WAT IS „NORMALE RECHTSGANG*
VOOR JEUGDIGE ZUIDMOLUKKERS?
Ik trek me nog lang niet terug
Dubieuze zaak
CORNELIS VEROLME IS NU ZEVENTIG
DE KRANT
I
I ZATERDAG 5 SEPTEMBER 1970
LETD9CH DAGBLAD
PAGINA T
("Van onze financiële medewerkers)
Een periode van volop werkgele
genheid en goed gevulde orderpor
tefeuilles van het bedrijf vormt de
gunstigste gelegenheid om voordelen
af te dwingen. De orderportefeuilles
van de tot de Rijn-Schelde-groep be
horende Wilton-Peijenoord. Rotter-
damsche Droogdok My en Konink
lijke Mij de Schelde ls zelden zo goed
gevuld geweest als op het ogenblik.
Dat komt niet alleen door de ren
tesubsidies, welke door de overheid
worden verstrekt en die in feite een
subsidiëring van het buitenland be
tekenen. noch door de garanties voor
exportkredieten, die hetzelfde effect
hebben. De gunstige orderportefeuil
les zijn te danken aan het feit dat
de concurrerende bedrijven elders in
de wereld ook al zo vol werk zitten
dat de levertijden steeds langer wor
den.
Een scheepsbouwer heeft tegen
woordig meer te concurreren met de
levertijd dan met de bouwsom. Van
daar dat het personeel van de Rot
terdamse bedrijven het Juiste mo
ment hebben aangegrepen om aan
him eisen kracht bij te zetten.
Voor de econoom, die altijd naar
de gevolgen moet zien als er in een
bepaalde bedrijfstak belangrijke kos
tenverhogingen optreden, ls de oplos
sing van het arbeidsconflict echter
maar een dubieuze zaak. De loons
verhogingen, welke thans worden
toegestaan zullen in de toekomst blij
ven doorwerken. Zij betekenen in
feite een geldontwaarding in een be
paalde bedrijfssector, die nog maar
korte tijd geleden aan de alarmklok
trok, omdat het niet mogelijk bleek
op eigen kracht het hoofd boven wa
ter te houden.
Weliswaar is de heer Verolme weer
vol goede moed om weldra aan het
hoofd te staan van het bedrijf, dat
door gebrek aan contanten onder het
juk dreigde door te gaan Maar voor
degenen, die geen vremdelingen in de
scheepsbouwwereld zijn, is het nog
maar de vraag of alle zorgen van de
baan zijn.
Voor de werf Wilton-Fijenoord, die
nu gelukkig tegen wat sterkere zus
terbedrijven kan aanleunen, is het *n
zwaar offer om behalve een stevige
loonsverhoging, die tegelijkertijd een
verzwaring van de sociale lasten met
zich brengt, ook nog een uitkering
ineens per werknemer van f 400 te
doen.
Als deze uitkering zich over de ge
hele beroepsbevolking voortplant be
tekent het in economisch opzicht dat
er met één slag voor tenminste fl.3
miljard aan koopkracht wordt vrij
gegeven in de consumptieve
sfeer. Niemand kan verwachten dat
de werknemers, die deze douceur te
beurt valt, het geld meteen naar de
spaarbank zullen brengen. Voor
al niet nu de spaarbanken, na over
leg met de postgiro en de handels
banken ook nog maar 2% pet. beta
len aan rente.
Bovendien is het voor velen de
vraag waarom zij nog zouden spa
ren. Voor de bestedingen wordt nog
wel even geld opzij gelegd als er een
nieuwe bromfiets of een tv nodig is,
maar in het algemeen wordt het geld
even snel uitgegeven als het ontvan
gen wordt. Er zijn nog bestedingsbe
hoeften genoeg.
De aanhoudende geldontwaarding
maakt het weinig aantrekkelijk om
geld uit de mond te sparen om na
derhand een enigszins verzorgde oude
dag te hebben. De bedriJfspen-
sioenen. die boven de a.o.w. worden
ontvangen zijn doorgaans bij lange
na niet toereikend om een levenspeil
te handhaven dat enigermate te ver
gelijken is met het inkomen dat voor
de pensionering werd genoten. De
aanpassing van de a.o.w. aan het
minimumloon zal nog geruime tijd
op zich laten wachten.
Voor degenen, die in het verleden
hebben getracht door spaarzaamheid
wat geld bijeen te brengen om er na
derhand rustig van te kunnen leven,
zoals zovele zelfstandigen, winkeliers
en ambachtslieden hebben gedaan, is
het pijnlijk te moeten ervaren dat zij
alleen maar door intering op
de spaar duiten door het leven kun
nen komen. Het erge is dat niemand
tevoren kan zeggen hoelang men met
het spaargeld moet toekomen.
Natuurlijk staat de sociale bijstand
klaar om in noodgevallen de helpen
de hand toe te steken, maar er zijn
velen die zodanig in zelfstandigheid
zijn opgegroeid dat zij niet gemak
kelijk met de pet in de hand bij so
ciale zaken aankloppen.
Voor onze handelsbalans zal de
koopkrachtexplosie, die uit de loons
verhogingen en de uitkering ineens
voortvloeien, ernstige gevolgen kun
nen hebben. Het is duidelijk dat de
toonbeweging niet tot de Rotterdam
se haven en de scheepsbouw beperkt
zal blijven. Trouwens in vele ca.o.'s
is de aanpassingsclausule aan de kos
ten van levensonderhoud opgenomen.
Aangezien de binnenlandse Indus
trie in de meeste sectoren op topca
paciteit werkt, is er weinig gelegen
heid om de produktie ten behoeve
van de binnenlandse markt aanzien
lijk uit te breiden. De vraagvermeer-
dering moet derhalve gedekt worden
door een vermeerdering van de im
porten of door goederen, die eigen
lijk voor export konden dienen voor
de binnenlandse consumptie te be
stemmen. Gedurende de afgelopen
maanden is deze ontwikkeling al dui
delijk merkbaar geweest. Het ziet er
naar uit dat de verschuiving in de
komende maanden in versterkt tem
po zal voortgaan.
JRS.
(Van onze juridische
medewerkster)
Op het hoogtepunt van de
spanning rond de bezetting van
de residentie van de Indonesische
ambassadeur, werd naar middelen
gezocht om de gijzelaars levend
uit handen van de bezetters te
krijgen. Als concessie werd toen
genoemd: het achterwege laten
van een strafvervolging. Maar
premier De Jong nam alle onze
kerheid weg door te verklaren dat
ten aanzien van de bezetters de
normale rechtsgang zou worden
gevolgd.
Een dergelijke concessie had de
premier ook nooit kunnen doen.
Theoretisch is de minister van Jus
titie of het onder hem ressorte
rend openbaar ministerie bevoegd
te beslissen over het niet instellen
van een strafvervolging op gronden
aan het openbaar belang ontleend.
Dit is het gevolg van het feit dat
ons wetboek het zogenaamde „op
portuniteitsbeginsel" kent. Dat bete
kent, dat het Openbaar Ministerie
bevoegd is strafbare feiten te vervol
gen, maar hiertoe niet verplicht is.
In een land als Duitsland kent men
een dergelijk beginsel niet. Elk straf
baar feit wordt daar in principe ver
volgd.
Dit opportuniteitsbeginsel la op
doelmatigheidsgronden in ons recht
beland. Doel van een strafproces is
om het plegen van misdaden binnen
voor de maatschappij aanvaardbare
grenzen te houden. Dit doel nu zou
worden doorkruist als het O.M. ver
plicht werd alle wetsovertredingen
denk aan het verkeer te vervolgen.
Het behoeft geen betoog dat dit
opportuniteitsbeginsel deze be
voegdheid om op gronden aan het
algemeen belang ontleend bepaalde
zaken niet te vervolgen geen inzet
mag worden van onderhandelingen
die aan chantage doen denken. Hoe
droevig ook voor gegijzelden, die
eventueel het slachtoffer zouden
kunnen worden, het algemeen belang
vordert Juist, dat 'n „normale rechts
gang" niet ontdoken kan worden
door (dreiging met) geweld.
Die normale rechtsgang betekent
dat de verdachten eerst in voorlopige
hechtenis belanden. De officier van
Justitie gaat een gerechtelijk vooron
derzoek instellen. In dit geval is het
zeer belangrijk wie verantwoordelijk
zal worden gesteld voor de dood van
de Wassenaarse hoofdagent Moole-
naar. De kans ls namelijk niet uit
gesloten dat de Ambonese bezetters
elkaar wat dat betreft de hand bo
ven het hoofd houden. Zelfs kan dat
wel onbewust gebeuren, omdat nie
mand zich meer de preciese toe
dracht kan herinneren als gevolg
van een tijdelijke bewustzijnsvernau
wing.
Bij zijn uiteindelijke tenlastelegging
kan de Haagse officier van Justitie
kiezen uit een waar arsenaal van
misdrijven. Zo komt in aanmerking
het bijna vergeten, maar door bezet
tingen weer actueel geworden delict
van huisvredebreuk (artikel 138
wetb. van strafrecht). Op dit ver
grijp staat een maximum van 6
maanden gevangenisstraf, of f600
boete.
Geweld
Gezien het geweld dat er bij deze
bezetting is toegepast kunnen ver
moedelijk alle arrestanten worden
vervolgd op grond van artikel 141,
dat de openlijke geweldpleging be
handeld. Het strafmaximum van zes
jaar wordt hier verhoogd tot 12 Jaar
als dit geweld de dood tot gevolg
heeft. Wel is het vaste rechtspraak
dat de dader, die zich schuldig heeft
gemaakt aan dit strafbaar feit. niet
mede-aansprakelijk is voor eventuele
ernstige gevolgen van handelingen
van zijn mededader (s).
Het zware delict openbare geweld
pleging de dood tengevolge hebbend
kan dus alleen ten laste worden ge
legd, aan degene die het fatale schot
op hoofdagent Moolenaar heeft ge
lost. Deze vermoedelijke dader kan
ook worden vervolgd op grond van
artikel 288: de gekwalificeerde dood
slag.
Dit houdt in, dat als doodslag
wordt begaan „vergezeld of vooraf
gegaan door een strafbaar feit en
gepleegd met het doel om dat feit
voor te bereiden of gemakkelijker te
maken" een straf kan worden opge
legd van maximaal levenslang of 20
Jaar gevangenisstraf. Maar er is nog
veel meer. Voor de gijzeling van het
ambassadepersoneel is artikel 282
van het Wetboek van Strafrecht van
toepassing. Dat regelt de opzettelijke
vrijheidsberoving. Maximum straf
714 Jaar en een verhoging tot 12 Jaar
als de gijzeling de dood tot gevolg
heeft.
Ons strafproces kent de regel, dat
men maar eenmaal voor hetzelfde
feit kan worden gestraft. Zijn er
echter meerdere feiten gepleegd, die
als op zichzelf staande handelingen
kunnen worden beschouwd (dus als
het plegen van het ene feit niet auto
matisch het andere feit met zich
brengt), dan is wel vervolging voor
de verschillende delicten naast el
kaar mogelijk.
Het maximum wordt dan verhoogd
tot eenderde deel boven het zwaar
ste strafmaximum. Als de bezetters
dus worden schuldig bevonden aan
artikel 282, maximaal 7% Jaar en 141
maximaal 6 Jaar, dan is de geza
menlijke maximumstraf 10 Jaar mo
gelijk. Deze maxima moeten echter
alle als uitersten gezien worden.
Moeilijkheden
Het ls niet uitgesloten dat het
Openbaar Ministerie voor be wijs-
moeilijkheden komt te staan met be
trekking tot de dood van hoofdagent
Moolenaar. De president van de
1 rechtbank in Roermond heeft in het
begin van dit Jaar als zijn mening
verkondigd dat in ons Wetboek van
Strafrecht een delict zou moeten
1 worden opgenomen waarin een
groepsoptreden als zodanig strafbaar
wordt gesteld. De groep als geheel
zou strafbaar geacht moeten worden
voor alle gevolgen.
Maar hiermee zou een van de fun
damenten van ons strafrecht worden
aangetast. Dit vereist namelijk voor
een rechtvaardige procesgang dat per
individu het strafbaar feit wordt
vastgesteld op grond van een con
crete dagvaarding. Ook bij de uitein
delijke straftoemeting zullen de in
dividuele omstandigheden meespelen.
Op de verdachten beneden de 16
Jaar moet het kinderrecht worden
toegepast, terwijl bij 16 tot 18 Jaar
over het algemeen ook het kinder
recht wordt toegepast, maar de rech
ter kan hier op grond van de ernst
van het feit en de persoonlijkheid
van de dader ook volgens het vol-
wassenenrecht oordelen. De kinder
rechter heeft een groter sanctiepak
ket tot zijn beschikking; het proces ls
niet openbaar. Een vrijheidsstraf
wordt in principe uitgevoerd in een
tuchtschool.
Interessant kan nog zijn in hoe
verre de politieke motivering by de
bezetters op het proces als recht
vaardigingsgrond naar voren ge
bracht aal worden.
LEIDSCH DAGBLAD
Het Katholieke dagblad De Tijd be-
gtaat 135 jaar. Een krant die
jn de loop der jaren een naam had
opgebouwd als kwaliteitsblad, de
fc-ant voor intellectuele katholieken,
jlaar in een tijd dat tal van levens
beschouwelijke waarden aange
vochten raken, wil 't voorkomen dat
jso'n krant niet meer stijgt. Er ko
men geen niauwe lezers, veel jonge-
je katholieken zijn overgegaan tot
bet lezen van het oorspronkelijke
ïakbondsblad De Volkskrant. En in
tal van regio's wordt De Tijd er uit
gelaveerd door regionale bladen, die
jdch met name na de tweede wereld
oorlog zowel in kwaliteit als kwan
titeit hebben versterkt.
De kwaliteitskrant in ons land, ge
presenteerd door bladen als Nieu
we Rotterdamse Courant, Algemeen
Handelsblad en De Tijd, doet het al
ang niet meer goed. Door hun
landelijk gezien niet al te hoge
oplage worden zij bovendien voor ad
verteerders minder interessant. Want
|e kan nu eenmaal beter adverteren
n een landelijk verspreid ochtend-
ilad met een oplaag van 250.000 dan
in een landelijk avondblad met een
jplaag van 60.000-90.000 lezers.
De laatste jaren heeft de invloed
Fan de reclame in de televisie met
lame de landelijke elitebladen. zo-
Is diezelfde NRC, Handelsblad en
)e Tijd, bijna een nekslag gegeven.
Want de adverteerder die een lan-
lelijk bereik nodig had, kon zich nu
mmers van de televisie gaan bedie-
len om zijn ree lamerfoodschap
jacht bij te zetten. Dat betekende
chter dat hij zijn reclame-budget
ipnieuw moest geen verdelen. En bij-
ia het eerst zette hij het mes in de
«rten die vroegr voor de dun
rerspreidde landelijke dagbladen be-
itemd was.
Dat betekende minder inkomsten
voor die dagbladen, die bovendien
In de loop van de jaren een grote
edactiestaf hadden moeten opbou
wen om hun faam van kwaliteitskran
ten waar te maken met een toene-
nende kwaliteitsconcurrentie van
indere kranten. De NRC en het
landelsblad, twee liberale bladen,
waarvan de faam teruggaat tot ver in
ie negentiende eeuw, gingen de ba-
cens het eerst verzetten. De beide
iladen, ondergebracht in de Neder
landse Dagblad Unie. mét het goed
opende ochtendblad Algemeen Dag-
>lad en het Haagse Vaderland, die
wee kranten dus worden op dit mo-
in elkaar versmolten. Dat
natuurlijk niet van de ene dag
de ander, maar op 1 oktober
moet het zover zijn. In
hoofdsteden werken bui-
correspondenten van de
n al samen en de 2 redac-
moeizaam aan elkaar
een nieuw produkt te ma-
waar zij het samen over eens
Een krante-redactie bestaat uit
verzameling individualisten en
er zich dus rekenschap van geeft
twee krante-redacties dan wel
kan zich misschien voorstellen,
die versmelting geen auto
proces is.
En inmiddels heeft de bel ook voor
Tijd geklonken. Ook deze krant
met een steeds groter verlies
als gevolg van de verminder-
advertentie-inkomsten. Welis-
is het blad comfortabel inge-
in het machtige tydschriftencon-
van de Verenigde Nederland-
Uitgevers (VNU), maar per slot
rekening is dat ook een zaak, die
bij voorkeur verliesgevende pro
jecten voortzet.
Drie dagbladen dus, op de breuk
van traditie en vernieuwing. Ener
zijds het dagblad, produkt met 'n ge
schiedenis, anderzijds het nieuwe me
dium televisie, dat dat blad beroofd
van de noodzakelijke inkomsten via
advertenties. Want de krant kan al
lang niet meer leven van de op
brengst van de abonnementsgelden,
het gaat zelfs niet om een verhou
ding van een om een. De abonne
mentsopbrengst dekt nu gemiddeld
maar 1/3 van de kosten van het
krantebedrijf. En de werkgeversorga
nisatie uit de krantewereld, de Ne
derlandse Dagblad Pers heeft uitge
rekend dat de invoering van de
8TER-reclame de kranten dit Jaar
alleen 60 miljoen gulden aan inkoms
ten scheelt.
Verdere concentratie in de kran
tewereld is de leus, omdat men geen
betere oplossing ziet. De Tijd gaat
nu met de nieuwe combinatie NRC-
Handelsblad een gezamenlijke
nieuwsdienst opbouwen. Oudere
krachten zullen niet worden vervan
gen; De Tijd zelf zal gedrukt worden
op de stilstaande persen van het
Handelsblad en men hoopt met een
nieuwe totaal-oplaag van 200.000 le
zers meer adverteerders aan te
trekken. Misschien wordt uit de nood
situatie nu een werkelijk nieuwe kwa
liteitskrant geboren, misschien ook
niet, en betekent deze samenwerking
een verdere afkalving van deze drie
.beren" uit de vaderlandse Journalis
tiek.
De redacties verzetten zich nog te
gen het akkoord van de „eenheids
worst". Zij menen dat deze samen
werking die zo abrupt is afgekondigd,
wel eens de dood van al het goede
zou kunnen zijn van de kwaliteits
kranten, die zi) willen maken.
ROTTERDAM GPD) Afgelo
pen vrijdag werd hij zeventig: Cor-
nelis Verolme, scheepsbouwer, bijna
een kwart eeuw alleenheerser over
een concern van wereldformaat dat
hij van de grond af met eigen han
den heeft opgebouwd. In alle toon
aarden bewonderd om zijn onderne
mingsgeest, durf en prestaties in de
jaren dat het goed ging met zijn
bedrijven in binnen- en buitenland.
Verguisd, door het slijk van de
smaad gesleept in de maanden dat
zijn werven in een onpeilbare fi
nanciële afgrond dreigden te stor
ten!
Sinds hij begin dit jaar „zijn"
stoel van president-direcocur onder
zware druk van de regering heeft
moeten afstaan aan een (tijdelijke)
opvolger, is het stil geworden rond
Verolme. voor de veertienduizend
werknemers van zijn concern nog
steeds de „grote baas". De man. die
in 1946 in een pakhuisje aan de Rot
terdamse Coolhaven voor zichzelf be
gon uit gramschap omdat ze hem
bij Stork geen directeur wilden ma
ken ls zo goed als uit de publi
citeit verdwenen. Hij is naar de ach
tergrond getreden, laat zich nog
slechts een enkele keer op de wer
ven zien. Zijn rol in het verdere be
leid van zijn levenswerk speelt hij
achter de schermen: als president
commissaris. En hij maakt de in
druk er vrede mee te hebben.
Het afgelopen halfjaar heeft hem
onmiskenbaar veranderd. Hij is
rustiger geworden, zijn opmerkingen
missen in elk geval de felheid van
vroeger. Verolme slaat zich ijdel
als hij altijd is geweest niet meer
op de borst, hij verkondigt niet
meer zijn woorden zorgvuldig do
serend om het juiste effect te schep
pen dat hij de feilloze onderne
mer is. Denken doet hij het mis
schien nog wél!. Veelbetekenend: „Er
zyn in ons land veel te weinig ster
ke mannen. Daarom gaat het met
vele fusies verkeerd. Een leider moet
niet alleen sterk zijn, maar even
eens een schaap met vijf poten, een
man die het vertrouwen van zijn
personeel heeft".
Cornelis Verolme zeventig Jaar.
Met uitgestoken handen komt hij
naar ons toe, als we in de veerha
ven aan boord van zyn jacht An-
cor stappen, het schip („de enige
luxe die ik me veroorloof") waarop
de meeste van zijn grote plannen
zijn geboren. Voordat hy met zyn
twaalf gasten Rotterdam verlaat
voor een vaartochtje op de Zuidhol
landse en Zeeuwse stromen („daar
voel ik me thuiswil hij wel een
uurtje praten. Over vroeger en over
de toekomst van het scheepsbouw
bedrijf.
Gezond
De zomerzon heeft hem gebruind.
Hij ziet er Hollands-gezond uit.
Trots: „De meeste mensen vinden
dat ik vijftig word in plaats van ze
ventig. Ik voel me ook prima, m'n
conditie is uitsteken". In de sober
gemeubileerde kajuit legt hij zijn
witte schipperspet-met-veel-goud
voor zich op tafel en zet hem da
delijk weer op tot zijn vrouw (Anne
ke, nog geen vijftig) hem gebaart
het hoofddeksel af te doen. Zonder
dat blijft Verolme overigens tóch de
pleziervaarder: wit shirt met blau
we sjaal rond de hals geknoopt, don
kerblauwe blazer met zilveren stuur
rad waarop zijn initialen staan, grij
ze pantalon, witte sokken en witte
schoenen. Een, eveneens wit, hondje
completeert het beeld van de Verol-
me-van-weleer. die terug van een
wereldreis uitrust op zijn jacht.
Hij praat schor, zonder stemver
heffing, zijn handgebaren blijven
achterwege. De aan zijn vertrek voor
afgegane periode heeft hem een
dreun gegeven. Zonder aarzeling of
reserve vertelt hij erover: „Wat er
is gebeurd, wat er over mij is ge
zegd en geschreven, het heeft ons
mijn vrouw en mij ongelooflijk
aangegrepen en pijn gedaan. Het
heeft ons in een beroerde stemming
gebracht. We zijn er nu gelukkig
bijna overheen, vooral nu blijkt dat
mijn visie op de scheepsbouw in
Nederland de enige juiste is geweest.
Aangetoond is dat de bouw van gro
te schepen lonend is, dat de door ons
gebouwde schepen een kwaliteit van
wereldnaam hebben. De plaats van
ons land als scheepsbouwnatie is be
houden gebleven, onze naam en onze
reputatie zijn bewaard. De pers heeft
een campagne tegen me gevoerd die
me wanhopig heeft gemaakt, maar
niettemin is het vertrouwen van de
wereld in het Verolme-concern niet
beschaamd. Integendeel zelfs, en
dat maakt het leed dat geleden is
weer goed"
Gelovig
Verolme koestert, verzekert hij
nadrukkelijk, tegen niemand een
wrok. „Ik ben een gelovig mens, dat
wéét u. Ik heb de tegenslagen op
mijn manier weten te dragen. Ik
kan niet zeggen hoe groot mijn
dankbaarheid is over het feit dat het
concern hersteld is en dat het een
goede toekomst tegemoet gaat. Zijn
positie is zelfs versterkt".
Het gesprek gaat de kant op naar
groot scheepsbouw en -schee ps-
de pogingen tot de vorming van één
paratiebedrijf te komen, de integra
tie dus van Verolme en de bedrij
ven van Ryn-Schelde groep.
Verolme wil er zijn opvattingen
wel over kwyt. Maar dat is heel dui
delijk niet naar de zin van zijn
wouw. Charmant gekleed in een wit
te zeilpantalon en een truitje met
dwarse strepen komt ze de kajuit bin
nen en zegt snibbig „Ik hoor daar
Rijn-Schelde noemen. Komen jullie
nu voor zyn verjaardag of niet?"
Ze verwacht kennelijk geen ant
woord. want ze gaat door met de
voorbereidingen voor de lunch met
haar gasten. Uit een kast haalt ze
een armvol flessen wijn en geeft die
door aan de bediende, die bezig is
een zilveren schaal met hapjes te
vullen.
De berisping mist zijn doel niet.
Verolme gooit het snel over een an
dere boeg. Hy wil niet dat zijn naam
opnieuw in een controverse met an
dere scheepsbouwers wordt genoemd.
Het illustreert zijn rol-op-de-achter-
rond.
Eigenaars
De crisis waarin zijn bedrijf heeft
verkeerd, heeft zijn gezondheid geen
goed gedaan. „Maar dat is nu weer
voorbij. Het gaat weer vooruit. Ik
ben dan ook niet van plan me terug
te trekken. De komende jaren blijf
ik het vermogen van mijn bedrijven
bewaken. Ik ben er per slot eige
naar van. Met de dagelijkse leiding
zal ik me niet bemoeien, alleen zijde
lings. Als er een nieuw bestuur is, ga
ik ermee praten, zodat het met de
werven gaat, zoals ik me altijd heb
voorgesteld".
Reizen en trekken blijft hij wel.
„Het is de wens van de bedrijven
dat ik dat doe". Maar het beroemde
koffertje, waarmee hij bijna 24 jaar
lang is vertrokken om het vol met
nieuwe orders terug te brengen, laat
hy voortaan thuis. Verolme is defi
nitief van plan niet meer voor op
drachten van huis te gaan. Dat wordt
zegt hij stellig, het werk van zyn
opvolger. „Hem zal ik by al myn re
laties over de hele wereld introdu
ceren. Ik hoop dat hy met hen de
zelfde goede vriendschap zal sluiten
als ik altyd heb gedaan".
Wie wordt zijn opvolger? Rond
zyn mond komt weer die geheim
zinnige gryns, die er altyd verscheen
als hy iets beslist niét wilde vertel
len. Hy laat niets los, behalve dan
dat hy de naam al wel in zyn hoofd
heeft.
Mevrouw Anneke Verolme (inmid
dels verkleed) interrumpeert opnieuw.
Na een blik op de klok: „De heren
hebben nog een goede vijf a acht
C. Verolme in zijn vrije tijd.
hotel „De Wittebrug". Ook Prins
Bemhard was naar Den Haag ge
komen en bracht met plezier een
toast uit op de gezondheid van
de heer Verolmezijn vrouw
(links) en zijn dochter Henny.
„ledereen" was er gisteren
op de receptie ter gelegenheid
van de zeventigste verjaardag
van scheepsbouwer C. Verolme in
minuten. Straks komen de gasten.
Ik wil niet dat jullie elkaar passeert
by het van boord gaan". De hint is
duideiyk. Verolme's echtgenote vindt
dat het gesprek lang genoeg heeft
geduurd, Verolme zélf maakt niet zo
'n haast. Uitgebreid neemt hy er de
tyd voor om zich martiaal op te
stellen voor de boeg van z'n meeuw-
witte Jacht. Het moet een gunstige
foto worden.
Lachend: „Ik voel me nog net zo
goed als 25 jaar geleden". Hoe goed
dat ls. zullen we binnenkort wel te
lezen krygen. want Verolme is druk
bezig met zyn memoires: „Het wordt
de beschryving van myn levensloop,
van myn ervaringen". Hy belooft:
„Het wordt een interessant boek,
vooral het gedeelte over de laatste
periode: de feiten die zich toen heb
ben voorgedaan". Overigens: nie
mand hoeft onthullingen te ver
wachten. Verolme houdt het leuk:
„Ik zal niemand kwetsen. Niemand
zal zich hoeven te ergeren".
Tot nu toe heeft Verolme twintig
uur lang zyn herinneringen aan de
band toevertrouwd. Hy denkt nog
tien uur nodig te hebben. Alle ban
den gaan daarna naar Leo Ott, oud
hoofdredacteur van het Rotter-
damsch Nieuwsblad: „Hy moet pro
beren er de romantiek aan te geven".
Vóór de komende verkiezingen
worden de memoires uitgegeven.
„Maar daar moet je niets achter
I zoeken hoor"! Verolme slaat zich op
I de knieën van plezier.