Onderwijsbegroting is f560 milj. meer Verkorting diensttijd 1971 Over tien jaar leerplicht voor iedereen tot en met 18 jaar GELD VOOR HALLEN EN ZWEMBADEN 75 Ruim sanering miljoen voor middenstand Autorijdei opnieuw duurder 650 miljoen voor luchtmachtgeschut Urgente voorzieningei beperkt of uitgesteh VERNIEUWINGEN VERGEN RUIM HONDERD MILJOEN Twee miljoen extra PAGINA 8 LEIDSCH DAGBLAD DINSDAG 15 SEPTEMBER 1975 j De stroomversnelling in de conjunc tuur en de duidelijk aan de dag tre dende overbesteding hebben tot ge volg gehad dat de minister van Fi nanciën zijn begroting voor 1971 niet met zoveel enthousiasme kan pre senteren als bij een rustiger ontwik keling aan het loonfront mogelijk zou zijn geweest. Ook zonder de explosie van de vierhonderd gulden ineens zouden conjuncturele maatregelen van fis cale aard nodig zijn geweest tenein de te voorkomen dat de betalings balans grote onevenwichtigheid zou gaan vertonen. Deze omstandighe den in aanmerking nemend is er ze ker reden om te spreken van een gezonde begroting in een ongezond bestedingsklimaat. Met het geraamde tekort van even meer dan twee miljard gulden blijft Ge regering binnen de normen, welke zij zich heeft gesteld bij het uitstip pelen van haar beleid. Aangezien zij •r in is geslaagd om door een strin gent uitgavenbeleid te voorkomen dat de geraamde begrotingstekorten worden overschreden zo de dekking van het tekort van twee miljard gul den geen zorgen behoeven te baren. Het overgrote deel daarvan kan worden gedekt door gebruik te ma ken van de bedragen welke door het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds uit de voor het ambtenarenkorps ontvangen pensioenpremies op de zo genaamde voorinschrijfrekening wor den gestort. Daarmede is 1,6 miljard gemoeid. Voor de dekking van het resterende tekort behoeft daarom maar voor 400 miljoen gulden een beroep te worden gedaan op de vrije kapitaalmarkt. Dat bedrag is min der dan de helft van hetgeen waar voor in 1970 moest worden aange klopt. Tegenover het aantrekken van 400 miljoen gulden nieuw kapitaal staat, dat het rijk voor 600 miljoen moet opbrengen aan aflossing op oude schuld. Er wordt dus meer terugbe taald dan opnieuw geleend. Op die manier zal de regering er in belangrijke mate toe bijdragen dat er meer ruimte op de kapitaal markt wordt geschapen waarbij de gemeentefinanciering, welke de laat ste jaren in het gedrang is geraakt, het meest kan profiteren. Door het overnemen van een groot deel van de zorg inzake de sociale bijstand door het rijk, zal de posi tie der gemeenten op financierings- gebied gunstiger worden. De stijging van de uitgaven voor sociale zorg brengt met zich mee, dat de regering genoodzaakt is de inkomsten van het rijk te vergroten. Behalve voor de verhoogde kos ten van de sociale bijstand is ver meerdering van de belastinginkoms ten nodig om tegenwicht te bieden aan de vermindering van de inkoms ten uit hoofde van invoerrechten, welke optreedt in het kader van de zogenaamde Kennedy-ronde. Die gaat de schatkist 80 miljoen kosten Tevens is besloten om de suiker- accijns, die tijdelijk was verlaagd, op het bestaande peil te handhaven, omdat anders een hele rang van pro- dukten in prijs zou oplopen, van jam tot chocoladevla en alles waar suiker in is verwerkt. Ook daarmede ondergaat de schatkist een aderla ting van 80 miljoen gulden. Tot zover klopt alles als een bus, maar nu maakt de conjunctuur het noodzakelijk dat er een aantal maat regelen wordt genomen om de beste dingen binnen de perken te houden. In de eerste plaats wil de regerng 140 miljoen gulden van de voorge nomen uitgaven tot een later tijd stip opschorten. Dat is eigenlijk niet meer dan een geste- Het zwaarste treft evenwel de verhoging met 3 procent van de bedragen waarvoor de belastingplichtigen in de loon- en inkomstenbelasting alsmede in de vennootschapsbelasting worden aan geslagen Los daarvan staat een ver laging van de loon- en inkomsten belasting. Natuurlijk kan men zich afvragen waarom die verlaging niet achterwe ge wordt gelaten, als er meteen een verhoging tegenover staat. Het zit echter zo: de belastingverlaging komt tot sta nd door het optrekken van de belastingvrije voet. De lage inkomensgroepen zijn daarbij het meest gebaat en zij hebben ook de minste last als hetgeen zij nog aan belasting moeten betalen, met 3 pro cent wordt verhoogd. Naarmate het inkomen hoger is en de belastingprogressie steeds verder doorwerkt, zal ook de drie procent zwaarder wegen. Het laten doorgaan van de voorziene belastingverlaging is in de eerste plaats gericht op ver betering voor de lage inkomensgroe pen. Voor de hogere inkomens heeft zij het voordeel dat zij ook voor komende jaren geldt, terwijl de 3 procent-verhoging maar bedoeld is voor één jaar en dus op 1 januari 1072 zal eindigen. De toeslag zal het inkomen van de schatkist uit hoofde van de loon belasting met 150 miljoen gulden doen toenemen en dat uit de inkoms tenbelasting met 250 miljoen gulden. De verhoging van de vennootschaps belasting en de benzine-accijns leve ren met elkaar 150 miljoen gulden op. In totaal zal de schatkist 550 mil joen aan con junctuurheffingen bin nenkrijgen. Als dit bedrag onmiddellijk door de schatkist zou worden uitgegeven, dan zou er geen daadwerkelijke be perking der bestedingen uit voort vloeien. Het geld moet daarom op de een of andere manier worden be vroren. Het beste is om het aan te wenden voor de vorming van een conjunctuurreserve bij de Neder landse Bank. Het geld zou dan aan de circulatie worden onttrokken en gebruikt kunnen worden als de wind \-an de conjunctuur weer eens uit een andere hoek waait. (Van onze parlementaire redactie) DEN HAAG (GPD) Minister Veringa van Onderwijs heeft vandaag aan de Tweede Kamer zijn beleidsnota wer kende jongeren aangeboden. De nota wil binnen tien jaar komen tot een optimale onderwijssituatie voor alle jongeren tot achttien jaar. De huidige leerplicht van acht jaar zal zich in die periode moeten ontwikkelen tot een twaalfjarige volledige on derwij splicht. Minister Veringa laat in zijn nota weten dat het beleid ten aanzien van de werkende jongeren in het afgelopen jaar intensieve studie en voorbereiding heeft gevraagd. De nota schetst een beleid dat uit drie delen bestaat: het in versneld tempo verwezenlijken van de mogelijk heden die in de bestaande onderwijswetten liggen besloten; het toewerken naar een nieuw soort part-time onder wijs, dat de schoolcomponent van het toekomstige participa tie-onderwijs zal worden en het voorbereiden van de maat schappij-component van dit onderwijs door het treffen van maatregelen in de arbeidssfeer; -fr de verwezenlijking van het recht op onderwijs voor werkende jongeren, waartoe wettelijke verplichtingen moeten worden ingevoerd. Op het terrein van de wettelijke verplichtingen worden al twee maatregelen aangekondigd die op 1 augustus volgend jaar zullen ingaan: ■fr de leerplicht zal van acht tot negen jaar worden ver lengd. In enkele gevallen kan dit negende jaar worden ver vangen door een gedeeltelijke leerplicht; De partiële onderwijsplicht van één dag per week ge durende een jaar voor wie nog geen 16 jaar is maar wel leerplichtvrij zal worden ingevoerd. Volgend jaar zullen de leerüngenschalen bij het kleuter en het basisonderwijs opnieuw met één worden verlaagd. De klassen bij het kleuteronderwijs zullen op 1 januari worden teruggebracht tot 37 leerlingen. Die bij het basisonderwijs met ingang van 1 augustus volgend jaar tot 36. De kosten hiervan op de onderwijsbegroting bedragen respectievelijk f. 6,6 miljoen en f.5 miljoen. In de onderwijsbegroting gaat de minister ook in op de problemen van onderwijskrachten, die precies tegenoverge steld liggen. Bij het kleuteronderwijs is momenteel een over schot. In 1971 zal het aantal geslaagde kleuterleidsters lager liggen dan de voorafgaande jaren, maar in 1972 en 1973 wordt weer een aanzienlijke stijging verwacht. Bij het basisonderwijs is nog van een tekort aan krachten sprake. Het aanbod van diploma-bezitters zal volgens de minister eind 1971 wel zo'n 900 groter zijn dan de ver vangingsbehoefte. maar het zal toch niet voldoende zijn om de thans aangekondigde maatregelen te kunnen opvangen. De onderwijsvoorziening zal voorlopig dan ook moeilijk heden blijven geven. Eind 1972 wordt echter volgens de huidige gegevens opnieuw een overschot verwacht en wel van ongeveer 1200 onderwijzers. De minister meent echter dat al deze cijfers met voorzichtigheid gehanteerd moeten worden. DE INKOMSTEN EN UITGAVEN VAN Cijfers in miljoenen guldens (i.-.ci.: nr STAAT IVan onze parlementaire redactie) DEN HAAG (GPD) De be groting van het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen ligt voor volgend jaar effectier f. 560 miljoen hoger dan voor dit jaar. Er staat een totaal bedrag op de begroting van minister Veringa van f.7553 miljoen, het geen bijna het dubbele is van onze uitgaven voor Defensie. Bijna f 300 miljoen van de stijging is echter nodig voor de algemene sa larismaatregelen die op 1 januari voor het onderwijzend personeel van kracht worden. Een bedrag van ruim honderd miljoen Is uitgetrokken voor een aantal vernieuwingen in het on derwijs. Achter elkaar gezet zijn deze nieu we maatregelen voor het onderwijs: verlaging van de leerlingen- schaal bij het kleuteronderwijs per 1 januari 1971 tot 37 leerlingen per klas (kosten f 6.6 miljoen) verlaging van leerlingen- schaal bij het basisonderwijs per 1 augustus 1971 tot 36 leerlingen per klas (kosten f 5 miljoen) verlichting van de taak van de schoolhoofden bii het basisonderwijs door het beschikbaarstellen van een extra (parttime) onderwijzer (kosten f 1,7 miljoen: intensivering en verbetering van de middelbare opleidingen, aanvul ling van de didactische opleiding, alsmede van de opleiding van lera ren (kosten f6,3 miljoen) uitvoering van de experimenten wet, alsmede subsidie aan regionale en plaatselijke schoolbegeleidings diensten (kosten f 2.1 miljoen); uitbreiding van de werkzaamhe den van de stichting voor onderzoek van het onderwijs (kosten f 3.5 mil joen) verbetering van het kunstonder wijs, waaronder vergroting van het aantal staftaakeenheden, uitbreiding van het aantal werkplaatsassistenten en verhoging van de materiaalkosten (kosten f 2.9 miljoen), maatregelen ten behoeve van de werkende Jongeren (kosten f 37 mil joen); hogere subsidies voor een groot aantal bU het onderwijs betrokken in stellingen en organisaties (kosten i 24,2 miljoen) subsidiëring van niet-universl- taire theologische opleidingen (kos ten f 8 miljoen) extra personeelsplaatsen bij het wetenschappelijk onderwijs 1 kosten f 10 miljoen) verhoging van het maximum van de studietoelagen bij het hoger beroepsonderwijs (ko6ten f 1,2 mil joen). Minister Veringa geeft in de toe lichting bij zijn begroting blijk van mening te zijn dat zowel de overheid als ieder ander die bij het onderwijs is betrokken systematisch moeten zoeken naar nieuwe methoden voor het verstrekken van informatie en het wekken van belangstelling voor het onderwijs bij alle lagen van de DEN HAAG (GPD) De rege ring verwacht dat de nieuwe be drijf sbeëindigingsregeling midden- en kleinbedrijf een effectief middel zal zijn om te komen tot-de sociaal en economisch noodzakelijke struc tuurverbetering in deze sector. Voor volgend Jaar is voor deze hulp een bedrag van f 75.6 miljoen uitgetrok ken. De ontwikkeling in het midden- en kleinbedrijf is volgens de toelich ting bij de begroting van economi- i sche zaken als gevolg van het ach- terblijven van de omzetgroei en de stijging der kosten onbevredigend. Ook het gevoerde prijsbeleid is erop van invloed geweest. Vooruitlopend op het rapport van de commissie-van Soest over de vraag of werknemers en zelfstandigen ge lijkelijk worden getroffen door onze belastingheffing, heeft de regering een wetsvoorstel ingediend om de fi nancieringsmogelijkheden voor het midden- en kleinbedrijf te verruimen. Ook van belang voor deze bedrijfs tak is de inmiddels aangekondigde nieuwe aftrekregeling voor de wer kende gehuwde vrouw. De regering is voorts van plan wettelijke maatregelen te treffen voor een algemene arbeidsonge schiktheidsverzekering, die ook voor zelfstandigen zal gelden. Het onder wijs ln deze sector zal worden aan gepast bij de nieuwe vestigingswet geving die momenteel bij het parle ment in behandeling is. De minister van Economische Za ken verwacht dat de ontwikkelingen in de detailhandel over dit Jaar gun stiger zullen zijn dan over 1969. Het aantal verkoopplaatsen vertoont ech- tér nog steeds een dalende lijn. In de ambachtelijke sector is men er niet in geslaagd de groei voort te zetten. In de horecasector lijkt de dalende tendens zich te herstellen. Voor subsidies aan instituten in het midden- en kleinbedrijf is f 4.5 miljoen uitgetrokken tegenover vo rig jaar f 4 miljoen. <BJAAR R'JKSJUITGAVEM f at (Van onze parlementaire redactie) DEN HAAG (GPD) De be groting van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk voor vol gend jaar bevat een extra moge lijkheid voor subsidie van sport hallen en sportzalen en van over dekte zwem- en instructiebaden. Naast het normale bedrag heeft minister Klompé hiervoor twee miljoen gulden extra beschikbaar gesteld. Verwacht wordt dat mede hierdoor in het komende jaar subsidie kan worden gegeven voor de bouw van 10 k 12 sportzalen. Volgend jaar zal voor het eerst ook de mogelijkheid be staan subsidie te verlenen in de kos- '60 '65 197f| openbare bibliotheekwezen zal J nenkort worden besproken metf betrokkenen. DEN HAAG (GPD) Mi) Bakker (Verkeer en Waters! de opcenten van de motorriji belasting verhogen met dertig cenit-, dat wil zeggen dat het to: bedrag van deze belasting met geveer elf procent zal stijgen. Opi wijze verwacht de regering f76: ioen meer te ontvangen wat gé ten goede zal komen aan het R wegenfonds. Daarmee zou de stiji 1 van de kosten in. de afgelopen j gedekt kunnen worden. De ve ging is dus niet bedoeld om het eenbouwprogramma uit te breid? Het programma van wegen binnen vijf jaar gereed moeten men, zal met twaalf wegen of trace's worden uitgebreid. Het cent van de uitbreiding ligt dit in sterkere mate op de rand en het oosten van het land. In rige jaren zijn vooral wegen in noorden en het zuiden van het pn; MINISTER KLOMPE ten van technisch leidinggevend ka der Hierbij wordt vooral ge dacht aan het kader, dat leiding geeft aan jeugdgroepen van sport verenigingen. Op het terrein van de lichamelijke vorming en sport is een onderzoek in voorbereiding naar omvang en ach tergronden van de ongeorganiseerde en recreatieve sportbeoefening. Onder volksontwikkeling en recreatie krijgt vooral de permanente educa tie aandacht. Er is f 500.000 uit getrokken voor experimenten op dit terrein. Het openbare bibliotheekwerk vraagt in zijn aanvullende functie voor het onderwijs om een wettelijke regeling, aldus minister Klompé in de toelichting op haar begroting. Een voorontwerp van wet voor het gehele in uitvoering genomen, zodat jaar en volgend© Jaren nog een latief groot deel van de geldea de noordelijke en zuidelijke pro cies wordt besteed. In 1974 moet de tweede fase realisatie van het zijn voltooid. In de eerste fa»L omstreeks 1960 is een net aangell0k dat de grootste bevolkingscentra 'r elkaar verbindt, te weten Aim dam. Rotterdam, Den Haag ,e Utrecht. In de tweede fase is «1 zij het voorlopig nog grofmazii^ landelijke autosnelwegennet onti keling gebracht. Daaraan zullen na 1974 nog enkele schakels ken, bijvoorbeeld in de verbm Amsterdam-Afsluitdijk en Eindhof.,,, Arnhem-Zwolle, maar nagenoeg gfote en middelgrote bevolking» tra zullen dan op korte afstand een autosnelweg zijn gelegen. De tendens om het programm oe Randstad meer uit te brei vormt een aanloop van wat een de fase zou kunnen worden. In fase zal veel aandacht moeten den besteed aan de verdichting het wegennet in de dichtsben landsdelen en de vergroting vü capaciteit van de in de eerste fase»' aangelegde verbindingen, aldus minister Bakker mee in zijn lichting op de begroting van Rij kswegenf onds ini (Van onze parlementaire redactie) DEN HAAG (GPD) Voor alle dienstplichtigen beneden de rang van sergeant wordt de diensttijd teruggebracht tot zestien maan den. Als eerste zal de lichtings- ploeg januari 1971 hiervan profi teren. Deze verkorting is mogelijk door in de burgermaatschappij opgedane kennis en ervaring in de militaire opleiding in te pas sen. Minister Den Toom gaat *in zijn defensiebegroting uitvoerig in op een ander aspect van het personeels beleid in „zijn" leger: „het streven naar vernieuwing, aangeduid door termen als liberalisering, democra tisering en klimaatsverbetering". Naast waardering voor de maatre gelen die op dit gebied zijn geno men. toont hij begrip voor de be zorgdheid dat ..van ouds bestaande opvattingen en gedragsregels" kun nen worden aangepast. Hij conclu deert echter dat ook in de toekomst nog allerlei vernieuwingen nodig zijn. zonder dat de kwaliteit van het leger daardoor in gevaar komt. Na de vernieuwing van het pant serwagen met de Westduitse Leo pold-tank, richt Defensie zich nu in tensief op de modernisering van de luchtafweer. Daarvoor zal in de ja ren 1971-1976 totaal 650 miljoen gul den worden uitgetrokken, waarvoor 100 stuks geschut met munitie en on derdelen kunnen worden gekocht. De experimenten met luchtafweer systemen op een Leopard-onderstel (kanonnen met ingebouwde zoek- en volgradar) verlopen zo goed, dat voorjaar 1971 een keus kan worden gedaan. Voor de eerste aanbetaling staat 10 miljoen op de begroting 1971, die in totaal de 4 mijerd over schrijdt. Werden in 1968 de defensielasten voor 1971 nog op ruim 3,5 miljard begroot, de werkelijke uitgaven be dragen nu 4.000.046.113 gulden. Deze verhoging, in weerwil van de reor ganisaties bij de Luchtmacht, schrijft minister Dan Toom toe aan de niet voorziene stijgingen van het kosten- en prijspeil Er is een situatie ontstaan, waar in de krijgsmachtsonderdelen ur gente voorzieningen hebben moeten beperken of uitstellen om binnen de gestelde financiële grenzen te blij ven, aldus minister Den Toom, die dit de grootste teleurstelling noemt welke hij heeft moeten incasseren. Ook voor het overige overheersen grote reserves en teleurstellingen deze begroting voor het komende jaar. zowel wat de nationale als At lantische defensie betreft. Den Toom betreurt met name dat de wil tot samenwerking binnen de NAVO te klein is gebleken, om nationale be langen en belemmeringen te over winnen Ook moet hem van het hart dat „de stemmen die zich tegen het door regering en parlement vastge stelde veiligheidsbeleid richten, zo luid blijven klinken en een negatie ve invloed uitoefenen op het besef in de krijgsmacht dat deze een eer volle en onmisbare opdracht heeft". Minister Den Toom blijft van me ning dat het gezamenlijke westelij ke defensievermogen aan de politie ke en strategische verwachtingen be antwoordt: het uitblijven van gewa pende conflicten dankzij een even wicht in kracht. MARINE De minister waarschuwt ernstig voor de groeiende macht ter zee van de Sowjet-Unie, waartegen de terug gang ln de marinesterkte van het westen gevaarlijk afsteekt. Mede on der invloed daarvan worden voorbe reidingen getroffen voor het ontwerp van fregratten. die tussen 1975 en 1980 onderzeeboot jagers moeten ver vangen. Wat betreft een tweede be voorradingsschip, waarop lang is aangedrongen, is nu de knoop door gehakt: tn de begroting is de eer ste termijn voor de bouw van een dergelijk schip opgenomen. LANDMAIJ Voor zover besparingen zijn by Defensie, zullen die uit de reorganisatie bij de I« macht moeten komen. Deze oo.. tot niet onzaanzienlijke b ringen aan functies voor beroef soneel. Bij de herstructurering geadviseerd door een efficieK reau, (de Artillerie-Inrichtingen iw burg, waarover dit bureau dez* gen een negatief rapport heed gebracht), staat met een ge verlies van 3,4 miljoen op de ting. Aangedrongen wordt of snel besluit over nieuwe reinen, omdat nog steeds voor de noodzakelijke oef» groot verband ontbreekt. In de legersterkte is een gfil' ke teruggang te zien: van 31. In 1969 via dit jaar 31.413 man volgend jaar 30.761. Die daling geheel voor rekening van d« macht, waar de behoeft aan en militair personeel aanzienlij worden teruggebracht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1970 | | pagina 8