by overgave zou hy ze
ker door Stalin zyn ged'Jod. Er zyn
overigens nog steeds sterke aanwy-
zingen dat de Russische dictator de
hand had in de dood van Zhdanow
in 1948 die toen werd gedoodverfd als
zyn opvolger.
Maar in de winter van 1941-'42
vocht Leningrad om lyfsbehoud. De
stad was stil geworden, openbaar
vervoer onmogelijk, er was geen
licht en geen warmte, er was geen
voedsel. En ondertussen ging de be
legering voort. De beschietingen
duurden voort, het vechten van de
verzwakte soldaten moest doorgaan.
Salisbury vertelt de drama's. Van
de kindersleden waarop de lyken
werden voortgetrokken door de stil
le stad. van de bloeiende zwarte
markt in de totalitaire Russische
staat. Een markt waar zelfs men
senvlees werd verhandeld, ook al
zwygen de officiële bronnen hierover
als het graf om een lugubere ver-
gelyking te maken. De leiding zat
niet stil. Kosygin de later Sow jet
premier zou hier eerste onderschei
dingen verdienen als leider van de
evacuatie van de belegerde stad en
over het ys van het Ladogameer
werd een verbindingsweg met het
Het lijden van Leningrad: de
vrouw trekt in de hongerwinter
'41-'42 een slee voort met een
kinderlichaampje.
Russische vasteland gelegd. Maar
lange tyd zou het een druppel op
een gloeiende plaat zyn wat er op
deze wyze aan voedsel in de ster
vende stad binnenkwam.
Dodental
Het dodental van die winter is
nimmer precies berekend. Maar de
meest consciëntieuze schattingen
maken duidelyk dat ruim 1 miljoen
mensen die winter van honger om
kwamen in de stad Leningrad. Voor
het gehele belegerde gebied van Le
ningrad bedraagt het aantal slacht
offers van honger, koude en gevech
ten wellicht zelfs anderhalf miljoen.
Hun verhaal heeft Harrison Salisbu
ry verteld. Een literair- historisch
monument heeft hy voor die slacht
offers opgericht.
Harde noten zyn de vorige week
gekraakt aan het adres van de geïn-
I dustrialiseerde landen die met hun
niet aflatende geldontwaarding niet
alleen in de eigen kring alles op ha
ren en snaren zetten, maar die er
ook de ontwikkelingslanden mee in
een moeUyk parket zetten. Het alge
mene inflatoire klimaat in de wereld
schaadt de ontwikkelingslanden op
byzondere wyze.
Voor degenen, die enerzyds pleiten
voor een sterke uitbreiding van de
hukp aan d<e landen maar die aan
de andere kant trachten door het af
dwingen van loonsverhogingen een zo
groot mogeiyke portie van de koek
van het nationaal produkt te be-
I machtigen, is het goed te bedenken
i dat men het een niet kan hebben zon
der het ander te schaden.
Steeds grotere bedragen zyn no
dig om te voorkomen dat de kloof
Missen de rijke en arme landen voorf
durend groter wordt, doch wie zelf
de koek verteert kan onvoldoende af
staan om elders iets meer welvaart
te scheppen.
Gesprekken met vertegenwoordi
gers van Afrikaanse en Zuidameri-
kaanse landen tydens de jaarverga-
j dering van de Bretton Woods instel-
lingen in Kopenhagen brachten een
groeiende onvrede over de gang van
]BB8 uaapB "WH UB-B uaafBZ
i een belangryk deel van de verkregen
bedragen op in de blauwe lucht we
gens de vermindering van de koop
kracht, maar de inflatie heeft ook
geleid tot een zodanige styging van
de rentevoet dat het haast onbetaal
baar is geworden om leningen op te
nemen.
Natuurlyk staat er voor de ont
wikkelingslanden wel tegenover dat
zy hun schulden kunnen terugbe
talen in geld dat 'n geringere koop
kracht heeft dan toen het verkregen
word. Het Is nu eenmaal zo dat het
in tyden van grote geldontwaar
ding voordelig is om schuld te ma
ken. Omgekeerd is het onvoordelig
om geld uit te lenen, omdat men
weet dat hetgeen ervoor kan worden
gekocht als het wordt terugbetaald
veel minder is dan hetgeen er mo
menteel voor kan worden verkregen,
j De enige mogeiykheid voor com-
I pensatie voor het koopkrachtverlies
i is gelegen in een hoge rente. Van
de bestaande rente van 8 procent is
I dan ook minstens de helft nodig om
de geldontwaarding te compenseren,
terwyi de andere heeft de normale
beloning is voor het verschaffen van
het kapitaal.
(Van onze correspondent)
DEN HAAG (GPD) —In de
troonrede staat dat de regering
krachtig zal optreden tegen groepen
die de vryheid misbruiken om op
onverdraagzame wyze anderen hun
opvattingen en gedragspatronen op
te dringen of ernstig overlast aan te
doen.
De heer Udink: „Daar sta ik voor
honderd procent achter. Alle minis
ters trouwens. Anders had een van
ons moeten opstappen."
Had u het niet nog sterker ge
wild?
„Al die verhalen dat ik de havik
zou zyn. Ik sta er voor honderd pro
cent achter, niet voor meer, niet
voor minder. Het is trouwens geen
losstaande zin. Voorafgaand wordt
erover gesproken dat de wetgeving
moet worden aangepast aan de zich
wyzigende levensopvattingen, zoals
het verlangen naar meer vryheid en
meer democratische beïnvloeding.
Daar gaat het om. Daar ligt ook de
moeilykheid. We zitten in een over
vol land. Er is een toenemende
spanning tussen wat wy voor ons
zelf individueel en collectief willen en
wat wy kunnen verwezeniyken. In
de jaren '45-'50, u hebt het net in die
televisieserie kunnen zien, waren we
biy met elke verwezenlykte vooruit
gang, hoe klein ook. Nu wil men gro
te sprongen. Nog veel jaren zullen
radicale oplossingen echter niet mo-
gelyk zyn. Het nationaal inkomen
neemt jaariyks toe met 4,8 procent.
Er is weinig speelruimte binnen die
beperktheid. Per jaar is, buiten de
normale styging om, 500 miljoen
gulden meer te verdelen, wy als
CHU willen die besteden aan het mi
lieubeheer, de woningbouw, de ont
wikkelingshulp en het onderwys."
Uw partijgenoot staatssecretaris
Haex van de landmacht wil meer
voor het leger. Zijn KVP-collega voor
de luchtmacht Duynstee vindt dat er
geld genoeg gestoken wordt in de de
fensie. Voor één tank minder kunnen
meerdere bewaarscholen worden ge
bouwd. De keuze binnen de beper
king is een politieke zaak.
„De defensie is voor de CHU niet
de eerste prioriteit. Het gaat er bo-
De Christeiyk Historische Unie
was politieke generaties lang in de
persoon van de oude heer Tilanus
een meneer op een fiets. Gevaar
loos. Het nieuwe gezicht van de CHU
is minister Udink van Ontwikke
lingshulp. Van hem wordt gezegd
dat hy een tank berijdt. Dat hy van
daar af klappen wil uitdelen naar al
les wat progressief is en/of niet ge
zagsgetrouw.
W. L. Brugsma, de hoofdredac
teur van de Haagse Post, heeft hem
met een toespeling op de Ameri
kaanse vice-president, Spiro Udink
genoemd.
De nieuwe CHU-lysttrekker (44
Jaar) voor hy minister werd direc
teur van de Centrale Kamer voor
Handelsbevordering lykt aangesla
gen door de kritiek die over hem is
heengekomen. Een gesprek met hem
over wat nu precies zyn persoon en
politieke instelling is, loopt althans
uit tot twee uur en tyd voor liflaf-
jesconversatie of handige praat is er
niet by. Hy zégt overigens dat de
kritiek hem niets doet. „Het glydt
van me af als water van een eend."
vendien aUeen om tekorten, die door
de relatieve vermindering van het
defensiebudget zyn ontstaan, by te
trekken. In zyn algemeenheid, dus
wat de besteding van de beperkte
mogeiykheden betreft: we moeten
opnieuw leren leven in een samenle
ving, waarin we niet helemaal kry-
gen wat we willen. Ik vind dat by
het kiezen van de bestedingsmoge-
lykheden een onevenwichtig radica
lisme zyn entree heeft gedaan. Er
zyn belangrijke vernieuwingen nodig,
maar die vragen verdraagzaamheid,
redeiykheid, compromissen. Radica
liteit kan onze vooruitgang niet be
vorderen. En ik wil die bevordering.
Om iets belangryks te noemen. Zo
juist is de wet op de ondernemings
raden aangenomen en daarmee is de
medezeggenschap verbeterd. Het is
nog niet voldoende. Maar meer zit er
op het ogenblik niet in. Over een
aantal jaren moeten we bezien hoe
we weer verder kunnen gaan- Laten
de radicalen maar zeggen dat het de
rust van het kerkhof is. Ik vind dat
besturen voorzichtig moet gebeuren.
En dan kom je weer by het charis
matische gezag, het gezag dat niet
alleen moet worden uitgeoefend,
maar ook aanvaard."
Hoe verhoudt die visie zich tot
uw oproep, al voor de troonrede, om
een sterk gezag en tot uw partyge-
noot fractievoorziter Mellema, die
by de debatten over de rellen in
Amsterdam pleitte voor een politie-
leger.
„Hoe deed hy dat precies? En wat
zei Beernink?"
Die hield de boot af en zei dat
Mellema er by de algemene beschou
wing over de begroting 1971 nog
maar eens op moest terugkomen.
Maar inmiddels kon de socialist
Franssen constateren dat Mellema
klaarblykeiyk het pad wil effenen
voor kandidaat-kolonels.
„Voelt die meneer Franssen zich
aangesproken? Wie zyn het die boe
roepen? Welke vorm heeft trouwens
gezag en hoe ver gaat die. Wanneer
ik het over gezag heb, houdt dat niet
in dat ik tegen langharigen ben. Of
tegen Damslapers, al vind ik ze niet
estetisch, ieder zyn vryheid."
Het was opnieuw uw partyge-
noot die zei dat burgemeester Sam-
kalden eerder had moeten optreden.
Hinderen
„Wy ln het kabinet vinden dat
Samkalden op tyd is opgetreden, na-
melyk toen er sprake was van het
hinderen van anderen. Eigen rechter
spelende mariniers, je kan ze mis
schien begrypen, maar dat is nog
niet goedkeuren. Ik ben óók tegen
Nieuwedykers, die de knuppel gaan
hanteren. Tegen de agressieve Am
bonezen. zyn die links, rechts? Van
groepen als het Marxistisch-Leninis
tische Front weet ik dat ze links zyn
en dat ze het gezag willen omverwer
pen. Ik heb myn vakantie er spe
ciaal voor uitgetrokken om de lec
tuur te lezen over alles wat zich de
laatste jaren internationaal op de
universiteiten afspeelt. Het zyn de
ultra-linke intellectuelen die gevaar
lijk zun."
Minister Udink
De daadwerkelyke rellenmakera,
de knapen die voor de Amsterdamse
politierechter stonden, waren, wat
dan heet, werkende jongeren- De
Jaarlykse massaveldslagen in Val
kenburg hebben evenmin iets te ma.
ken met links en/of (semi) intellec
tueel. Uit de enquête van onze krani
leek echter dat 86 procent van de
gezinshoofden voor een krachtiger
optreden tegen ordeverstoringen ia
en dat dit percentage toeneemt
naarmate men minder welstand
heeft. Ligt het allemaal wel zo sim»
pel met het gezag en het anti-gezag,
„Ik geloof niet dat ik alleen theo
rie verkondig of vanuit een ivoren
toren redeneer. Wat men wil, is het
gezin, en een betere toekomst voor
de kinderen. Er is echter nog steeda
van vroeger overgebleven, de angst
om het bestaan, van nu werk heb
ben. maar morgen op straat te kun
nen staan. En dat niet alleen. De
arbeidsverhoudingen deugen niet,
nog niet. Wat lk geweldig belangryk
vind ,is dat er een wezenlyke verbe
tering in het werk komt. Ik zit er
veel over te piekeren hoe dat moet.
wy als bestuurders kunnen slechts
het wetteiyke kader geven. Die
kwestie van de ondernemingsraden
De wet op de jaarrekening, noem
maar op. Maar daarmee zyn we nog
niet by de mens op de plaats waar
hy werkt. Er is een andere verhou
ding werkgever-werknemer nodig.
fleel wat van de onvrede in ons land
komt voort uit onbegrepen zyn en
niet begrypen, uit angst, uit onzeker
heid, uit frustraties door het werk.
Het is nodig dat we de samenleving
humaniseren. Het eist een grote mo
rele inspanning van de geest."
Van de drie Amsterdamse ste
nenwerpers die terecht stonden, had
den twee niet meer dan b l.o. nog
steeds heeft een kwart van alle
jongeren alleen lager onderwys. Aan
de andere kant staan werkgevers die
het om winst is te doen. Dit is een
kapitalistische maatschappy. Voor
zover er al sprake is van geest, is
dat geen makkeiyk uitgangspunt
voor humanisering.
.Maar daarom is juist vandaag,
nog meer dan tien jaar geleden, een
christeiyke party met alles wat daar-
by komt over mensbeschouwing, ac
tueel. Vandaag varen we allen recht
streeks het gebied der beginselen
binnen."
—Het was de, blykens de enquête-
cyfers, gezagsgetrouwe arbeiders
klasse die staakte.
..Staken is niet tegen het gezag.
Staken is een voortgezet middel van
loononder handel ing
Dus geen politieleger.
.Het zal in Nederland niet nodig
zyn. We moeten ons houden aan de
regels die we met elkaar hebben af
gesproken. regels van verdraag
zaamheid terwille van de vooruit
gang."
ADVERTENTIE
Aangezien de fiscus zyn aanslag op
legt over de volle 8 procent, waar
mee doorgaans wel de helft van het
inkomen is gemoeid, betekent de
geldontwaarding voor degenen, die
hun vermogen in stand willen hou
den. dat er voor hen netto geen in
komen op overschiet.
Voor de ontwikkelingslanden is het
echter moeiiyk te verteren dat zy
een rente van 7 1/4 procent moeten
opbrengen als zy geld lenen van de
Wereldbank. Wat kan die instelling
er echter aan doen, want zy moet zelf
trachten op de diverse kapitaal
markten in de wereld de middelen
byeen te garen waarmee welvaart
moet worden geschapen in de gebie
den van de aarde waar zoveel bittere
armoede heerst.
Voor de duizenden demonstranten
in de straten, die de wereldbank als
een boorbeeld van kapitalistische uit
buiting van de ontwikkeling stelden,
is het niet zo gemakkelyk om te be
grypen dat de landen waar zy voor
opkomen niet te helpen zyn met
geld. Geld zou er genoeg gemaakt
kunnen worden als de bankbiljetten
persen maar hard genoeg snorren.
Indien er niet geiyktydig een ver
meerdering van de produkt ie tegen
over staat dan valt er met het geld
niets meer te kopen dan thans by
een geringere geldhoeveelheid.
By de pogingen om de inflatie te
bestryden in de industrielanden, het
geen inhoud dat de bestedingsdrang
moet worden afgeremd, leggen de
ontwikkelingslanden en dat is nu
juist het tragische ook het lood
je. Vermindering van de bestedingen
brengt automatisch een afneming van
de behoeften aan grondstoffen met
zich mee, wat op haar beurt weer
leidt tot een prysdaling op "de we
reldmarkt.
Het duurt veel langer eer zy zelf
baat vinden by de stabilisering van
de pryzen voor de industrieprodukten,
welke zy uit de rijke landen betrek
ken. Inflatiebestrydlng betekent he
laas niet dat er pryzen worden te
ruggedraaid.
Prijsstabllisatie is al het maxi
mum dat kan worden bereikt, want
welke werkgever zou kans zien om de
lonen omlaag te brengen, zelfs als
er een ontspanning op de arbeids
markt zou optreden. Een dergeiyke
aanpassing was vóór de oorlog mo
gelijk, toen een deflatlepolitiek werd
gevolgd en het ryk voorging in de
afbraak van het loonpeil door de
ambtenaren, inclusief de ongerwyzers
de ene loonsverlaging na de andere
te geven. Een dergeiyke wanhoops
situatie zou in onze dagen niet meer
worden verdragen
Integendeel, vrywel elk land biyffc
ondanks de pogingen om de infla
tie in toom te houden, kampen met
de moeilykheid dat door de macht
van de vakbeweging en de onvrede
onder de Jongere werknemers de
kosteninflatie voortgaat.
In economisch opzicht kan daartegen
wat tegenwicht worden geboden in de
vorm van een afroming van de koop
kracht door belastingmaatregelen,
zoals voor ons in petto is, maar daar
mee wordt geen druk gelegd op de
kostenpryzen van de industriepro
dukten.
Integendeel, de kans is groot dat
de extra belastingdruk ertoe zal by-
dragen dat de pryzen verder oplopen,
hetgeen dus de averechtse uitwer
king voor de ontwikkelingslanden zal
vergroten.