„Ik heb er van
gemaakt wat
er van te
maken viel"
Wethouder Piena verlaat na
31 jaar Leidse gemeenteraad
„Ik ben soms overbezorgd, dat
is de aard van het beessie
„SHERRY TIME"
Belastingdienst
nam afscheid van
J. H. Rouwenhorst
ZATERDAG 29 AUGUSTUS 1970
LEIDSCH DAGBLAD
PAGINA 3
Drieëntwintig jaar heeft C. J.
(Kees) Piena als gewoon lid
zitting gehad in de Leidse ge
meenteraad. Eerst voor de SD
AP, later voor de PvdA. Daarna
(1962) werd hij voor een periode
van acht jaar, wethouder van
openbare werken. Bij elkaar 31
jaar is Piena voor de Leidse
gemeenschap in de weer ge
weest, niet alleen als raadslid,
ook in talrijke andere functies,
voornamelijk op sociaal terrein.
Het doek valt nu over zijn poli
tieke carrière. Als op 1 septem
ber de nieuwe raadsperiode in
gaat, zal Piena (62) als wethou
der noch als gemeenteraadslid
terugkeren. Met hem vertrekt
het enige nog van voor de oor
log zittende raadslid. De laatste
vertegenwoordiger van die ty
pische generatie van „rode
voormannen*' stapt op. Er is
een heel mooi aforisme dat
zegt: sommige mannen geven
voor stad en land hun zweet,
anderen hun gal. C. J. Piena be
hoort zeer beslist tot de eerste
categorie.
In zijn ruime werkkamer in
het stadhuis spreken wij over
dat nu snel naderbij sluipende
afscheid. Het is niet iets wat
Piena met genoegen tegemoet
ziet. Hij wrijft met zijn hand
over zijn gezicht, waar de tijd
zo'n scherp spoor op heeft ge
trokken, en vervolgens over zijn
lange grijze „manen". De rim
pels staan diep in zijn voor
hoofd geperst. „Ik heb het erg
moeilijk mij mentaal voor te be
reiden dat het straks afgelopen
is met dit werk. Nog maar net
geleden heb ik over een groot
bouwproject zitten praten. Ik
ben nog zo intens met de dingen
bezig. Het zal heel moeilijk zijn.
ja. Ik ben er nog niet rijp voor
om goejedag met mijn handje
te zwaaien".
Carrière
C. J. Piena. oudste zoon van een
roomskatholieke moeder en een
hervormde vader, begaf zich al
heel jong in socialistisch vaarwa
ter. Hij werd lid van de AJC, het
voorportaal van de SDAP, en trad
al op 18-jarige leeftyd toe tot de
partij. Intussen was hy al gaan
werken op het Academisch Zieken
huis, eerst in een technische later
in een administratieve functie. Hij
nam, toen hy ouder werd, een aan
tal sociale taken op de schouders.
Een van de zwaarste, in de magere
jaren dertig, was ongetwyfeld die
van (werkend) voorzitter van de
Leidse werklozen. (,,Die mensen
kregen elf gulden en nog een
kwartje van Romme. Het was de
ellendigste tyd die ik heb meege
maakt"). Hy werd secretaris van
het comité Hulp aan Spanje, ty-
dens de burgeroorlog in dat land.
In dlie periode kwam hy ook in
contact met Duitsers die vanwege
hun politieke activiteit voor de na
zi's op de vlucht waren gegaan. De
ervaringen met hen maakten dat
hy na het uitbreken van de oor
log al vlug in de illegaliteit ging.
In 1942 werd hy lid van de Raad
van Verzet. Aanvankeiyk hield hy
zich bezig met de verzorging van
onderduikers, later ging hy over
naar wat hy noemt „het gewa
pend verzet". Eind 1943 moest
Blonde Kees de benen nemen uit
Leiden „omdat onze groep in op
dracht van de landelyke verzets-
leiding de fabriek van Kat in de
lucht had laten vliegen. By Kat
daar kon hy ook niets aan doen
werd lichtspoormunitie gemaakt".
Keesje
Hy week uit naar Utrecht, Am
sterdam en Den Haag. Ook daar
verrichtte hy verzetswerk. In Am
sterdam werd hy gepakt. („Toen
ik in de cel zat, dacht ik: nou is
het met je gedaan, Keesje. Nee, ik
was op dat moment niet bang. Er
kwam een soort berusting over me.
Ik weet natuurlyk niet hoe ik zou
zyn geweest als ik voor het vuur-
peleton had moeten komen, maar
in de cel was ik erg kalm"). Tot
zijn opluchting herkreeg hy spoe
dig de vrijheid en de strijd ging
voort. Angst was er voortdurend
voor eigen lyf en leden, maar er
was ook nog een ander soort vrees.
„Er was op zeker moment een ver-
zetsstryder gevangen genomen die
voor de illegaliteit van het grootste
belang was. Die man moest voor hy
met de trein op transport ging.
bevryd worden. Er was haast by, je
werkte gejaagd. En dan kwam die
doodsangst, ja, doodsangst dat je
die vent niet zou vinden".
Over zyn meest schokkende be
levenis in de oorlogsjaren wil Piena
niets zeggen. „Er zyn meer mensen
Wweest die geprobeerd hebben dat
verhaal van me te horen. Dan zou
ik moeten gaan praten over liqui
daties. Nee, ik doe het niet. Ik zal
daar altyd over zwygen".
De avond na de bevryding ont
wapende Piena met zyn groep by
verrassing de SS-ers. die zich toen
nog ophielden in een als kazerne
dienstdoend gebouw in de Nieuw-
steeg, waar vroeger de bank van
sociale zaken was gevestigd. „Daar
na hebben we die kerels afgevoerd
naar de fabriek van Van Wyk in
de Vestestraat. Dat gaf nogal wat
deining in de stad. Want het pu
bliek wilde die SS-ers gewoon
lynchen. Dat hebben we tegenge
houden. Op dat moment waren ze
onze gevangenen en dienden ze
normaal te worden behandeld".
Pannekoek
Heeft u in de oorlog nog tyd
gehad met anderen te overleggen
wat men na de bevryding in Leiden
zou gaan uitvoeren aan plannen
e.d.
„Ja. By alle narigheid was dat
een van de voordelen in die oor-
logstyd: je kwam met mensen in
aanraking van wie je voor 1940 al
tyd het gevoel had dat ze mylen-
ver van je af stonden. In een huis
aan het Pieterskerkhof, waar nu
mevrouw Den Haan woont, heb ik
me met twee mensen van ander
pluimage gebogen over wat we na
de oorlog in Leiden zouden gaan
doen. Een van de dingen waarmee
we zaten was: hoe vang je de men
sen op die uit concentratiekampen
terugkomen, hoe geef je steun en
gezondheidszorg en wat gaan we
verder doen. We hebben toen een
soort pannekoek gemaakt en in
mootjes gesneden. En elk mootje
hebben we een naam gegeven. Daar
is de grondslag gelegd voor volks
herstel, voor K en O, daar is ook
de gedachte gegroeid voor de Leid
se Jeugdactie. Er zyn andere men
sen by gehaald en dat werk heeft
later in zekere zin zijn nut afge
worpen. We hebben toen ook ge
dacht: moeten we nou weer terug
naar die oude polit ieke party en,
naai' die verdeeldheid van voor de
oorlog? Dat was een zaak die na
de bevrijding ook landelyk leefde.
Vele groeperingen losten op in de
PvdA. We dachten langs die weg
een zekere vernieuwing te krygen
in de politiek. In het begin was
daar een groot enthousiasme voor.
Ook in de Leidse raad, toen nog
een noodgemeenteraad werd dat erg
begroet. Die noodraad was via een
bepaalde verdeelsleutel geformeerd.
Er zaten zes man in van de ille
galiteit, zes man van de volksbe
weging enz. Het is het enige mo
ment geweest dat de raad in Lei
den links werd. Dat hield op toen
er weer verkiezingen kwamen. Toen
verbrokkelde het weer. Ja. dat is
een grote teleurstelling geweest".
Sociale Zaken
Even een overstapje naar de ja
ren zestig. By uw benoeming tot
wethouder in 1962 is door som
migen de vrees uitgesproken dat u
met uw achtergrond te licht zou
zyn voor zo'n zware post als open
bare werken, met zo'n moeilyk te
hanteren moloch als gemeentewer
ken. Hoe vatte u dat zelf op?
„Ik had persoonlyk veel liever
sociale zaken gehad, daar voelde
ik my veel geschikter voor. Maar
de politieke eis van de party was:
onderwys en openbare werken. On
derwijs wilde Sannes graag hebben,
dus bleef openbare werken voor my
over. Ik heb er ernstig over nage
dacht of ik het wel zou doen. Ik
moest een erg prettige werkkring
op het ziekenhuis opgeven om me
te storten in een avontuur waar
van ik zelf niet wist of ik het zou
aankunnen. Ik heb het tenslotte
gedaan omdat de sociale kant van
de materie, die geweldige achter
stand in de bouw van woningen,
me zeer aansprak.
Ik ben me er zeer wes van be
wust dat je van een aantal zaken
kunt zeggen: dat had hy wel an
ders kunnen doen. Maar als je op
een rytje zet, wat er in die acht
jaar is gebeurd (bouw Morskwar-
tier, voorbereiding Merenwyk) dan
geloof ik dat ik er met myn be
scheiden krachten van gemaakt
heb wat er van te maken viel. Ach,
het is moeilyk over jezelf te pra
ten.
Ik heb in een plezierige sfeer ge
werkt, de verstandhouding met het
personeel was goed. Er zyn natuur
lyk wel eens harde woorden geval
len. Zo'n moloch als gemeentewer
ken is geen eenvoudige zaak. Maar
er zyn nooit bikkelharde botsingen
geweest. Misschien was het nodig
geweest. Ik weet het niet. Maar
daar ben ik de man niet naar. Ik
het eerste half jaar heb ik me een
voudig kleurenblind zitten lezen.
Rapportjes over lekkende dakgoten
en verstopte kolken. Je moet het
doornemen, want er hoort een Da-
raaf onder te staan. Maar je moet
leren met dat soort dingen om te
gaan. In het begin werd ik er tu
reluurs van".
Overbezorgd
Hoeveel uur per dag was u als
wethouder bezig?
„Ik schat een uur of veertien ge
middeld. In het weekeind nam ik
altyd een tas met stukken mee
naar huis".
U heeft my eens verteld dat u
een hele zondag gewerkt had aan
de beantwoording van een vraag,
waarvan u verwachte dat hy in de
raad zou worden gesteld, wat toen
niet gebeurde. Heeft u niet veel
energie verloren met dit soort over-
bezorgdheid?
Piena lacht wat verlegen by die
vraag. „Dat is de aard van het
beessie. Zo ben ik nu eenmaal. Als
er een belangryk stuk op tafel ligt
dan houd ik me altyd voor: wat
zou ik nu willen weten als ik raads
lid was. Van die basis ga ik uit.
Maar ja, wat ik denk dat denkt een
ander nog niet. Het is wel voor
gekomen dat ik dacht: verdorie,
waarom vragen ze nu juist dit en
niet dat andere waar ik zo lang
op heb zitten studeren?" (Lacht
hier zelf hartelyk om).
ren, is men in de PvdA ernstig
gaan zitten denken of men my wel
als wethouder terug wilde. Dat was
een diepe teleurstelling. Wel ge
bruik maken van je populariteit en
daarna Nee. dat was een grote
tegenvaller. Datzelfde speelt zich
op dit moment overigens af by an
dere politieke groperingen".
Vrees
Nog even terug naar Merenwyk.
Er is veel over gesproken en de
planning zal wel beter zyn dan Lei-
den-noord en Leiden-zuidwest.
Maar toch bekruipt je de vrees dat
er ondanks alle goede bedoelingen
weer zo'n met passer en liniaal
aangelegde wyk ontstaat, waar de
mensen in hun vrye tyd uit vlucten.
„Die vrees kan ik wel begnjpen.
Laten we eens kyken wat er ge
beurd is. Na het maken van wat wy
„schaduwplannen" noemen, moet je
een keus maken. Wat je er in gaat
zetten, moet exploitabel zyn. Het
klinkt vervelend, maar zo is het.
Wat koop je voor luchtkastelen op
papier als je de middelen niet hebt
om ze te bouwen? De mensen moe
ten prettig wonen, maar ze moeten
in de eerste plaats zo wonen dat
het te betalen is. Dat is een com
promis dat je voortdurend moet
sluiten. Waarom hebben we de Me
renwyk als vlekkenplan laten aan
nemen? Omdat we by de opzet zei
den: dèt moet er in, dan is het wel
niet goedkoop, maar toch rond. En
heb het gevoel dat je met over
redingskracht meer bereikt dan met
ruzies"
Dat politieke spel, lag dat u?
„Het wethouderschap is een po
litieke functie. Daar moet je van
uitgaan. Ik heb my maar met de
politiek te bemoeien. Wat wel rem
mend werkt is dit: je hebt bepaal
de ideeën in je hoofd die je wilt
uitvoeren. Dan komt de politiek om
de hoek kyken en kun je aan het
veranderen gaan. Ik heb vaak ge
noeg gezegd: ik zou dat en dat wel
willen doen, maar het is politiek
niet haalbaar. Dat is vervelend. Je
gaat de politiek dan al gauw be
schouwen als hinderpaal. Maar dat
is niet juist. Dit soort dingen
staat je in zo'n functie te wach
ten".
Die enorme papierwinkel die je
als wethouder moet doornemen.
Werkt die op den duur niet ver-
schrikkeiyk deprimerend?
„Een hoogleraar heeft eens te
gen me gezegd: Piena. we zullen
met elkaar nog eens verstandig
genoeg worden om de oorlog te
overwinnen, maar we zullen met
elkaar nooit meer de papleren oor
log overwinnen. Als je die functie
binnenstapt, heb je geen idee wat
er allemaal op je tafel komt. In
Wat is de zaak waar u na die
acht jaar met de meeste voldoening
op terugkykt?
„Dat is de grenswijziging per 1 juli
1966. Het is een zaak met een vre-
selyk lange voorgeschiedenis. Daar
is lang voor geknokt. In 1939, toen
ik pas in de raad zat. moest ik van
myn toenmalige fractievoorzitter al
de vraag stellen hoe het met die
grenswyziging stond. De opzet ging
toen veel verder, want die behelsde
de opheffing van Oegstgeest en
Leiderdorp. Daarna is dat plan
steeds kleiner geworden er viel
ook nog een stuk Voorschoten af.
Wat we tenslotte kregen, was in
zyn geheel gezien eigenlyk een te
leurstelling, maar voor de komende
15 jaar was er in elk geval ruimte
om te gaan bouwen. Daar is de
Merenwyk uit voortgekomen. Ik
had daar graag wat meer tot uit
voering gebracht. Het is toch in
myn periode opgezet en daar ben ik
erg gelukkig mee".
Wat was de grootste teleurstel
ling?
„Die kwam in 1966. Myn party
wilde, gezien myn bekendheid, ge
bruik van my maken als lysttrek-
ker by de verkiezingen. Misschien
was die „bekendheid" wat over
dreven, maar men zag dat toen zo.
Toen de verkiezingen voorby wa-
bovendien, de bouwwereld staat
niet stil, er komen steeds nieuwe
ideeën en die kunnen we dan in
passen. Zo'n vlekkenplan moet op
gevuld worden met allerlei dingen
die by de mensen aanspreken. Zoals
dat eerste plan voor de Merenwyk
er nu uit is gekomen ontworpen
door een heel bekende architect
wykt het stedebouwkundig heel erg
af van wat wy oorspronkeiyk voor
ogen hadden. Alleen de grondge
dachte (aantal woningen, grote
wegen) is gehandhaafd. Dat moest
ook wel anders krijg je geen toe
stemming om te bouwen. Ik heb
nog pas met een van die inspraak-
groepen over die wyk gesproken en
men is er, zoals het nu gaat wor
den, verrukt over".
Nu de Mors, bent u daar tevre
den over?
curve-prijs niet. Je zit met die el
lendige woningnood en je moet dan
bouwen, al is het niet precies wat
je zelf zou willen. Nu wordt er wel
lelyk gekeken naar de gemeente als
ze water in de wyn doet, maar wat
doet een particulier in zo'n geval?
Stel dat je een huis wil hebben met
allerlei voorzieningen dat zeg 80.000
gulden kost en je hebt maar 60.000
Dan doe je toch ook concessies?"
Slapeloze nachten
Financieel staat Leiden er slecht
voor. Veel plannen verdwynen in
de yskast. Benauwt dat wel-wil-
len-maar-niet-kunnen op den duur
niet
„Ik heb er wel eens slapeloze
nachten van, als ik alleen al denk
aan die grote groep woningzoeken
den. Dageiyks bijna probeer je
bouwprojecten van de grond te
brengen. Je stuit dan op dingen
als: ze zyn te duur of je hoort van
beleggerszyde dat de markt ervoor
niet voldoende is. Ik ben erg be
zorgd over de situatie zoals die er
nu uitziet. Die 256 woningen waar
mee we in de Merenwyk zyn be
gonnen, doen een huur van 280 gul
den. inclusief servicekoeten. De
laatste twee jaar zyn de bouwkos
ten met 30% gestegen. Als het zo
doorgaat, betekent het dat wan
neer wy over vyf jaar in een van
de laatste vlekken van de Meren
wyk diezelfde woningen zouden
bouwen, de kosten daarvan 75%
hoger zyn dan nu. Het houdt in dat
de huur by na eens zo duur gaat
worden. Daar moet je niet aan den
ken. Als ik de afstand zie tussen
de grote groepen mensen in Leiden
die het minimumloon verdienen en
deze sty gingen, ja dan moeten we
toch eens de moed opbrengen om
de woningnood als volksvyand nr
1 te zien en er gemeenschappelyk
enorm veel geld tegenaan gaan
gooien, anders komen we er nóóit
uit".
Zegt even later over de huurtoe-
slag. ..Die is maximaal 900 gulden
per jaar. Dat is voor zeer veel men
sen abeoluut onvoldoende. Het doet
me wat als mensen een woning
willen betrekken maar dat niet
kunnen omdat er onvoldoende geld
voor is. Dat houdt me hardstikke
bezig. Als socialist nee, in de
eerste plaats uit menselyke over
wegingen".
Tenslotte nog iets over het PAK.
U was tegen de wethoudersclausule.
„Ja. Ik meen en ik neem daar
geen woord van terug dat je ook
als minderheid bestuursverantwoor-
deiykheid moet dragen. Het PAK
vindt dat niet, dat gaat uit van
een meerderheid. Ik ben het vol-
C. J. Piena
(Foto LD/Holvast)
komen eens met de mensen in de
raad die daar bezwaar tegen heb
ben gemaakt. Ik ben alleen niet zo
ver gegaan om de party te ver
laten. Wel hoop ik de party nog
eens te bewegen terug te komen
van dat standpunt, dat ik funest
vind voor de bestuurbaarheid van
de stad". Zegt wat later: „Ik ben de
socialistische beginselen zeer toege
daan. Ach, ik ben meer SDAP-er
dan PvdA-er".
ADVERTENTIE
Waar drinkt U ZONDAGS MID
DAGS UW SHERRY?
Natuurlijk tijdens de nu reeds be
kende
van 5 tot 8 uur in de
PADDOCK EXCLUSIVE
BAR DANCING - CLUB
'tuSitóQ,
HOOFDSTRAAT 90
Telefoon 01719—5088
Iedere avond geopend vanaf 8 u.
LEIDEN In de kantine van het
Centraal Belasting Gebouw aan het
Stationsplein werd gistermiddag af
scheid genomen van de heer J. H. P.
Rouwenhorst, sedert januari 1964
Hoofd der Inspectie der directe be
lastingen, le afd., die met ingang
van 1 i^stember is benoemd tot di
recteur der ryks belastingen te Bre
da. Een ry van sprekers, waaronder
de heer Lubbers, plaatsvervangend
Hoofd der inspectie, getuigde van de
byzondere eigenschappen, die de
scheidende functionaris tot de hoge
post hebben gebracht.
Veel mensen, ook van buiten de
belastingdienst, maakten van de ge
legenheid gebruik om afscheid te ne
men van de heer Rouwenhorst.
ADVERTENTIE
„Ja en nee. Dat „nee" slaat op MIDDENSTANDSDIPLOMA
het stedebouwkundige aspect. Dat taWIT,#n
had wel wat fraaier gekund. Als
ik zeg „ja" dan bedoel ik dat we
in die wyk nog woningen hebben
kunnen bouwen. En dan kom ik
terug op wat ik daarnet al zei: het
moet haalbaar zyn. Wy zouden ook
graag heel andere dingen bouwen.
Er is vaak geprobeerd er wat
nieuws in te brengen. Maar dan
steekt Den Haag zyn hand op en
zegt: dat kan niet, dat haalt de
Gesubsidieerde I.M .O-M iddenstandsavondschool
Lesgeld f 80,per jaar.
Twee letavonden per week.
Aanmelding: dagelijks van 719.00 uur bij
M. van der Horst, Herengracht 4, Leiden, telefoon 30660
Bovendien: maandag- en woensdagavond van 7.009.00 uur in het
leslokaal van de Rembrandtscholengemeenschap, Hoge Rijndijk/hoek
Burggravenlaan.