Staken ja, staken nee Angst voor inflatie POLITICI ZIJN NIET VERRAST Laat overheid maar bezuinigen AMSTERDAMMERS TEGEN KRACHTIG ORDE HANDHAVEN Dienen, maar hoe Amsterdammers en bejaarden willen f.400 DAMESBEURS Premier Dé Joiig kan met uitslag steekproef tevreden zijn sa BLIKSEM ONDERZOEK Ondervraagden in enquête vinden PAGINA 6 LETDSCH DAGBLAD ZATERDAG 26 SEPTEMBER 1970 Uit het onderzoek onder de duizend gezinshoofden is duidelijk gebleken dat voornamelijk de minder welgestelden, de confessione len 'met name de gereformeerden» en de ouderen het eens zijn met de regeringsplannen om strenger te gaan optreden tegen ordever storingen. In Noord-Holland en Zuid-Holland is men het minder eens met krachtig optreden dan in de overige provincies. In Noord-Holland wenst 73 procent, in Zuid-Holland 79 procent krachtig optreden tegenover ongeveer 90 procent in de andere provincies. In Amster dam is de weerstand tegen de regeringsplannen het grootst: 55 pro cent vindt het onjuist. De confessionelen vinden kennelijk dat de gezagsdragers harder moeten optreden, althans gezien het feit dat 64 procent (tegen ge middeld 52 procent) antwoordde het er ..zeer mee eens" te zijn. Van de rooms-katholieken wil 91 procent (63 pet „zeer mee eens" en 28 pet „mee eens") een krachtiger optreden en van de gereformeer den 93 pet (70 pet „zeer mee eens" en 23 pet „mee eens", tegen 86 procent voor beide categorieën gemiddeld. Van degenen die beslist van plan zijn mee te doen bij een staking om vierhonderd gulden extra, is vijfendertig procent er echter voor dat de regering krach tig de orde handhaaft. Volgens makrotest is voorts gebleken: hoe lager de welstand, hoe groter de goedkeuring van krachtig optreden tegen ordeverstoringen (zie onderstaande tabel). welgesteld middenkl. hogere lagere volkski. volkski. zeer mee eens 40 57 65 69 mee eens 30 26 24 23 totaal 70 83 89 92 Vrijwel alle (97 pet» ondervraagden van 65 en ouder zijn het vaker eens met de „harde lijn" dan andere leeftijdsgroepen. Bij plaatsing van de jongsten naast de oudsten ontstaat het volgende beeld: tot twintig jaar 65 jaar en ouder zeer mee eens 36 81 mee eens 31 16 totaal 67 97 DEN HAAG (GPD) Het zijn vooral Amsterdam mers (32 pet) die de f 400 extra willen ontvangen on danks dat dit prijsstijgingen tot gevolg heeft. Rotterdam mers zijn er het minst (8 pet.) in geïntersseerd. Dit is gebleken uit het bliksemonderzoek dat voor de Ge meenschappelijke Pers Dienst werd ingesteld. Een ander op merkelijk feit kwam aan het licht bij de nadere verwerking van de gegevens, namelijk dat een groot aantal gezinshoofden die ouder zijn dan 65 jaar die f 400 in ieder geval willen hebben. Landelijk bezien wil zestien procent van de ondervraagden dit extra bedrag, ook als de prijzen erdoor stijgen, van de bejaar den wil in dat geval 27 pet deze extra uitkering. Uit de regionale gegevens blijkt I vindt dat de vakcentrales niet moe dat men in Noord-Holland meer op d ten wachten op schrapping van art. vierhonderd gulden is gebrand dan 8. In Friesland en Gelderland staat in andere provincies. Vooral de men- men het meest positief tegenover sen uit de middenklasse willen liever hernieuwd loonoverleg van de re- geen vierhonderd gulden hebben, als gering met vakcentrales <resp. staat i daardoor de prijzen stijgen Overigens, degenen die meer dan anderen het regeringsbeleid steunen, geloven ook meer dan anderen dat de prijzen niet abnormaal omhoog zullen gaan. De jongste leeftijdsgroep (tot 25 Jaar» staat onverschilliger tegen over het al dan niet schrappen van artikel acht uit de loonwet dan de gezinshoofden van 61 tot 65 jaar. Het vreemde is dat men in Zuid-Holland, waar in de afgelopen weken juist de arbeidsonrust is ontstaan. vaker parlementaire redac- tevreden. Toch mag premier De Jong niet klagen. Slechts een kwart vindt de wijze waarop de regering haar werk doet, uitgesproken slecht. De rest varieert in waardering van ..goed" tot gaat wel Men wil in ieder geval dat het kabinet tot de verkie zingen blijft zitten en als we dan de antirevolutionaire fractieleider mr. Biesheuvel mogen geloven zit dat er ook wel in. De kwestie-Veronica dreigt weliswaar roet in het eten te strooien, maar nu radio-Nordsee is verdwenen, is de hitte rond deze con troverse weer wat afgenomen. Wel prijkt de zaak nog op de agenda van de ministerraad van volgende week vrijdag, want de regering is nog steeds de Raad van Europa, die op ratificering van het verdrag van Straatsburg heeft aangedrongen een antwoord verschuldigd. Maar op een kabinetscrisis zit dui delijk niemand te wachten. Trou wens, een uitgesproken alterpatief voor dit kabinet geeft ook de 20 pro cent, die de ploeg van De Jong het liefst vandaag nog naar huis zou sturen, niet aan. Men is over de vervanging zeer verdeeld, iets dat de oppositie te denken moet geven, voor de regeringsmaatregelen vroeg Wel gooit de progressieve concen- ÏSLSJk Avonden. "T*' als Den Uyl en Vondeling die graag Uit de antwoorden die Makrotest zien. hogere ogen dan de rooms-rode op de vragen heeft gekregen, spreekt coalitie <Pv.dA, KVP. ARP. CHU- (van onze teur) Als het aan de meeste van de dui zend gezinshoofden ligt. die door het bureau Makrotest over het regerings beleid zijn ondervraagd, kan het ka binet De Jong volgend jaar zijn gang gaan. Omdat de duizend onder vraagden representatief zyn voor de samenleving als geheel, mag uit hun antwoorden worden afgeleid dat er begrip bestaat voor de eco nomische situatie waarin we op het ogenblik met z'n allen verzeild zijn geraakt. Als 45 procent van de ondervraag den meent dat zulke weinig populai re. maatregelen als een belastingver hoging. een bestedingsbeperking of een loonpauze nodig zyn, dan zegt dat toch wel iets. Dit kabinet is steeds een slechte presentatie ver weten, maar minister Roolvink van Sociale Zaken heeft kennelijk indruk gemaakt toen hij op Prinsjesdag een beroep deed op het gezonde ver stand van de burger. En minister van Financiën dr. Witteveen, heeft het begrip dat hij die dag bij de aanbieding van de miljoenennota heel duidelijk de angst voor de in flatie. die steeds meer mensen gaat beheersen. Bijna 80 procent van de ondervraagden geeft er blijk van liever geen f400 te willen hebben als daarmee kan worden voorkomen dat de prijzen verder stijgen. Daar- uit blijkt hoezeer het inflatiespook j wordt onderkend, ook onder de ar- beiders. Men ziet steeds weer nieu- we prijsgolven op zich afkomen, die de vaak moeizaam verkregen inko- mensverbeteringen weer voor een groot deel opslokken. Alleen de be- j jaarden blijken niet van de uitke- ring te willen afzien. Dat is merk waardig, want zij zijn het die het meest van de inflatie te lijden heb ben. Niet klagen Over het kabinet zelf blijken de meeste ondervraagden wat minder niemand op het idee van mr. Hans van Mierlo. een coalitie van PvdA, KVP en D'66 is gekomen. Dat is niet zo vreemd want ook in politie ke kringen had men een dergelijke stunt niet voor mogelijk gehouden. Wie nu nog de KVP van de beide slechts 5 en 8 procent er onverschil lig tegenover, tegen 15 pet. gemid- I deld). In Noord-Holland. Noord-Bra bant en Zeeland weet men het minst I van de betekenis van artikel aoht. in I de loonwet af. j Zoals wellicht te verwachten was, i vinden de welgestelden en degenen j die behoren tot de middenklasse het veel juister dat er een loonpauze zal worden ingesteld dan andere bevol- kingsgroepen. Opnieuw nemen de Amsterdammers een uitzonderings positie in: zij vinden het afkondigen van een loonpauze meer een on juiste maatregel dan bijvoorbeeld de Hagenaars '55 procent tegen 40 pro- j cent). In Noord-Holland is men het meer dan elders eens met de stakers, die f 400 extra willen krijgen. Van j de Noordhollanders vindt 59 procent het terecht of zeer terecht dat de werknemers voor de extra uitkering J staken. Dit geldt echter vooral voor Amsterdam, waar 75 procent het er- mee eens is. De minste aanhang krij- j gen de stakers in Noord-Brabant: 28 I procent. De ..geschoolde arbeiders" vinden staken voor vierhonderd gulden meer Het politieke en sociale on derzoek. dat in opdracht van de gemeenschappelijke persdienst door Makrotest N.V. is gehou den. had plaats in het weekein de van 19 en 20 september. Ruim 200 interviewers van Makrotest hebben persoonlijke gesprekken gehad met 1023 hoofden van huishoudens in Ne derland. Er werd bewust voor de gezinshoofden gekozen om dat de aangesneden problema tiek hen in de eerste plaats aan gaat. Wanneer in zaken betref fende arbeidsonrust en gezags- handhaving ook de huisvrouwen waren gevraagd, zouden de ant woorden vermoedelijk nog meer behoudend van karakter zijn ge weest. Voorts zou in dat geval van een bliksemonderzoek geen sprake kunnen zijn geweest, daar de verwerking van de ge gevens aanmerkelijk meer tijd zou hebben gevergd. De door Makrotest genomen steekproef is representatief voor de Nederlandse gezinshoofden van 18 jaar en ouder en ver deeld over 200 gemeenten. De keuze van de gemeenten werd gedaan naar indeling in sociale klasse, naar provincie en groot te. Het aantal steekproeven in een gemeente werd afhankelijk gesteld van de grootte. andere christelijke partijen denkt terecht '56) dan de overige beroeps- los te kunnen weken, lijkt een poli- j groepen (tussen 57 procent en 2i tieke naïveling. procent). Steun in rug De uitslag van de steekproef moet voor drs. Udink. de lijsttrekker van de CHU, een welkome steun in de rug zijn. Tot zijn ontsteltenis is hij de laatste tyd uitgemaakt voor al les wat mooi en lelijk is en het zit hem vooral dwars dat hij wordt ver geleken met Spiro Agnew. de into lerante vice-president van de VS. Drs. Udink is de inspirator van de passage in de troonrede, waarin krachtig optreden tegen ordeversto ringen wordt aangekondigd. Die pas sage is kennelijk beter overgekomen dan zelfs hijzelf kon verwachten. Dat mag Den Uyl en Van Mierlo. die zich daarover nogal smalend hebben uitgelaten, nog wel eens aan het denken zetten. Udink heeft in ieder geval bereikt dat de komende verkiezingen niet alleen de economie tot inzet krijgen, maar ook het vraag stuk van orde en gezag. R. W. HEIDINGA Aangetekend mag ook worden, dat Ook by de vraag of men zelf mee zou doen aan een staking om vier honderd gulden krijgt men hetzelfde beeld: hoe lager de welstand hoe vaster men besloten is zeker met sta ken mee te doen. Meer dan de helft van de middenklasse en welgestelden zal waarschijnlijk tot zeker niet mee doen. In de hogere beroepsgroepen blijkt er toch een opmerkelijk aantal po tentiële stakers te zijn. In de groep van hoofdzakelijk vrije en aca demische beroepen, directeuren van grote ondernemingen, leraren m.o. en hoge ambtenaren wil 23 procent „ze ker" of „waarschijnlijk" gaan s ta ken, als op hun bedrijf bet werk wordt stil gelegd om f 400 te krijgen. In de groep van hoofdzakelijk hoge employees, directeuren van kleine ondernemingen. hoofdambtenaren en middelbare technici zal 16 procent zeker meestaken en 11 procent waar schijnlijk. B. Roolvink. minister van Sociale zaken en Volksgezondheid: "Deze uitslag verrast mij niet. Het is een redelijke reactie, die mijn mening bevestigt dat een groot deel van het Nederlandse volk een gezond inzicht heeft in de huidige economische situatie. Dat de cijfers op zo'n gevoe lig punt als de loonpauze wat dich ter bij elkaar liggen dan bijvoor beeld op het punt van gezagshandha- ving, verwondert mij niet." Mr. B.W. Biesheuvel, fractieleider van de ARP in de Tweede Kamer: "Uit de steekproef blijkt dat de door snee Nederlander begrijpt dat er iets mis dreigt te gaan. Het lijkt mij nuttig dat de politieke leiders by de komende algemene politieke be schouwingen. aandacht besteden aan het vraagstuk van het gezag en de persoonlijke vrijheid van de burger. Dat is' duidelijk een punt dat de men sen raakt. De roep om herstel van het centra le loonoverleg, die uit de uitslag spreekt, is een begrijpelijke reactie. Het wordt voor Kloos dan ook hoe langer hoe moeilijker aannemelijk te maken waarom het NVV zich zo isoleert." Mr. W.J. Geertsema 'fractieleider WDi "Een plezierige uitslag, voor al hel duidelijke cijfer over de hand having van de orde, zegt wel iets. i zaken. Dit blykt mij uit de cyfers De mensen gaan langzamerhand in- over de ordeverstoring en het aan zien dat het zo niet meer kan. Men blijven van het kabinet, in ieder ge- wil hier geen Zuidamerikaanse toe- val tot de verkiezingen. standen, en raakt zich er kennelyk van bewust, wat er kan gebeuren als het gezag wegvalt. Dat betekend niet dat we van ons land nu maar gelijk een politiestaat moeten ma ken. Waar het om gaat is dat po gingen tot stelselmatige afbraak van onze democratische verworvenheden worden verijdeld. Dat men dit inziet stemt mij tot tevredenheid. De cij fers over de loonwet, tonen aan dat veel mensen met mij vinden dat Kloos bezig is met chantage." KVP - fractieleider Schmelzei^: "Mijn algemene indruk is, dat uit de v peiling als geheel de volgende ka rakteristieken van de instelling van het Nederlandse volk naar voren komen 1. Realiteitsbesef. Kennelijk ziet men in dat de sociaal-economische ontwikkeling door gevaren wordt be dreigd en dat niet alle wensen tege lijkertijd kunnen worden vervuld. Krachtig bijsturen van de regering lijkt men min of meer te verwach ten. 2. Behoefte aan solidariteit, zich uitend in overleg en samenwerking. Kennelijk geeft men daaraan de voorkeur boven onnodige en on vruchtbare conflicten. 3 Voorkeur voor een geleidelijke en ordelijke ontwikkeling in 's lands ADVERTENTIE DROOMKEUKENS op de Als er in ons land bezuinigd moet dat men de ontwikkelingshulp meer worden, zoals minister Witteveen j ten laste van de overheid wil laten Financiën wil, dan moeten vooral j komen en minder ten laste van de de overheid en de werkgevers hun bydrage daaraan leveren, vinden de meeste ondervraagden. Ongeveer twintig procent van de ondervraag den vindt zelfs dat de werknemers helemaal niet hoeven mee te bezui nigen. Eveneens een vijfde deel wil dat de werknemers minder dan tien procent bijdraagt aan de bezuinigin gen.,. Ongeveer hetzelfde beeld ontstaat bij de vraag wie (de overheid, de werkgevers of de werknemers) zou moeten bijdragen aan de ontwikke lingshulp en voor hoeveel. In dit ge- j I val echter 6laat de balans nog meer j door naar de overheid, dat wil zeggen zeer juist 7 juist 19 niet juist, niet onjuist 10 onjuist 37 zeer onjuist 26 werknemers. In de nieuwe begroting wordt precies een procent van ons nationale inkomen besteed aan ont- j wikkelingshulp. Een van de maatregelen die de re- Op de vraag of men het juist acht j gering wil nemen om de uitgaven te dat de regering het autorijden op- beperken is om het moeilijker te ma- nieuw duurder wil maken, antwoord- ken iets op afbetaling te kopen of de 63 procent negatief, en 27 procent geld te lenen. In het staatje hier- vindt het wel juist. I onder staan de antwoorden op de In het volgende overzicht worden vraag „denkt u nu dat veel mensen de antwoorden over het duurder dat vervelend zullen vinden?" autorijden nader uitgewerkt: de j vraag luidde: „een maatregel die de zeker niet 4 regering wil nemen om meer geld te waarschijnlijk niet 10 krijgen is het autorijden duurder ik denk van niet 11 maken. In hoeverre vindt u dat een waarschijnlijk 49 juiste maatregel?" i zeker wel 25 De regeringscoalitie 'KVP, ARP, CHU en WD> krijgt bij de voorge nomen maatregelen meer steun van de confessionelen en de hogere in komensgroepen. terwijl het „linkse" Amsterdam het negatiefste staat ten opzichte van de in de troonrede aan gekondigde maatregelen. 51 procent van de confessionelen vooral de gereformeerden vinden dat de regeringsplannen goed zijn voor ons land, tegen 35 procent ge middeld in het gehele land. De wel gestelden en de middenklassers staan positiever ten opzichte van de te nemen maatregelen dan de lagere en I hogere volksklasse, waarbij de wel- gestelden zich het positiefst uitlaten. De lagere volksklasse keurt de maat- i regelen het meest af. 39 procent I zal blijven. vindt dat de plannen „zeer slecht" voor Nederland zijn. tegenover onge veer 25 pet by de andere groepen. Vindt 45 procent van de gemiddelde Nederlander de maatregelen goed voor ons land, slechts 29 procent van de Amsterdammers is het er mee eens. Meer dan de helft van de Am sterdammers (56 pet) zegt dan ook dat de huidige regering haar werk slecht of zeer slecht doet. Ook uit de antwoorden op de vraag of het kabinet-De Jong zou kunnen blyven zitten tot de verkiezingen volgend jaar, ziet men dezelfde groe pen positief reageren als by de vraag of de regering haar werk goed doet. Hoe welgestelder men is hoe vaker men denkt dat de regering wel aan (Van een militaire medewerker) Het valt in de Westerse samenle ving niet mee een in alle opzichten aanvaardbaar stelsel van legervor ming te vinden. Op verschillende plaatsen is het vraagstuk dienst plichtigen of vrijwilligers weer in discussie. In de Verenigde Staten heeft president Nixon al spoedig na zijn ambtsaanvaarding een commis sie ingesteld om te adviseren over 'n geheel uit vrijwilligers bestaan de krijgsmacht. In de aanbiedingsbrief van haar rapport schreef de commissie-Gates: „Wij zyn eenstemmig van mening dat het belang van de natie beter is gediend met een vrywilligers-krygs- macht". Kort geleden verwierp de Ameri kaanse Senaat evenwel een voorstel om over te gaan tot de vorming van een beroepsleger. Engeland heeft een beroepsleger, maar kampt met grote moeilijkheden om de vereiste aantallen contractan ten te werven. Teneinde de aanmel ding te stimuleren, onderzoekt men op het moment de mogelijkheid van een zeer korte contracttermijn, twee jaar. In ons land heeft de problematiek rond de legervorming nog te weinig aandacht buiten de beperkte kring van deskundigen. In talrijke publi- katies over defensie vraagstukken gaat zij als het ware schuil achter fi nanciële en politiek/strategische be schouwingen. Helaas, want de wijze waarop in de jaren zeventig dit vraagstuk zal worden aangepakt en opgelost, kan wel eens bepalend zijn voor onze mogelijkheden in die pe riode onze veiligheid, zowel nationaal als in bondgenootschappelijk ver band, te verzekeren. Onze krijgsmacht telt nog steeds 'n aanzienlijk aantal dienstplichtigen. Volgens de defensienota 1968 bij de marine 23 pet. van de sterkte, bij de landmacht 62 pet. en bij de lucht macht -35 pet. Wat zijn nu de voornaamste be zwaren? Het eerste is dat van de ongelijke lastenverdeling. Het aan bod van dienstplichtigen overtreft de vraag. Nadat ongeveer de helft van het aantal ingeschrevenen in eerste instantie is afgekeurd of vrijgesteld, wordt van het restant maar een deel tot daadwerkelijke dienstvervul ling opgeroepen: de buitengewoon dienstplichtigen 'in 1970: 14.000) ontsnappen de dans. Zeer terecht voelen velen van hen die wel onder wapenen moeten ko men dit als een onrechtvaardige zaak. Zij voelen zich in meerdere op zichten (studie, carrière, salaris) ten- achter gesteld. Het tweede bezwaar is meer van bedrijfsorganisatorische aard. De in vloed van de techniek op de krijgs macht wordt sterker. De bewapende mannen zijn bemande wapens geworden. Het aantal functies in de organisatie, waarvoor dienstplich tigen niet meer geschikt zijn, gezien de duur van de 'diensttijd, de lengte van de opleiding en de benodigde ervaring, breidt zich verder uit. Bo vendien leidt het huidige systeem tot een weinig economisch gebruik van het kostbare materieel, dat nu in hoofdzaak wordt aangewend voor de scholing van zich aaneenrijgende lichtingsploegen. Slijtage en hoge on derhoudskosten zijn daarvan het ge volg. Het derde bezwaar houdt verband met het voortdurend hoger wordende ontwikkelingspeil van de dienstplich tigen. Is er enerzijds een kracht werkzaam hen uitsluitend te gebrui ken voor eenvoudige arbeid de chauffeur of messbediende met een middelbare schoolopleiding is be paald geen uitzondering). Velen die nen in functies die geen enkele intel lectuele bevrediging geven. Het gevolg is onrust. Spanningen, niet in de laatste plaats met het la gere beroepskader dat niet op een gelijke vorming kan bogen. In wezen is het probleem van de krijgsmacht niet anders dan dat van het bedrijfsleven. Het stijgende op leidingsniveau van jongeren maakt 't steeds moeilijker kandidaten te vin den voor eenvoudige handenarbeid. De kant van de vermindering van het aantal plaatsen moeten wy uit binnen de krijgsmacht. Het aantal „eenvoudige" functies moet, mis schien wel drastisch worden beperkt. Geen pantservoertuigen meer met 9 infanteristen, maar kleine gevechts voertuigen met een bemanning van 2 of 3 militairen en met een hoge vuurkracht. In de komende Jaren blijft naar 't zich laat aanzien een combinatie van dienstplichtigen en vrijwillig be dienden onmisbaar. Daarbij dient te worden gestreefd naar een uitbrei ding van het aantal vrijwilligers. Wanneer deze een raamwerk van functies bij de parate eenheden blij vend bezetten, kan vervolgens wel licht voor de overige functies worden volstaan met een korte opleiding „on the job". Dienstplichtigen behoeven alleen deze opleidingstij d op de pa rate functie te dienen. In tijden van politieke spanning en oorlogsdreiging kan een beroep worden gedaan op deze categorie om de eenheden, waarvan net raamwerk wordt ge vormd door vrijwilligers, te vullen. Deze oplossing zou ook de grond slag kunnen vormen voor de integra- le aanpak van een voorziening in de gemeenschapsdiensten, door een rui mer gebruik te maken van de ge creëerde opleidingscapaciteit. De fensie is niet meer dan een onder deel van het algemene belang. Het inzicht wint veld, dat Juist de mo derne maatschappij op een aantal gebieden lacunes vertoont, waarin op basis van vrijwilligheid onvoldoende dreigt te worden voorzien: rampen bestrijding, sociale en parademische taken, ontwikkelingshulp, enz. De ge meenschappelijke bestudering van deze problematiek kan heel goed sa mengaan met de afbouw van de mi litaire dienstplicht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1970 | | pagina 6