1ionnenspelen vereisen een accurate berekening! Kruiswoordraadsel De Wolk om er ACHT-er Van Emmen naar Katwijk Pim en Pom II. i H. W. Filarski's bridgerubriek V pAG 5 SEPTEMBER 1970 LEIDSCH DAOBLA» PAGINA 21 een aantal schaakspelers dat meent dat pionnen-eind- tegenwoordig niet meer in de grootmeesterpraktijk men. Deze opinie is geheel ongegrond. In de laatste uit- ji „Schach-Informator", deel 8, kwamen wij er nog een intal tegen. Omdat aan deze materie te weinig aan gordt besteed geheel ten onrechte kozen wij voor ibriek een paar opmerkelijke stellingen, die buiten de oldoening van naspelen stellig zullen bijdragen tot meer- jnnis van het eindspel, waarvan iedere schaakliefheb- zijn minst „iets" moet weten! eerste diagram zien we nder leerzaam pionneneind- is algemeen bekend dat verwijderde vrijpion in pion a2 voor zwart het evaar oplevert. In het on- /al is dit gevaar gro- afgewend, omdat zwarts fich in het kwadraat van pion bevindt en wit een pi moet verliezen om pion po ver en. CAMILLERI shiedde in de partij 11 4!? f4 volgt zeer verrassend c2!, 2. Ke3 Kc3! met remi- de volgendie mooie varian- dl! g5!, 2. f4 gf4: 3. gf4 f5 f6! 5. KclKe2!, 6. 7. Kc3 Ke3, 8. Kc2 Ke2! 1. Kdl d5?, 2. f4 h6, 4. h4 h5. 5. a3ü Kb3. i3: 7. Kc3!- en wint. Kc3-c2?? ferdnderstelling remise te Oor de opmars van de d- wit met de a-pion naar Juist was echter 1. !d3 Ka4:. 3. Kc4 g5ü, 4. 5. Kd6 Kc3, 6 Kd7: Kd3, Ce3, 8. Kf7Kf3:. 9. Kg7 remise. 2. Ke2e3! Kc2— (3—e4 Kc3c4, 4. a4—a5 iihet enige. Op 4. Kb5 zonder moeite. ■e5 d5-d4, 6. a5-a6 d4-d3, 3-d2, 8. a7-a8D d2-dlD. Beste pionnen-eindspelen, tide partijen over een vrij- ïikken, eindigen in Dame- Zij behoren tot de moei- rstof van het eindspel, om- berekenen bijna onmoge- eeuwig schaak niet is uit- n ir k jj- |C6i" Kc4-b3, 10. Dc6-d5t ,TI.Dd5xdl Kc2xdl. 12. Ke5 13. Kf6xf7 Ke2xf3, 14. koi 13- ngc »te hoop. daar 14Kg2 Kh216. g4! eveneens tot idt voor zwart. 15. Kg7xh7 16. h2—h3 g'6g5, 17. g3- iwart gaf het op. Let op de verraderlijke Kg7? g4, 18. h4?? pat! TUKMAKOV heden met tijdlimiet niet mogelijk is! 1 f2-f3 f7-f5. Als sterker werd 1a4! aan gegeven. 2. b2-b3 g6-g5, 3 Kc3-d3 c6-c5? Spelers met een onstuimig ka rakter verliezen in dei-gelijke situa- t es vaak hun geduld! De volgende belangwekkende variant werd door de grote eindspelkenner Averbach aangegeven 3. g4, 4. a4 ba4:. 5. ba4: gf3: 6. gf3Kd5, 7. Kc3 h5. 8. h4 Kc5, 9. e4 e4 10. Fe4, Kd6. 11. Kd4 c5t, 12. Kc4 Ke5, 13. Kc5: Ke4:. 14. Kb5 Kd5!, 15. Ka5: Kc5! remise. 4 Kd3-c3? en Sterker is direct 4. a4! enz. 4. Ke5-d5, 5. Kc3-d3 Kd5-e5? Zie onze opmerking onder het tweede diagram. Hier bood 5. g4! de beste kansen op lijfsbehoud. 6 a3a4! c5c4t. Een aardige riposte. Een andere mogelijkheid was 6. ba4:, ba4: Kd5, 8. e4t fe4:. 9. fe4 Keó. 10. N. D. GRIGORJEW Opgedragen aan de nagedachtenis van Richard Réti (Moskou 1969). Dit eindspel lijkt gewonnen voor wit, maar in werkelijkheid is de winst problematisch. De zwarte Koning staat goed op gesteld en vormt zijn meerderheid op de damevleugel voldoende compen satie voor wits overwicht op de Ko ningsvleugel. Dergelijke eindspelen met twaalf pionnen op het bord brengen vaak het element „geluk" ter sprake, omdat ook hier een vol ledige berekening van alle mogelijk- HP "'U/ I gp Wit maakt remise Kc4 Ke4:. 11. Kc5 Ke3. 12. Kb6 Kf2, 13. g4 en wit wint. 7 b3xc4 b5b4, 8. g2—g3! h7—hfi, 9. f3—f4+ g5xf4. 10. g3xf4t Ke5—d6. 11. e3e4 f5xe4. 12. Kd3xe4 Kd6c5 13. Ke4d3 Wit moet natuurlijk zotgen dat hij steeds in het kwadraat van dezwar- 1 I te b-pion blijft. Hij dekt tevens zijn I r-pion. 13. b4b314. f4—f5 en zwart i gaf de partij op Bovenstaande compositie van de Russische pionnenkunstenaar Gri- gorjew is ook in de praktij ijk enige malen voorgekomen, hoewel in iets gewijzigde vorm. Het thema blijft echter identiek en is dus voor onze lezers heel belangrijk. 1. Kei—f2! Kd7c6, 2. Kf2—g3! Kcfi—d5. 3. Kg3—h4! Curieus! Wit eeeft pion e5. hoewel deze pion toch j niet te houden is. 3Kd5d4, 4. Kh4—h5! Kd4 e4. De oppositie speelt i pionnen- eindspelen de grootste rol. 5. Kh5 I g4! Ke4xe5. Gedwongen, anders volgt herha ling van zetten. 6. Kg4g5 remise! Een andere mogelijkheid ia: 1Ke7, 2. Ke3! Kf7, 3. Kd4! Kg6, 4. Kc5! Kg5!, 5. Kd6 Kf5. 6. i Ke7 met remise. Zo juist vernemen wij dat de .Schach-Informator" in 1971 in drie i delen per jaar zal verschijnen. Het is momenteel het beste schaakblad op internationaal niveau, mede door do medewerking van de grootste top- «pelers ter wereld, waaronder de oud-wereldkampioenen Smyslow, Tal en Petrosian. Elk deel bevat onge- i veer 700 partijen. De zetten wor- den aangegeven door figuren. Het vex-schijnt in vijf talen, maar kan aoor Nederlandse spelers op een voudige wijze worden gelezen. BISHOP. In de maand augustus hebben we in kleinere plaatsen enkele wed- i strijden gehad waarvoor ook Hè Nederlandse topspelers zich interes seerden. In Drente organiseerde men te Emmen het 4e Hunnebed- toernooi, waar de jonge Utrechtse combinatie Rinus Balkenende Jaap Trouwborst zegevierend vandaan kwamen. Hans Kreyns, die in Drente niet meedeed, won een week later een wedstrijd van vrij- dagavond 8 uur tot zaterdagmiddag 12 uur. Een echte uitputtings slag dus voor de zéér sterken! Bescheidenheid hebben we in Em men kunnen leren toen de volgende combinatie zich aandiende: Zuid Noord A97652 10 9 A 8 5 H 10 6 4 3 2 OA O 9 7 4. 10 5 3 +AHB2 Zuid gever. NZ kwetsbaar. NZ heb ben 23 punten aan hoge kaai-ten sa men klein slem harten is voor het neerleggen omdat de troeven 2 2 zaten. Maar zelfs als harten 3 1 valt is zes harten nog te winnen indien west maar klavervi-ouw twee- s acht afwijkingen in de beide bovenstaande tekeningen De juiste oplossing vindt u elders in de pagina. V B 5 (?V4 O 86 4. A B 9 4 3 2 N W O z de of derde heeft Koi-tom een bij zonder goed slembod dat natuurlijk niemand bood omdat we tegenwoor dig ..punten tellen". Deze NZ-com- binatie toont wel dat topcontroles (de 4 azen», troeflengte (de zeskaai-t plus de driekaart). de aftroefwaarde (ruitenaas sec) en vitale midden- kaarten (klaverboer en klaver tien) belangrijker zijn dan „punten". Maar kom er maar eens allemaal op tijd achter In Katwijk aan Zee stonden diver se spelleiders en tegenspelers in het holst van de nacht voor een mysterie dat zelfs op klaarlichte dag nog moeilijk genoeg is: 4 2 8 7 3 2 V 10 5 2 4. H 8 5 4 87 (?H1065 O H 9 7 4 4» V 10 6 A H 10 9 6 3 (j)AB9 O A B 3 7 West gever, niemand kwetsbaar. Ik zal u niet met biedproblemen ver moeien doch slechts vertellen dat verschillende NZ-paren „toch maar" vier schoppen boden. De vraag, zelfs met open kaarten lastig, is of dit contract down kan worden gespeeld? Ik geef één mogelijke variant: slag 1 klaveraas, slag 2 hartenvrouw die zlid weigert, slag 3 harten na voor Zuid weigert, slag 3 harten na voor schoppenheer en schoppen na. Weet Kom er achter inaojq uba ubb .loaiu afpBBjq 8 i sauijaaqos 'i uaSuof uba puuq '9 Mno.iA uba uaaq q UI03(SIA Ut SJA 't- puwj uaa ijeeq ubui g toB^uoodois i ueui uba uaoqos u( .ta^sA x is aan slag, moet ruiten of klaver I brengen en NZ maken tien slagen. Grappig is dat met welke kleur west j ook uitkomt er allerlei problemen rij zen. Ziet u als OW kans vier schop- j pen down te krijgen? Ik niet! BRIDGEVRAAG Uit de WK voor mixed paren West gever, allen kwetsbaar. De oostspeler heeft: ik A, 9 A 8 4. O H 7. A B 10 8 7 5 3 West past noord past oost één klaver zuid één ruiten west één harten noord één schoppen I oost drie klaver zuid pas oost drie ruiten noord doublet oost drie SA zuid doublet west pas noord pas wat doet u als oost? Had u als ooet op drie ruiten, ge volgd door noords doublet, ook drie SA geboden 9 Antwoord elders op deze pagina. Pom: mmmmmmmmmmm wat ruikt het hier lek-ker. Oo owat ver-ruk-ke-lijk. Mijn po-ten kun-nen niet meer. Ver der zo lek-ker ruikt het hier. Stem van Pim: Dat doe ik. Pom: Wat? Pim: Dat lek-ke-re lucht-je. Dat maak ik, hier, in de dou che. Pom: (loopt met zijn neus in de lucht op het lek-ke-re lucht je af) Hoe dat? Pim: (staat op de rand van de dou-che-bak en zwaait met een gro-te spons heen en weer). Zo! Pom: Brrr een spons. Doe weg, Pim. Doe weg. Ik hou niet van spon-sen Pim: Maar daar maak ik dat lek-ke-re lucht-je juist mee. Pom: (ril-lend) Met een spons? Pim: Moet je zien als ik met mijn poot in de spons pets komt er een wit wolk-je met een lek-ker lucht-je uit. Ik to ver. zie je wel? Pom: Ik ge-loof er niks van. Het komt uit dat fles-je daar. (hij wijst naar een fles-je). Pim: Ja. zo be-gon het. Dat fles-je heeft geen dop-je, zie je wel. Nou, goed ik ruik er-aan en per-on-ge-luk stoot ik er toen te-gen met mijn poot. Er valt wat van dat spul op de spons. Ik pets op de spons en wat zie ik? Een wolk-je dat ruikt. Pom: 'schudt zijn kop» niet te ge-lo-ven. Maar lek-ker ia het wel. Pim: (zwaait met de spon6) ik nog meer wol-ken ma-ken? PomMmmm als dat zou kun-nen. Je weet hoe gek ik ben op lek-ke-re lucht-jes. Pim: Nou. dan moet jij eens op-let-ten. Dan gooit me-neer de to-ve-naar nog een beet-je van dat goed-je uit die fles op de spons en dan maakt me-neer de to-ve-naar nog veel meer wolk. Pont: (kijkt met gro-te o-gen naar wat Pim doet) Is dat niet een beet-je veel. me-neer de to- ve-naar? Pim: Niks hoor. me-neer de to- ve-naar weet wat ie doet. En je wou toch een he-le-boel lek-ker lucht-je? PomMmmm mmm ik wordt er he-le-maal draai-e-rig van. zo lek-ker is het. Pim: (heeft nog veel meer goed-je op de spons ge-daan Zo en wat doet me-neer de to-ve-naar nu? Nu petst hij jou op je wan-ge-tje met zijn to- vers-opns. Pom: Brrr nee. niet doen. Geen nat-te klie-der. Pim: Het is geen klie-der. Het is al-leen maar wolk. Pom: koert bjj-n als een duif) Mmmm krrrr krr wat is dat lek-ker. Zo'n lek-ker lucht-je heb ik nog nooit ge- ro-ken. Het lijkt wel of ik zweef. Pim: Pets. pets pets lek-ker to-ver-goed-je, heooooo moet je zien. als maar meer wol-ken (hij petst nu ook op Pom z'n oort-jes en zijn he-le kop; er komt meer schuim uit de spons). Pom: Ik zweef ik zweef echt van lek-ker-te. Zo-iets heb ik nog nooit mee-ge-maakt. Pim: (kijkt een beet-je ver schrikt) Het het houdt nooit meer op. Er komt steeds meer wolk uit de spons, pom: Pim. Heé, hal-lo, Pim. Ik ge-loof dat ik echt zweef. Ik zie je niet meer. Pim: Ik jou ook niet. Je bent he-le-maal weg in die wolk. Pom: Het wordt een beet-je te veel. Pim. To-ver het nou weer e-ven weg. Pim: Ja. ik zal het pro-be-ren. (hij veegt met zijn spons door het schuim, waar Pom he-le- maal in ver-stopt zit: het lukt niet er komt al-leen nog meer schuim) Pom: Pim, Pim waar ben je? Ik vind het nu niet zo leuk meer. Pim. Pim: (zuch-tend), ik doe mijn best. Pom: Ik wil er-uit, Pim. Ik wil nou uit die wolk. Pim: Maar ik weet niet hoe. Pom: (blaast) het zit in die spons; die spons is be-to-verd. Hou er mee op. Pim. (ptsss ptsss de schuim-bel-le-tjes om Pom heen be-gin-nen stuk te gaan Pom: wacht e-ven. Ik zie het bla-zen. bla-zen. Pom. (Pom blaast van bin-nen uit de wolk en Pim van bui-ten-af, het duurt heel lang; dan komt Pom weer voor de dag) Hè. hè. ge-luk-kig dat je er weer bent. Pom: (veegt het laat-ste schuim van zijn kop) Goe-ie-dag. me neer de to-ve-naar. Hou voor taan uw kunst-Jes maar voor u. MIES BOU-HUYS. Horizontaal 1. paiavaan 6. voegwoord 11. lijkbus 12 zoogdier 14. windvrij 16. zijidvier van de Douro 18. zoogdier 20. vrucht 22. mythologische figuur 23 achting 25. boom OPLOSSING VORIGE PUZZEL OPLOSSING BRIDGEVRAAG In principe „vraagt" west's drie ruitenbod om een ruitedekking bij oost en tevens garandeert het. een zekere aansluiting in klaver. West's bod is dus goed. alhoewel het natuur lijk een hachelijke geschiedenis blijft, daar allee afhangt van de vraag of de zeven klaverlagen wel thuis te brengen zijn zónder tempoverlies. In de praktijk Jiad west 4 V B 3 2, B 9 7 5. O 8 5 3. 4» H 6 en ook bij ruitenstart zou oost drie SA heb ben gewonnen door klaverheer en aas te slaan. Een fikse dosis moed was hier dus vereist om tot het. maximale resultaat te komen. Volle digheidshalve noem ik nog het zuid- spel: 4 H 10 5, 9 V 10 J, A B 9 6 4, 4» V 9. De eerste prijs van f. 10.- weid toe gekend aan de heer W. Sohuitema- ker, Koninginnelaan 11. Oegstgeeat; de tweede pi*ijs van f. 7,50 aan me vrouw La robrechts. Schelpenkade 26. Leiden; de twee prijzen van elk f.5,- werden gewonnen door mevrouw H. J. Tuinhof-De Moed, Granaathof 26, Leiden en mevrouw B. J. M. Lager- wey-Luciën, Albeit Verweystraat 1. Noordwijk aan Zee. De prijzen zullen aan de winnaar (essen) worden toe gezonden. 26. zijde 27. scheepemaaA 28. priem 30. griffel 32. gereed geld 34. uiting van vrolijkheid 36. bijwoord 37. bijwoord 39 kledingstuk 40 veenvorming 41. vasthoudend 43 toon 44. bijwoord 45. hof 47. aanzien 49. vochtig 52. vertrokken 53. lantaarnplaatje 55 boom 56. voorstevenknie 58. voegwoord 61. heidemeer 63. mythologische figuur 65. sober 66. wreedaard 67. plaats in Gelderland 69 snij werktuig 70. bijwoord 71. de loop der duigen 72. sekse Verticaal 2. garenweefsel 3 wagenspoor 4. voegwoord 5. suffen 7. maatstok 8.1uim 9. winkelhaak 10. vogel 12. onbepaald voornaamwoord 13. vadsig 15. boom 17 bontsjaal 18. zwoel 19. bindende regel 21. oude munt 28. vaartuig 24. hoogte 28. keur 29. vis 30. egaal 31. rust (muziek) 32 ademhalingsorgaan 33 rondhout 35. wei 36 houding 38. aap 39 kleefmiddel 42. attribuut van Athene 46 onbepaald voornaamwoord 48. voorzetsel 50. voorzetsel 51. nog eens 54. bergweide 55. griezelig 56. vogel 57. orgaan 59. gedwee 60. toon 61. grondsoort 62. bijwoord 64. plaats in Belgie 66 kloosterlinge 68. kiem 70. tussenwerpsel. Oplossingen onder 't motto KRUIS/ WOORDRAADSEL dienen voor woensdag aanstaande te 9 uur in het bezit te zijn van de redactie van het Leidsch Dagblad. Witte Singel 1, Lei den. Wij stellen vier prijzen beschik baar: één van flO,- één van f7.50 en twee van elk f 5,-. Alleen abon nees kunnen meedingen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1970 | | pagina 21