SCHERPE KRITIEK OP KRITIEK
I Leids lustrum geopend
Congres dacht na
OP PAPENLAAN 130 PER UUR
Industriedocumentatie lustrumcongres geeft vertekend beeld
Niet objectief
Traa
ff
5
Baten
Neokolonialisme
Invloed
Voordelen
Boete f. 300
Dom
DINSDAG 30 JUNI 1970
leidsch DAGBLAD
PAGINA 3
LEIDEN „Kritiek op kritiek" zou men het best de
reactie kunnen noemen, die vertegenwoordigers van „het"
bedrijfsleven (met name Shell, Unilever en Philips) hebben
op de documentatie, die door studenten en staf is samen
gesteld voor het lustrumcongres van de Leidse Universiteit
met betrekking tot de positie en invloed van de grote con
cerns in de ontwikkelingslanden.
Vandaag trad het bedrijfsleven samen met de overheid in
de vorm van een forum in het strijdperk tegen de congres
gangers. Maar reeds gisteren waren er schriftelijke reacties
van topfiguren uit de genoemde industrieën in de Pieterskerk
beschikbaar, die er geen doekjes om wonden als de oorspron
kelijke documentatie. Uit die reacties bleken in talloze op
zichten de meningen zo scherp tegenover elkaar te staan, dat
niet meer van „commentaar op een mening" maar inderdaad
van kritiek op kritiek gesproken kon worden.
Van de zijde van Unilever, dat in-
j lichtingen verstrekte over de activi-
I teiten van het concern in Ghana
De algemene tendens van de kri- waarover een deel van de Leidse do-
tische opmerkingen van industriële
zijde is, dat de samenstellers van de
documentatie zich niet gehou
den hebben aan afspraken, om de
stukken voor publicatie door te la
ten nemen door de industrie die er
de basisgegevens voor heeft ver
schaft waardoor er schadelijke (voor
wie?) fouten in voorkomen. Dat de
werkgroepen van universitaire zijde
te traag hebben gewerkt om tijdig
voldoende inlichtingen van de zijde
van de industrie mogelijk te maken,
en dat vele gegevens eenzijdig zijn
geïterpreteerd en door een niet-ob-
jectieve presentatie een ten nadele
van de industrie vertekend en veelal
geheel onjuist beeld geven.
Een van de stellingen van de do
cumentatie luidde: „Als de snelheid,
waarmee de Shell de vragen van de
ze werkgroep (industriële vestigin
gen in de ontwikkelingslanden) heeft
beantwoord, karakteristiek is voor de
snelheid van handelen in het bedrijf
is het onbegrijpelijk dat de Shell
zich kan handhaven als groot inter
nationaal olie-concern".
Commentaar van de Shell (o.a.
van mr. A. D. Vas Nunes)„Shell
heeft in augustus 1969 aan ULUCO
aangeboden, gegevens te ver
strekken; daarbij is er op gewezen,
dat dit enige tijd kon vergen, om
dat de vragen in het Engels ver
taald en bovendien met Cara
cas overlegd moesten worden. Er
schijnen echter nogal wat moeilijk
heden te zijn geweest bij het forme
ren van de werkgroep, zodat pas
eind januari van dit jaar (dus na 5
maanden) de eerste vragen aan
Shell konden worden voorgelegd.
Stelling van Leidse zijde: ..De socia
le ontwikkeling van Venezuela is
eerder ondanks, dan dank zij
de Shell en andere internationale fir
ma's op gang gekomen".
Antwoord van de Shell „Deze
stelling is, voor wat Shell en de olie
industrie betreft, in tegenspraak met
de teneur van het rapport (voor
gaande documentatie) dat schrijver
van de stelling blijkbaar niet heeft
gelezen. Dat een dergelijk groteske
stelling toch werd opgenomen getuigt
van gebrek aan verantwoorde
lijkheidsgevoel en is niet in overeen
stemming met wetenschappelijke
werkwijze".
Leidse stelling: „Venezuela heeft
aan de olie tot nu toe vrijwel uit
sluitend geld overgehouden, geen
olie-industrie".
Antwoord Shell: „Dit is onjuist, de
Venezolaanse olie (raffinageMndus-
?trie heeft een capaciteit van 65 mil
joen ton olie per jaar (ongeveer ge
lijk aan die van Nederland). Het
land heeft er bovendien andere be
langrijker zaken aan overgehouden,
en wel met name een infrastructuur.
In 1968 alleen al ontving Venezue
la ruim 1,2 miljard dollar uit zyn
olieactiviteiten (dit „vrijwel uitslui
tend geld" maakte meer dan 60%
van het totale overheidsbudget uit)
waarvan weer bijna 60 procent aan
ontwikkeling werd besteed."
De Leidse documentatie stelt voorts
de vraag of de Shell genoeg doet aan
de ontwikkeling van Venezuela. Ant
woord van de Shell: „Hier worden
twee dingen door elkaar ge
haald. Het primaire doel in
Venezuela is olie te producei-en op zo
doelmatig mogelijke wijze binnen de
voorwaarden die het land stelt. Dit
geldt voor elk bedrijf. Het primaire
doel is niet om iets te doen voor de
ontwikkeling van Venezuela of welk
ander ontwikkeld of onderwik-
keld land ook. hoewel uit de activi
teiten van het bedryfsléven langs
velerlei wegen voordelen voor het
land resulteren." En elders: „Het op
gang brengen van andere industrie-
en is inderdaad zeer gewenst, zowel
in Venezuela als elders. Onderzoek
en planning hiervan kunnen niet
door, doch ten hoogste in samenwer
king met de olie- ind. geschieden. De
verantwoordelijkheid dient te berus
ten bij de overheid, die daarvoor de
van de olie-industrie geïnde belas
tingen ter beschikking heeft. Iedere
poging van buitenlandse bedrijven
om zich ongevraagd hierin te
mengen zou door de Venezolanen te
recht kunnen worden gekwalificeerd
•Is neokolonialisme."
cumentatie handelt, was de kritiek
afkomstig (by monde van drs. J. H.
van Ommen, hoofd externe betrek
kingen) dat het rapport van de be
trokken werkgroep niet zoals was af
gesproken vóór publicatie ter inzage
was gegeven aan de inlichtingen
bron. waardoor in dit rapport scha
delijke fouten en tegenstrijdigheden
vóórkomen.
Een hard oordeel wordt ge
veld over de algemene strekking van
de documentatie: „Het rapport en de
stellingen geven blijk van een wei
nig zorgvuldig gebruik van de ver-
streke informatie en onvoldoen
de economisch inzicht Dit komt ook
tot uiting in de algemene stellingen,
die beginnen met uitspraken die eco
nomisten zich niet kunnen veroor
loven".
De politieke invloed van multina
tionale ondernemingen in de ontwik-
kelinsglanden wordt volgens* Unile
ver in de Leidse documentatie be
slist onjuist gewaardeerd: „De er
varing by het multinalionale be
drijfsleven is. dat in de meeste ont
wikkelingslanden de macht van de
overheid aanzienlijk groter is dan in
de geïndusti-ialiseerde landen. In de
ontwikkelingslanden geldt dit met
name voor de buitenlandse onderne
mingen. De grootte van de onderne
ming of het marktaandeel is hier
voor niet maatgevend." En elders:
„Abrupte nationalisaties veelal zon
der compensatie, in sommige landen,
evenals het vaak in de praktijk ge
hanteerde verbod van winsttransfer
wijzen hier (de zwakkemachtsposi-
tie en invloed; red. L.D.) duidelijk
op."
De Leidse documentatie stelt voorts
(versluierd of onomwonden) vast dat
buitenlandse investeerders geen of
weinig aandacht schenken aan de
prioriteiten die het land stelt, dat
niet altijd de voor het land beste pro-
duktietechnieken worden gebruikt en
dat buitenlandse ondernemingen
zich veelal vestigen op de beste
plaatsen, hetgeen voor de urbanisa
tie en de situatie in het achterland
ongunstige gevolgen kan hebben.
Tegenover deze eventuele nadelen,
die bijna nooit alle tegelijk optreden,
stelt Unilever in de kritiek-op-kritiek
de volgende voordelen van vestigin
gen van grote concerns in ontwikke
lingslanden:
1.n Buitenlandse ondernemers hel
pen het land aan complete zaken
met specialisten, management-tech-
nieken, exportcontracten.
2. Als een bepaalde investering mis
lukt. kost dit het ontwikkelingsland
niets, in tegenstelling tot bedrijven,
Vanochtend werd in de Pie
terskerk een lorum gehouden over
ontwikkelingshulp en bedrijfsle
ven. Aan het forum namen deel
van rechts naar links: Mr. A. D.
Vas Nunes namens Shell), drs. J.
H. van Ommen (Unilever), drs. L.
van der Mey (voorzitter)drs. H.
van Renselaer (bespreker versla
gen werkgroependrs. H. ter
Heide (NVV, en drs. R. Zijlstra
(AR-kamerlid)
(Foto LD/Holvast)
opgezet d.m.v. buitenlandse leningen
aangezien rentebetaling en aflossing
altyd doorgaan.
3. Buitenlandse ondernemingen
kunnen een stabiliserende invloed
uitoefenen op de economie van het
land, omdat deze ondernemin
gen zich by hun investeringen over
het algemeen niet laten afschrikken
door fluctuaties in de betalingsba
lans.
4. Door de contacten met geïndu-
strialiséerde landen kunnen de mo
dernste technieken worden geïntro
duceerd.
5. Kwaliteitseisen van buitenlandse
investeerders verbeteren de kwaliteit
van plaatseiyke produkten.
6. Goed geoutilleerde bedrijven
trekken nieuwe investeerders aan.
7. door investeren op lange termyn
kunnen buitenlandse ondernemers
flexibel reageren op veranderin
gen in de economische structuur.
8. Een uiterst belangryke functie
van particuliere investeringen in
ontwikkelingslanden is de bydrage
aan de overdracht van kennis en ex
pertise.
Van de zyde van Philips werd door
de adjunct-directeur financiële zaken
dr. J. C. Ramaer over de algemene
stellingen van de Leidse documenta
tie gezegd, dat deze de indruk wek
ken geschreven te zyn door iemand
die geen deel gehad heeft aan het
onderzoek, waarop de documentatie
is gebaseerd.
LEIDEN „Denken" en niet de behandeling van detailproblemen
en het zoeken naar wegen waarlangs een oplossing kan worden ge
vonden. stond op de voorgrond tijdens de eerste dag van het lus
trumcongres van de Leidse Universiteit over ..Wetenschap en Wel
zijn". Ongeveer zeshonderd deelnemers waren in de Pieterskerk
aanwezig om diverse inleiders te horen, te discussiëren in algemeen
verband, tussen de bedrijven door groepsgewijze, en via enkele tele
visieschermen films te aanschouwen die al of niet direct betrekking
hadden op het onderwerp van het congres.
I noodzaak, nonnen op te stellen voor
O]1 <_/v' de bepaling van het wetenschapsbe-
kjlCClllS Deglll leid e" voorts zich wetenschappeiyk
1 te bezinnen op de relatie tussen we-
Prof. dr. Van Arkel, stelde dat het en welz*jn
congres niet geslaagd kan worden ?prf,k" ™f>d,Lhet verheugend
genoemd, wanneer het hierbf) blijft j
en het niet een begin wordt vSn ver- "USge6tlM naar v0™
dere studies, besprekingen en acties. gIk°m^„h?m een mede
Hy vroeg zich af. waardoor de maat- k Te
Z. ter gelegenheid van het lustrum van
schappelyke geengageerdheid van de d Universiteit
student in ons land een betrekkelyk universiteit,
recent verschijnsel is, in tegenstel- Drs. L. W. Nauta bepleitte in een
ling met hetgeen elders in de wereld voordracht de instelling van een on-
te zien was. Hy zag het als een reac- afhankelyke instantie van weten-
tie op het studentikoze cynisme van schapsmensen met een tophonora-
de naoorlogse student, waardoor men rium die op alle mogelyke momen
ineens het oude vertrouwde denk- ten (gelegen of ongelegen» informa-
beeld van de universitaire opleiding tie kan verschaffen die de regering
als basis voor een maatschappelyke ongewenst acht. Slechts hierdoor kan
geborgenheid ging verlaten. De ont- een openheid mede op wetenschap
wikkelingen in de maatschappy heb
ben dit oude vertrouwde beeld on
dergraven.
Prof. Van Arkel stelde nadrukke-
lyk, dat de wetenschap zich sterk
bewust moet zyn van haar maat
schappelyke consequenties, vooral
omdat de wetenschap door haar re
volutionaire groei in steeds toene
mende mate een bepalende factor
wordt in het maa tschappel ij k bestel
peiyk gebied ontstaan die op het
ogenblik zo hard nodig is. Het ver
schaffen van dergeiyke informaties
is tot nu toe het monopolistische
voorrecht van over 't algemeen links
georiënteerde of geëngageerde weten
schapsbeoefenaren. wier uitlatingen
a priori met party-politieke kleuren
worden getint.
Prof. dr. F. Staal behandelde de
positie van de academicus als ..now
Daardoor ook is het dringende here man" in sterke mate vanuit een
LEIDEN
Tot de verkeerszondaars, die
gisteren op de zitting van de
Leidse kantonrechter, mr. W. de
Koning, verstek lieten gaan be
hoorde ook de 28-jarige straat-
maker uit Leiden. Hij had, zo las
de kantonrechter in het proces
verbaal, een autowrak enkele da
gen op een parkeerstrook op de
Utrechtse Veer laten staan en wel
ondanks herhaalde politiële waar
schuwingen. Het wrak werd uit
eindelijk van gemeentewege weg
gesleept en de halsstarrige straat-
maker kreeg een proces-verbaal.
Hieruit kwam eveneens naar voren,
dat verdachte er een gewoonte van
maakte oude auto's op te kopen en
deze in afwachting van een koper by
zyn huis te parkeren. „Daar zal een
eind aan moeten komen", merkte de
kantonrechter op. De officier, mr. T.
van Daal en, vond verdachtes han-
delwyze zeer afkeurenswaardig en
eiste een geldboete van f50 subs. 5
dagen, alsmede bij wyze van waar
schuwing bovendien nog een voor
waardelyke boete van f 100 subs. 10
dagen met een'proeftyd van 2 jdar.
Voorts vroeg hy vernietiging van
rijkswege van het in beslaggenomen
wrak.
De kantonrechter vonniste by ver
stek conform.
I Nadat een, eveneens niet versche-
j nen, 24-jarige grondwerker uit Was-
senaar met zyn auto op de Trek-
I vlietbrug was geslipt, kwam aan 't
licht, dat hy geen rybewys en geldig
j kenteken bezat. Verdachte kon des-
tyds geen verklaring van de slippar
tij geven. De officier vond het een
i vreemde zaak en verondefstelde, dat
drankgebruik een rol speelde,
j Hy eiste tegen de, zyns inziens zeer
onverantwoordelyk handelende, ver
dachten 3 geldboeten van resp. f 100
f 50 en f 150 subs. 30 dagen, 'een week
voorwaardelyke hechtenisstraf met
een proeftyd van 2 jaar en een voor
waardelyke ontzegging der rybe-
voegdheid voor de tyd van 6 maan
den met een proeftyd van 2 jaar. De
kantonrechter bracht de totale geld
boete weliswaar op f 250 subs. 25 da-
j gen maar verhoogde de hechtenis-
I straf tot 2 weken. Inzake de voor-
I waardelyke intrekking der rybe-
vcegdheid vonniste hy by verstek
conform.
Een 20-jarige vloerlegger uit Leiden
werd conform de eis by verstek ver
oordeeld tot een geldboete van f 150
subs. 15 dagen en een week voor
waardelyke hechtenisstraf met een
proeftyd van 2 jaar.
Ingevolge een tip van de Rykspoli-
tie te Dronten. waar de vloerlegger
op fazantenjacht was geweest, ont-
j dekte de Leidse politie, dat hy een
mausergeweer en de nodige munitie
I voorhanden had.
Het rechtscollege nam een en an-
I der zeer hoog op en bepaalde even
eens, dat wapen en munitie van
rykswege zullen worden vernietigd.
Een 24-jarige vertegenwoordiger uit
Den Haag was al enige malen eerder
veroordeeld wegens het overschrijden
van de maximum snelheid.
Vandaar, dat zowel de kantonrech
ter als de officier het byzonder af
keurenswaardig vonden, dat de ver
tegenwoordiger nu weer voor hetzelf
de feit terecht moest staan.
Een motoragent constateerde,
dat verdachte met zyn auto op de
Leidseweg een snelheid van 90 km/
ontwikkelde om vervolgens de Pa
penlaan met een snelheid van 130
km/u te „nemen Hierby over
schreed hy tevens een dubbele wit
te streep op het wegdek, hetgeen
hem op een derde proces-verbaal
kwam te staan.
Verdachte kon de snelheidsovertre-
j dingen niet ontkennen. Hy stelde
zich alleen te weer tegen de derde
tenlastelegging. Hy had zi. die
I streep niet overschreden. De officier
I hield zich echter aan de waarneming
van verbalisant. Hy eiste drie geld-
I boeten van resp. f 120, f 170 en f 30
I subs. 30 dagen en de voorwaardely
ke intrekking van verdachtes rijbe
voegdheid voor de tyd van 6 maan
den met een proeftyd van 2 jaar.
In zyn vonniswyzing adviseerde de
l kantonrechter verdachte zyn rijstijl
drastisch te wyzigen. „Anders raakt
u onherroepelyk enige tyd uw rybe
wys kwyt en loopt het. gezien uw
beroep, absoluut mis met U".
Hy stelde vervolgens de totale boete
op f 300 subs. 30 dagen en vonniste
inzake de voorwaardelyke ontzegging
conform.
„U bent heel erg dom geweest. Nu
begin u een zeer ernstige fout en
zult overeenkomstig worden gevon
nist". Deze „les" gaf de kantonrech
ter aan een 24-jarige werkster uit
Leiderdorp. Zy reed destyds met
haar rijwiel op de Jan van Houtka
de zonder brandend voorlicht en zou
er inderdaad met een lichte geldboe-
j te zyn afgekomen, ware het niet, dat
zij een valse naam opgaf.
„Ik had geen geld by me om die
bekeuring af te kopen en dacht er op
deze wyze onderuit te komen", zo
verklaarde verdachte haar niet ge
slaagde opzet.
„Verdachte handelde byzonder laak
baar. Zy veroorzaakte de politie veel
last en moeite by het uitzoeken van
haar ware identiteit", aldus de offi
cier in zyn requisitoir, dat resulteer
de in een eis tot een geldboete van
f 10 subs. 1 dag voor het rijden zon
der lioht en een geldboete van f 50
subs. 5 dagen voor het opgeven van
een valse naam.
Het vonnis luidde geheel conform.
Prof. Staal tijdens de voor
dracht, waarin hij internationa
lisatie van de universiteiten voor
stelde als middel tot groei van
een wereldeenheid.
filosofisch standpunt, waarbij hy
vooral aandacht vroeg voor de vraag
of objectiviteit, neutraliteit, waarde-
vryheid, jnaatschappeiyk engage
ment en vorming tot maatschappe-
lyk verantwooi-delykheidsbesef al of
niet wenselyke elementen in weten
schapsbeoefening en bovenal uni
versitaire vorming zyn. Ten aanzien
van de objectiviteit wees hy zowel de
orthodoxe liberale als Marxistische
opvatting van de hand maar huldig
de een opvatting daartussen, niet als
compromis maar als zelfstandige me
ning.
Het maatschappelijk engagement
achtte hy een historisch gegroeid
gegeven, en een praktische noodzaak
omdat de maatschappy de middelen
fourneert (tot langzamerhand fan
tastische hoogte) om de universitei
ten in stand te houden.
Met betrekking tot het verantwoor-
delykheidsbesef merkte prof. Staal
op, dat dit by de studenten gezien
de ervaringen van de laatste decen
nia veel meer te vinden is dan by
hoogleraren. Hy releveerde, dat van
vrijwel alle grote universitaire centra
geestelyke leiding op basis van maat
schappelyke verantwoordelykheid is
uitgegaan, voornameUjk door het toe
doen van de studenten.
Ten aanzien van de wenselyke sta
tus van de universiteit kwam hy
met de door hemzelf voor de eerste
halve eeuw nog utopisch genoemde
mogelykheid, de universiteiten, die
nu eenmaal een macht in de maat
schappy vormen .te internationali
seren. Nu zyn de nationale Univer
siteiten niet afhankelyk. omdat zy
nationaal worden gefinancierd.
Slechts langs deze weg is. door de
internationalisering van grote
machts- en gezagsconcentraties als
de universiteiten zijn, een wereldeen
heid op te bouwen. De enige andere
mogelykheid tot mondiale eenwor
ding is de ongeremde groei van één
natie ten koste van de andere, en
deze weg is om redenen, die geen na
der betoog behoeven, onaanvaard
baar. De utopie kan het best bevor
derd worden door steeds sterker in
ternationale contacten van studen
ten en wetenschapsbeoefenaren, wel
ke beweging de vruchtbaarste voe
dingsbodem heeft ln kleine landen.
LEIDEN Het „environment" dat
in de oude. super-eerbiedwaardige
Pieterskerk als achtergrond dient
voor het lustrumcongres „Weten
schap en Welzyn" van de Leidse
universiteit heeft al heel wat re
acties van ontdanen en gekwet
sten opgeleverd. De ingezonden-
stukkens<rhryvers spraken over
„smakeloosheid" en „ontwyding
en de kerkvoogden hebben kort
daarop de verwydering gelast van
een aantal door de Vrye Akade-
mie vervaardigde objecten. De
eerste conclusie is dat het dan wel
heel erg moet zyn, want in deze
kringen heeft men sinds „Zo is
het toevallig ook nog eens keer"
het beeldscherm onveilig maakte,
het een en ander geleerd. Reden
dus voor iemand, wiens cultuur-
peil niet al te hoog staat, om met
wild kloppend hart naar de Pie
terskerk te stappen en de geeste
lyke verwoesting zelf gade te
slaan.
Het environment laat, althans by
my. na royale kennisneming een
licht gevoel van teleursteling ach
ter. Dat is alles. De kreten, die
by tientallen aan het indrukwek
kende touwwerk hangen gaan over
bekende zaken en uitwassen in de
maatschappy. Ze Ujken op wat uit
de hand gelopen krantekoppen,
iedereen heeft ze in een of an
dere vorm wel eens gehoord of ge
lezen. De vindingrijkheid en de
scherpte laten nogal eens wat te
wensen over. Misschien hoeft dat
allemaal niet by 'n environment.
Het kan zyn. Het gevolg is ech
ter dat Je dwars door vele opmer
kingen heenloopt zonder dat ze
iets losmaken: door de kreetjes de
Kreet niet meer zien. „Een hoog
leraar is iemand die een briljante
toekomst achter zich heeft" en „In
myn tyd was dat anders.. Vindt u
het ook geen tuig" zyn oude grap
jes die het opschry ven niet meer
waard lyken.
Zo is er wel meer. Daar staan enkele
zeer venynige tegenover: .Probeer
het eens met een infarkt" en dat
apparaatje dat „een minuut stilte
voor een kwartje" aanbiedt. Beeldig
een ander woord heb ik er niet
voor is die geweldige grote
doorzichtige pop met al die aan
en uitfloepende lichtjes en met die
vogeltjes ln zyn borstkas Die vo
geltjes die mogen en dat paard
dat zondag de kerk binnenstapte
dat mocht ook, maar die kippen
rond die grafzerk van Boerhaave,
dat kon weer niet Hoe zit dat
toch?
Nu we dan toch by de verwyderde
spulletjes zyn aangeland: ook die
zyn nog te bezichtigen. Er is een
hoekje in de kerk afgeschermd
waar zy zyn verzameld. Dat is wat
onbegrijpeiyk. Als de kerkvoogdy
verwydering gelast dan ïykt my
logisch dat zy op totale verwyde
ring aandringt en niet akkoord
gaat met tentoonstelling ervan in
een afgeschutte ruimte in diezelf
de kerk. De ergste zaken liggen
opgestapeld in de consistorie
kamer. Er is een grol by, waarin
ik kan meevoelen met de kerk
voogden (.Je kan gemakkelyk
lullen, zolang Je er geen kind van
krygt"). Maar er zyn andere din
gen, waar je de argumentering
voor het verbod wat moeiiyker
kunt raden.
Op het moment dat ik de verboden
waarin my opneem, staat 'n oude
academicus (ik schat dat hy zyn
bul in 1917 of daaromtrent heeft
gehaald» te praten met een Jonge
student. De oude heer: „Ik be-
gryp Jullie niet. het is zo vul
gair en medogenloos. En dan in de
kerk". De student: „Dë wereld is
ook hard. vulgair en medogenloos
en het kan geen kwaad als de
kerk, die er zich nooit wezeniyk
mee bemoeid heeft er eens mid
denin wordt gezet
De oude onderbreekt hem glim
lachend en zegt. „Nee, nee. laat
maar. Het is aan my niet besteed.
Je leert een oude hond niet zo
makkeiyk meer nieuwe kunstjes.
tn dat hele environment is een ding
dat my raakt, wat niet hetzelfde is
als .boos maakt" of „kwetst". Het
is het portret van een uitgehon
gerd jongetje uit Blaf ra Een leven
dat nooit echt leven heeft bete
kend. Daaronder staat geschreven:
.Jk wil bolletje".
RUUD PAAUW.
LEIDEN Voor twee wedvluch
ten, zaterdag vanaf Chateauroux en
zondag vanuit Pont St. Maxence.
hadden leden van de Leiderdorpse
postduivenvereniging „De Rynklie-
vers" hun postduiven laten inschrij
ven. In totaal waren er 237 duiven,
die aan deze vluchten deelnamen De
uitslagen waren als volgt: (Chateau
roux)
1. Gebr Kok. 2. P. v. Griensven. 3 A.
Dubbelaar, 4. J. Zevenhoven. 5 M.
Jongeleen. 6 a. v d Dop en Zn., 7.
a. Dubbelaar, 8. D. Zwaan. 9. J. v. d.
Wal, 10. a. v. d. Dop en Zn., 11. a.
Dubbelaar. 12. M. Jongeleen. 13. P.
v Griensven. 14 P. Veelenturf, 15.
Gebr. Kok: (Pont St. Maxence»
1. v. Alphen-Habraken. 2. M Jonge
leen, 3. a. v. d. Dop en Zn.. 4. a.
Dubbelaar. 5. N. v. d. Linden. 6. A. v.
d. Dop en Zn.. 7. Gebr Kok. 8. A.
v d. Dop en Zn.. 9. idem. 10. J Ze
venhoven. 11. J. Brugman. 12. M.
Jongeleen. 13. P. Veelenturf. 14 A.
Dubbelaar. 15. R. Lolkes de Beer.