WAT IS „NORMALE RECHTSGANG* VOOR JEUGDIGE ZUIDMOLUKKERS? Ik trek me nog lang niet terug Dubieuze zaak CORNELIS VEROLME IS NU ZEVENTIG DE KRANT I I ZATERDAG 5 SEPTEMBER 1970 LETD9CH DAGBLAD PAGINA T ("Van onze financiële medewerkers) Een periode van volop werkgele genheid en goed gevulde orderpor tefeuilles van het bedrijf vormt de gunstigste gelegenheid om voordelen af te dwingen. De orderportefeuilles van de tot de Rijn-Schelde-groep be horende Wilton-Peijenoord. Rotter- damsche Droogdok My en Konink lijke Mij de Schelde ls zelden zo goed gevuld geweest als op het ogenblik. Dat komt niet alleen door de ren tesubsidies, welke door de overheid worden verstrekt en die in feite een subsidiëring van het buitenland be tekenen. noch door de garanties voor exportkredieten, die hetzelfde effect hebben. De gunstige orderportefeuil les zijn te danken aan het feit dat de concurrerende bedrijven elders in de wereld ook al zo vol werk zitten dat de levertijden steeds langer wor den. Een scheepsbouwer heeft tegen woordig meer te concurreren met de levertijd dan met de bouwsom. Van daar dat het personeel van de Rot terdamse bedrijven het Juiste mo ment hebben aangegrepen om aan him eisen kracht bij te zetten. Voor de econoom, die altijd naar de gevolgen moet zien als er in een bepaalde bedrijfstak belangrijke kos tenverhogingen optreden, ls de oplos sing van het arbeidsconflict echter maar een dubieuze zaak. De loons verhogingen, welke thans worden toegestaan zullen in de toekomst blij ven doorwerken. Zij betekenen in feite een geldontwaarding in een be paalde bedrijfssector, die nog maar korte tijd geleden aan de alarmklok trok, omdat het niet mogelijk bleek op eigen kracht het hoofd boven wa ter te houden. Weliswaar is de heer Verolme weer vol goede moed om weldra aan het hoofd te staan van het bedrijf, dat door gebrek aan contanten onder het juk dreigde door te gaan Maar voor degenen, die geen vremdelingen in de scheepsbouwwereld zijn, is het nog maar de vraag of alle zorgen van de baan zijn. Voor de werf Wilton-Fijenoord, die nu gelukkig tegen wat sterkere zus terbedrijven kan aanleunen, is het *n zwaar offer om behalve een stevige loonsverhoging, die tegelijkertijd een verzwaring van de sociale lasten met zich brengt, ook nog een uitkering ineens per werknemer van f 400 te doen. Als deze uitkering zich over de ge hele beroepsbevolking voortplant be tekent het in economisch opzicht dat er met één slag voor tenminste fl.3 miljard aan koopkracht wordt vrij gegeven in de consumptieve sfeer. Niemand kan verwachten dat de werknemers, die deze douceur te beurt valt, het geld meteen naar de spaarbank zullen brengen. Voor al niet nu de spaarbanken, na over leg met de postgiro en de handels banken ook nog maar 2% pet. beta len aan rente. Bovendien is het voor velen de vraag waarom zij nog zouden spa ren. Voor de bestedingen wordt nog wel even geld opzij gelegd als er een nieuwe bromfiets of een tv nodig is, maar in het algemeen wordt het geld even snel uitgegeven als het ontvan gen wordt. Er zijn nog bestedingsbe hoeften genoeg. De aanhoudende geldontwaarding maakt het weinig aantrekkelijk om geld uit de mond te sparen om na derhand een enigszins verzorgde oude dag te hebben. De bedriJfspen- sioenen. die boven de a.o.w. worden ontvangen zijn doorgaans bij lange na niet toereikend om een levenspeil te handhaven dat enigermate te ver gelijken is met het inkomen dat voor de pensionering werd genoten. De aanpassing van de a.o.w. aan het minimumloon zal nog geruime tijd op zich laten wachten. Voor degenen, die in het verleden hebben getracht door spaarzaamheid wat geld bijeen te brengen om er na derhand rustig van te kunnen leven, zoals zovele zelfstandigen, winkeliers en ambachtslieden hebben gedaan, is het pijnlijk te moeten ervaren dat zij alleen maar door intering op de spaar duiten door het leven kun nen komen. Het erge is dat niemand tevoren kan zeggen hoelang men met het spaargeld moet toekomen. Natuurlijk staat de sociale bijstand klaar om in noodgevallen de helpen de hand toe te steken, maar er zijn velen die zodanig in zelfstandigheid zijn opgegroeid dat zij niet gemak kelijk met de pet in de hand bij so ciale zaken aankloppen. Voor onze handelsbalans zal de koopkrachtexplosie, die uit de loons verhogingen en de uitkering ineens voortvloeien, ernstige gevolgen kun nen hebben. Het is duidelijk dat de toonbeweging niet tot de Rotterdam se haven en de scheepsbouw beperkt zal blijven. Trouwens in vele ca.o.'s is de aanpassingsclausule aan de kos ten van levensonderhoud opgenomen. Aangezien de binnenlandse Indus trie in de meeste sectoren op topca paciteit werkt, is er weinig gelegen heid om de produktie ten behoeve van de binnenlandse markt aanzien lijk uit te breiden. De vraagvermeer- dering moet derhalve gedekt worden door een vermeerdering van de im porten of door goederen, die eigen lijk voor export konden dienen voor de binnenlandse consumptie te be stemmen. Gedurende de afgelopen maanden is deze ontwikkeling al dui delijk merkbaar geweest. Het ziet er naar uit dat de verschuiving in de komende maanden in versterkt tem po zal voortgaan. JRS. (Van onze juridische medewerkster) Op het hoogtepunt van de spanning rond de bezetting van de residentie van de Indonesische ambassadeur, werd naar middelen gezocht om de gijzelaars levend uit handen van de bezetters te krijgen. Als concessie werd toen genoemd: het achterwege laten van een strafvervolging. Maar premier De Jong nam alle onze kerheid weg door te verklaren dat ten aanzien van de bezetters de normale rechtsgang zou worden gevolgd. Een dergelijke concessie had de premier ook nooit kunnen doen. Theoretisch is de minister van Jus titie of het onder hem ressorte rend openbaar ministerie bevoegd te beslissen over het niet instellen van een strafvervolging op gronden aan het openbaar belang ontleend. Dit is het gevolg van het feit dat ons wetboek het zogenaamde „op portuniteitsbeginsel" kent. Dat bete kent, dat het Openbaar Ministerie bevoegd is strafbare feiten te vervol gen, maar hiertoe niet verplicht is. In een land als Duitsland kent men een dergelijk beginsel niet. Elk straf baar feit wordt daar in principe ver volgd. Dit opportuniteitsbeginsel la op doelmatigheidsgronden in ons recht beland. Doel van een strafproces is om het plegen van misdaden binnen voor de maatschappij aanvaardbare grenzen te houden. Dit doel nu zou worden doorkruist als het O.M. ver plicht werd alle wetsovertredingen denk aan het verkeer te vervolgen. Het behoeft geen betoog dat dit opportuniteitsbeginsel deze be voegdheid om op gronden aan het algemeen belang ontleend bepaalde zaken niet te vervolgen geen inzet mag worden van onderhandelingen die aan chantage doen denken. Hoe droevig ook voor gegijzelden, die eventueel het slachtoffer zouden kunnen worden, het algemeen belang vordert Juist, dat 'n „normale rechts gang" niet ontdoken kan worden door (dreiging met) geweld. Die normale rechtsgang betekent dat de verdachten eerst in voorlopige hechtenis belanden. De officier van Justitie gaat een gerechtelijk vooron derzoek instellen. In dit geval is het zeer belangrijk wie verantwoordelijk zal worden gesteld voor de dood van de Wassenaarse hoofdagent Moole- naar. De kans ls namelijk niet uit gesloten dat de Ambonese bezetters elkaar wat dat betreft de hand bo ven het hoofd houden. Zelfs kan dat wel onbewust gebeuren, omdat nie mand zich meer de preciese toe dracht kan herinneren als gevolg van een tijdelijke bewustzijnsvernau wing. Bij zijn uiteindelijke tenlastelegging kan de Haagse officier van Justitie kiezen uit een waar arsenaal van misdrijven. Zo komt in aanmerking het bijna vergeten, maar door bezet tingen weer actueel geworden delict van huisvredebreuk (artikel 138 wetb. van strafrecht). Op dit ver grijp staat een maximum van 6 maanden gevangenisstraf, of f600 boete. Geweld Gezien het geweld dat er bij deze bezetting is toegepast kunnen ver moedelijk alle arrestanten worden vervolgd op grond van artikel 141, dat de openlijke geweldpleging be handeld. Het strafmaximum van zes jaar wordt hier verhoogd tot 12 Jaar als dit geweld de dood tot gevolg heeft. Wel is het vaste rechtspraak dat de dader, die zich schuldig heeft gemaakt aan dit strafbaar feit. niet mede-aansprakelijk is voor eventuele ernstige gevolgen van handelingen van zijn mededader (s). Het zware delict openbare geweld pleging de dood tengevolge hebbend kan dus alleen ten laste worden ge legd, aan degene die het fatale schot op hoofdagent Moolenaar heeft ge lost. Deze vermoedelijke dader kan ook worden vervolgd op grond van artikel 288: de gekwalificeerde dood slag. Dit houdt in, dat als doodslag wordt begaan „vergezeld of vooraf gegaan door een strafbaar feit en gepleegd met het doel om dat feit voor te bereiden of gemakkelijker te maken" een straf kan worden opge legd van maximaal levenslang of 20 Jaar gevangenisstraf. Maar er is nog veel meer. Voor de gijzeling van het ambassadepersoneel is artikel 282 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing. Dat regelt de opzettelijke vrijheidsberoving. Maximum straf 714 Jaar en een verhoging tot 12 Jaar als de gijzeling de dood tot gevolg heeft. Ons strafproces kent de regel, dat men maar eenmaal voor hetzelfde feit kan worden gestraft. Zijn er echter meerdere feiten gepleegd, die als op zichzelf staande handelingen kunnen worden beschouwd (dus als het plegen van het ene feit niet auto matisch het andere feit met zich brengt), dan is wel vervolging voor de verschillende delicten naast el kaar mogelijk. Het maximum wordt dan verhoogd tot eenderde deel boven het zwaar ste strafmaximum. Als de bezetters dus worden schuldig bevonden aan artikel 282, maximaal 7% Jaar en 141 maximaal 6 Jaar, dan is de geza menlijke maximumstraf 10 Jaar mo gelijk. Deze maxima moeten echter alle als uitersten gezien worden. Moeilijkheden Het ls niet uitgesloten dat het Openbaar Ministerie voor be wijs- moeilijkheden komt te staan met be trekking tot de dood van hoofdagent Moolenaar. De president van de 1 rechtbank in Roermond heeft in het begin van dit Jaar als zijn mening verkondigd dat in ons Wetboek van Strafrecht een delict zou moeten 1 worden opgenomen waarin een groepsoptreden als zodanig strafbaar wordt gesteld. De groep als geheel zou strafbaar geacht moeten worden voor alle gevolgen. Maar hiermee zou een van de fun damenten van ons strafrecht worden aangetast. Dit vereist namelijk voor een rechtvaardige procesgang dat per individu het strafbaar feit wordt vastgesteld op grond van een con crete dagvaarding. Ook bij de uitein delijke straftoemeting zullen de in dividuele omstandigheden meespelen. Op de verdachten beneden de 16 Jaar moet het kinderrecht worden toegepast, terwijl bij 16 tot 18 Jaar over het algemeen ook het kinder recht wordt toegepast, maar de rech ter kan hier op grond van de ernst van het feit en de persoonlijkheid van de dader ook volgens het vol- wassenenrecht oordelen. De kinder rechter heeft een groter sanctiepak ket tot zijn beschikking; het proces ls niet openbaar. Een vrijheidsstraf wordt in principe uitgevoerd in een tuchtschool. Interessant kan nog zijn in hoe verre de politieke motivering by de bezetters op het proces als recht vaardigingsgrond naar voren ge bracht aal worden. LEIDSCH DAGBLAD Het Katholieke dagblad De Tijd be- gtaat 135 jaar. Een krant die jn de loop der jaren een naam had opgebouwd als kwaliteitsblad, de fc-ant voor intellectuele katholieken, jlaar in een tijd dat tal van levens beschouwelijke waarden aange vochten raken, wil 't voorkomen dat jso'n krant niet meer stijgt. Er ko men geen niauwe lezers, veel jonge- je katholieken zijn overgegaan tot bet lezen van het oorspronkelijke ïakbondsblad De Volkskrant. En in tal van regio's wordt De Tijd er uit gelaveerd door regionale bladen, die jdch met name na de tweede wereld oorlog zowel in kwaliteit als kwan titeit hebben versterkt. De kwaliteitskrant in ons land, ge presenteerd door bladen als Nieu we Rotterdamse Courant, Algemeen Handelsblad en De Tijd, doet het al ang niet meer goed. Door hun landelijk gezien niet al te hoge oplage worden zij bovendien voor ad verteerders minder interessant. Want |e kan nu eenmaal beter adverteren n een landelijk verspreid ochtend- ilad met een oplaag van 250.000 dan in een landelijk avondblad met een jplaag van 60.000-90.000 lezers. De laatste jaren heeft de invloed Fan de reclame in de televisie met lame de landelijke elitebladen. zo- Is diezelfde NRC, Handelsblad en )e Tijd, bijna een nekslag gegeven. Want de adverteerder die een lan- lelijk bereik nodig had, kon zich nu mmers van de televisie gaan bedie- len om zijn ree lamerfoodschap jacht bij te zetten. Dat betekende chter dat hij zijn reclame-budget ipnieuw moest geen verdelen. En bij- ia het eerst zette hij het mes in de «rten die vroegr voor de dun rerspreidde landelijke dagbladen be- itemd was. Dat betekende minder inkomsten voor die dagbladen, die bovendien In de loop van de jaren een grote edactiestaf hadden moeten opbou wen om hun faam van kwaliteitskran ten waar te maken met een toene- nende kwaliteitsconcurrentie van indere kranten. De NRC en het landelsblad, twee liberale bladen, waarvan de faam teruggaat tot ver in ie negentiende eeuw, gingen de ba- cens het eerst verzetten. De beide iladen, ondergebracht in de Neder landse Dagblad Unie. mét het goed opende ochtendblad Algemeen Dag- >lad en het Haagse Vaderland, die wee kranten dus worden op dit mo- in elkaar versmolten. Dat natuurlijk niet van de ene dag de ander, maar op 1 oktober moet het zover zijn. In hoofdsteden werken bui- correspondenten van de n al samen en de 2 redac- moeizaam aan elkaar een nieuw produkt te ma- waar zij het samen over eens Een krante-redactie bestaat uit verzameling individualisten en er zich dus rekenschap van geeft twee krante-redacties dan wel kan zich misschien voorstellen, die versmelting geen auto proces is. En inmiddels heeft de bel ook voor Tijd geklonken. Ook deze krant met een steeds groter verlies als gevolg van de verminder- advertentie-inkomsten. Welis- is het blad comfortabel inge- in het machtige tydschriftencon- van de Verenigde Nederland- Uitgevers (VNU), maar per slot rekening is dat ook een zaak, die bij voorkeur verliesgevende pro jecten voortzet. Drie dagbladen dus, op de breuk van traditie en vernieuwing. Ener zijds het dagblad, produkt met 'n ge schiedenis, anderzijds het nieuwe me dium televisie, dat dat blad beroofd van de noodzakelijke inkomsten via advertenties. Want de krant kan al lang niet meer leven van de op brengst van de abonnementsgelden, het gaat zelfs niet om een verhou ding van een om een. De abonne mentsopbrengst dekt nu gemiddeld maar 1/3 van de kosten van het krantebedrijf. En de werkgeversorga nisatie uit de krantewereld, de Ne derlandse Dagblad Pers heeft uitge rekend dat de invoering van de 8TER-reclame de kranten dit Jaar alleen 60 miljoen gulden aan inkoms ten scheelt. Verdere concentratie in de kran tewereld is de leus, omdat men geen betere oplossing ziet. De Tijd gaat nu met de nieuwe combinatie NRC- Handelsblad een gezamenlijke nieuwsdienst opbouwen. Oudere krachten zullen niet worden vervan gen; De Tijd zelf zal gedrukt worden op de stilstaande persen van het Handelsblad en men hoopt met een nieuwe totaal-oplaag van 200.000 le zers meer adverteerders aan te trekken. Misschien wordt uit de nood situatie nu een werkelijk nieuwe kwa liteitskrant geboren, misschien ook niet, en betekent deze samenwerking een verdere afkalving van deze drie .beren" uit de vaderlandse Journalis tiek. De redacties verzetten zich nog te gen het akkoord van de „eenheids worst". Zij menen dat deze samen werking die zo abrupt is afgekondigd, wel eens de dood van al het goede zou kunnen zijn van de kwaliteits kranten, die zi) willen maken. ROTTERDAM GPD) Afgelo pen vrijdag werd hij zeventig: Cor- nelis Verolme, scheepsbouwer, bijna een kwart eeuw alleenheerser over een concern van wereldformaat dat hij van de grond af met eigen han den heeft opgebouwd. In alle toon aarden bewonderd om zijn onderne mingsgeest, durf en prestaties in de jaren dat het goed ging met zijn bedrijven in binnen- en buitenland. Verguisd, door het slijk van de smaad gesleept in de maanden dat zijn werven in een onpeilbare fi nanciële afgrond dreigden te stor ten! Sinds hij begin dit jaar „zijn" stoel van president-direcocur onder zware druk van de regering heeft moeten afstaan aan een (tijdelijke) opvolger, is het stil geworden rond Verolme. voor de veertienduizend werknemers van zijn concern nog steeds de „grote baas". De man. die in 1946 in een pakhuisje aan de Rot terdamse Coolhaven voor zichzelf be gon uit gramschap omdat ze hem bij Stork geen directeur wilden ma ken ls zo goed als uit de publi citeit verdwenen. Hij is naar de ach tergrond getreden, laat zich nog slechts een enkele keer op de wer ven zien. Zijn rol in het verdere be leid van zijn levenswerk speelt hij achter de schermen: als president commissaris. En hij maakt de in druk er vrede mee te hebben. Het afgelopen halfjaar heeft hem onmiskenbaar veranderd. Hij is rustiger geworden, zijn opmerkingen missen in elk geval de felheid van vroeger. Verolme slaat zich ijdel als hij altijd is geweest niet meer op de borst, hij verkondigt niet meer zijn woorden zorgvuldig do serend om het juiste effect te schep pen dat hij de feilloze onderne mer is. Denken doet hij het mis schien nog wél!. Veelbetekenend: „Er zyn in ons land veel te weinig ster ke mannen. Daarom gaat het met vele fusies verkeerd. Een leider moet niet alleen sterk zijn, maar even eens een schaap met vijf poten, een man die het vertrouwen van zijn personeel heeft". Cornelis Verolme zeventig Jaar. Met uitgestoken handen komt hij naar ons toe, als we in de veerha ven aan boord van zyn jacht An- cor stappen, het schip („de enige luxe die ik me veroorloof") waarop de meeste van zijn grote plannen zijn geboren. Voordat hy met zyn twaalf gasten Rotterdam verlaat voor een vaartochtje op de Zuidhol landse en Zeeuwse stromen („daar voel ik me thuiswil hij wel een uurtje praten. Over vroeger en over de toekomst van het scheepsbouw bedrijf. Gezond De zomerzon heeft hem gebruind. Hij ziet er Hollands-gezond uit. Trots: „De meeste mensen vinden dat ik vijftig word in plaats van ze ventig. Ik voel me ook prima, m'n conditie is uitsteken". In de sober gemeubileerde kajuit legt hij zijn witte schipperspet-met-veel-goud voor zich op tafel en zet hem da delijk weer op tot zijn vrouw (Anne ke, nog geen vijftig) hem gebaart het hoofddeksel af te doen. Zonder dat blijft Verolme overigens tóch de pleziervaarder: wit shirt met blau we sjaal rond de hals geknoopt, don kerblauwe blazer met zilveren stuur rad waarop zijn initialen staan, grij ze pantalon, witte sokken en witte schoenen. Een, eveneens wit, hondje completeert het beeld van de Verol- me-van-weleer. die terug van een wereldreis uitrust op zijn jacht. Hij praat schor, zonder stemver heffing, zijn handgebaren blijven achterwege. De aan zijn vertrek voor afgegane periode heeft hem een dreun gegeven. Zonder aarzeling of reserve vertelt hij erover: „Wat er is gebeurd, wat er over mij is ge zegd en geschreven, het heeft ons mijn vrouw en mij ongelooflijk aangegrepen en pijn gedaan. Het heeft ons in een beroerde stemming gebracht. We zijn er nu gelukkig bijna overheen, vooral nu blijkt dat mijn visie op de scheepsbouw in Nederland de enige juiste is geweest. Aangetoond is dat de bouw van gro te schepen lonend is, dat de door ons gebouwde schepen een kwaliteit van wereldnaam hebben. De plaats van ons land als scheepsbouwnatie is be houden gebleven, onze naam en onze reputatie zijn bewaard. De pers heeft een campagne tegen me gevoerd die me wanhopig heeft gemaakt, maar niettemin is het vertrouwen van de wereld in het Verolme-concern niet beschaamd. Integendeel zelfs, en dat maakt het leed dat geleden is weer goed" Gelovig Verolme koestert, verzekert hij nadrukkelijk, tegen niemand een wrok. „Ik ben een gelovig mens, dat wéét u. Ik heb de tegenslagen op mijn manier weten te dragen. Ik kan niet zeggen hoe groot mijn dankbaarheid is over het feit dat het concern hersteld is en dat het een goede toekomst tegemoet gaat. Zijn positie is zelfs versterkt". Het gesprek gaat de kant op naar groot scheepsbouw en -schee ps- de pogingen tot de vorming van één paratiebedrijf te komen, de integra tie dus van Verolme en de bedrij ven van Ryn-Schelde groep. Verolme wil er zijn opvattingen wel over kwyt. Maar dat is heel dui delijk niet naar de zin van zijn wouw. Charmant gekleed in een wit te zeilpantalon en een truitje met dwarse strepen komt ze de kajuit bin nen en zegt snibbig „Ik hoor daar Rijn-Schelde noemen. Komen jullie nu voor zyn verjaardag of niet?" Ze verwacht kennelijk geen ant woord. want ze gaat door met de voorbereidingen voor de lunch met haar gasten. Uit een kast haalt ze een armvol flessen wijn en geeft die door aan de bediende, die bezig is een zilveren schaal met hapjes te vullen. De berisping mist zijn doel niet. Verolme gooit het snel over een an dere boeg. Hy wil niet dat zijn naam opnieuw in een controverse met an dere scheepsbouwers wordt genoemd. Het illustreert zijn rol-op-de-achter- rond. Eigenaars De crisis waarin zijn bedrijf heeft verkeerd, heeft zijn gezondheid geen goed gedaan. „Maar dat is nu weer voorbij. Het gaat weer vooruit. Ik ben dan ook niet van plan me terug te trekken. De komende jaren blijf ik het vermogen van mijn bedrijven bewaken. Ik ben er per slot eige naar van. Met de dagelijkse leiding zal ik me niet bemoeien, alleen zijde lings. Als er een nieuw bestuur is, ga ik ermee praten, zodat het met de werven gaat, zoals ik me altijd heb voorgesteld". Reizen en trekken blijft hij wel. „Het is de wens van de bedrijven dat ik dat doe". Maar het beroemde koffertje, waarmee hij bijna 24 jaar lang is vertrokken om het vol met nieuwe orders terug te brengen, laat hy voortaan thuis. Verolme is defi nitief van plan niet meer voor op drachten van huis te gaan. Dat wordt zegt hij stellig, het werk van zyn opvolger. „Hem zal ik by al myn re laties over de hele wereld introdu ceren. Ik hoop dat hy met hen de zelfde goede vriendschap zal sluiten als ik altyd heb gedaan". Wie wordt zijn opvolger? Rond zyn mond komt weer die geheim zinnige gryns, die er altyd verscheen als hy iets beslist niét wilde vertel len. Hy laat niets los, behalve dan dat hy de naam al wel in zyn hoofd heeft. Mevrouw Anneke Verolme (inmid dels verkleed) interrumpeert opnieuw. Na een blik op de klok: „De heren hebben nog een goede vijf a acht C. Verolme in zijn vrije tijd. hotel „De Wittebrug". Ook Prins Bemhard was naar Den Haag ge komen en bracht met plezier een toast uit op de gezondheid van de heer Verolmezijn vrouw (links) en zijn dochter Henny. „ledereen" was er gisteren op de receptie ter gelegenheid van de zeventigste verjaardag van scheepsbouwer C. Verolme in minuten. Straks komen de gasten. Ik wil niet dat jullie elkaar passeert by het van boord gaan". De hint is duideiyk. Verolme's echtgenote vindt dat het gesprek lang genoeg heeft geduurd, Verolme zélf maakt niet zo 'n haast. Uitgebreid neemt hy er de tyd voor om zich martiaal op te stellen voor de boeg van z'n meeuw- witte Jacht. Het moet een gunstige foto worden. Lachend: „Ik voel me nog net zo goed als 25 jaar geleden". Hoe goed dat ls. zullen we binnenkort wel te lezen krygen. want Verolme is druk bezig met zyn memoires: „Het wordt de beschryving van myn levensloop, van myn ervaringen". Hy belooft: „Het wordt een interessant boek, vooral het gedeelte over de laatste periode: de feiten die zich toen heb ben voorgedaan". Overigens: nie mand hoeft onthullingen te ver wachten. Verolme houdt het leuk: „Ik zal niemand kwetsen. Niemand zal zich hoeven te ergeren". Tot nu toe heeft Verolme twintig uur lang zyn herinneringen aan de band toevertrouwd. Hy denkt nog tien uur nodig te hebben. Alle ban den gaan daarna naar Leo Ott, oud hoofdredacteur van het Rotter- damsch Nieuwsblad: „Hy moet pro beren er de romantiek aan te geven". Vóór de komende verkiezingen worden de memoires uitgegeven. „Maar daar moet je niets achter I zoeken hoor"! Verolme slaat zich op I de knieën van plezier.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1970 | | pagina 7