„ECHT HAARVERVEN" nog taboe voor veel vrouwen Kroller-Muller museum voorlopig niet dicht Vernieuwing die vermagering is Kinderpartijtjes 1 ANGST I OOR UITVAL ZIT ER NOG STEVIG IN EN VAN VROUWEN PAGINA 10 DEN HAAG (GPD) Tweeduizend jaar geleden schreef een beroemd Romeins dich ter aan een vriendin: „Ik zei je nog: houd toch op met dat verven van je haar. Nu heb je geen haar meer om te verven". Hij be- Slndsdien heeft de techniek zon twintig eeuwen tyd ge had om de geheimen van de haar- ververü te leren doorgronden. Het ontwikkelen en maken van haarver ven is tegenwoordig wat men noemt een hoog-gespeclaliseerd gebied: een chemisch proces dat door slechts 'n handvol bedrijven in de wereld goed wordt beheerst. Ondanks die perfectionering van de haarverfkunst bekijken veel vrou wen ook vandaag-de-dag het „echte haarverven" nog zoals katten de he te brij benaderen: met de nodige achterdocht Ondanks de groeiende populariteit van de kleurversteviger en „het spoelinkje" dat bij feestelij ke gelegenheden nogal eens wordt gehanteerd. schrijft de papjes waarmee de Romeinse meisjes hun haarkleur plachten te verande- I ren als „giftige middeltjes" en blijkens de rampzalige resultaten waren ze dan ook verre van onschuldig. „Met het echte verven van het haar zyn veel vrouwen in Nederland nog erg voorzichtig. Er zit beslist j nog een taboe op. maar er is een kentering" zegt Robert J. H. Krom. j directeur van de Zwartkop-fabrieken in Dordrecht, één van de grootste bedrijven op het gebied van haarver- zorgingsprodukten in ons land. Naar zijn mening zijn de vrouwen in om ringende landen als België, Frank- zusters op dit gebied een heel eind voor. „In die landen is het heel nor- ryk en Duitsland hun Nederlandse maal als een vrouw eens een andere haarkleur kiest. Ze durft te experi menteren. koopt op zeker ogenblik gewoon een nieuwe haarkleur. In Ne derland zijn we nog niet zo ver". Achtergrond van dit achterblijven? Marktverkenningen en psychologisch onderzoek op dit terrein leveren een heel rijtje bezwaren op waarbij wan- Vakmensen aan het werk in de studio van een grote Nederlandse fabriek van haarverzorgingspro- dukten onder leiding van Guus Hilkman geheel links), de trainer van de Nederlandse équipe voor de wereldkampioenschap pen haarverzorging. trouwen en financiële motieven het zwaarst wegen. De meeste vrouwen zijn bang dat verven slecht voor het haar is: de angst dat geverfd haar vroeg of laat gaat uitvallen is nog diep geworteld. Men vindt verven bovendien een du re liefhebberij omdat een nieuwe haarkleur steeds moet worden bijge houden. Ook de overweging dat een nieuwe kleur zwaar kan tegenvallen en dan niet in een handomdraai te veranderen is. blijkt mee te tellen. Anti-grijs eindig groot lijkend kleurenpalet waarin elke haarkleur een groot aan tal variaties heeft. Tweemaal per jaar brengen de haarverzorgingsfa- brikanten een nieuwe kleurenmode. Op het ogenblik overheersen daarin de warme, naar rood zwemmende kleuren. Nog meer flesjei OTTERLOO (GPD) ..Eén ok tober halen we beslist niet. Het is jammer dat die datum zo de finitief in allerlei publikaties is genoemd. De verspreiding van dat bericht is blijkbaar ook erg effectief geweest, want we worden voortdurend gebeld. Niet alleen uit de omgeving, maar uit het he le land. zelfs uit Duitsland ko men er telefoontjes binnen. Ook van organisatoren van congressen die een Kröller-Muller-excursie in hun pakket willen opnemen". Aan het woord is mej. drs. E. Joos- ten, adjunct-directrice van het mu seum Kröller-Müller, dat zoals ge meld per 1 oktober a.s. zijn deuren zal sluiten in verband met ingrijpen de werkzaamheden aan het verwar mingssysteem Het is gebleken dat de voorberei dingen voor de aanleg van een nieu we centrale verwarming meer tijd in beslag nemen dan oorspronkelijk was gepland. Het is onwaarschijnlijk dat de eerste fase waarin het mu seum open blijft een maand of zes in beslag zal nemen. Zo kan er bijvoor beeld een ketelhuis gebouwd worden zonder dat het museum zelf daar last van heeft. De laatste acht maanden die het totale karwei zal vragen, moeten de deuren echter dicht, omdat er dan veel breekwerk aan muren en vloe ren moet worden verricht. aangebracht. Daar houden we het in ieder geval vorstvrij mee. Afhanke lijk van de strengheid van de komen de winter zullen we de Van Gogh-col- lectie mogelijk weer achter in het museum hangen". Van Gogli nlng te laten uitvoeren, maar we von den dat bij nader inzien toch niet verantwoord Hoe dan ook, als we een niet te strenge winter krijgen, zal men toch voorlopig nog het Kröller- Müller-museum in een redelijke tem peratuur kunnen bezoeken". Vandaar dat vrouwen in Nederland voornamelijk naar de kapper gaan voor wassen en watergolven, haar knippen, permanenten en het opma ken van het haar. Pas op de vijfde plaats komt de kleurbehandeling. En die wordt dan niet gekozen om de dame in kwestie mooier te maken, maar in de eerste plaats en vooral om grijze haren weg te werken. Nau welijks vier op de tien vrouwen die van tijd tot tijd de haren laten kleu ren (of zelf een ander kleurtje ge ven) doen dit omdat ze wel eens iets anders willen of de eigen haarkleur een beetje willen ophalen. Blijft over een fikse groep vrouwen die op zeker ogenblik de eigen (vale) kleur beu wordt maar toch nog altijd bang is voor die verfkwast op het hoofd. Dat lijkt een beetje overdreven, gezien het feit dat tus sen producent en consument van haarverzorgingsprodukten tegenwoor dig een keten van ontwikkelings- en testlaboratoria ligt waar nieuwe ver ven, verstevigers en andere nouveau- té's zorgvuldig aan de praktijk wor den getoetst. In het algemeen in eer ste instantie op strengetjes afgesne den haar, pas daarna op „levende hoofden". Ingebouwde veiligheid Voorts doen we alle haarverffabri kanten een enorm plezier door hier even te vertellen, dat ze die uitge breide gebruiksaanwijziging niet voor niets bij de haarverven verpakken Want wie zich niet tot en met de let ter aan die gebruiksaanwijzing houdt kan ook anno 1970 nog heel on aangename verrassingen beleven bij het gebruik van haarverf. Omdat men rekening ermee houdt dat het grote publiek altijd fouten blijft ma ken zijn er trouwens al verven met „ingebouwde veiligheid" ontwikkeld: de chemische reactie in die produk- ten is na een zeker aantal minuten uitgewerkt zodat niet onherstelbaars kan gebeuren. Wat de kleuren betreft: wie dat per sé zou willen kan de haardos knal- paars, hardblauw of oranje laten verven (maar dat wil waarschijnlijk niemand i. Het zijn dan ook maar 'n paar extreme staaltjes van een on- Het ziet er wel naar uit dat er in de nabije toekomst steeds meer fles jes en spuitbussen met haarverzor- gingsmiddelen op de kaptafel zullen verschijnen. Voor elk van de drie grote haarproblemen (vet haar, droog haar en roos) worden voort durend nieuwe specialiteiten ontwik keld en een wonderbaarlijke „alles- in-één-produkt" voor elke haarsoort kunnen we dan ook grust vergeten. Daarvoor zijn er teveel haartypen, elk met hun specifieke moeilijkhe den. In Nederland is vet haar het grote probleem: meer dan dertig procent van de Nederlanders tobt er mee. Misschien is dat één van de oor zaken van het feit dat Nederland een grote markt voor haarwasmiddelen heeft. Want diezelfde Nederlanders van wie vaak gniffelend wordt beweerd dat ze liever hun huis dan zichzelf oppoetsen, zijn ongemerkt toch maar de grootste shampoover bruikers van Europa geworden. Bij Het verven van haar: veel vrouwen zijn er nog een beetje bang voor. de Nederlandse vrouw staat de haar lak vrij hoog genoteerd: bijna zeven tig procent van de Nederlandse vrou wen gebruikt wel eens haarlak, de helft van hen gebruikt het regelma tig- Die haarlakken zijn overigens wel de zorgenkinderen van de fabrikant. Er zijn sterk-fixerende en matig-fi- xerende soorten, maar in de prak tijk blijkt de vrouw op dit punt een moeilijk mens: men vindt de ene lak- soort te sterk, de andere te slap. Van haarlak verwacht men namelijk dat het zonder meer het kapsel ver stevigt. maar het mag de haren niet hard en ..sexloos" maken. Vandaar dat de soorten die (volgens het be kende verkoopargument) „zo weer eruit geborsteld worden" gretig wor den gekocht Want in ons vochtige en kapselverwoestende klimaat heeft 't praktisch nu op dit punt de weerzin overwonnen: het gebruik van haar lak neemt nog steeds toe. Twintigduizend bussen haar lak rollen er per dag van deze aerosolvulmachinehaarlak wordt door zeventig procent van de Nederlandse vrouwen gebruikt. I Overigens is die Van Gogh-collec- tie een punt apart. Momenteel is nog niet met zekerheid te zeggen waar zij naar toe gaat. Vanaf het mo ment dat bekend werd dat het mu seum gesloten moest worden, hebben zich verschillende musea als gegadig de gemeld. Het is begrijpelijk dat men zijn kans schoon ziet deze mag nifieke collectie nu eens binnen de j muren te krijgen. De directie van Kröller-Mtiller gaat er echter vanuit, dat de collectie zo goed mogelijk tot zijn recht moet ko men en er wordt dan ook gezocht naar een ruimte waar de kern van de verzameling (behalve Van Gogh j ook ander werk) en ook enkele sculp turen met zo min mogelijk versnip pering te zien zullen zijn. Vorstvrij Op de vraag hoe de temperatuur van oktober af in het museum op dragelijk niveau gehouden moet wor den, nu de oude verwarming defini tief buiten werking is, antwoordt mej. Jooaten: „In de dakruiters wordt met elektrische elementen kapverwarming Boymans Zo wil Museum Boymans in Rot terdam tegen Kerstmis een speciale expositie inrichten van een deel van de ceramiek-collectie, een heel goed idee volgens mej. Joosten, omdat er dan echt wat met zo'n collectie gedaan wordt en het niet alleen maar een kwestie van leentjebuur wordt. Als het museum voor de laatste verbouwingsfase dichtgaat, blijft het beeldenpark in ieder geval open. Mej. Joosten: „Het is al'emaal erg in grijpend en wij hebben er nog even over gedacht het zonder airconditio- „Als mUn kinderen een verjaars- partijtje hebben gehad, blijven mijn huia en ik als wrakken over," schrijft een vertwijfelde moeder in de kolom men van maandblad „Nova". De advlearubriek van het blad haakt op deze noodkreet in met een serie tips voor het „uitbesteden" van de or ganisatie van zulke kinderfeest jes, want in de Britse hoofdstad blijken heel wat mensen van deze bezigheid hun beroep te maken, ui teraard tegen een behoorlijk hono rarium. Een zekere mijnheer Nor man Myers bijvoorbeeld neemt des gewenst de hele organisatie van het feestje over. Hfj komt voordat de kinderen arriveren, organiseert spel letjes en prijsuitreikingen en houdt het grut na de thee nog een tijd be zig met goochelen, poppenspel en filmpjes. Zijn collega John Hart komt desgewenst opdraven met een programma met kleine gedresseerde dieren, zoals duiven en konijn tjes. Het instituut „Zoorama" in Londen verhuurt mini dieren tuintjes per dag: hamsters, eek hoorns, tamme duiven en papegaai en. Voor twintig Engelse pon den komt er de hele dag een zeiltje met een zadel, voor het bijna vier voudige van die prijs een baby-oli fantje met een oppasser. Maar die attrakties lopen (met de dromen van de Jarige in deze richting) meestal stuk op de prys. 1 Prof. Dr. M. Janssens: Tachtig Jaar na Tachtig Ult-g.: A. W. Sljthoff, Lelden. Dat woord vermagering is niet van mij, maar van de auteur zelf die, ondanks zijn toch evi dente voorkeur voor de nieu we romanvorm (Ivo Michiels), dit woord gebruikt mitsgaders, nog enige andere minder com plimenteuze zoals „spons- of brijachtige substantie b.v. Voorts bestaat deze essaybun del in zes tekstanalyses, zes stukken tekst van de behandel de auteurs, een afdeling bio- bibliografie en een, inleiding. In de inleiding die de ti tel draagt „Van personage naar persona" zet de schrijver zijn standpunt uiteen. Dat standpunt komt in het kort hierop neer, dat hij vindt dat de mo derne auteur geen persona ges meer creëert maar de lezer „persona" of wel maskers of rol len biedt. Hy zegt dat deze ver andering de evolutie in de ro manschrijfkunst is. Zyn voor beeld van de personaroman is „Het Boek Alfa" van Ivo Mi chiels. Wat Prof. dr. M. Jans- sens bespreekt van datgene dat aan Michiels voorafging, betitelt hij als conventioneel en afge daan met o.a. de woorden „die goeie ouwe". Nu is dat volgens mij al altijd zo gegaan sedert, het ontstaan van de ro man. Steeds hebben zich nieu we vormen voorgedaan door be wustzijnsverschuivingen of het verouderen van wetenschap pelijke inzichten b.v. Deson danks worden schrijvers zoals Stendhal, Thomas Mann, Dic kens, Couperus (ik noem even een paar namen» nog steeds ge lezen en als leermeesters be schouwd. Dit overwegend lijkt het my wat vreemd bij iedere nieuwe fase eureka te roepen. Maar goed, het verschijnsel van wat men de postpsychologische, roman pleegt te noemen is waar te nemen en dient dus aan vaard te worden. Ik moet wat bezwaren maken tegen 'n aantal feitelijke zaken. M. Janssen spreekt op blz. 9 over een reeks katholieke schrij vers die „vooral na 1945 bekend heid verwierf". HU noemt dan o.a. Georges Bernanos, die meen ik zyn grote bekendheid ver wierf voor 1930 met zUn „Sous le Soleil de Satan." Hetzelfde geldt voor Francois Mauriac. die lang voor 1940 beroemd was door de romans die hU vóór dat Jaar, geschreven had en voor Julien Greene met zUn „Adren- ne Mesurat" (1927). Vreemder is dat M. Janssens Couperus k tors et k travers een „tachti ger" blijft noemen. Couperus stond buiten de beweging van tachtig. In geen enkel nummer en geen enkele jaargang van De Nieuwe Gids <1885-1894' treft men de naam van Coupe rus aan, terwyl toch zUn eerste verzenbundel verscheen in 1884 en zyn eerste roman in 1889 Het is mU duidelyk dat M. Janssens deze auteur gebruikt met een bepaald doel, maar dat is nog geen reden om hem ergens te plaatsen waar hy niet thuishoort. De zes auteurs aan de hand van wier werken M. Janssens zUn bewys opstelt voor het langzaam maar zeker verdwy- nen van het begrip „persona ge" zUn, Louis Couperus met zyn roman „De Stille Kracht," A. van Schendel met „An- giolino" en „De Lente." Mau rice Roelants met „De Jazzspe ler", W. Bordewyk met „Karak ter", Willem Esschot met de no velle „Het Dwaallicht" en Ivo Michiels met „Het Boek Al fa". De tekstanalyses zyn zeker helder en spitsvondig. Hoe wel. als men iets bewyzen wil Literaire kroniek door Clara Eggink dan is het de natuurlUke gang van zaken dat zo'n analyse aan een zekere eenzydigheid lUdt. Men stuurt dan op iets aan. En dat is niet verwonderlyk als men in de inleiding al leest dat M. Janssens voor de hoofdfiguren in de oude romans nadrukkelyk 't verouderde woord „Held" ge bruikt. Er spreekt toch werkelyk niemand meer over de „held" van een verhaal? Zeker, men kan in de oude Van Dale het woord held nog vinden in de tweede betekenis van „hoofdper soon van een roman of toneel stuk", maar m.l. is dit woord in die betekenis al evenlang in on bruik als die Van Dale (1924) oud is. Het is in onbruik ge raakt by het verschijnen van de psychologische roman. Ieder een zou het belachelijk vinden, om bij de vijf eerstgenoemde boeken te spreken van de „held". Helden vindt men bij Walter Scott of bij Ouïda. Eerder zou men by de psychologische ro mans reeds kunnen spreken van anti-helden. Evenzo zou men kunnen oordelen over zyn ge bruik van het woord „karakter". Hij heeft blijkbaar nooit nage dacht over het korte prozastuk, „Wezen en Karakter" van A. Roland Holst (Uit Zelfbehoud 1938). Trouwens, de hier bespro ken Bordewijk gebruikt zijn ti tel „Karakter" ook duidelijk als een afwijzing. Het best op dreef is de auteur als hij over Ivo Michiels spreekt Wel maakt zijn essay de indruk dat hij ingewikkeld doet over iets dat in wezen eenvoudig is. Daar staat tegenover dat hy be grippen onder woorden brengt, die zeker nog geen algemeen, goed zyn. Vreemd is weer, dat hij temidden van zijn diepzin nig ontleedwerk komt met de mededeling dat Alfa de eerste letter van het Griekse alfabet is. Deze essays zijn toch niet voor ongeletterden geschreven? Merkwaardig ls ook dat hy in zyn enthousiasme (hij spreekt, van het, sublieme beeld) ver keerd citeert (blz. 77). In de tekst van Michiels staat „over de buidels voor hun buik" en niet zoals Janssens aanhaalt de buidels van hun buik). Ook dit kan wijzen op het zoeken naar diepzinnigheden daar waar ze niet zijn. Ik ben natuurlijk hevig in het nadeel omdat ik van „Het Boek Alfa" alleen de drie leesstukken ken die in deze essaybundel ge plaatst zijn. Evenwel, die drie zyn my volkomen helder. Bo vendien vind ik ze ook mooi en boelend: eerder kern dan per sona (masker). „Smaak" „Het etiket van de beroemde ont werper heeft zijn tijd gehad. Mensen die ook maar een beetje goede smaak hebben, gaan niet met an dermans naam op hun rug rondlo pen." Uitspraak in McCall's van Rudi Gernreich, de man van de topless badkostuums. Hij heeft zich gedeeltelijk uit de modebranche te ruggetrokken en houdt zich nu onder meer bezig met het ontwerpen van meubels en het verzorgen van thea- terprodukties en wat daar zoal by hoort. Hy zegt ook nog: „Mensen die werkelijk iets betekenen hechten niet zoveel betekenis aan hun kle ren, omdat bijna alle andere dingen belangrijker zijn dan kleding." Huisbioscoop Nieuwe rage in Engeland: het hu ren van zestien millimeter show films voor vertoning op huiselijke feestjes. Voor prijzen die variëren tussen tien en twintig Engelse pon den zyn recente show-films te huur, met in de hoofdrollen sterren als Julie Andrews, Lee Marvin, Raquel Welch en James Garner. Projector en filmdoek zyn eveneens te huur, desgewenst met een filmoperateur om de boel te bedienen. Volgens Woman is de belangstelling zó groot dat favoriete films al maanden te voren moeten worden besproken door feestvierders die komende win ter een „filmparty" willen geven. Man Sn huishouding Honderd gehuwde Franse vrou wen van wie meer dan de helft bui tenshuis werkt, hebben antwoord gegeven op de door weekblad Elle gestelde vraag of hun mannen wel eens een handje in de huishouding helpen. Zesendertig procent zegt dat hun echtgenoten niets, maar dan ook niets aan het huishoudeiyk werk doen. De mannen van de overige vierenzestig procent helpen wel mee, hetzy af en toe, hetzy gere geld. De hulpvaardigen zyn vooral te vinden in de leeftydsgroepen be neden de dertig Jaar, in ruim acht van de tien gevallen springen de mannen in de huishouding by en dat zyn dan vooral de echtgenoten van de buitenshuis werkende vrou wen. Hun voorkeur gaat achtereen volgens uit naar de volgende bezig heden: tafel dekken, de schalen uit de keuken halen, bedden opmaken, met de stofzuiger rondwandelen, de vaat doen. Ze hebben een hekel aan, onder meer, vegen en ramen zemen. Slechts een klein percentage van hen maakt de maaltijden klaar of houdt zich bezig met babyverzor ging, het in bad stoppen van de kin deren, het overhoren van huiswerk. Wat de helpende huisvaders nooit doen: een afgesprongen knoop aan zetten. Eerste hulp Veel moeders weten niet wat ze moeten doen als hun kinderen in huis ernstige brandwonden oplopen. Dit is, volgens Ladies" Home Jour nal, de ervaring van een kinderarts in Chicago. Hy is nu een nationale campagne begonnen om de Amerikanen by te brengen wat de juiste „eerste hulp by ernstige ver branding" is: het onmiddellyk aan brengen van ys- of koudwatercom- pressen op de verbrande plekken. Gezonde voeding In de rubriek „MUn allerbeste in- vestering" van weekblad „Wo man" geeft schryfster Barbare Cart- land haar mening over de beste geldbelegging: het kopen van zuiver en gezond voedsel dat nog niet vergiftigd is door chemicaliën. „Je bent wat Je eet", concludeert Bar bara. „Zonder goede voeding kun je niet voor honderd procent gezond en vitaal zijn. Ik weet zeker dat heel wat huwelyksmoeilykheden te wyten zyn aan verkeerde voedingsgewoon ten. Als een vrouw overdag niet ver standig eet, kan ze moe en hoogst prikkelbaar zyn tegen de tyd dat haar echtgenoot thuis komt. Dan is alles ryp voor een flinke rel". ADVERTENTIE DAMESMODE in exclusief jonge stijl... ie@c BREESTR A AT I08Q-II2 LEIDEN Kouskleurcn In de Europese kousenfabrie- ken liggen de panties en nylons voor slechtere tyden alweer klaar. Ko mend najaar mogen we weer pan tynylons verwachten waarin allerlei motiefjes zyn gebreid: de exempla ren voor de avond zijn met kleine glinsterende pailetten versierd. De kleuren: diverse nuances beige, grys en bruin, De sportieve maillots heb ben sprekende kleuren als paprika, Bordeauxrood, bronsgroen en ma rineblauw. Kniekousen zullen ver- schynen in helderrood en citroen geel.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1970 | | pagina 10