Personeel van Schroder: „Wij zijn bedrogen" Vis uit Noordzee niet geschikt voor dolfijn Zuid-Holland sceptisch over Beerninks visie op de gewestvorming maar niet schadelijk voor publiek NIEUWE HARING Uithoorn brengt maisonnettes tot voor Hoge Raad VRIJDAG *1 AUGUSTUS 1970 LETD6CH DAGBLAD PAGINA T DEN HAAG (GPD) „Wij zijn bedrogen en bedonderdHet is de aanklacht van het gros van de 330 personeelsleden die Schroder tot voor kort in Den Haag, Amster dam en Rotterdam aan het werk had. Uit gesprekken met reeds vertrokken personeel van Schroder in de drie steden en met enkele leden van het nog slechts uit 20 man (was 120) bestaande personeel van de nog steeds uitverkopende" oude Schroder-vestiging in Den Haag aan de Groenmarkt, blijkt ons: Dat zij zich verkwanseld voelen door de oude Schroder-directie, waar van de heer G. A. P. Schroder in de nieuwe textielconcentratie van on roerend goed-man C. M. de Ruiter een directeursfunctie blijft behou den, althans op dit ogenblik nog bekleed. Dat zy zich „aan de duivel" ver kocht voelen door de hr. Paul Schro der. neef van G. A. P. Schroder. Paul Schroder is vorig jaar geduren de enkele dagen directeur-eigenaar geweest van Schroder. Dat zij zich als onmondig vee be handeld voelen door de heren C. M. de Ruiter en J. Kroonenberg, de eigenaren van respectievelijk Sohö- der Den Haag en de gesloten Schrö- der-zaken in Amsterdam en Rotter dam. Afgang De Schröder-afgang is begonnen met het zich terugtrekken van een der belangrijkste aandeelhouders, be gin vorig Jaar. In het machtsva cuüm" dat toen ontstond, heeft de NV Cityplan van wie toen nog bijna niemand wist dat daar C. M. de Ruiter de grote man was, slim maar hard toegeslagen. Eerst leek het er nog op dat Schroder van de onder gang zou worden gered door de „coup" die neef Paul Schroder deed: hij stopte het gat dat de zich reti rerende aandeelhouder had laten vallen en kondigde aan de zaak op de oude voet te zullen voortzetten. Familie en personeel schudden hem dankbaar de hand. Het respect voor neef Paul, die het lek geslagen Schröderschip wel even zou repare ren, zou echter slechts van korte duur zijn. Weinige dagen later kwam de aap uit de mouw: hij had Schro der verkocht aan de heer De Rui ter, die in recordtempo ook de res terende, over de hele wereld, onder meer in Canada, verspreide Schrö- der-aandelen, had weten te bemach tigen. Enorme dreun Voor directeur G. A. P. Schrö- der moet deze plotselinge verkoop door neef Paul een enorme dreun z\jn geweest. Dat was het ook voor het voltallige personeel dat niet was ADVERTENTIE ingelicht, da/t het nieuws over de verkoop uit de krant had moeten vernemen. Een oud-personeelslid van Schrö- der/Den Haag: „Wij zijn fel van leer getrokken tegen de oude direc tie, we hebben de winkeldeur op slot gedaan en tekst en uitleg ge- eist van meneer G. A. P. Schroder. Uitbreiding De zelf door zijn neef verraste Schröder-directeur kon de verkoop aan Cityplan ten overstaan van zijn verontruste personeel alleen maar bevestigen: „Meer weet ook ik niet" Enkele dagen later werd hij op nieuw door zijn personeel ter ver antwoording geroepen: „Wat zijn de consequenties voor het personeel? Zijn onze belangen bij de nieuwe eigenaar, een onroerendgoed-man. wel in goede handen?" Wederom moest „meneer G. A. P. het antwoord schuldig blijven. Hij kreeg hulp van toen nog De Ruiters rechterhand, de sinds de laatste ont wikkeling kennelijk uit de gratie ge raakte mr. D. A. I. van den Oever, die het personeel glimlachend ge nist wist te stellen: „Er is niets aan de hand om u zorgen over te ma ken, de overname betekent slechts dat Schroder wordt uitgebreid en ge moderniseerd. U kunt er alleen maar beter van worden". Hoe „waar" dat was, bleek kort nadat meneer G. A. P. „met de rug tegen de muur" zijn handtekening zette onder de aanvraag tot liquida tie- die de inmiddels ten to nele verschenen J. Krooenberg hem onder de neus hield. Cityplan bleek Schroder in Amsterdam en Rotterdam aan Kroonenberg te heb ben doorverkocht. Daar begon de li quidatieverkoop het eerst. Kroo nenberg stopte er zijn textiel in. wat in strijd is met de wettelijke bepa lingen van liquidatie-verkoop. Maar ook Schroder-Den Haag, nog steeds eigendom van De Ruiter, moest er aan geloven. Een nog bij Schröder-Den Haag wer kend personeelslid: „We gingen leeg- verkopen, zo heette het tenminste. Maar het was voor iedereen duide lijk dat er nog nieuw goed werd inge bracht, niet in het genre dat Schrö der gewend was, maar van duidelijk mindere kwaliteit. Vertwijfeld Gelijktijdig met de bü de kamer van koophandel ingediende aanvraag tot liquidatie-verkoop stapte mr. Van den Oever het pand van Schrö der aan de Haagse Grienmarkt bin nen en hing de tekening van „hoe het worden zou", de „uitbreiding en modernisering" op de muur bij de personeelsuitgang. Een tekening die het Schröder-personeel met stom heid sloeg: van het oude Schröder zou niets, maar dan ook niets over blijven. Het gebouw zou ingrijpend wor den verbouwd en er zou een opde ling plaatsvinden in boetiekachtige winkeltjes. De verbijstering maakte plaats voor en paniekerige stemming onder 't personeel: „Wat wordt mijn func tie, waar blijft mijn kantoor, houd ik mijn afdeling nog wel?", waren slechts enkele van de vragen die het vertwijfelde personeel beantwoord wenste te zien. Vragen waarop de im mer glimlachende mr. Van den Oever alsmede de heer G. A. P. Schröder het antwoord schuldig bleven. Wel verzekerden zij: er zal nie- j mand worden ontslagen. Niet in Am sterdam. niet in Rotterdam, niet in j Den Haag. Een nog bij Schröder I Den Haag werkzame verkoper: „Het I spel is handig gespeeld, feitelijk zijn er inderdaad weinig of geen ontsla gen gevalen. Van de in totaal 350 mensen die bij Schröder werkten, zyn er 330 gewoon uit zichzelf weg gegaan. Voor de jongere krachten was het vinden van een andere baan ook niet zo'n probleem. Een verkoopster tje kan immers overal terecht?" Veel personeelsleden kregen te ho ren dat „ze maar beter naar iets an ders konden uitkijken", een „tip" die de meesten begrepen. Ze krasten op. Zoals de 62-jarige chef de bureau van de Rotterdamse Schröder-vesti- ging bijvoorbeeld, de heer G. Cras. Ook hem werd vorig jaar najaar, drie jaar vóór zijn pensionering, dui delijk gemaakt dat ze hem eigen lijk niet meer nodig hadden. Een ook de heer Cras begreep de „hint" van directeur G. A. P. Schröder die hem nog geen jaar tevoren had toege sproken op een feestelijke receptie ter gelegenheid van zijn 40-jarige trouwe dienst-Jubileum„Dankzij personen als u. meneer Cras, is Schröder groot kunnen worden, wij zijn u dankbaarheid verschuldigd". De toespraak ging vergezeld van het gebruikelijke cadeau. De heer Cras heeft het geschenk, een sche merlamp. die in eerste instantie de huiskamer van zijn Rotterdamse wo ning sierde, aan de vuilnisman mee gegeven. Hier en daar zijn personeelsleden op staande voet ontslagen. In Rot terdam kwam een verkoopster van vakantie terug en werd verwelkomd door de heer Kroonenberg„Ik ben Je nieuwe baas". „Ik ken u niet, mijn baas is me neer Schröder". reageerde de ver baasde verkoopster. Met de woorden „trekt u uw jas dan maar weer aan. u bent ontslagen", moet de heer Kro- nenberg haar, volgens zeggen, de j laan uit hebben gestuurd. Pensioenen Waar oud-Schröderpersoneel het I meest over in zit: de afwikkeling van de pensioenen. Zij hebben tot nu toe j niets gehoord over wat daarmee gaat gebeuren. Een ex-inkoper: „De ma nier waarop de Centrum-Bank en de i heer Kroonenberg de gepensioneer den van Van Veen in de kou laten staan, hebben onze ongerustheid ver groot". Reeds vertrokken en nog bij Schrö der werkzaam personeel steekt ook een beschuldigende vinger uit naar de vakbonden: „Waarom hebben zij niet harder opgetreden?", zo vragen velen zich af. Een enkeling denkt het antwoord zelf te kunnen geven: „Ze zijn over donderd en hebben zich in goed ver trouwen laten wegsturen". Een nog bij Schröder werkzame verkoper: „Het is niet zo verwonder lijk dat de vakbond zich niet zo heeft uitgesloofd. Het wtnkelpersonee lis mi eenmaal overal slecht georganiseerd, zeker in de textielbranche, Waarom zouden zij zich voor Schröder-werk- nemers inspannen met slechts een handjevol leden? Maar ook hi) is de mening toege daan dat de vakbond alle aanleiding had om er feller op te zitten: „Het zou een mooie reclame voor hen zijn geweest". DEN HAAG (GPD) De Ne derlandse consument eet met 'n gerust hart vis uit de Noordzee, maar de dolfijnen in Harder- wijks Dolfinarium doen zich te goed aan vis, die in „schonere wateren" is gevangen: de Ierse Zee. Betekent dat. dat de vis, die in Harderwijk wordt bezorgd, van betere kwaliteit is dan de vis, die in de winkel of op de markt te koop is? „Nee", verzekert prof. dr. J. Koringa, directeur van het Rijksinstituut voor Visserij- onderzoek (RIVO) in IJmuiden. „De in de Noordzee gevangen vis is absoluut niet schadelijk voor de volksgezondheid. Er is geen enkele aanleiding om het publiek te waarschuwen voor risico's, die aan het eten van Noordzee-vis zijn verbonden". Waarom krijgen de dolfijnen dan wèl vis uit onbesmet water? Dr. W. H. Dudok van Heel wil het zekere voor het onzekere ne men. De hoeveelheid chemische afvalprodukten in de Noordzee is van dien aard, dat, aldus de heer Dudok van Heel, het gevaar zich voordoet van ophoping van deze stoffen in de vis, die de dolfijnen te eten krijgen. De dolfijnen zijn veel te kostbaar om zelfs maar het geringste risico te lo pen. Het Dolfinarium in Harder wijk geeft liever méér geld uit voor het voedsel van de „flip pers" om zich er daardoor van te verzekeren, dat ze het beste van het beste krijgen. Leergeld Het Dolfinarium in de Zweed se plaats Kolmarden heeft leer geld betaald. Zeven van de elf dolfijnen zijn gestorven doordat zij vis uit de sterk vervuilde Oostzee hadden gegeten. Onder zoek heeft uitgewezen dat een abnormaal grote hoeveelheid kwik en cyaanzout in de dode dolfijnen aanwezig was. Het ver lies van de zeven dolfijnen heeft tot gevolg gehad dat het dit voorjaar geopende Dolfinarium voorlopig gesloten blijft. Het RIVO onderzoekt de che mische samenstelling van het Noordzeewater regelmatig en let daarbij in het bijzonder op de aanwezigheid van kwik. Tot nu toe is er niets gevonden. Prof. Koringa„Onze aandacht is spe ciaal gericht op die stoffen, die gevaarlijk zijn voor vis. Buiten landse voorbeelden houden wij daarbij voor ogen. Een enkele maal is het gebeurd dat partij tjes vis een olieachtig geurtje hadden. Dat is niet smakelijk, maar gevaarlijk voor de gezond heid is het niet". Ongeveer tachtig procent van de vis die op de Nederlandse markt komt, is in de Noordzee gevangen. De visgronden liggen op die plaatsen waar vervuiling met chemische afvalproduk ten uit de Rijn vrijwel niet mo gelijk is. Dat is ook één van de redenen waarom het Instituut voor Visserijproducten TNO te IJmuiden geen aanleiding ziet voor een grootscheeps onderzoek naar de kwaliteit van de Noord- aee-vis. Begrip RIVO-directeur Koringa heeft overigens alle begrip voor het besluit van het Dolfinarium in Harderwijk zijn vis uit de Ierse Zee te betrekken. „Dolfijnen zijn zeer duur. Het ligt dus voor de hand, dat alles wordt gedaan om elk risico te vermijden". Het visetende publiek mag daaruit echter niet concluderen, dat „zijn" vis van tweede of mindere kwaliteit is, waarschuwt prof. Koringa. Hij zegt: „Het is goed dat er zoveel aandacht wordt gegeven aan de verontrei niging, maar er wordt helaas te vaak te emotioneel en zonder kennis van zaken gereageerd". vorming. Voor 1 september zal een definitief advies aan de minister wor den uitgebracht. De commissie heeft gisteren opeen openbare zitting in het Provincie huis het voorontwerp voor de wets wijziging besproken. D '66-vertegen- woordiger A. R. van der Burg ver tolkte "veel kritiek op het stuk van minister Beernink, dat hij „amateu ristisch" noemde omdat aan veel fundamentele vragen zijns inziens wordt voorbijgegaan. Er is, zei hij, geen inventarisatie van de bestuurs zaken gehaakt waardoor de hele zaak in de lucht blijft hangen. Verder komt nergens ter sprake hoe de bur gers de verschillende bestuursvormen zullen aanvaarden en welke wensen ze eventueel op dit punt hebben. Het financiële aspect was ook in de ogen van de WD-er mr. H. van Riel een zwakke plek in het wets voorstel. Willen de gewesten func tioneren dan zullen zij kapitaalkrach tig genoeg moeten zijn en dan is het, volgens hem, de vraag of ze gevoed moeten worden door de gemeenten of uit een fonds. „In elke geval", zei hi), .zullen "Ze eigen inkomsten moe ten hebben". De heer Van Rlel meen de verder dat gewestvorming voor de gemeenten ook niet zo aantrekkelijk zal zijn omdat de functie van de wet houder er door dreigt te worden uit gehold. UITHOORN (GPD) Heeft de gemeente Uithoorn met het bouwen van de 26 maisonnettes in uitbrei dingsplan Zijdelwaard IV te goeder trouw een procedurefout gemaakt of heeft zij bewust een jaar lang ille gaal gebouwd? Het antwoord op deze vraag zal worden gezocht door het gerechtshof in Amsterdam, waarbij de gemeente in beroep gaat tegen de uitspraak door de Amsterdamse rechtbank inzake het kort- geding van de heren J. A. Lemstra en dr. G. van der Wal. De procedure zal worden voortgezet tot de Hoge Raad. De gemeenteraad was het gister avond unaniem oneens met de recht bank, dat de bouw vandaag moet worden gestaakt en dat de maison nettes niet mogen worden verhuurd. Burgemeester drs. H. B. P. A. Let- schert formuleerde de twee argumen ten, waarom de raad zich niet bij het vonnis van de rechtbank neerlegt: „Ten eerste is de schade die de eige naren van de koopwoningen denken te ltfden bepaald onevenredig met de schade als gevolg van afbraak", welke laatste schade de voorzitter op bijna twee miljoen gulden schatte. „Ten tweede worden 28 gezinnen gedu peerd. als de maisonnettes niet mo gen worden verhuurd, een belangrijk sociaal aspect." Schadeloosstelling zou volgens bur gemeester Letschert wel in verhou ding kunnen zijn met de geleden schade door de eigenaren van de koopwoningen, maar volgens hem is het zinloos voor de raad naar een minnelijke schikking te streven, daar hij uit tal vrn publikaties had be grepen dat de heren Lemstra en Van der Wal in beroep willen gaan als de raad daartoe niet zou besluiten. DEN HAAG (GPD) De Zuid hollandse statencommissie voor ge meentelijke herindeling en nieuwe bestuursvorming staat sceptisch te genover minister Beerninks ideeën over gewestvorming. Naast twijfel over het nut en het functioneren van zo'n orgaan blijft ook de vrees leven dat een vierde bestuurslaag wordt geschapen, een nieuwe schijf in het overheidsapparaat waardoor vooral de gewone burger door de bomen het bos niet meer zal zien. Desondanks meent de commissie dat het voorlopig ontwerp van de minister voor een wijziging van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen als basis kan dienen voor een expe riment in de richting van gewest-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1970 | | pagina 7