De partij van de maand
Tekort aan inzicht
hij speeltechniek
Kruiswoordraadsel
m m mm
Va-kan-tie niets voor kat-ten
l!Kom er ACHT-er
8 14
W. 1 8r - i
1 4 - i
Pim en Pom
I 4
v a i i
-v' t* a 'i*
H. W. Filarski's bridgerubriek
ZATERDAG 29 AUGUSTUS 1970
LEIDSCH DAGBLAD
Voor de partij van de maand is onze keus gevallen op een
luel uit de Meestergroep van het IBM-schaaktoernooi 1970
Omdat over de grootmeestergroep veel wordt gepubliceerd
schaakperiodieken heeft het weinig zin in herhalingen te
reden, vandaar onze schijnwerper op de tweede groep waaruit,
aar schakend Nederland verwacht jonge krachten in de toe-
omst naar voren zullen treden.
Helaas kunnen wy geen optimis-
pche geluiden laten hoven, omdat
I te veel „oude getrouwen" in deze
oep een struikelblok vormden voor
jeugd. Cortlever, Prins, v. Geet en
rerinen lopen al vele jaren mee
.gedegen cracks" en bleken dus
or de ..pupillen" Timman. v. d.
eide en Piket een bijna onoverko-
►lijke brug te vormen!
De Leidenaar Joop Piket <Phi-
ot) heeft het ditmaal redelijk ge-
en dat geeft wel een goede
C( p voor de toekomst,
p lederlarvd heeft met zijn twee
V ternationale toernooien IBM en
logoven toernooien een uitstekende
am in het buitenland
worven. Buiten de grote cracks
het van eminent belang dat ook
ge. veelbelovende spelers worden
gesteld. Regelmatig houdt de or-
ïisatie daar rekening mee. Voor
EJ-n is het van belang dat spelers
iket, A. M. J. v. d. Berg. dra.
ns en de Graaff «allen Phili-
steeds worden uitgenodigd en
sultan meedoen wanneer ze de
lijkheid vinden om zich vrij te
n.
n onderstaande pertij zien we
e internationale meester Lotie-
t Prins, the de laatste jaren niet
er aan belangrijke toernooien heeft
lomen, goed gebruik maken
een te „slome" opstelling van
tegenstander Langzaam maar
wordt de wltspeler in een
gedreven en kan daaruit ook
niet met krachtdadige nridde-
ontsnappen Een goede partij
Prins, in de stijl van Smyslow!
14: Westerineii
hrart: Prins.
f IBM - toernooi 1970)
efle4 e7e6, 2. Pbl—c3
en poging om de Weense ope-
weer uit het stof te voorschijn
ïalen. Onze landgenoot, een der
itste goochelaars in de opening
ft echter andere plannen.
Fb806.
ewoonlijk geeft men aan Pf6 de
keur en daarna Po6. gevolgd door
enz.
Lf 1©4 Lf8c6.
tand het zwarte paard op f6. i.
op c6, dan was 3Pxe4!
goed speelbaar Aljechin schreef
ijn werk „Myn beste partijen"
„Uitsluitend wegens deze zet
die zwart, gemakkelijk ge-
spel bezorgt., heb ik de Weense-
ling opgegeven". 4. d2d3 Pg8-
Pc3a4?
rgelijke gekunstelde zetten ver-
»t men niet in een meeetertoer-
Op de „schaakleerschool" leert
reeds dat men in de opening
mer tweemaal met hetzelfde stuk
spelen, tenzij men er duidelijk
deel mee bereikt. Wit was nu in
felegenheid een goede variant
de Italiaanse Partij te spelen.
Ook thans nog vele wegen open
Hvoor nieuwe onderzoekingen
Lc5e7. 6. Pgleö d7d5.
is scherper dan 6 d6,
wit zich snel zou kunnen
ftkelen na de korte rokade. 7.
5 Pf6xd5. 8. 0—0 0—0, 9. Pa4—c3
10. Lo4—b3 Dd8—d7. 11.
•«4
ziet dat de zet f3f4. die in
I net Weens de kracht is van het witte
spel, hier geen effect meer sorteert.
De witspeler probeert een ander
plan te ontwerpen, maar zoals het
I vervolg ons toont, bereikt hij niet
veel. Dubbele ruil op dö geeft hem
i eveneens weinig hoop op initiatief.
11. h7h6, 12. Lel—d2 Ta8—
d8. 13 Kgl—hl a7a6. 14. f2— f3 f7
—f5. 15. Pe4c3
PRINS
a D c d e f g b
v 1
i'j n f
£i Ölil
5 M
WESTERINEN
Voor de vierde maal gaat. het
ctamepaard naar veld c3. Geen won-
der dat Prins hier op winst gaat
spelen. Daar wit echter geen ernstige
zwakten in zijn stelling heeft, duurt
het nog even eer men een duidelij-
Ker beeld van de situatie verkrijgt.
15. Le7c5. 16 Pc3xd5 Le6x
u5. 17 Ld2c3 Lc5e318 Ddl—el
Ld5xb3. 19. a2xb3 Pc6—d4. 20. Lc3xd4
e5xd4.
Zwart staat duidelijk beter, echter
nog niet gewonnen! Wanneer een
oer zwarte torens het witte .spel kan
binnendringen is het pleit beslecht,
21. Del—b4 Dd7c6.
Ook speelbaar is 21. c5! 22
Dc5: Tc8 gevolgd door Tc2: Wan
neer wit niet neemt op c5 komt hij
cp den duur in moeilijkheden, om
dat zwart bezit neemt van de open
o-lijn. Prins streeft echter naar
dameruil, omdat hij zeer goed ziet
dat wit weinig kan beginnen.
22. Db4c4v Dc6xc4. 23. b3xc4 Tf8
e8. 24. g2—g4
Dameruil heeft wit geen luchtge
geven Inplaatst van de tekstzet was
24 b4 gevolgd dooi- 25. Tfbl en even
tueel b4b5 misschien nog het beste
24. f5—f4!. 25. Tfl—dl Te8—
"5. 26. c2c3 g7—g5!
Hier leert men de meester ken
nen! Prins ruilt zo min mogelijk,
omdat wit bijna geen vim kan ver
roeren. 27. Khl—g2 a6—a5. 28 Tal-
a2 b7—b6. 29. b2b4
Wanhopig geworden door de
.wurgtechniek" van zijn tegenstan
der besluit Westerinen tot een pion
offer. Het is de vraag of 29. cd4
I<14: 30. Pd4Td4:, 31. b3 niet be
ter was voor wit.
29 d4xc3. 30 Pe2xc3 a5xb4.
31. Pc3dö b4b3. 32. Ta2—b2 Le3
d4. 33 Tb2xb3 Teb—e2r.
Dit eindspel biedt Zwart uitsteken
de winstkansen, mede door het be
zit van de open a-lijn. De partij is
in feite reeds beslist
PRINS
abc q f
vt»
i ti I
-M
t l :l i
'4: l l
WESTERINEN
34. Kg2—hl Td8a8!, 35 Pd5—b4
Het. dodelijke Taa2 moest voor
komen worden.
35. c.7c5. 36. Pb4c6 Ld4—
e3! Het i6 een bekend feit dat direct
36. Taa2? slechts tot remise
leidt, daar zwart na 37. Pd4: hoog-
rtens met Th2:t eeuwig schaak be
reikt.
37. Pc6e7* Kg8— f8. 38. Pe7—d6
ra8a2!. 39. Pd5xe3 f4xe3!.
Pion li2 loopt niet weg.
40 Tb3xb6 Te2xh2\ 41. Khl—gl
Ta2g2t.
Wit gaf het op
Er volgt het dodelijke 42. e2t
enz.
Een aantrekkelijke partij Na de
.-telling op het eerste diagram was
net voor zwart- moeilijk de stevige
defensie van aifti tegenstander te
doorbreken.
BISHOP.
Over het algemeen wordt in Nederland niet zo erg goed
1 bridge gespeeld. Zeker niet, waneer men het spelpeil verge-
lijkt met Engeland of de Verenigde Staten, En dan bedoel ik
niet dat de topspelers uit die landen zoveel beter zijn dan de
onze. Maar wel dat men „thuis" gemiddeld sterker speelt.
I Vele Nederlandse bridgers zitten
vastgebakken aan punten en con
venties. maar hebben weinig benul
van algemene bridgewaarheden. Hun
ontbreekt de „commonsense" die
ondefinieerbare kennis die een goede
speler er toe brengt soms met wei
nig punten hoog te bieden, of met
veel punten toch te passen. Maar
vooral demonstreert het tekort aan
I Inaioht zich bij de speeltechniek. Men
zegt wel eens. dat deze iemand aan
geboren moet zyn niettemin valt
er uit boeken en uit praktijk veel
op te steken. Maar bridgeboeken le
zen is geen populaire bezigheid en in
de praktijk blijkt het eenvoudiger
de fouten aan de partner, dan aan
1 zichzelf te wijten.
Volgend spel zag ik onlangs en ik
®nt n de acht afwijkingen in de beide bovenstaande tekeningen
vinden? De juiste oplossing vindt u elders in de pagina.
verbaasde bij erover dat Nederlan
ders met een hoog intelligentiepeil
zo pover uit de bus kwamen by
bridge:
H 6 2
9 AHB97
O A B 8 6 3
N
W O
<2 108 5 3
CU V97
B97 5
<262
C4
V108542 +AHB96
4 A V 10 8 5 3
<2 v 4
O 10 5 2
«f» 7 3
Normale biedsystemen oost ge
ver, niemand kwetsbaar. Dit gebeur
de: oost één klaver zuid pas
west twee klaver noord drie kla
ver oost drie ruiten zuid drie
schoppen west pas noord vier
schoppen oost en zuid pasten
west doublet allen pasten.
West speelde ruiten vier voor. noord
nam het aas.
Welke biedingen vindt u goed
redelijk matig slecht?
Hoe moet zuid het contract van
vier schoppen spelen
Laat ik beginnen te vertellen dat
west meende gelyk te hebben: zuid
werkte zichzelf twee down 300
voor OW. Na ruitenaas moet de ta
fel schoppen twee spelen en als
oost niet bekent moet zuid de tien
leggen, west mag schoppenboer ma
ken. Speelt west nu klaver na. dan
is het zes aan trek: noord troeft, dan
schoppenheer, harten naar de vrouw,
troef halen en alle hartens maken
Speelt west in slag 3 harten, dan is
het in elk geval vyf aan trek' zuid
wint hartenvrouw, haalt de troeven
en wint de hartens.
Zuid's pas na één klaver ls slecht.
Het bekende motief was „slechts acht
punten". Maar de mooie zeskaart had
meteen geboden moeten worden.
West's twee klaver is matig: hy heeft
zó weinig in de verdediging, dan hy
meteen vier klavers moet zeggen.
Dat stelt NZ zéker voor grote pro
blemen. Noord's bod van drie klaver
ls goed hy heeft een kansryk spel
ln rood. Oost. had geen drie ruiten
moeten bieden, want dat matige bod
vertelt aan NZ teveel over de kaart-
verdeling. Tenslotte had zuid geen
drie. maar nu vier schoppen moeten
bieden en had west toch beter ge
daan vyf klaver te verdedigen «één
down».
Wat bovenal leerzaam is ziet u
"nu. hoe vier «of zelfs vyf) schoppen
gespeeld worden en begrypt u het
„waarom"?! NZ moeten één schop
penslag weggeven, maar tevens zor
gen, dat één klein troefje op tafel
voorlopig biyft liggen om de klaver-
aanval te pareren!
BRIDGEVRAAG
Uit de wereldkampioenschappen.
Noord gever. NZ kwetsbaar, puren-
wedstryd. De zuidspeler heeft:
H V 6 5, <2 10 6.
10 7 3. A A842
Noord één schoppen oost pas
zuid drie schoppen west vier rui
ten noord vyf ruiten oost pas
wat moet zuid doen? Antwoord el
ders op óme pagina.
ANTWOORD OP BRIDGEVRAAG:
Drie schoppen was een enigszins
overdreven antwoord, maar nu noord
met vyf ruiten slem-illusies blykt te
koesteren en renonce ruiten aangeeft,
lijkt zuid wel „de goede plaatsjes" te
hebben. Zegt zuid slechts vyf schop
pen, dan wordt er gepast en zes
gemaakt daar noord had: 4» A 10 9 8
7 4 2, 9 A B 4 3. O - 4 H 3.
Durft zuid zes schoppen te zeggen,
dan dwingt dat OW naar zeven rui
ten. Oost had 4 B, H 9 8 7 5 2.
O V B 5, V B 6 en zeven ruiten
gedoubleerd gaan 700 down. In de
WK waren er toch veel moedigen die
zes schoppen bereikten vaak werd
daartegen echter gered.
„O. lie-ve he-mel, zegt Pom,
nou had ik toch echt ge-dacht
dat on-ze vrouw ten-min-ste 'n
ver-stan-dig mens was! Maar
niks hoor. Nou moe-ten Pim en
ik er toch nog aan ge-lo-ven.
Een week-Je aan het> wa-ter!
Hoe ver-zin-nen ze het".
Treu-rig kykt hy voor zich
uit o-ver een groen dyk-Je en
een groen land en een groen
wa-ter-tje. Pim zit naast hem
en weet nog niet of hy het a-ke-
lig of leuk zal vin-den
Is een week lang?, vraagt hy
aan Pom. Pom schudt treu-rig
zyn kop. Dat hangt er van af.
zegt hy, thuis is een week ge
woon een zon-dag en maan-dag
en een dins-dag en een woens
dag en een don-der-dag en een
vry-dag en een za-ter-dag
Maar hier ik weet niet of
dat hier ook zo gaat. Wat moet
ik van dat groe-ne land? Wat
weet ik van dat ra-re klei-ne
huis-je waar we nou in wo
nen? Een huis-je waar niet eens
ver-stop-plek-ken zyn en geen
zol-der en die-pe kas-ten. Mis
schien duurt een week hier wel
hon-derd Jaar!
Ach. zegt Pim, mis-schien valt
het al-le-maal wel mee. Bak
jes om te e-ten zyn er in elk
ge-val wel. En dèt is toch het
voor-naam-ste, vind Je niet?
Mmm. bromt Pom, in vreem-de
huizen smaakt het lang zo lek
ker niet als thuis
Maar mis-schien zit-ten er wel
lek-ke-re vis-Jes ln dat groe-ne
wa-ter-tje, zegt Pim. Zyn o-gen
be-gln-nen een bee-tje te schit-
te-ren. Dat zou fijn zyn zeg!
Als er vis-Jes wa-ren! Hon-derd
of dui-zend of tien! Zul-len
we eens gaan ky-ken?
Ik ga niet met m'n po-ten in
dat nat-te riet, zegt Pom. maar
on-der tus-sen kijkt hy toch
wel de kant op van het wa-ter-
tje. want Je kunt nooit we-ten
van die vis-Jes, denkt hy.
Je hoeft he-le-maal niet met
Je po-ten in het riet, zegt Pim,
er is een mooi hou-ten brug-
ge-tje vlak by de wa-ter-kant.
en als Je daar op gaat staan,
sta je bo-ven het wa-ter.
Nou. voor-uit dan maar,
bromt Pom en hy trip-pelt, al
door bang om zich heen kij
kend ach-ter Pim aan Pim
heeft ge-iyk Hij hoeft niet met
zyn po-ten in het nat-te riet.
Op het hou-ten brug-ge-tje
staan ze een he-le poos stil
naast el-kaar in het wa-ter te
kij-ken. Hier en daar maakt het
wa-ter een krln-ge-tje. Dat is
een vis!, zegt Pim. Tja, al-les
goed en wel, zegt Pom, maar
hoe kryg je ze te pak-ken?
Kijk eens. we kun-nen er
nóg dich-ter-by, fluis-tert Pim.
daar. Hy wyst naar een leuk
klein boot-je dat aan het stei-
ger-tje ls vast-ge-maakt.
In die wie-bel-kist?, zegt Pom,
m'n le-ven niet Maar tóch gaat
hy er-in als Pim eerst is ge
gaan. Hy is veel te bang dat
Pim op-eens een vis-Je te pak
ken zal kry-gen en dat hy dan
toe moet ky-ken.
He! Wil-len Jul-lie va-ren?,
roept op-eens een stem. Een
klei-ne mens springt van het
stei-ger-tje in de boot. Pim en
Pom schrik-ken, want de boot
wie-belt en het wa-ter om hen
heen doet klitssss klatssss te
gen de zy-kant.
Hou me vast! Hou me vast!,
zegt Pom, maar het is al te laat.
Het Jon-ge-tJe lacht vrien-dc-
lyk te-gen ze en zegt: als ik
dat ge-we-ten had. dat Jul-lie
op een tocht-Je za-ten te wach
ten. was ik wel eer-der ge-ko
men! Hij gooit het touw los en
daar gaan ze. Met al hun ha
ren o-ver-eind ky-ken Pim en
Pom naar het groe-ne wa-ter
dat vlak-by ze be-weegt en
waar-op ze heen en weer wie-
be-len Hou me vast. hou me
vast, fluis-tert Pom tel-kens en
Pim zegt: O. Pom, ik voel me
zo raar van bin-nen Myn
maag-Je doet ook wie-bel wie
bel en ik heb op-eens he-le-
maal geen trek in vis-Jes meer.
Waar-om zit-ten jul-lie zo
be-nauwd te ky-ken? vraagt
het Jon-ge-tje, vin-den Jul-lie
het niet heer-iyk?
Nee. klei-ne mens. wy vin
den het he-le-maal niet heer
lijk. zegt Pom, maar dat ver
staat het Jon-ge-tJe na-tuur-
lyk niet Hy zegt: Myn boot-Je
is het fyn-ste wat ik heb. De
he-le va-kan-tie doe ik niks an
ders dan boot-Je va-ren.
Ja, Ja zegt Pom. va-kan-tie
dèar wor-den kat-ten en men
sen het toch nooit o-ver eens.
Hou me vast! Hou met vast!
Nou. zegt het Jon-ge-tJe, ik
zet Jul-lie maar weer op de
kant, want ik ge-loof dat Jul-lie
er niets aan vin-den.
Heel stil zit-ten ze weer naast
el-kaar op het groe-ne dyk-Je.
Ze ky-ken naar het groe-ne
land en het groe-ne wa-tcr-tje.
Ze schud-den hun kop. Nee. nee.
zegt Pom, ze heb-ben gro-te-re
kop-pen dan wy, de men-sen.
maar her-sens, Pim. her-sens
zit-ten er niet in!
MIES BOU-HUYS
HORIZONTAAL
1. vragend voornaamwoord
3. vaatwerk
5. sluiskolk
7. belegstrook
9. onbewerkt
OPLOSSING VORIGE PUZZEL
De eerste prijs van f 10 werd toe
gekend aan mevrouw G. van de We-
terlnk-Smit, Anna van Burenlaau 10.
Oegstgeest; de tweede prys van f 7.50
aan de heer H. Stol. De Geneetetstr.
100a, Leiden; de pry zen van elk f 5
werden gewonnen door mevrouw K.
Gaykema-Halewyn, Pr. Hendriklaan
32. Oegstgeest en de heer E. C. M.
de Waal. Bernhardstraat 5, Zoeter-
woude-Hoge Ryndyk.
De pryzen zullen aan de win naars-
i essenworden toegezonden.
gepeupel
kever
voormalig heerser over Algiers
liefkozing
aanzien
by woord
muzlekteken
betrekking
doen doordringen in
as va as
raadgever
rivier in Frankryk
koorleider
succesvol toneelspel
bybelse figuur
schynvrucht
duistere zaak
turfmolm
by woord
drank
Europeaan
vogel
argwaan
spruit
tydperk
pulverlg
nageslacht
plaaggeest
touw
VERTICAAL
1. bijwoord
2. sidderen
3. muziekstuk
4. eersteling
5. tolerantie
1 6 glasblazer
7. inpersen
8. plaats in Italië
21. tussenwerpsel
22. Europeaan
23. lierdicht
25. vogel
26. gewicht
27. by woord
28. vaartuig
29. uitspraak
30. beslag op schepen
31. mica
32. projectiel
33. verfkwast
34. verhevenheid aan de handpalm
35. vogel
Oplossingen onder 't motto KRUIS/
WOORDRAADSEL dienen voor
woensdag aanstaande te 9 uur in het
bezit te zyn van de redactie van het
Leidsch Dagblad, Witte Singel 1, Lei
den Wij stellen vier pryzen beschik
baar: één van flO,- éen van f7.50
en twee van elk f 5,-. Alleen abon-
nees kunnen meedingen.
Kom er achter
tNAOq supdi umis
joips auA JOO
loqog uba naoijos
pu*q uba latjoad
ja^ein-ixBj
joqog UBA SBJ
r|OR hbiu uba jad
uiBjsuiooq