Sexuele voorlichting voor studenten geen luxe VEBO: GOED TOT BEST VEE IN DE LEIDSE STREEK SEXUOLOGISCH ONDERZOEK HEEFT UITGEWEZEN Zuidmolukse wens een hersenschim maken wij dat uit? Alternatieve bestemming 10 milj. van schouwburg mssm - mmamm NEDERLANDS ERESCHULD Zeer gevaarlijke oversteekplaats KWALITEIT TOPDIEREN LIEP WEINIG UITEEN Ï2.Ü pONDERDAG 17 SEPTEMBER 1970 PAGINA 3 ianscj kir.: en. D, zien i wht« eds wordt ivonii llen ken i al 'P Pt ^ooric t grofc VOlgt; islaac Kent •cissin it, at, de K: at, •zu!j itouS 41 '1 )rde 14 sinds IJaar ie ee i van derail awe :las naar mak divid: LEIDEN De Leidse studenten vinden dat ze nog best wat sexuele voorlichting kunnen gebruiken. Deze wens hangt niet alleen samen met een algemene interesse voor dergelijke on derwerpen, maar wordt ook veroorzaakt door de behoefte (15%) of de verwachting, dat ze later meer kennis zullen nodig hebben (19%). Dit blijkt uit een onderzoek dat het Neder lands Instituut voor Sociaal Sexuologisch Onderzoek (NISSO) deed in samenwerking met de afdeling Sociale Psychologie van de Leidse universiteit. Het onderzoek werd ingesteld in opdracht van de Commissie van Overleg, samengesteld uit studenten - pastores, -psychologen, -decanen en -artsen, die inzicht wilden hebben in de problemen die zich voordoen en de manier waarop die problemen (door voorlichting) opgelost kunnen worden. Het onderzoek heeft hen geleerd, dat voor totaal 34% van de onder vraagde studenten sexuele voorlich ting een directe functionele beteke- 'et v ■kkti itm m n en. alm en ci ale i tra uidej ks n intjt Raadslid vraagt: LEIDEN P.v.d.A.-fractieleider van Aken heeft vragen gesteld aan B. en W. over de schouwburgplannen. Ht] memoreert, dat in 1969 door de raad een bedrag is gereserveerd van 10 miljoen gulden en aan het college machtiging verleend om het archi tectenbureau Postma een schetsont werp te laten vervaardigen, dat be gin 1970 gereed zou kunnen zyn. Voorts zou er naar gestreefd wor den, dat de vorige raad zich nog zou kunnen uitspreken over het definitie ve ontwerp. Van Aken vraagt: Welke omstandigheden hebben er toe geleid, dat zelfs het schets ontwerp thans nog niet bij de raad is ingediend? Hoe is de stand van zaken thans Waarom is de raad niet ingelicht Is het waar, dat er wèl 'n schets ontwerp is ontvangen, voorzien van een kostenraming van ruim 14 mil joen gulden? Is het college bereid 't vraagstuk van de nieuwe schouwburg vóór a.s. begrotingsbehandeling in de raad aan de orde te stellen? Bestaat in principe de mogelijk heid een alternatieve besteding te geven aan de cultureel/recreatieve, bestemming van de daaromp gecon ditioneerde reservering van f. 10 mil joen? Bijvoorbeeld: algehele restau ratie en vernieuwing van de toneel- outillage van de „oude" schouwburg: directe realisering van het Cultureel Centrum, cultureel/recreatieve voor zieningen in enige stadswijken; nieuwe behuizing voor „Reuvens" en het muziekonderwijs; ruimte voor experimenteel toneel: een nieuw overdekt zwembad. nis heeft voor de geestelijke volks gezondheid. Van de ondervraagden geeft 76% aan het te zullen waarde ren als de universiteit sexuele voor lichting geeft, terwijl zelfs achttien procent dit de taak van de univer siteit acht. Drs. Fr. v. d. Meer. die als we tenschappelijk medewerker aan de afdeling Sociale Psychologie, verant woordelijk was voor het onderzoek meent, dat de gevonden percentages als minimum-aanduiding moeten worden gezien. De resultaten van het onderzoek doen volgens hem ver moeden dat een groot deel van de studenten, die aangeven uit louter interesse meer te willen weten, in werkelijkheid deze informatie nodig hebben. In de vragenlijst konden de stu denten aangeven over welke onder werpen zij meer wilden weten. Over het verschil in de beleving van de sexualiiteit tussen man en vrouw zou 63% meer willen weten. Invloed van alcohol en drugs (39%), functie van de sexualiteit in de relatie (31%), orgasme 28 anti-conceptie (30%). variaties (36%) zijn de meest gevraagde onderwerpen van de stu denten. Ongeveer de helft van de opko mende studenten blijkt nog nooit volledige geslachtsgemeenschap te hebben gehad. Een aanzienlijke groep studenten (ongeveer 20%) heeft weliswaar coïtuservaring, maar komt slechts zelden tot gemeen schap. De norm die men hanteert is: het mag als men van elkaar houdt. Homosexualitedt blijft in Leiden enigszins onder het landelijk gemid delde. De verwachting is, dat dit te maken heeft met de voorkeur van homofiele studentes en studenten voor andere steden (b.v. Amsterdam). Een overtuigend bewijs hiervoor be staat echter niet. Zelfbevrediging (mannen 62% re gelmatig, vrouwen 11%) vormt voor twintig procent van de ondervraag den een probleem. Rond zeventig procent van de stu denten maakt bij de geslachtsge meenschap gebruik van anbi-concep- tieve methoden. Het pilgebruik blijft beneden de verwachting, die door vele gesprekken wordt gevoed, dat de meerderheid der studentes de pil zou gebruiken. Opvallend is dat katho lieke studenten periodieke onthou ding en coïtus interruptus vaker toepassen. Men neemt aan dat de encycliek hier nog nawerkt. De kennis van sexuele zaken blijkt op een aantal fundamentele gebieden erg laag te zijn. De vrouwen hebben over het algemeen minder kennis dan de mannen. Het kennisniveau neemt toe naarmate men ouder wordt en naarmate het relatieniveau en het ervaringsniveau stijgt. Drie kwart van de studenten zegt thuis sexuele voorlichting te hebben ge had. Uitgesproken tevreden is men hierover echter beslist niet. Voor het onderzoek wérden de ge selecteerden uitgenodigd naar een filmbijeenkomst te komen, waar men de vragenlijsten zou moeten invullen. Meer dan de helft reageerde op deze uitnodiging niet. Drs. Fr. v. d. Meer: „Dat wil weinig zeggen over de waarde van de steekproef. Uit de niet opgekomen studenten hebben we een nieuwe steekproef genomen. Die hebben we allemaal bezocht. De resultaten lagen daar slechts weinig anders, zodat we kunnen aannemen, dat er geen versohillen tussen deze groepen bestaat". Een heel ander punt is de waarde van de antwoorden. „Ik heb de in druk dat de wetenschap daarover nog in de kinderschoenen staat. Het is nogal een gevoelig onderwerp schijnt het en hoe oprecht de ant woorden zijn weet je dan nooit. Ik heb in het begin met de gedachte ge speeld een wat harder onderzoek te doen door bijvoorbeeld de studenten op de voet te volgen. Op deze wijze zou je een veel waardevollere infor matie kunnen krijgen. De uitvoering van zo'n onderzoek stuit echter op tal van problemen". „Als ik de resultaten van het on derzoek zou moeten samenvatten dan zeg ik: de Leidse studenten zijn veel conservatiever dan ik dacht. Dezelfde conclusie kun je volgens mij trekken uit ieder soortgelijk onderzoek. De actieve groep timmert meer aan de weg en als je de achterban onder zoekt vindt je meestal heel andere resultaten dan je zou verwachten. Toen ik de resultaten van de Amster damse enquête las vond ik het ook veel conservatiever dan ik verwacht had. In vergelijking met de resulta ten van de Margriet-enquête kun je concluderen dat de studenten toch meer voorlichting hebben gehad dan de gemiddelde Nederlander". „Als geld geen belemmering was zou ik precies weten wat de conse quentie van dit onderzoek zou moe ten zijn. Een voorlichtende brochure is maar een heel klein onderdeel van de verlangens. Wy pleiten sterk voor r IffiaSitffilU,,,: ''lL, ,J Onze fotograaf had weinig moeite om studenten bereid te vinden te poseren voor deze foto. Toen het bed eenmaal op de brug stond wist een ivakkere student snel een voorbijgangster te bewe gen „in te stappen". Dit plaatje zorgde voor een verkeersopstop ping op het Rapenburg. (Foto LD/Holvast) een centrum om mensen voor te lichten, om activiteiten te coördine ren. Ook voorlichting over drugge bruik zou daarin moeten worden op genomen. De vraag speelt of dit voor lichtingscentrum alleen voor studen ten zou moeten dienen of voor de hele Leidse bevolking. De klassieke vorm van voorlichten wordt over het algemeen slecht gewaardeerd. Een brochure zou niet alleen tech- nisch-biologisohe informatie moeten geven, maar ook feitelijke. Er zou ook in gespreken moeten worden over verschillende opvattingen van trouw en trouwen bijvoorbeeld". HANS-LUDO VAN MIERLO De heer J. L. P. Zondag te Oegst- geest haalt, al staat hy kennelijk niet onsympathiek tegenover de Zuid- Molukkers, toch wel een paar dingen door elkaar. Zeker, Europese naties streven moeizaam naar één Europa. Maar bepaald niet dat soort van „één Europa" dat we al eens gehad heb ben, namelijk onder hegemonie van het toen nationaal-socialistische Derde Ryk! Gesteld al dat de rest van Europa in die jaren nu eens wél heel tevreden zou zijn geweest met die opgedrongen „eenheid" onder Hitler's bewind, zou daarmee dan het Koninkrijk der Nederlanden, als NIET-tevreden component, opeens tot een hersenschim gedegradeerd zijn geweest? De R.M.S. «Republiek Maluku Se latan, Republiek Zuid-Molukken) is een volstrekt, souvereine staat, op volkenrechtelijk volkomen legale wijze tot stand gekomen. Dat een vrij groot deel van haar grondgebied op het ogenblik bezet is door vreem de troepen, doet daaraan niets af, evenmin als het feit dat de meeste leden van haar regering uitgeweken zyn of vervangen door reeds eerder uitgewekenen zoals in het geval van haar eerste minister-president, Soumokil, die. tot aan zijn gevan genneming door de Indonesiërs, steeds in het land zelf heeft vertoefd, maar daarna noodgedwongen werd opgevolgd door een functionaris die al in Nederland verblijf hield. Toen óns staatshoofd en ónze re gering in Londen zaten, en ons land geheel door de nazi's was bezet, hield ons bestaan als zelfstandige natie toch óók niet op? De eenheid die de Zuid-Molukkers vroeger nastreefden en ook aanvan kelijk in de (federale) Verenigde Staten van Indonesië nog wel, met behoud immers van een behoor lijke mate van autonomie, accep teerden, is wel zo'n beetje te verge lijken met die waar wy hier in Europa naar toe willen. Maar zij is een geheel andere dan die welke hun met de invasie van de overweldiging door de treopen der (overwegend Ja vaanse) „Republiek Indonesia", die oorspronkelijk één der deelstaten was maar alras de overige opslokte, werd opgelegd. Om nu te beweren dat de huidige voorvechters van de vrije, zelfstan dige Zuidmolukse natie „de daad van hun ouders en voorouders die tot de eenheid, nu Indonesië heeft geleid, afwyzen" is dan ook een slag in de lucht. De „eenheid" waaraan de in hun vaderland verblijvende Zuid-Moluk kers thans onderworpen zijn, is be paald niet door die ouders en voor ouders over hen gebracht, maar door het geweld van buitenlandse kanon nen. Wat ook Soekarno s grote ver diensten zijn geweest, (waaromtrent overigens in diens eigen land heel wat verschil van mening blijkt te be staan) en wat ook de grote verdien sten mogen zijn van het huidige, daar toch wel diametraal tegenover staande, bewind, het beleid inzake Ambon" kan daar nonm. zeker niet onder gerangschikt worden. Als zij, wie het aêngaat, i.e. de Zuid-Mo lukkers zélf, het er niet mee eens zijn en er zich tegen blijven verzetten (óók in hun eigen land), zou het dan ónze taak (overheidstaak nog wel volgens de heer Zondag) zyn om hen aan te praten dat ze een „her senschim" najagen? Heeft onze il legaliteit van 1940 tot 1945 dan soms ook een hersenschim nagejaagd? En op grond waarvan meent de heer Zondag dat wy, Nederlanders, het recht zouden hebben om aan „de Amborjiezen/Zuid-Molukkers, thans statenloos" (zy ZIJN niet staten- loos!) een zo beperkte keuze als die tussen het Indonesische en het Ne derlandse staatsburgerschap op te dringen? Zeker, die Indonesiër wil worden, staat dat vry, dat gaat ons niet aan maar die DAT wilden, zyn ook niet hier gekomen c.q. ge bleven. Én het zou niet meer dan billyk zyn als onze regering aan hen DIE DAT WENSEN het Nederlan derschap verleende. Maar mij lykt de enige goede oplossing, in HUN be lang (want wat óns belang er mee te maken heeft is me een raadsel!), om de de Zuid-Molukkers (en by- voorbeeld ook de Papoea's) te helpen en in staat te stellen om IN VRIJ HEID, naar hun EIGEN KEUZE, hun toekomst te bepalen. Peter de Vreese, Leiden. In uw opschrift boven myn inge zonden stuk is d e kern daar van niet juist weergegeven. Die is vervat in de laatste zin: „Statenloos, door ons toedoen, kunnen zy en hun kinderen niet altyd blyven". Met an dere woorden, het wordt hoog tyd dat Nederland zyn ereschuld aan de Zuid-Molukkers afdoet. J. L. P. Zondag, Willinklaan 16, Oegstgeest. Graag wil ik de aandacht vestigen op de toestand aan de over steekplaats Maresingel by de Julia- nastraat en brug Oude Herengracht. Al twee keer ben ik daar getuige ge weest van een ongeluk. Beide keren moesten de mensen, die er by be trokken waren in een zieken huis worden opgenomen. Er zyn dan natuuriyk ook altyd nog tal van gevallen die Je niet ziet. Oversteken is hier levensgevaarlyk op het zebra pad en de te smalle brug. Ik hoop. dat de gemeenteiyke autoriteiten de gevaarlyke oversteekplaats met ver keerslichten willen beveiligen. J. Benning, Marnixstraat 16, Leiden, Burgerlijke Stand GEBOREN Antonlus Johannes Gerardus. zn van A. J. G. Valentljn en I. Gerritsen; Ingeborg Ida Johanna, dr van R A. van der Heijden en M. M. Remijn; Stef Norbert Hulb. zn van M. Kraal en Y. B. A. Kuiper, Saskla Patricia Maria, dr van G. A. W Baudoln en M J. Lommerse; Adrlana Gerarda Jacoba, dr van A. J. A. Hoppenbrouwer en J. Imthorn; Hermanus, zn van H. Smit en M. T. van der Lult; Robert Chris- tlaan, zn van C. P. M. Moerkerk en C. H. Vreeken; Johannes Marlnua Abra ham, zn van M. A. Monteba en J. L Betgen; Sabine Eessa, dr van L M. Meeuwlssen en M. H. A. Mesman; Bregtlen Tltia, dr van R J. J. van Beek en E. M. Coumou; Marcel Pleter, zn van P. Rodenburg en P. Tlgchelaar; Thomas Andreas, zn van M. J. van Vondelen en M. B Oosterveen; Hen- rlca BernadLna Maria, dr van W. A. Dirks en A. M. Bayer. OVERLEDEN L. C. Schaegen, 52 Jr. e.v. A. H. Meelhuyzen; L. G. M van Bemmel, 75 Jr, vrouw; A. Koster. 69 Jr. man; G. M. J. Wlllemsen, 68 Jr, e.v. E. E. Martens; B. Bolhuis. 53 Jr. e.v. W. H. van der Loo; O A. Lie, 62 Jr. man; A. M. Dorst. 43 Jr, e.v A. Westdorp; B. van der Zeeuw. 63 jr. e.v. P. Has- selbach; C. J. Deketh, 58 Jr. man. (Van één onzer redacteuren) LEIDEN De VEBO-stryd is ge streden, de schoonheidswedstryd op het gebied van vee en kaas. Dieren uit de beste stallen in dertig plaatsen in Leiden en omgeving werden gis teren getoiletteerd en opgepoetst voor de jury geleid, die tot in de middag bezig was met keuren. De kwaliteit van de topdieren liep vaak zo weinig uiteen, dat een arbiter de uiteindelijke beslissing moest nemen. Oordeel over het vee: goed tot best. Beter dan over de kaas dus, die, zo als u gisteren al hebt kunnen lezen, met matig werd beoordeeld. Het was een goede tentoonstelling, helemaal in de Groenoordhal gehou den. Er was vrij veel belangstelling, vooral uit de agrarische kring, maar toch ook wel uit de stad. Voor een klein percentage is de VEBO een aand tussen stad en streek. Wat \fEBO betekent blykt voor velen een irobleem. Dat kwam tot uiting by ie quiz van de jongeren. Men bleef aak het antwoord schuldig op deze /raag. Secretaris Weima weet het ireciesvee- en bodemprodukten. É)ie quiz was één van de activi- eiten van de jongeren. Veel belang stelling trok een behendigheidswed- ,tryd met een landbouwtrekker, het nige buitengebeuren op deze 34ste /EBO. Het rundvee vormde ook nu het .eeuwenaandeel en de VEBO bleef op dit gebied de grootste show van de vyf, die in Zuid-Holland worden ge houden. De kwantiteit ia natuurlijk belangrijk, maar insiders letten voor al op de kwaliteit. Daarover kon vol op tevredenheid bestaan. De meeste koeien kregen een predikaat dat boven „goed" lag. In tal van rubrie ken kwam „best" op het beoorde lingsformulier. By de blaarkoppen werd in de jongere rubriek kampioene Bine 2 van W. van Gent in Overberg, een goed ontwikkelde melkschot. De sterke vaars Desirée van J. W. Rui tenburg uit Maarsbergen werd re serve. De kampioenseer by de oudere koeien bleef in het VEBO-gebied: Jansje 12 van L. Eikelenboom uit Rynsaterswoude kreeg de rozet op, een fraaie koe uit de produktieklas- se. Reserve werd Cecilia van J. W. Ruitenburg uit Maarsbergen. Gekeurd werden groepen directe vreuwelyke nakomelingen van een stier. Een groep afstammelingen van stier Marrinus van T. van Ingen uit Woerden en W. van Gent uit Over berg bleek de beste. By het zwartbont vee ging in de jonge rubriek Fokje 72 van W. H. Lekkerkerker uit Woubrugge, een ge rekte typische vaars, met de eer stryken. Reserve werd Boersma 17, een beste ontwikkelde melkschot van H. L. v. d. Post en Zn. uit Leiden. Janke 9, een beste koe uit de produk- tiekias, eigenaars gebr. Abr. en A. v. d. Boon uit Leimuiden, werd kam pioen by de oudere koeien. Reserve werd Ytske 42 van W. J. G. Kompier uit Leimuiden. Een uniforme kopgroep in de serie bedrijfsgroepen werd beoordeeld als de beste. Dit koppel van zeven is af komstig uit Bonda's proefboerdery in Wassenaar, één van de toonaange vende stallen in dit gebied. De VEBO leerde, dat de Rynstreek toonaangevend blyft op het gebied van de schapenfokkerijVan invloed is, dat veel gewerkt wordt met een preferente topram. By de rammen kwam de kampioen overigens uit een andere streek, de Krimpenerwaard. J. M. den Hertog uit Bergambacht, geboren en geto gen in de Rynstreek, bracht zyn ram in en ging met de eer stryken. Verder had Jac. Verkley uit Leider dorp het meeste succes. Dieren van hem werden reserve kampioen ram, kampioen ooi en reserve kampioen ooi. De topdieren kregen alle het pre dikaat uitstekend. De geitenkeuring leverde als al tyd de stryd tussen inzenders uit Noord-Holland en uit Zuid-Holland. In het algemeen genomen bleek Noord-Holland ditmaal de stryd te hebben gewonnen, maar drie van de vier topdieren kwamen uit deze pro vincie. Kampioen geit werd Rina van W. G. de Jongh uit Lisse, een goed ont wikkeld dier met beste uier. Reserve kampioen werd Roosje van H. Borst uit Krommenie. Ezau 8 kreeg het kampioenspredikaat by de bokken Dit dier van de afdeling Leiderdorp, gestationeerd in Zoeterwoude, is een voldoende ontwikkelde bok met ma tige benen. Reserve werd Frits van de afdeling Nieuw-Vennep, gestatio neerd in Lisse. Mini (ook van de Groenoordhal) hapt in een beste kaas. (Foto's LD/Holvast)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1970 | | pagina 3