^Gigantisch probleem in achten opgedeeld Minister trekt ontwerp wet op PBO in Hoe werkt het Wereldvoedselcongres in Den Haag? (I) Na amendement van de VVD en de oppositie caballero. de sigaret 'riomf voor n Karajan TIENJARIGE MET KOTTER DE ZEE OR "De Rijnstreek"* heeft nog geen watertekort SDAG 10 JUNI 1970 IHDSC11 DAGBLAD FAGINA f Het tweede wereld voedselcon- trokken zijn by of geïnteres- gres. dat van 16 tot 30 juni in Den Haag plaatsvindt, is een ontmoeting van personen zon der officiële status. Op ad vies van de regeringen van de 119 lidstaten, heeft de FAO mannen en vrouwen die allen op de één of andere manier be- seerd zjjn in ontwikkelingssa menwerking voor dit congres uitgenodigd. In totaal zullen er 1500 congresdeelnemers zijn. Het congres w ordt geopend door Koningin Juliana. Op de „plechtige openingszitting" zul len vervolgens het woord voe ren: secretaris-generaal van de Verenigde Naties Oe Thant, de Canadese oud-premier, en op steller (in opdracht van de We reldbank) van het belangrijke rapport Partners in development Lester Pearson., oud-directeur- generaal van de FAO Lord Bovd Orr; oud-directeur-generaal van de FAO, en initiatiefnemer tot het eerste wereldvoedselcongres in Washington, 1963, dr. B. R. Sen, minister voor Ontwikke lingssamenwerking drs. B. U- dink en de burgemeester van Den Haag, mr. V. G. M. Marij- nen, in zijn hoedanigheid van gastheer. De huidige directeur- generaal van de FAO. de Ne derlander ir. A. H. Boerma, komt pas de tweede dag aan het woor.d, evenals de voorzit ter van het congres, de Neder landse minister van Landbouw, ir. P. J. Lardinois. Het congres zal zich opsplit sen in commissies, acht in to taal, die ieder bepaalde aspec ten van de wereldvoedselproble- matiek zullen doorwerken. Daarnaast zijn er plenaire ver gaderingen met discussies on der leiding van panels, waarin bekende „ontwikkelingspersoon lijkheden" zitting zullen heb- heb als dr. Raul Prebisch l oud voorzitter van de Wereldhan delsconferentie), de Nederlandse econoom en hoogleraar prof. Jan Tinbergen en Paul Hoff man, directeur van het ontwik kelingsprogramma van de Ver enigde Naties. De commissies zullen rappor ten van het verloop der bespre kingen maken, terwül tenslot te een slot-rapport zal worden opengesteld, waarin het congres aanbevelingen zal doen voor de wereldvoedselpolitiek in het tweede ontwikkelingsdecennium, dat dit jaar is begonnen. Het congres stelt uitdrukkelijk dat het hier gaat om aanbevelin gen niet om uitgewerkte plan nen of eisen. (Van één onzer redacteuren) iet gigantische probleem van voedselvermeerdering rbetering te kunnen hanteren wordt het op het yoedselcongres in acht moten gehakt. Voor elk eet is er een commissie, met bijbehorend rapport, jrenlange discussies tot conclusies en aanbevelingen omen. Die beraadslagingen worden in twee fases de eerste betreft de huidige situatie en wat daar igends aan moet gebeuren (commissie I - IV), in »ede stadium gaat het om de mobilisatie van hulp- i en publieke opinie commissie V - VIII ivan de isisstukken zijn er vijf opgesteld door de FAO. drie idere organisaties en particulieren. Ook zonder de celijke vermelding van het auteursschap bij de en zou het verschil wel gebleken zijn uit de an- nadering. De toon van de laatste drie doet minder tisch maar kritischer aan. iet congres ligt de primaire behoefte van de mens ndslag: eten. En voor er over verandering in menu ere zaken kan worden gepraat moet die „basis voorziening" worden veiliggesteld. Dat is de op- or commissie I, en betreft dat deel van de wereld, emiddeld per persoon per dag hooguit 2200 calo- eschikbaar is, de ontwikkelingslanden (een ont- hoeveelheid is 29003000 calorieën). Dit zijn emiddelden. Met name in de ontwikkelingslanden ITote onderlinge verschillen: in twaalf van de arm een bevolking van 1.172 miljoen is er een voedsel- van meer dan tien procent. Een doorbraak in de lituatie noemt rapport I het gebruik van nieuwe variëteiten, met „dikwijls spectaculaire opbreng- ilaar die successen zijn nog te beperkt dat een al- irerbetering in zicht is, temeer daar „alle vorderin- ;lke op korte termijn mogelijk schenen, op den mr kunnen worden weggevaagd als de wereldbe- blijft groeien". Als andere noodzakelijke voorzie- worden verbetering van grond- en watergebruik, ictuur en het verlenen van kredieten genoemd, mtelwoord in commissie- en rapport II is eiwit. Is voedselvoorziening veiliggesteld, dan kan het dieet verbeterd en de levensstandaard verhoogd. „Com- I zal de verbreiding van de eiwitondervoeding en de oorzaken hiervan onderzoeken. Het punt waar het om gaat bij het verhogen van het levenspeil is het be schikbaar maken van een beter en meer gevarieerd dieet". Dit probleem wordt voedsel technisch geanalyseerd, wat tot de conclusie leidt dat de voornaamste doeleinden op lange termijn zullen zijn het ontwikkelen van variëteiten peulvruchten met hoge opbrengst en granen met een hoog eiwitgehalte, evenals verbetering van de veestapel. „Ondanks de aanhoudende trek van de dorpen naar de steden zal het aantal mensen dat op het platteland woont blijven stijgen door de hoge geboortecijfers. Daardoor wordt een zeer belangrijk vraagstuk voor de ontwikke lingslanden het schepen van steeds meer werkgelegenheid op het platteland, speciaal voor de jongeren. Dit probleem wordt nog gecompliceerder door het gebrek aan infrastruc tuur". Dit is de problematiek waar commissie III zich mee bezighoudt. Zij moet zoals het desbetreffende „work paper" formuleert de discussies in de commissies I en II naar een climax voeren: hoe kan de plattelandsbevol king een kans op een nieuw en beter leven krijgen? Waarschijnlijk nog moeilijker dan het bevredigen van de basisvoedselbehoefte is het waarborgen van de werk gelegenheid op het platteland. Een „ontstellend" zware taak. In de meeste ontwikkelingslanden is ruim de helft van de bevolking nog geen 20 jaar. Daarvan woont ruim drie kwart op het platteland. Deze jongeren moeten, in een vroeger stadium dan nu gebruikelijk is, worden betrokken bij de besluitvorming op alle niveaus, de regering inbe grepen. De eerste fase van de conferentie wordt afgesloten met de beraadslagingen in commissie IV over handelspatronen en -politiek. Daarbij gaat het om handelsverkeer in alle richtingen, van ontwikkelingslanden naar rijke naties en omgekeerd en tussen de minder ontwikkelde landen onder ling. „De toegangsmogelijkheden tot de markt in de ont wikkelde landen worden grotendeels bepaald door de po litiek, die in deze landen wordt gevolgd. Iedere poging deze landen ervan te overtuigen dat zij hun beleid op noodzakelijke punten moeten veranderen, dient onderno men te worden. Hoge prioriteit moet ook worden toege kend aan de uitbreiding van de handel tussen de ontwik- kelingsstaten onderling" Belangrijkste exportartikelen van de ontwikkelingslan den zijn en blijven landbouwprodukten. Daarom is pro- duktievermeerdering ook van het grootste economische belang. Temeer daar de verhoudingen in de handel steeds ongunstiger zijn geworden voor de ontwikkelings landen. De ontwikkelingshulp uit de „publieke sector' -regerin- gen, internationale organisaties etc. wordt geanalyseerd door commissie IV. waarmee de discussie in een nieuw stadium belanden. Het rapport constateert, dat de laatste jaren enkele lichtpunten zijn gesignaleerd, die enig opti misme voor de toekomst rechtvaardigen, feit blijft dat van 19551965 de bruto-landbouwproduktie is gestegen met 2,8 procent, terwijl voor de ontwikkelingslanden een groei percentage van vier procent noodzakelijk is. Gerefereerd wordt aan het bekende rapport-Pearson over deze problematiek, waarin wordt opgeroepen tot in ternationale samenwerking, reëel opgezet en verstandig uitgevoerd, om een duurzame en constructieve relatie tus sen de ontwikkelde en ontwikkelingslanden te bereiken Rapport II stelt dat er heel wat fouten kleven aan de huidige ontwikI-°'ingshulp. Een daarvan is dat de meeste Donor landen h blindstaren op de hulp in de vorm van projecten. Aile organisaties moeten kiezen voor een buigzamer benadering. De helft van de financiële ontwikkelingshulp uit de OESO-landen wordt aangedragen door particuliere orga nisaties (5.843 miljoen dollar in '68). Dit demonstreert overduidelijk het belang van deze sector, die ter sprake komt in commissie VI. Heel nadrukkelijk wordt nog eens gewezen op de groei van de wereldbevolking, waarin alle landen afhankelijk van elkaar zijn: in 1970 3 632 miljoen mensen, in 1980 4.934 miljoen. Van de groei komt 85 pet, voor rekening van de onwikkelingslanden. „Vooral de par ticuliere organisaties moeten het steeds weer als hun taak zien het belang van het menselijk element in de ontwik kelingshulp te beklemtonen, het feit dat de mens basis is van alle ontwikkeling, dat de hulp erop gericht moet zijn het welzijn van die mens te bevorderen. „Geadviseerd wordt om. het contact met het bedrijfs leven uit te breiden tot kleine en middelgrote bedrijven. Prioriteiten in de hulpverlening zijn training en onder wijs voor de plattelandbevolking en het bevorderen van de werkgelegenheid in deze gebieden, zegt rapport VI. Daarbij moeten de particuliere organisaties zorgvuldig be kijken waar en hoe zij kunnen samenwerken en welke coöperatie met de publieke sector zinvol is. De internationale vrijwilligers krijgen alle aandacht in commissie VII. Twee veelbetekenende opmerkingen uit het desbetreffende rapport: ..Helaas is er heel weinig gedaan om de bijdrage van de vrijwilligers aan de ontwikkelings projecten te evalueren en nog minder aan publiciteit over hun werk. Dit ernstige tekort is hieraan te wijten dat de internationale organisaties nog niet tenvolle doordrongen zijn van de waarde die de inbreng van de vrijwilligers heeft, De vrijwilligers-organisaties blijven daardoor geïso leerd". „We moeten er wel zeker van zijn dat recente ontwikke lingen verbeterde samenwerking tussen VN en vrijwil ligers beantwoorden aan de eerlijke wil om meer men sen bij de ontwikkelingspogingen te betrekken en niet al leen lippendienst betekenen om de radikale jeugd tevre den te stellen". Het moet zo worden dat het publiek bij de regeringen aandringt op realisering van de aanbevelingen van het Wereldvoedselcongres. Hoe de mentaliteitsverandering, die daarvoor nodig is, kan worden bereikt wordt nagegaan in de laatste commissie VIII. „Het feit dat de oudste vijanden van de mens honger, ziekte en ontwetend- heid in één generatie uitgebannen kunnen worden heeft geen enthousiasme gewekt en geen gevoel van vreugde ver oorzaakt. In plaats daarvan is er een vaag onuitgesproken gevoel dat er iets mis is, een zich bewust zijn van on recht. hetgeen woede, cynisme en geweld oproept". Om dit te veranderen is betere informatie en scholing in de ontwikkelde landen nodig, waarbij met name het onder wijs op alle niveaus een allerbelangrijkste rol heeft. Wordt ook die goed gespeeld, dan is er een kans dat het publiek doet wat rapport VIII ervan verwacht, bij de huidige stand van zaken een vrome wens. (wordt vervolgd) HEIN JANSEN (AP) De dirigent Her- Karajan heeft gisteravond eerst in zes jaar in Wenen concert gegeven, ities voor hem en de Berli- Iharmoniker waren „Mexi- Btenrijkse dirigent is destijds rumoer afgetreden als hoofd Weense Staatsopera. Hij zei meer in Oostenrijk te zul len maar maakte daar la- van, want hij bleef ar- steur van de Salzburger van het naderhand „Wagner-paasfestival" Karajan op het podium jouden zaal van de Weense rein" verscheen werd hy al it. Na het concert, dat ge- Van Beethoven was gewijd i ovaties oorverdovend. Karajan het niet b(j dit »n in Wenen zal laten is Hij is daar klaarblijkelijk it tevoren. •unies" van de Londense li club maken hier op Ches- are in de Britse hoofdstad voor een liefdadigheids- in de Engelse hulporgani- )or invalide kinderen dooi lig aan een ijsje te lik- bunnies" zijn van links 'hts: ClaudiaCarol. Katy Adrian. DEN HAAG iANPi Eten tienja rige jongen is gisteravond met de kotter „Alida" de Scheveningse ha ven uitgevaren. Hjj was van huis weggelopen en op de vlucht. Het avontuur liep goed af. Radeloos geworden manoeuvreerde de jon gen het schip naar de haven te rug. Inmiddels was de reddings boot „Bernard van Leer" uitgeva ren om de „kaper" te verhinderen er met het schip, de Scheveningen 31, van door te gaan Het onbegrijpelijke was. ook vol gens de havenautoriteiten, dat de jongen er in slaagde in zijn eentje de haven uit te komen. Hij pas seerde volgens de regels een jachtje, dat juist binnenliep en koerste vervolgens naar zee. De jon gen zei na afloop, dat h(j bijzonder bang was geworden. Hij had ge huild en was toen maar terugge keerd. Hij was blij, dat de red dingsboot langszij kwam om hem te helpen en om de eigenaar aan boord te brengen. I zef ik met 'n glimlach" helemaal geen politieke consequenties hieruit te willen trekken. Ook het kabinet was unaniem wan mening dat het beter is dat dan het hele wetsont werp wordt teruggetrokken, zo zei minister Roolvink. Hij wil zich in dat geval rustig gaan beraden en te zijnertijd advies vragen aan de SER. Voor de stemming gisteren plaats vond deelde dr De Meijer «KVP) voormalig staatssecretaris van Soci- ale Zaken, mee dat h(j als enige van zijn fractie voor het amendement Geurtsen zou stemmen". Mijn beleid was altijd gericht tot sanering en democratisering van de PBO", zo deelde hij de Kamer mee. Het amen dement werd daarom met 63 stem men voor en 59 stemmen tegen aan genomen. waarna minister Rool- vink verzocht de beraadslagingen te schorsen omdat hij de bedoeling had het wetsontwerp in te trekken. RIJNSTREEK In tegenstelling tot vele andere waterleidingbedrijven kampt „De Rijnstreek" nog niet met onoverkomenlijke moeilijkheden. Toch doet het bedrijf op de inwo ners van de gemeenten Waddinx- veen. Boskoop. Hazerswoude, Kou dekerk. Zoeterwoude, Leiderdorp. Woubrugge, Alkemade. Leimuiden en RÜnsatei woude een beroep uiterste zuinigheid te betrachten. (Van onze parlementaire redactie DEN HAAG <GPD) Nadat een kleine meerderheid van de Twee de Kamer gisteren voor een amandement van het liberale kamerlid Geurtsen stemde, heeft minister Roolvink Sociale Zaken) zijn hele voorstel tot wijziging van de wet op de Publiekrechtelijke Bedrijfs organisatie (PBO) ingetrokken. Slechts de drie grote confessione le partijen <KVP. ARP en CHU» waren het met de bezwaren van mi nister Roolvink tegen dat amende- mendement eens) alle andere fracties steunden de heer Geurtsen. die zoals bekend voorstelde in de wet op de PBO op te nemen de mogelijk heid tot het houden van vrije ver kiezingen van de zgn. schapbesturen. ADVERTENTIE anders dan andere. Bedrijfsleven fooeelspaelster en TV-»ctric« Ingeborg Elzevier Vorige week al had minister Roolvink laten weten overwegende bezwaren te hebben tegen dit amen dement. dat volgens hem een over rompeling van het bedrijfsleven be tekent. Hij stelde toen aan de Ka mer voor hierover een advies aan de SER te vragen en te wachten met het aanvaarden van het amende- ment. dat mede door de heren Van der Ploeg (PvdA) en Nypels 'D'66) was ondertekend. Gistermiddag stelde zich vooral het AR-kamerlid Biersma bijzonder fel op tegen de VVD. Hy vond de VVD. PvdA) en D'66 een „wat merkwaar dige groepering, die de band gemeen hebben, dat zij alle duidelijk anti confessioneel zijn". De heren Vel- I lenga (PvdA) en Geurtsen namen hem deze uitspraak zeer kwalijk Geurtsen: „Wij vinden dat confessie 1 niet de grondslag van organisaties behoort te zijn, maar daarom ziin we nog niet anti-confessioneel". Dra. Boersma„dat noem ik dan anti confessioneel". Opschorten Het. socialistische kamerlid en vak bondsleider Sake van der Ploeg ver klaarde het niet eens te zijn met de uitspraak van minister Roolvink dat dit amendement een overrompeling van het bedrijfsleven betekent. Hij had tot nu slechts één telegram ont vangen (van NKV en CNV) waarin de gedachte geopperd wordt, de be handeling van het amendement op te schorten. Minister Roolvink deel de echter mee dat ook de christelij ke en algemene ondernemersbonden en het landbouwschap in deze zin hebben gereageerd. Hoewel drs. Boersma zyn partijge noot. Roolvink „onze zegen gaf als hy bij aanvaarding van bet amen dement de oonsequenties »ou trekken" verklaarde de bevindeman" en dat

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1970 | | pagina 7