Schrikwekkend beeld van Indiaans „leven" Het Lieverdje en zijn soortgenoten Scandinavische literatuur 'SLAAF OF DOOD'-FOTOTENTOONSTELLING IN AMSTERDAM LITERAIRE KRONIEK VAN CLARA EGGINK ZATERDAG 18 JULI 1970 LEIDSOH DAGBLAD Yanomamo-vrouw in boot (Foto Ata Kando) (Van onze Amsterdamse redactie) AMSTERDAM (GPD) In de fototentoonstelling „Slaaf of dood", die in Design Studio in Amsterdam (Prinsengracht 379) is geopend, is „in de Indiaan de mens in het geding". Dat zei prof. dr. J. W. van Hulst, voorzitter van de C.H.U. en lid van de Eerste Kamer, toen hij de opening verrichtte. Een kleine honderd foto's van de hand van Ata Kando, een Nederlandse van Hongaarse origine, geven een schrikwekkend beeld van de omstandigheden waarin Peruaanse, Venezolaanse en Braziliaanse Indianen leven, zowel in het oerwoud als aan de periferie van de grote steden. ..De tentoonstelling gaat uit van de veronderstelling dat Indianen mensen zyn". aldus prof. Van Hulst. ,.In deze tijd is het heel gewaagd dat te zeggen, getuige de behande lingen die Joden, Maori s, Bantoes, Bosjesmannen en veel anderen heb ben moeten ondergaan. „Deze Indianen leven meer of minder als gevangenen van het po litieke systeem in hun land. Voor veel regeringen is het erg moeilijk politieke gevangenen als mensen te behandelen. Er zijn in de wereld naar schatting honderdduizend poli tieke gevangenen", zo lichtte de heer Van Hulst toe. Dat prof. Van Hulst de tentoon stelling opende, vindt zyn grond, zoals hijzelf toelichtte, in de omstan digheid dat hij als eerste lid van de Staten-Generaal over de moordpar tijen op Indianen schriftelijke vra gen heeft gesteld aan de minister van Buitenlandse Zaken. Hy uitte de kritiek op minister Luns dat hij slechts de geijkte kanalen had ge bruikt om inlichtingen in te winnen. „Verwondert het u dat de Zuidame- rikaanse regeringen zeiden, er ge beurt hier op het ogenblik helemaal niets bijzonders?" Paup ers Door het lage pell van de medische zorg in Zuid-Amerika sterft veertig procent van de pasgeboren Indianen binnen het eerste levensjaar Ata Kando is onder meer in een zieken huis in Caracas geweest waar naai de oorzaken van die hoge kinder - sterften wordt gezocht. Eén van haar foto's toont vijf dode babies op een tafel die nog moeten worden onder zocht. Een andere foto laat een ongeveer negen maanden oude overleden Indiaan zien die van de onderkant van zyn kin tot de buik is opengesneden Wie de foto ziet in deze omgeving waar met woorden en teksten zo sterk het accent wordt gelegd op In- dianenmoorden, schrikt. Maar het is te betwijfelen of de twee foto's ook zouden zijn gemaakt als de medi- j sche zorg op het peil stond als in de Ver. Staten, Canada, of de meeste Europese landen. Ata Kando, die van 1953 tot 1955 getrouwd is geweest met de foto graaf Ed van der Elsken «..maar toen fotografeerde ik al lang"» zegt hierover: „veel ziekten blijken te zyn geïmporteerd door de blanken, in hoofdzaak door Amerikanen die j de bodem exploreren. Hun komst is voor de Indianen desastreus ge weest. zoals de komst van hun voor ouders in Noord-Amerika desastreus was voor de Indianen daar". Dynamiet tegen Indianen „Een arts toonde mij de plaats waar vijftien jaar geleden een In dianenstam heeft gewoond. De Zuid- amerikaanse boeren, grootgrondbe zitters, hebben steeds meer land no dig en stelen dat. De oorspronkelijke Indianen worden verdreven of ver moord. In die vijftien jaar was de grens van het oerwoud vijftig km te ruggedrongen" „Maar dat stelt nauwelijks iets voor vergeleken bij wat gebeurt als Amerikanen delfstoffen vermoeden of ontdekken. De laatste tijd komt het minder voor dan een paar jaar geleden, maar verscheidene keren is met dynamiet een stuk oerwoud op geblazen zonder dat de Indianen die het bewoonden de kans kregen te ontsnappen" Prof. Van Hulst vertelde nog een „goede grap" die in Zuid-Amerika erg opgeld doet: Wat eet je van avond? „Gebakken Indiaan". Een In diaan is blykens Ata Kando's foto's geen mens. Hij ondergaat dezelfde behandeling als de gevangenen van de nazi's, de Joden en de Zigeuners in het bijzonder. Zy registreerde met haar camera twee Zuidamerikanen met breedgerande hoeden, trots aan weerszijden van hun prooi: een In diaan die met zijn enkel aan een boomtak is vastgeknoopt, zijn hoofd omlaag, dood. Drie fotoreizen Drie keer is Ata Kando in Zuid- Amerika op fototoer geweest. In 1962 ging zy met een expeditie naar de De fotografe Ata Kando met naast haar prof. dr. J. W. van Hulst. Venezolaanse volksstam Makiritare, in het Amazonegebied. In 1965 is zy op eigen gelegenheid naar de te gen blanken zo wantrouwige Piaroa's geweest. De derde keer was in dat zelfde jaar, zy ging vanuit Suriname naar de Yanomamö, die in het grensgebied van Venezuela en Brazi lië wonen. „Deze mensen zien zelden blanken. Ze zijn niet wantrouwig, ze zijn niet bang, ze zijn doodeerlijk. Dat laatste is funest voor ze wan neer er delfstoffen worden ver moed". Zou u weer er heen willen? „Als ik de kans krijg graag", aldus deze vrouw, die van 1932 tot 1953 in Parys heeft gewoond. Met een on derbreking weliswaar van 1940 tot 1947: de Duitsers, nadat zij Frank rijk hadden veroverd, brachten haar terug naar Hongarije, daar kwam zij immers vandaan. HJALMAR SÖDERBERG ..Dokter Glas", Uitg.: De Bezige Bij, Amsterdam. MEESTERS DER DEENSE VERTELKUNST. Uitg Meulenhoff. Amster dam. Ik geloof dat men in Neder land geneigd is de Finse. Deen se, Noorse en Zweedse letter kunde als een geheel te be schouwen. Dat komt waarschijn lijk omdat het grootste deel van de lezers deze vier talen niet machtig is en dus op vertalin gen aangewezen. Men weet hoe het is met vertalingen: al spant een vertaler zich nog zo in om een zo zuiver mogelijke weerga ve van het oorspronkelijke te ge ven, er gaat altyd wat verloren. Ten eerste geloof ik dat dat veel met de klank van de taal te maken heeft en ten tweede is het vaak zo dat het in de ver taling gebruikte woord het oor spronkelijke niet totaal dekt. En zoals het met de woorden is. zo is het ook met begrippen en met uitdrukkingen. Zowel in proza als in poëzie geldt dat weer an dere onderdelen, zoals de asso- natie en alliteratie b.v., kortom dat wat de eigen „stem" van een auteur uitmaakt, door een vertaler .gehoord" moet kun nen worden en ik geloof dat dit wel een van de grootste moei lijkheden is waarmee de verta ler te kampen heeft. Dit onderdeel is voor degene die de taal waarin het oorspron kelijke werk geschreven was to taal niet kent. oncontroleerbaar. En daarom zal het wel zijn dat wij geneigd zijn de Scandi navische literatuur, het werk van vier volken die voor ons psychologisch overeenkomst hebben, bij elkaar te vatten, want een werkelijk diepgaand onderscheid kunnen wij niet maken. Wij kunnen echter ge troost zyn: Amy van Marken, de grote kenster van de Scandi navische letteren, die wèl in staat is dat onderscheid te ma ken waar wy niet aan toe kun nen komen, vat deze vier lite raturen ook wel eens samen. De overeenkomsten van deze vier zyn voor zover ik het zien kan. de volgende Ten eerste treft men in het werk in deze vier talen een wonderlijke com binatie van ethiek en hardheid. Voorts vindt men een innige verbondenheid met de natuur zelfs als een roman of verhaal zich in een stad afspeelt. De Scandinavische auteur houdt zich veelal bezig met wat men de fundamentele dingen zou kunnen noemen, zoals liefde, haat, armoede, onvrede, ver driet, maatschappelijke conflic ten en geslotenheid van de ene mens ten opzichte van de ander waardoor subtiele gevoelens geen uitweg kunnen vinden. Soms treft men een neiging tot het metafysische die tot groot heid kan uitgroeien en ook valt een ondertoon van ironie waar te nemen. De gestalten die uit gebeeld worden zyn gewoonlyk burgers van allerlei slag en de plattelandsbevolking vergezeld van de dominee, de dokter, de notaris. Een Scandinavische schrijver is zich in de regel be wust van de loop der traditie en van de botsingen die hieruit voort kunnen komen. De toon heeft veel gemeen met de al oude Sage-toon en is dikwijls melancholisch en romantisch. Toch kan hiermee een sterk realistische inslag gepaard gaan. De roman van Hjalmar Söderberg, Dokter Glas, is uit het Zweeds vertaald. Söderberg «1869-1940» schreef het boek in 1905 en het is merkwaardig hoe dit boek niet verouderd is, ter wijl het gegeven een tijdsbeeld is dat men nu onmogelijk meer zou kunnen ontmoeten. Deze roman zal door zyn toon en zijn geest zyn waarde niet verliezen zo lang de mens op natuurlijke wijze geboren wordt en opgroeit. In de stem van een intelligent en verfijnd auteur klinkt de me lancholie en de ironie harmo nisch door. terwijl hy het rea lisme niet uit de weg gaat. Dokter Glas is een huisarts in Stockholm en ongetrouwd. Zyn tegenspelers zyn de oude domi nee en zijn jonge vrouw. De stad speelt zelf haar rol als meer dan een décor: de bomen, de huizen, de straten, de café's, de zon en de sneeuw zijn verbon den met het totaal van een zaamheid, liefde en haat, van huichelarij en vernedering en tenslotte moord. Het boek is in dagboekvorm geschreven en heeft die onthut sende mengeling van bekentenis en zelfverdediging, van droom en realiteit die evenwel geen op lossing brengt. Hoe moet men dokter Glas beoordelen: hij weet het niet en de lezer ook niet. De elf .Meesters der Deense Vertelkunst", tonen welhaast al len in hun werk de geërfde ka raktertrekken der Scandinaviërs en dat is des te opvallender om dat het merendeel van veel la ter datum is dan dat van Sö derberg b.v. De samenstelster van de bundel. Annelies van Dyk, begint haar inleiding met te zeggen dat de Nederlandse kennis van de Deense literatuur „bij de meesten van ons niet verder reikt dan de Andersen uit onze kinderjaren". „Dit lykt mij werkelijk niet juist opge merkt, want ik vraag my af of de moderne jonge mens in zyn jeugd nog Andersen gelezen heeft en voorts meen ik dat al thans Georg Brandes, Jens Pe ter Jacobsen, Nils Petersen, Kaj Munk, Martin Hansen hier wel bekend zijn. Kierkegaard heeft zij zelf al genoemd en van Ka ren Blixen staat in deze bun del een wel mooi, maar overi gens niet representatief verhaal. Een van de interessantste ver halen is zonder twijfel het sur realistische „De Grote Vijand" van Sven Holm. Evenals in „De Kuil" van Peter Sieberg blijkt ook „In de Vreemde" van Villy Sörensen dat de leer van het absurde niet aan de jonge Deen se schrijvers voorbij is gegaan. Alles bij elkaar een interessan te bundel. uitstekend geoutileerde camping is. naar het nog geen 8 kilometer ver der gelegen Leek, waar het Nationaal Rijtuigmuseum is. U ziet daar karos sen en diligences, statiebarouches van Koning Willem I «1830». sjeesen en calèches. U waant zich roman tisch terug in vroeger eeuwen f Maar terug tot de fictieve stand beelden. Wel 20 zijn er verspreid door vhet hele land. Behalve de hierboven genoemden zijn er o.a. .Maigret" in Delfzijl, „Eline Vere" als specimen van de „Haagse dame", de meest be kende romanfiguur van Louis Cou perus in Den Haag. Couperus die door de tv-serie naar zijn roman „De kleine zielen" na jóren weer eens in het nieuws is gekomen. Doch ook nog méér vindt u in dc Leidse contreien op dit gebied, dicht bij huis. Als u in Haarlem is, ver geet dan vooral niet het Hildebrand- monument in de Hout, waarbij de 9 meest-bekende figuren uit de „Ca- j „een onaangenaam mens in de Haar- mera Obscura" in steen zijn gebracht lemmerhoutGrootmoeder Kegge, de Eerst natuurlijk Robert us Nurks j oude heer Stastok, Keesje het dia- I kenhuismannetje, „Buikje" („hoe warm het was en hoe ver") en nog m. vier anderen. En tóch in Haarlem zijnde, rijdt u dan even door naar Spaarndam, u ziet daar het standbeeldje van de le gendarische 8-Jarige Pietje Brinker, die zo 't heet, een watersnood voor kwam door, op de dyk lopende, zien de dat het water van het Spaarne begon door te sijpelen zijn duimpje in het toen nog maar kleine dykgat stak en dat urenlang volhield tot de mannen van de dijkwacht de storm vloed op meer afdoende wyze keer den! Alle ons land bezoekende Amerika- aen kunnen u alles over dit jongetje vertellen! Het verhaal staat in alle internationale reisgidsen! Maar niet alleen ménsen, ook po- Berend Botje pulaire dieren zijn als standbeeld vereeuwigd. „Het paard van Omt Loeks" op het Stationsplein te Gro ningen, Reinaert de Vos in Hulst, „Het geitje van Mie den Os" in Ber* gen-op-Zoom, terwyl de befaamde Olie B. Bommel „als heer en al» Bommel zijnde" zijn beeldje natuur lijk vond in Den Bommel (Zaltbom- mel). Ja zelfs de duivel „Moenen" uit de legende „Mariken van Nimmeghen", vindt in Nijmegen zijn beeld! Teveel om ze alle 20 op te noemen Overigens een niet specifiek Néder- lands verschijnsel, want te Londen heeft men zelfs een heel huis, ka mer-voor-kamer, in Bakerstreet iö* gericht, „bewoond" en „eventjes ver laten" („back in a moment", zoal* er op een bordje in dit museum staat aangegeven) door.Ja natuurlijk: Sherlock Holmes!! DOLF SCHNAAB *t Lieverdje op het Spui te Amsterdam is twee jaar geleden alom in het land berucht geworden! Want rondom dit stand beeldje u herinnert het zich nog wel waren de telkens weerkerende opstootjes, politie-charges en gewonden, die de val van de burgemeester en de hoofdcommissaris van politie hebben veroorzaakt. Een navrante en gelukkig zeldzame ge beurtenis in ons toch zo rustige vaderland! Het beeldje dan. Nu was het eer tijds gewoonte, dat men 't zo erg no dig oordeelde van „grote" mannen en vrouwen, maar toch het meest van de eerstgenoemden, standbeelden op te richten. Manhafte, stoere figuren, liefst als ruiterstandbeeld op 'n stei gerend ros, of verheven peinzend: Vondel in Amsterdam, Erasmus te Rotterdam, Van der Werff en Boer- haave bi) ons in Leiden, Rembrandt in Amsterdam en Leiden en andere steden, Ary Scheffer ook een schil der in Dordrecht, Laurens Jansz. Coster, „Lautje-op-de-markt", sinds geslachten ontmoetingspunt voor Haarlemse geliefden. Jan van Schaffelaar «natuurlijk» te Bame- veld, enfin, vult u zélf het lijstje maar aan. Tegenwoordig zijn echter fictieve figuren aan bod, figuren die leven in de verbeelding, ontleend aan romans en kinderversjes: de in parken voor komende plastieken buiten beschou wing gelaten. Geen échte gelééfd hebbende men sen dus meer! Want alleen als Je dood bent. kom Je in aanmerking voor een standbeeld, of als dit, naar Hollandse aard, te duür is. dan zyn een paar emaille straatbordjes „toch voordeliger" Dus fictieve figuren zijn nu „in". Wanneer u op uw zomertochten door het land toevallig in 't noorden van ons land verzeild raakt, rijdt dan eens naar het prachtige brinkdorp Zuidlaren, tussen Assen en Gronin gen en bekijkt daar eens 't leuke standbeeldje van „Berend Botje", u weet wel Berend Botje ging uit varen Met zijn scheepje naar Zuidlaren De weg was recht, de weg was krom En nooit kwam Berend Botje weerom! Nu u tóch in het noorden in of bij Assen bent. let u dan eens op 't aldaar staande standbeeldje van „Bartje". naar de bekende roman van Anne de Vries. Bartje het idool van Drenthe, die ieder jaar de cen trale figuur is van een actie onder het motto „Door gezonde-voor zieke kinderen". Zijn hele „verjaardag" wordt Bartje dan gesierd met een feestmuts op en naar Drentse ge woonte een koek op de arm ge bonden. terwijl talrijke gezónde kin deren bü zijn beeldje geschen ken neerleggen, 's Avonds worden die dan verdeeld onder alle genoteerde zieke kinderen in Assen! Een zinrijk charitatief doel! U blijft mogelijk nog wat üi het noorden, welnu van Assen naar Ro den „it's only a step!" Ot en Sien werkt: „Mijn vader en met Jan Ligt- hart, die daarvoor altijd genoemd wordt, was de auteur van het beken de verhaal. Ik kom dan ook niet bi) de onthulling!" O, zo!alsof aan vader-Scheep- stra niet de hem toekomende hulde was gebracht. Juist door 't oprichten van dat beeldje, daar Rodende geboorteplaats van de auteur Scheepstra was!! Maar nu komen speciaal uw kin deren aan hun trek. want in dit voor jaar is hier vlak achter het beeldje van Ot en Sien een uniek museumpje van antiek kinderspeelgoed geopend. Het leuke van dit museumpje dat is ondergebracht in een oude boeren woning. is dat u het antiek speel goed zélf üi handen mag nemen, na tuurlijk onder toezicht van een (vrij willige» suppoost, 't beweeglijke eens mag opdraaien en het zó aan uw kinderen vertonen! Maar ook antieke kinderboeken mag men daar eens doorbladeren, o.a. een kinderboek uit de tijd van Na poleon. met grappige plaatjes en versjes: Een kapitein van vestingbouw Neemt hier het werk in ogen schouw Wie prijst het edel oogmerk niet Die een student als jager ziet Een tirailleur vuurt stadig aan En brengt de vijand soms tot staan Bartje Daar op de Brink in Roden, zult u dan eerst even het ministandbeeld- Je (50 cm hoog) van deze twee kin deren zien, een beeldje waarover vóór de onthulling in 1969 nog zo'n tram melant is geweest door de 80-Jarige zoon van Scheepstra, rustend genees heer te Paterswolde, die in zekere zin model had gestaan voor „Ot", omdat zyn vader kleinigheden uit zoon s leven in het verhaal had ver- Gekwetst door vijand lood of staal Verbindt men hem in het hospi taal Kom marketenster schenk eens in Wij hebben thans een goeden zint Nu u tóch een lange tocht van Leiden naar het noorden maakt, rijdt u dan eens van Roden, waar n' U herinnert zich uit uw Jeugd of anders uit een vitaminereclame in de damesbladen, nu afgelopen winter, nog wel de kinderen „Ot en Sien" van H. Scheepstra en Jan Ligthart. Dat is wel een héél Interessant Drents dorp, waar u beslist mét uw kinderen eens naar toe moet gaan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1970 | | pagina 8