Staken ja, staken nee
Angst voor inflatie
POLITICI ZIJN
NIET VERRAST
Laat overheid
maar bezuinigen
AMSTERDAMMERS
TEGEN KRACHTIG
ORDE HANDHAVEN
Dienen,
maar hoe
Amsterdammers en bejaarden willen f.400
DAMESBEURS
Premier
Dé Joiig
kan met
uitslag
steekproef
tevreden
zijn
sa
BLIKSEM
ONDERZOEK
Ondervraagden in enquête vinden
PAGINA 6
LETDSCH DAGBLAD
ZATERDAG 26 SEPTEMBER 1970
Uit het onderzoek onder de duizend gezinshoofden is duidelijk
gebleken dat voornamelijk de minder welgestelden, de confessione
len 'met name de gereformeerden» en de ouderen het eens zijn met
de regeringsplannen om strenger te gaan optreden tegen ordever
storingen.
In Noord-Holland en Zuid-Holland is men het minder eens met
krachtig optreden dan in de overige provincies. In Noord-Holland
wenst 73 procent, in Zuid-Holland 79 procent krachtig optreden
tegenover ongeveer 90 procent in de andere provincies. In Amster
dam is de weerstand tegen de regeringsplannen het grootst: 55 pro
cent vindt het onjuist.
De confessionelen vinden kennelijk dat de gezagsdragers harder
moeten optreden, althans gezien het feit dat 64 procent (tegen ge
middeld 52 procent) antwoordde het er ..zeer mee eens" te zijn. Van
de rooms-katholieken wil 91 procent (63 pet „zeer mee eens" en
28 pet „mee eens") een krachtiger optreden en van de gereformeer
den 93 pet (70 pet „zeer mee eens" en 23 pet „mee eens", tegen
86 procent voor beide categorieën gemiddeld. Van degenen die beslist
van plan zijn mee te doen bij een staking om vierhonderd gulden
extra, is vijfendertig procent er echter voor dat de regering krach
tig de orde handhaaft.
Volgens makrotest is voorts gebleken: hoe lager de welstand, hoe
groter de goedkeuring van krachtig optreden tegen ordeverstoringen
(zie onderstaande tabel).
welgesteld middenkl. hogere lagere
volkski. volkski.
zeer mee eens 40 57 65 69
mee eens 30 26 24 23
totaal 70 83 89 92
Vrijwel alle (97 pet» ondervraagden van 65 en ouder zijn het
vaker eens met de „harde lijn" dan andere leeftijdsgroepen. Bij
plaatsing van de jongsten naast de oudsten ontstaat het volgende
beeld:
tot twintig jaar 65 jaar en ouder
zeer mee eens 36 81
mee eens 31 16
totaal
67
97
DEN HAAG (GPD) Het zijn vooral Amsterdam
mers (32 pet) die de f 400 extra willen ontvangen on
danks dat dit prijsstijgingen tot gevolg heeft. Rotterdam
mers zijn er het minst (8 pet.) in geïntersseerd.
Dit is gebleken uit het bliksemonderzoek dat voor de Ge
meenschappelijke Pers Dienst werd ingesteld. Een ander op
merkelijk feit kwam aan het licht bij de nadere verwerking
van de gegevens, namelijk dat een groot aantal gezinshoofden
die ouder zijn dan 65 jaar die f 400 in ieder geval willen hebben.
Landelijk bezien wil zestien procent van de ondervraagden dit
extra bedrag, ook als de prijzen erdoor stijgen, van de bejaar
den wil in dat geval 27 pet deze extra uitkering.
Uit de regionale gegevens blijkt I vindt dat de vakcentrales niet moe
dat men in Noord-Holland meer op d ten wachten op schrapping van art.
vierhonderd gulden is gebrand dan 8. In Friesland en Gelderland staat
in andere provincies. Vooral de men- men het meest positief tegenover
sen uit de middenklasse willen liever hernieuwd loonoverleg van de re-
geen vierhonderd gulden hebben, als gering met vakcentrales <resp. staat i
daardoor de prijzen stijgen
Overigens, degenen die meer dan
anderen het regeringsbeleid steunen,
geloven ook meer dan anderen dat
de prijzen niet abnormaal omhoog
zullen gaan.
De jongste leeftijdsgroep (tot 25
Jaar» staat onverschilliger tegen
over het al dan niet schrappen van
artikel acht uit de loonwet dan de
gezinshoofden van 61 tot 65 jaar. Het
vreemde is dat men in Zuid-Holland,
waar in de afgelopen weken juist de
arbeidsonrust is ontstaan. vaker
parlementaire redac- tevreden. Toch mag premier De
Jong niet klagen. Slechts een kwart
vindt de wijze waarop de regering
haar werk doet, uitgesproken slecht.
De rest varieert in waardering van
..goed" tot gaat wel Men wil in ieder
geval dat het kabinet tot de verkie
zingen blijft zitten en als we dan de
antirevolutionaire fractieleider mr.
Biesheuvel mogen geloven zit dat er
ook wel in. De kwestie-Veronica
dreigt weliswaar roet in het eten te
strooien, maar nu radio-Nordsee is
verdwenen, is de hitte rond deze con
troverse weer wat afgenomen. Wel
prijkt de zaak nog op de agenda van
de ministerraad van volgende week
vrijdag, want de regering is nog
steeds de Raad van Europa, die op
ratificering van het verdrag van
Straatsburg heeft aangedrongen een
antwoord verschuldigd.
Maar op een kabinetscrisis zit dui
delijk niemand te wachten. Trou
wens, een uitgesproken alterpatief
voor dit kabinet geeft ook de 20 pro
cent, die de ploeg van De Jong het
liefst vandaag nog naar huis zou
sturen, niet aan. Men is over de
vervanging zeer verdeeld, iets dat
de oppositie te denken moet geven,
voor de regeringsmaatregelen vroeg Wel gooit de progressieve concen-
ÏSLSJk Avonden. "T*'
als Den Uyl en Vondeling die graag
Uit de antwoorden die Makrotest zien. hogere ogen dan de rooms-rode
op de vragen heeft gekregen, spreekt coalitie <Pv.dA, KVP. ARP. CHU-
(van onze
teur)
Als het aan de meeste van de dui
zend gezinshoofden ligt. die door het
bureau Makrotest over het regerings
beleid zijn ondervraagd, kan het ka
binet De Jong volgend jaar zijn
gang gaan. Omdat de duizend onder
vraagden representatief zyn voor
de samenleving als geheel, mag uit
hun antwoorden worden afgeleid
dat er begrip bestaat voor de eco
nomische situatie waarin we op het
ogenblik met z'n allen verzeild zijn
geraakt.
Als 45 procent van de ondervraag
den meent dat zulke weinig populai
re. maatregelen als een belastingver
hoging. een bestedingsbeperking of
een loonpauze nodig zyn, dan zegt
dat toch wel iets. Dit kabinet is
steeds een slechte presentatie ver
weten, maar minister Roolvink van
Sociale Zaken heeft kennelijk indruk
gemaakt toen hij op Prinsjesdag
een beroep deed op het gezonde ver
stand van de burger. En minister
van Financiën dr. Witteveen, heeft
het begrip dat hij die dag bij de
aanbieding van de miljoenennota
heel duidelijk de angst voor de in
flatie. die steeds meer mensen gaat
beheersen. Bijna 80 procent van de
ondervraagden geeft er blijk van
liever geen f400 te willen hebben als
daarmee kan worden voorkomen
dat de prijzen verder stijgen. Daar-
uit blijkt hoezeer het inflatiespook j
wordt onderkend, ook onder de ar-
beiders. Men ziet steeds weer nieu-
we prijsgolven op zich afkomen, die
de vaak moeizaam verkregen inko-
mensverbeteringen weer voor een
groot deel opslokken. Alleen de be- j
jaarden blijken niet van de uitke-
ring te willen afzien. Dat is merk
waardig, want zij zijn het die het
meest van de inflatie te lijden heb
ben.
Niet klagen
Over het kabinet zelf blijken de
meeste ondervraagden wat minder
niemand op het idee van mr. Hans
van Mierlo. een coalitie van PvdA,
KVP en D'66 is gekomen. Dat is
niet zo vreemd want ook in politie
ke kringen had men een dergelijke
stunt niet voor mogelijk gehouden.
Wie nu nog de KVP van de beide
slechts 5 en 8 procent er onverschil
lig tegenover, tegen 15 pet. gemid-
I deld). In Noord-Holland. Noord-Bra
bant en Zeeland weet men het minst
I van de betekenis van artikel aoht. in
I de loonwet af.
j Zoals wellicht te verwachten was,
i vinden de welgestelden en degenen
j die behoren tot de middenklasse het
veel juister dat er een loonpauze zal
worden ingesteld dan andere bevol-
kingsgroepen. Opnieuw nemen de
Amsterdammers een uitzonderings
positie in: zij vinden het afkondigen
van een loonpauze meer een on
juiste maatregel dan bijvoorbeeld de
Hagenaars '55 procent tegen 40 pro-
j cent).
In Noord-Holland is men het meer
dan elders eens met de stakers,
die f 400 extra willen krijgen. Van
j de Noordhollanders vindt 59 procent
het terecht of zeer terecht dat de
werknemers voor de extra uitkering
J staken. Dit geldt echter vooral voor
Amsterdam, waar 75 procent het er-
mee eens is. De minste aanhang krij-
j gen de stakers in Noord-Brabant: 28
I procent.
De ..geschoolde arbeiders" vinden
staken voor vierhonderd gulden meer
Het politieke en sociale on
derzoek. dat in opdracht van de
gemeenschappelijke persdienst
door Makrotest N.V. is gehou
den. had plaats in het weekein
de van 19 en 20 september.
Ruim 200 interviewers van
Makrotest hebben persoonlijke
gesprekken gehad met 1023
hoofden van huishoudens in Ne
derland. Er werd bewust voor
de gezinshoofden gekozen om
dat de aangesneden problema
tiek hen in de eerste plaats aan
gaat. Wanneer in zaken betref
fende arbeidsonrust en gezags-
handhaving ook de huisvrouwen
waren gevraagd, zouden de ant
woorden vermoedelijk nog meer
behoudend van karakter zijn ge
weest.
Voorts zou in dat geval van
een bliksemonderzoek geen
sprake kunnen zijn geweest,
daar de verwerking van de ge
gevens aanmerkelijk meer tijd
zou hebben gevergd.
De door Makrotest genomen
steekproef is representatief voor
de Nederlandse gezinshoofden
van 18 jaar en ouder en ver
deeld over 200 gemeenten. De
keuze van de gemeenten werd
gedaan naar indeling in sociale
klasse, naar provincie en groot
te. Het aantal steekproeven in
een gemeente werd afhankelijk
gesteld van de grootte.
andere christelijke partijen denkt terecht '56) dan de overige beroeps-
los te kunnen weken, lijkt een poli- j groepen (tussen 57 procent en 2i
tieke naïveling. procent).
Steun in rug
De uitslag van de steekproef moet
voor drs. Udink. de lijsttrekker van
de CHU, een welkome steun in de
rug zijn. Tot zijn ontsteltenis is hij
de laatste tyd uitgemaakt voor al
les wat mooi en lelijk is en het zit
hem vooral dwars dat hij wordt ver
geleken met Spiro Agnew. de into
lerante vice-president van de VS.
Drs. Udink is de inspirator van de
passage in de troonrede, waarin
krachtig optreden tegen ordeversto
ringen wordt aangekondigd. Die pas
sage is kennelijk beter overgekomen
dan zelfs hijzelf kon verwachten.
Dat mag Den Uyl en Van Mierlo.
die zich daarover nogal smalend
hebben uitgelaten, nog wel eens aan
het denken zetten. Udink heeft in
ieder geval bereikt dat de komende
verkiezingen niet alleen de economie
tot inzet krijgen, maar ook het vraag
stuk van orde en gezag.
R. W. HEIDINGA
Aangetekend mag ook worden, dat
Ook by de vraag of men zelf mee
zou doen aan een staking om vier
honderd gulden krijgt men hetzelfde
beeld: hoe lager de welstand hoe
vaster men besloten is zeker met sta
ken mee te doen. Meer dan de helft
van de middenklasse en welgestelden
zal waarschijnlijk tot zeker niet mee
doen.
In de hogere beroepsgroepen blijkt
er toch een opmerkelijk aantal po
tentiële stakers te zijn. In de groep
van hoofdzakelijk vrije en aca
demische beroepen, directeuren van
grote ondernemingen, leraren m.o. en
hoge ambtenaren wil 23 procent „ze
ker" of „waarschijnlijk" gaan s ta
ken, als op hun bedrijf bet werk
wordt stil gelegd om f 400 te krijgen.
In de groep van hoofdzakelijk hoge
employees, directeuren van kleine
ondernemingen. hoofdambtenaren
en middelbare technici zal 16 procent
zeker meestaken en 11 procent waar
schijnlijk.
B. Roolvink. minister van Sociale
zaken en Volksgezondheid: "Deze
uitslag verrast mij niet. Het is een
redelijke reactie, die mijn mening
bevestigt dat een groot deel van het
Nederlandse volk een gezond inzicht
heeft in de huidige economische
situatie. Dat de cijfers op zo'n gevoe
lig punt als de loonpauze wat dich
ter bij elkaar liggen dan bijvoor
beeld op het punt van gezagshandha-
ving, verwondert mij niet."
Mr. B.W. Biesheuvel, fractieleider
van de ARP in de Tweede Kamer:
"Uit de steekproef blijkt dat de door
snee Nederlander begrijpt dat er
iets mis dreigt te gaan. Het lijkt mij
nuttig dat de politieke leiders by de
komende algemene politieke be
schouwingen. aandacht besteden aan
het vraagstuk van het gezag en de
persoonlijke vrijheid van de burger.
Dat is' duidelijk een punt dat de men
sen raakt.
De roep om herstel van het centra
le loonoverleg, die uit de uitslag
spreekt, is een begrijpelijke reactie.
Het wordt voor Kloos dan ook hoe
langer hoe moeilijker aannemelijk
te maken waarom het NVV zich zo
isoleert."
Mr. W.J. Geertsema 'fractieleider
WDi "Een plezierige uitslag, voor
al hel duidelijke cijfer over de hand
having van de orde, zegt wel iets. i zaken. Dit blykt mij uit de cyfers
De mensen gaan langzamerhand in- over de ordeverstoring en het aan
zien dat het zo niet meer kan. Men blijven van het kabinet, in ieder ge-
wil hier geen Zuidamerikaanse toe- val tot de verkiezingen.
standen, en raakt zich er kennelyk
van bewust, wat er kan gebeuren
als het gezag wegvalt. Dat betekend
niet dat we van ons land nu maar
gelijk een politiestaat moeten ma
ken. Waar het om gaat is dat po
gingen tot stelselmatige afbraak van
onze democratische verworvenheden
worden verijdeld. Dat men dit inziet
stemt mij tot tevredenheid. De cij
fers over de loonwet, tonen aan dat
veel mensen met mij vinden dat
Kloos bezig is met chantage."
KVP - fractieleider Schmelzei^:
"Mijn algemene indruk is, dat uit de v
peiling als geheel de volgende ka
rakteristieken van de instelling van
het Nederlandse volk naar voren
komen
1. Realiteitsbesef. Kennelijk ziet
men in dat de sociaal-economische
ontwikkeling door gevaren wordt be
dreigd en dat niet alle wensen tege
lijkertijd kunnen worden vervuld.
Krachtig bijsturen van de regering
lijkt men min of meer te verwach
ten.
2. Behoefte aan solidariteit, zich
uitend in overleg en samenwerking.
Kennelijk geeft men daaraan de
voorkeur boven onnodige en on
vruchtbare conflicten.
3 Voorkeur voor een geleidelijke
en ordelijke ontwikkeling in 's lands
ADVERTENTIE
DROOMKEUKENS
op de
Als er in ons land bezuinigd moet dat men de ontwikkelingshulp meer
worden, zoals minister Witteveen j ten laste van de overheid wil laten
Financiën wil, dan moeten vooral j komen en minder ten laste van de
de overheid en de werkgevers hun
bydrage daaraan leveren, vinden de
meeste ondervraagden. Ongeveer
twintig procent van de ondervraag
den vindt zelfs dat de werknemers
helemaal niet hoeven mee te bezui
nigen. Eveneens een vijfde deel wil
dat de werknemers minder dan tien
procent bijdraagt aan de bezuinigin
gen.,.
Ongeveer hetzelfde beeld ontstaat
bij de vraag wie (de overheid, de
werkgevers of de werknemers) zou
moeten bijdragen aan de ontwikke
lingshulp en voor hoeveel. In dit ge- j
I val echter 6laat de balans nog meer j
door naar de overheid, dat wil zeggen
zeer juist 7
juist 19
niet juist, niet onjuist 10
onjuist 37
zeer onjuist 26
werknemers. In de nieuwe begroting
wordt precies een procent van ons
nationale inkomen besteed aan ont- j
wikkelingshulp. Een van de maatregelen die de re-
Op de vraag of men het juist acht j gering wil nemen om de uitgaven te
dat de regering het autorijden op- beperken is om het moeilijker te ma-
nieuw duurder wil maken, antwoord- ken iets op afbetaling te kopen of
de 63 procent negatief, en 27 procent geld te lenen. In het staatje hier-
vindt het wel juist. I onder staan de antwoorden op de
In het volgende overzicht worden vraag „denkt u nu dat veel mensen
de antwoorden over het duurder dat vervelend zullen vinden?"
autorijden nader uitgewerkt: de j
vraag luidde: „een maatregel die de zeker niet 4
regering wil nemen om meer geld te waarschijnlijk niet 10
krijgen is het autorijden duurder ik denk van niet 11
maken. In hoeverre vindt u dat een waarschijnlijk 49
juiste maatregel?" i zeker wel 25
De regeringscoalitie 'KVP, ARP,
CHU en WD> krijgt bij de voorge
nomen maatregelen meer steun van
de confessionelen en de hogere in
komensgroepen. terwijl het „linkse"
Amsterdam het negatiefste staat ten
opzichte van de in de troonrede aan
gekondigde maatregelen.
51 procent van de confessionelen
vooral de gereformeerden vinden
dat de regeringsplannen goed zijn
voor ons land, tegen 35 procent ge
middeld in het gehele land. De wel
gestelden en de middenklassers staan
positiever ten opzichte van de te
nemen maatregelen dan de lagere en
I hogere volksklasse, waarbij de wel-
gestelden zich het positiefst uitlaten.
De lagere volksklasse keurt de maat-
i regelen het meest af. 39 procent I zal blijven.
vindt dat de plannen „zeer slecht"
voor Nederland zijn. tegenover onge
veer 25 pet by de andere groepen.
Vindt 45 procent van de gemiddelde
Nederlander de maatregelen goed
voor ons land, slechts 29 procent van
de Amsterdammers is het er mee
eens. Meer dan de helft van de Am
sterdammers (56 pet) zegt dan ook
dat de huidige regering haar werk
slecht of zeer slecht doet.
Ook uit de antwoorden op de vraag
of het kabinet-De Jong zou kunnen
blyven zitten tot de verkiezingen
volgend jaar, ziet men dezelfde groe
pen positief reageren als by de vraag
of de regering haar werk goed doet.
Hoe welgestelder men is hoe vaker
men denkt dat de regering wel aan
(Van een militaire medewerker)
Het valt in de Westerse samenle
ving niet mee een in alle opzichten
aanvaardbaar stelsel van legervor
ming te vinden. Op verschillende
plaatsen is het vraagstuk dienst
plichtigen of vrijwilligers weer in
discussie. In de Verenigde Staten
heeft president Nixon al spoedig na
zijn ambtsaanvaarding een commis
sie ingesteld om te adviseren over 'n
geheel uit vrijwilligers bestaan
de krijgsmacht.
In de aanbiedingsbrief van haar
rapport schreef de commissie-Gates:
„Wij zyn eenstemmig van mening
dat het belang van de natie beter is
gediend met een vrywilligers-krygs-
macht".
Kort geleden verwierp de Ameri
kaanse Senaat evenwel een voorstel
om over te gaan tot de vorming van
een beroepsleger.
Engeland heeft een beroepsleger,
maar kampt met grote moeilijkheden
om de vereiste aantallen contractan
ten te werven. Teneinde de aanmel
ding te stimuleren, onderzoekt men
op het moment de mogelijkheid van
een zeer korte contracttermijn, twee
jaar.
In ons land heeft de problematiek
rond de legervorming nog te weinig
aandacht buiten de beperkte kring
van deskundigen. In talrijke publi-
katies over defensie vraagstukken
gaat zij als het ware schuil achter fi
nanciële en politiek/strategische be
schouwingen. Helaas, want de wijze
waarop in de jaren zeventig dit
vraagstuk zal worden aangepakt en
opgelost, kan wel eens bepalend zijn
voor onze mogelijkheden in die pe
riode onze veiligheid, zowel nationaal
als in bondgenootschappelijk ver
band, te verzekeren.
Onze krijgsmacht telt nog steeds 'n
aanzienlijk aantal dienstplichtigen.
Volgens de defensienota 1968 bij de
marine 23 pet. van de sterkte, bij de
landmacht 62 pet. en bij de lucht
macht -35 pet.
Wat zijn nu de voornaamste be
zwaren? Het eerste is dat van de
ongelijke lastenverdeling. Het aan
bod van dienstplichtigen overtreft de
vraag. Nadat ongeveer de helft van
het aantal ingeschrevenen in eerste
instantie is afgekeurd of vrijgesteld,
wordt van het restant maar een deel
tot daadwerkelijke dienstvervul
ling opgeroepen: de buitengewoon
dienstplichtigen 'in 1970: 14.000)
ontsnappen de dans.
Zeer terecht voelen velen van hen
die wel onder wapenen moeten ko
men dit als een onrechtvaardige
zaak. Zij voelen zich in meerdere op
zichten (studie, carrière, salaris) ten-
achter gesteld.
Het tweede bezwaar is meer van
bedrijfsorganisatorische aard. De in
vloed van de techniek op de krijgs
macht wordt sterker. De bewapende
mannen zijn bemande wapens
geworden. Het aantal functies in de
organisatie, waarvoor dienstplich
tigen niet meer geschikt zijn, gezien
de duur van de 'diensttijd, de lengte
van de opleiding en de benodigde
ervaring, breidt zich verder uit. Bo
vendien leidt het huidige systeem tot
een weinig economisch gebruik
van het kostbare materieel, dat nu
in hoofdzaak wordt aangewend voor
de scholing van zich aaneenrijgende
lichtingsploegen. Slijtage en hoge on
derhoudskosten zijn daarvan het ge
volg.
Het derde bezwaar houdt verband
met het voortdurend hoger wordende
ontwikkelingspeil van de dienstplich
tigen. Is er enerzijds een kracht
werkzaam hen uitsluitend te gebrui
ken voor eenvoudige arbeid de
chauffeur of messbediende met een
middelbare schoolopleiding is be
paald geen uitzondering). Velen die
nen in functies die geen enkele intel
lectuele bevrediging geven.
Het gevolg is onrust. Spanningen,
niet in de laatste plaats met het la
gere beroepskader dat niet op een
gelijke vorming kan bogen.
In wezen is het probleem van de
krijgsmacht niet anders dan dat van
het bedrijfsleven. Het stijgende op
leidingsniveau van jongeren maakt 't
steeds moeilijker kandidaten te vin
den voor eenvoudige handenarbeid.
De kant van de vermindering van
het aantal plaatsen moeten wy uit
binnen de krijgsmacht. Het aantal
„eenvoudige" functies moet, mis
schien wel drastisch worden beperkt.
Geen pantservoertuigen meer met 9
infanteristen, maar kleine gevechts
voertuigen met een bemanning van
2 of 3 militairen en met een hoge
vuurkracht.
In de komende Jaren blijft naar 't
zich laat aanzien een combinatie
van dienstplichtigen en vrijwillig be
dienden onmisbaar. Daarbij dient te
worden gestreefd naar een uitbrei
ding van het aantal vrijwilligers.
Wanneer deze een raamwerk van
functies bij de parate eenheden blij
vend bezetten, kan vervolgens wel
licht voor de overige functies worden
volstaan met een korte opleiding „on
the job". Dienstplichtigen behoeven
alleen deze opleidingstij d op de pa
rate functie te dienen. In tijden van
politieke spanning en oorlogsdreiging
kan een beroep worden gedaan op
deze categorie om de eenheden,
waarvan net raamwerk wordt ge
vormd door vrijwilligers, te vullen.
Deze oplossing zou ook de grond
slag kunnen vormen voor de integra-
le aanpak van een voorziening in de
gemeenschapsdiensten, door een rui
mer gebruik te maken van de ge
creëerde opleidingscapaciteit. De
fensie is niet meer dan een onder
deel van het algemene belang. Het
inzicht wint veld, dat Juist de mo
derne maatschappij op een aantal
gebieden lacunes vertoont, waarin op
basis van vrijwilligheid onvoldoende
dreigt te worden voorzien: rampen
bestrijding, sociale en parademische
taken, ontwikkelingshulp, enz. De ge
meenschappelijke bestudering van
deze problematiek kan heel goed sa
mengaan met de afbouw van de mi
litaire dienstplicht.