I
Ss.
TATIES
jBORD
JFKIAS
RADIO-CASSETTE
RECORDER
AFWERKEN
IJECTIETAFEL
|ECT-
1ÉRWIJS
iHOLOOG
ANWIJZER
RADIOVISIE
RANDDIENSTEN
RECTOR
REGIONALE CENTRA
REGLEMENTEN
REPRODUKTIE
RESPONSE
RIVALITEIT
SCHOLING,
VOORTDURENDE-
ROKEN
SAMENWERKINGS
SCHOOL
SCENARIO
SCHOLEN
GEMEENSCHAPPEN
SCHOLING,
BIJ- EN HER-,
VAN ONDERWIJZERS
EN LERAREN
SCHOOLADVIES
DIENSTEN
SCH00LDEKAAN
SCHOOLBLIJVEN
SCHOOLBORD
SCHOOL
PSYCHOLOOG
SCHOOLRADIO
SCHOOLEXCURSIE
SCHOOLREISJE
SCH00L-
GENEESKUNDIG
ONDERZOEK
SCHOOLKAMP
SCHOOLKRANT
SCH00LRIJP
SCH00L-
(TAND)ARTS
SCHOOLTELEVISIE
SCHOOLVERZUIM
den geleverd door individu-
inderen en dienen derhalve
individueel beoordeeld te
J.L.
ijk komt een kind op school
leren. Zijn prestaties daar,
rukt in cijfers, en de over-
zijn belangrijk. Maar pre-
ven belangrijk is het, of hij
n heeft, of hij met de juf of
lester overweg kan, of hij
jes kan maken, zijn vrije
an besteden, kortom: zich
tig voelt. Zonder plezier in
zrijn de prestaties trouwens
beneden het niveau dat je
chten mag; alleen met zin
werk presteer je wat.
H. v. D.
Aan het .centraal uitsturen" van
lessen per radio komt wel wat
te pas.
de schoolradio: de Ned. Schoolra
dio, KRO en NCRV schoolradio.
Zie ook Radiovisie en Radio-Cas
sette-Recorder.
W.H.B.
wandbord van zacht mate-
waarop mededelingen enz.
punaises bevestigd kunnen
W.H.B.
n de methoden om leerlin-
het basisonderwijs gemo
te adviseren bij de keuze
Iciet type voortgezet onder-
jdat zij het best kunnen
volgen. De leerlingen gaan
lor ongeveer een week naar
ihool die ze graag zouden
e bezoeken, waarna de do-
I een indruk van deze leer-
hebben gekregen. Zie ook
W.H.B.
Radio en cassette-recorder in één
apparaat, meestal voorzien van
automatische opnamesterkte-rege
ling. Hiermee is het probleem
van de inpassing in lesroosters
simpel op te lossen: het ding
neemt stilletjes de uitzending op
voor later gebruik. Wordt in vele
uitvoeringen aangeboden.
W.H.B.
iin
^rin
3
11 c
hetzelfde als schriftelijke
ngen. Ik weet niet hoe
andere scholen is, maar
Ij op school is het zo, dat
eloefwerk altijd van te voren
^ven is; bij een schriftelijke
lCtadelinge overhoring is dat
^noodzakelijk. Proefwerken
ook op gelijke tijd gege-
"^orden voor b.v. alle eerste
a' tweede klassen. Dan heten
^proefwerken (op de ba-
vtol standaardproefwerken;
k daar). Die peilproefwer-
ebben dan voor elke klas
inhoud. Op scholen met
één eerste en één tweede
h«nz. is zoiets natuurlijk on-
ook Brugklas.
J.E.
inklapbare, vrij hoge en
tafel voor projectie
duur.
is de naam die KRO- en NCRV
schoolradio voeren omdat naast
auditief ook visueel materiaal
wordt aangeboden in de vorm
van dia's. Uiteraard behoort ook
schriftelijk materiaal in de vorm
van leerlingen-werkboekjes en
van begeleidende documentatie
voor docenten tot het pakket.
W.H.B.
k Psycholoog
latschappelijke
ning en Groepen)
e^e Schooladvies-
is iemand die door
e. ïsprek en door testen (zie
probeert zich een beeld
ien van zijn cliënt en hem
in kennis poogt te helpen,
weg te vinden die de
'g |het beste kan gaan. Met
J woorden: een psycholoog
'°3)oit de moeilijkheden op
v0^t u hoogstens de zaken
r 3 en duidelijker te zien of
op nieuwe mogelijkheden.
:hoolpsycholoog geeft ad-
ver de beste opleiding die
a :n bepaald kind geschikt
stal geeft hij een keuze
verschillende mogelijkhe-
in toekomstige beroepen,
|die keus te maken. Ook bij
moeilijkheden op school:
in, zitten blijven, moeilijk-
n het contact, kan de psy-
raad geven.
H.v.D.
eld
:e.rlci
lam die een gerichte licht-
geeft in de vorm van een
iermee kan op geprojec-
beelden iets aangewezen
geheimzinnige wijze gelui-
essi i muziek weer die men el-
rn itzendt. Kan dus ook „over-
goe< ssen weergeven die cen-
eraa itgezonden worden. Drie in-
verzorgen in Nederland
Een modern apparaat dat wel
vrij wat makkelijker bereikbaar is
voor de gemiddelde school, mede
door de korting door aankoop via
het Rijksinkoopbureau: de radio
cassette-recorder. De meester ge
bruikt het ding voor het muziekje
tijdens een proefwerk (zie Vero
nica), voor het stil opnemen van
de schoolradio en het later ten
gehore brengen, en met de bijbe
horende microfoon voor het op
nemen van klassegesprekken.
de bestaande pedagogische centra
onvoldoende over het land zijn
verspreid om ten volle nuttig te
kunnen werken. Velen zijn van
mening, dat deze regionale centra
beter gekoppeld kunnen worden
aan de universitaire pedagogische
centra, omdat men hiermee een
verder oprukken van de verzui
ling in het onderwijs kan tegen
gaan. Regionale centra kunnen
met name zorgen voor overdracht
van kennis aan de leerkrachten
en voor begeleiding van scholen
bij het uitvoeren van experimen
ten, zoals die worden uitgedacht
door de pedagogische centra.
In ons land zijn al wel een paar lo
kale instituten, die ongeveer ge
lijkgericht zijn als de regionale
centra. Den Haag heeft een P.C..
waar ondermeer het plan is ont
wikkeld om het zittenblijven te
gen te gaan. In Rotterdam ope
reert een wetenschappelijk bu
reau dat zich bezig houdt met ex
perimenteren, het evalueren en
bijsturen ervan. Schoolverzor-
gingsdiensten kunnen bijstand ge
ven aan leerlingen, die moeilijk
heden hebben met 't leerproces.
Zij kunnen beslissen of een kind
extra hulp nodig heeft of dat het
beter is het door te verwijzen
naar een school voor Buitenge
woon Lager Onderwijs. Zie ook
onder Schooladviesdiensten.
Ook het werk van de pedagogische
instituten kan gevat worden on
der de noemer regionale centra.
Deze instellingen observeren in
de observatiescholen die kinde
ren, die in een normale school
niet te handhaven zijn. Vaak zal
men adviseren deze kinderen on
derwijs te laten volgen aan spe
ciale scholen voor kinderen met
leer- en opvoedings-moeilijkhe-
den, de L.O.M.-school. De school-
verzorgingsdiensten krijgen geen
rijkssubsidie. Voor gemeenten,
die deze instituten zelf in stand
houden, is dit een miljoenenzaak,
die uit eigen middelen moet wor
den bekostigd. Men doet een po
ging om tot herstructurering van
al deze zaken te komen. Er wordt
een raamwerk van eisen opge
steld, waaraan al die schoolver-
zorgingsdiensten moeten voldoen.
Daarna zou er een wettelijke re
geling kunnen komen.
H.A.E.
(zie Schooladviesdiensten)
Toen wij vóór de z.g. Mammoetwet
nog spraken van gymnasia, lycea
en hogere burgerscholen plachten
de leiders van beide eerstgenoem
de instituten rector te heten; die
van laatstgenoemde directeur.
Tegenwoordig ligt het onder
scheid minder duidelijk; het is
overigens in geen enkel opzicht
belangrijk. Rector of directeur
duidt aan de functie van leider
van een school voor voortgezet
onderwijs. Genoemde functiona
rissen dragen de verantwoorde
lijkheid voor het onderwijs en de
gehele gang van zaken in de
school. Al naar gelang de school
groter is - en er zijn tegenwoor
dig scholengemeenschappen van
wel 1500 leerlingen - wordt deze
taak omvangrijker. Hij is dan
ook niet door één man volledig te
vervullen. Daarom wordt een rec
tor of directeur in verhouding tot
de grootte van de school bijge
staan door één of meer conrecto
ren of adjunct-directeuren. Zulk
een leidersteam verdeelt dan de
taken op zo doelmatig mogelijke
wijze; de rector blijft uiteindelijk
verantwoordelijk voor het geheel.
Tevens wordt de leiding bijge
staan door één of meer admini
stratieve krachten.
Tot de taak van de schoolleiding
behoort de zorg voor de goede
gang van het onderwijs, een goe
de samenwerking en wisselwer
king tussen de leiding, de docen
ten. de leerlingen en het niet-on-
derwijzend personeel.
Enkele taken zijn verder te noe
men: b.v. het samenstellen van
lesroosters, het doen van voor
stellen tot benoeming en ontslag
van personeel, zorg voor onder
houd van gebouw, laboratoria, bi
bliotheken, leer- en hulpmiddelen
en inventaris van de school, het
leiden der schoolvergaderingen,
het handhaven van orde, het op
leggen van straffen, verslaggeven
aan het schoolbestuur, opstellen
der begroting t.b.v. de inrichting
en nog veel meer.
J.V.
(zie ook Pedagogische
Centra)
Regionale centra kunnen worden
beschouwd als een verlengstuk
van de pedagogische centra. In
Nederland zijn er nog niet veel
van. Alleen in Zeeland functio
neert een dergelijk instituut. Re
gionale centra zijn nodig omdat
zo van ,,Tjee, Jan heeft een
stempel meer dan ik. Daar moet
ik iets aan doen". Lukt dit niet,
dan komt er natuurlijk ruzie.
Verwondert het u, dat het onder
wijs in Nederland 50 jaar achter
loopt?
Op modernere scholen heerst geen
rivaliteit, maar solidariteit (zie
ook daar). Daar wordt samenge
werkt in groepen; dat geeft ieder
een gelijke kansen en het bevor
dert de sfeer in de klas.
J.E.
Wonderbaarlijk vaak onderwerp
van gesprek als een school aan
leerlingen wat inspraak geeft. In
zo'n .parlement" of zo'n „school
raad" duikt telkens de vraag op
,,En waarom mogen we niet ro
ken in de gangen/kantine/aula"
(doorhalen wat niet van toepas
sing is). Aan reacties van oude
ren te horen vinden zij het maar
vervelend gezeur van de jeugd.
Nog weinig „schoolraden" en
„parlementen" hebben de zaak
echter tot de goede proporties te
ruggebracht en die ouderen het
zwijgen opgelegd met deze kei
harde vraag: „Waarom roken le
raren zelf wel op die plaatsen
waar zij het aan anderen verbie
den?"
E.
Door middel van reglementen en
verordeningen regelen de ge
meentebesturen allerhande onder
werpen (ook op het gebied van
het onderwijs) die niet wettelijk
of niet volledig door de wet of al
gemene maatregel van bestuur al
door hoger gezag zijn vastgelegd.
Zij kunnen o.m. betreffen de
rechtspositie van het personeel,
de salariëring, de gang van za
ken in de scholen, schoolgelden
enz. enz.
J.V.
Weergave van een origineel, zie
ook kopieën.
betekent letterlijk antwoord, maar
wordt meer gebruikt in de zin
van reactie van b.v. een klas,
Voor een effectieve interactie tus
sen leerlingen en leraar is duide
lijk inzicht in de response van de
klas nodig. Daarom is het „res
ponse learning system" ontwik
keld, dat gebruik maakt van ken
nistesters en meerkeuze-vragen,
Zie verder onder deze woorden.
W.H.B.
Soms stimulerend, vaak vervelend
(zie Prestaties).
J.L.
Soms spreekt men wel van „gezon
de rivaliteit" onder schoolkinde
ren. Is rivaliteit wel zo gezond?
Is het wel zo fijn, dat Pietje er
mee geurt, dat hij eerder met re
kenen klaar is dan Jantje? Waar
om moeten de kinderen altijd
luisteren naar Marietje, die zo
mooi leest en onder alle omstan
digheden haar aardrijkskunde
kent? Er zijn altijd kinderen die
nooit ergens de beste in zijn. Het
lijkt mij funest voor een harmoni
sche ontwikkeling van juist die
kinderen, die het toch al moeilijk
hebben. Ze moeten altijd maar
hoger grijpen dan ze kunnen om
nooit iets te bereiken.
H.A.E
Tien jaar geleden barstten de scho
len van de rivaliteit. Geen won
der, want meestal ging het erom
de meeste tienen te halen.
Op veel scholen is het nu nog
steeds zo, dat je bijv. bij iedere
tien een stempel in je schrift
krijgt.
Dit schept natuurlijk een rotsfeer,
(zie Permanente Educatie)
(zie Bestuur)
(zie Draaiboek)
Dit zouden scholen moeten zijn
waarin zoveel mogelijk verschil
lende, zo niet alle vormen van
Voortgezet Onderwijs zijn samen
gebracht. Na één of meer jaren
Brugklas (zie ook daar) krijgen
de leerlingen dan de kans hun
eigen richting te kiezen; MAVO
(3- of 4-jarig), HAVO, Atheneum
of Gymnasium.
Maar Hoe is het dan mogelijk,
dat er scholen zijn, die alleen de
keuze geven tussen de laatste
twee mogelijkheden en zich toch
„Scholengemeenschap" noemen?
Dat zijn immers de bekende lycea,
die, in plaats van de verouderde
naam „Lyceum", liever een wat
modernere naam dragen!
Op bijna geen enkele scholenge
meenschap is een nijverheids- of
land- en tuinbouwklas te vinden.
Dat zou toch best te combineren
zijn?
Maar er zijn blijkbaar nog steeds
mensen, die menen dat een jon
gen, die op een school alleen
theoretische vakken krijgt en hal
verwege overstapt naar timmeren
en pottenbakken, tot de uitzonder
lijkheden behoort.
J.E.
Daar bestaat natuurlijk een mooi
woord voor. Applicatiecursussen.
Het is eigenlijk een vorm van
Permanente Educatie speciaal
voor onderwijsmensen (zie onder
Permanente Educatie). Er zijn
klachten (van onderwijzers die
snakken naar de kans op zulke
scholing) en er is gemopper (van
onderwijzers die vinden dat het
onder schooltijd moet gebeuren
en niet in hun „vrije tijd"). Wat
dat laatste betreft: een onder
wijsvernieuwer zei laatst dat hij
nooit had kunnen geloven dat er
echt onderwijzers waren die ge
loofden dat ze konden volstaan
met een 26-urige werkweek. Wat
onderwijzers op zulke cursussen
b.v. leren: nieuwigheden als de
„speelleerklas", en straks - als
het doorgaat dat er Engels wordt
onderwezen op de basisschool -
de Engelse taal.
Onder deze benaming en onder di
verse andere, zoals b.v. school
psychologische dienst, zijn werk
zaam - al dan niet gemeentelijk -
instituten ten behoeve van leerlin
gen die in hun ontwikkeling leer-,
en opvoedings- of gedragsmoei
lijkheden vertonen.
Deze instellingen richten zich voor
namelijk op de leerlingen; in te
genstelling tot de pedagogische
centra, wier arbeid ten behoeve
van de onderwijsvernieuwing,
zich primair richt op de docen
ten. Beide soort instellingen wer
ken aan de „rand" van het on
derwijs; dit verklaart de naam
randdiensten, waarmede men wel
dit gehele werk te zamen pleegt
aan te duiden. Beider doel is te
bevorderen, dat voor ieder kind
het leerproces optimaal (zo goed
mogelijk) verloopt.
Het school advieswerk wordt uit
geoefend door psychologen,
schoolpedagogen en schoolmaat-
schappelijk werk(st)ers in team
verband; veelal - terecht - tevens
in nauwe samenwerking met de
schoolartsen. In gevallen van ern
stig gestoorde kinderen kar te
vens psychiatrische hulp niet ont
breken. Deze wordt - indien no
dig - verkregen door middel van
doorverwijzing van het kind naar
of de jeugdpsychiatrische afdeling
van de G.G. en G.D. of naar een
Medisch Opvoedkundig Bureau.
De taak van de schooladviesdienst
is het zoeken naar en zoveel mo
gelijk wegnemen van de oorzaken
der leer- en opvoedingsmoeilijk
heden die bij een bepaald kind
worden waargenomen. Dit consta
teren kan geschieden door de ou
ders. de schoolarts of de onder
wijzer. De moeilijkheden kunnen
van zeer verschillende aard zijn
zoals b.v. dagdromen, diefachtig
heid, spijbelen, onhandelbaarheid
enz. enz. De oorzaken kunnen van
allerlei aard zijn en liggen op het
terrein van de psychiater, de
schoolarts of de psycholoog en
kunnen hun kern vinden in de si
tuatie thuis en/of op school. Het
kan b.v. voorkomen, dat ouders
een kind te veel verwennen, ver
keerd begrijpen, te hoge eisen
stellen e.d.: het is evenzeer mo
gelijk, dat de opvang in een klas
of school voor een bepaald kind
niet is aangepast. Het bepalen
van de oorzaken en het wegne
men daarvan kan leiden tot her
stel van een doelmatig leerproces
voor het betrokken kind enerzijds
en het wegnemen van een storen
de factor in de klas voor de ove
rige kinderen anderzijds.
J.V.
Het werk van de schoolleiding
wordt steeds meer omvattend.
Een belangrijk element is de be
geleiding van de leerling. Men
kan onderscheid maken tussen
leerlingen, die leer- en opvoe
dingsmoeilijkheden hebben en
leerlingen, die deze moeilijkheden
niet vertonen.
De eerste groep zal veelal hulp be
hoeven van de specialisten van
een schooladviesdienst (zie al
daar). De anderen behoeven
evenwel ook hulp en voorlichting.
Hun doel is n.l. met succes een
opleiding te volgen die overeen
stemt met hun aanleg en ambitie
en die hun tevens een goede
plaats in de maatschappij verze
kert. Nodig is daarom te bepalen
hoe het met hun capaciteiten is
gesteld en voorts ook wat een be
paald beroep in de maatschappij
of een universitaire studie wezen
lijk vergt en inhoudt. De leerling
dient derhalve beroepen-voorlich
ting te ontvangen; d.w.z. een
overzicht te krijgen wat er alle
maal voor beroepen zijn, welke
opleiding hiervoor nodig is en
welke eisen zij aan de betrokke
nen als persoon stellen.
De schooldekanen. leraren met een
speciale taak erbij, hebben zich
gespecialiseerd in de kennis van
zoveel mogelijk beroepen en lich
ten de belanghebbenden daarover
in. Ook geven zij inzicht in de
toekomstmogelijkheden van deze
beroepen. Maar tevens moet be
paald worden welke opleiding
voor een gewenst beroep nodig is
en/of welke vakkenpakketten het
beste daarvoor gekozen kunnen
worden. En tenslotte moet wor
den uitgemaakt of de leerling
voor het gewenste doel de vereis
te aanleg en capaciteiten bezit.
Men onderscheidt derhalve beroe-
penvoorlichting en beroepskeuze
voorlichting. Voor dit laatste
heeft men in grote scholenge
meenschappen soms weer een an
dere specialist, ook is het moge
lijk, dat hiervoor de bureaus voor
beroepskeuze worden ingescha
keld.
Het is echter ook mogelijk, dat de
schooldekaan zelf deze taak uitoe
fent.
J.V.
Schoolblijven moet je als kind als
je werk niet af is, als je iets hebt
gedaan wat in de ogen van de on
derwijzer niet door de beugel
kan. Schoolblijven gebeurt meest
al onverwachts en is onplezierig
voor het kind. Het is nog onple
zieriger voor de moeder. Als het
kind niet op de gewone tijd thuis
komt denkt de moeder aan van
alles. Zou het in het water lig
gen? Zou het onder een auto zijn
gekomen? Misschien een kinder
lokker? In de laatste plaats denkt
ze er aan. dat het kind school
moet blijven. Zou de maatregel
schoolblijven niet van tevoren
kunnen worden aangekondigd?
Voor het kind gaat het strafeffect
dan wellicht enigszins verloren.
Voor de moeders zou het een hele
geruststelling zijn.
H.A.E.
9 Geloof het of geloof het niet, maar
dit schoolbord" kostte een paar
rijksdaalders, 't Is van vinyl, ge
kocht bij een warenhuis. Twee
zijdig te gebruiken, slijt nauwe
lijks, en kan natuurlijk tegen wa
ter.
is het oude middel waarop met
krijt gevisualiseerd kan worden,
om het modern te zeggen. Nieu
we ontwikkelingen: glasborden
waar eventueel een tekening
achter geplaatst kan worden, en
witte borden waarop met gekleur
de viltstiften wordt geschreven,
Minder bekend is schoolborden-vi-
nyl, dat per meter wordt ver
kocht en de mogelijkheid geeft
om voor een gering bedrag een
hele wand beschrijfbaar te ma
ken; ook thuis in de kinderka
mer.
W.H.B.
maar de leerlingen moeten het zo
veel mogelijk zelf uitzoeken.
En als er dan af en toe vieze woor
den in staan of vloeken, nou en?
Daar kan men tegenwoordig toch
wel tegen!
In een schoolkrant moeten zowel in
formatieve als zomaar-leuke stuk
jes staan, want een blaadje met
alleen maar droge mededelingen
interesseert niemand.
Op veel schoolbladen wordt censuur
uitgeoefend. Soms nodig, soms
ook onnodig en erg kinderachtig.
J.E.
(zie Psycholoog)
(zie Radio)
Nuttig en nodig, mits getrokken uit
de sfeer van „een dagje uit" In
formatie vooraf en verwerking
achteraf maken de excursie tot
een onvervangbaar stuk werke
lijkheidsbeleving in het lespro
gramma. En, o ja, mocht een
museumbezoek, met het oog op
o.a. vervoersmoeilijkheden onmo
gelijk zijn, een wandeling langs
de slootkant of de haven hoeft
niets te kosten en kan toch enorm
verrijkend werken.
J-L.
Vroeger kwamen kinderen vaak
hun woonplaats niet uit, dan was
zo'n tocht een evenement. Nu is
iedereen veel meer mobiel: veel
auto's, weekend-uitstapjes en
trips met de ouders. Is dit massa
le groepsvervoer langs overvolle
wegen naar stampvolle beziens
waardigheden nog verantwoord?
Is het voor de leerkrachten niet
een veel te zware verantwoorde
lijkheid om met alle kinderen
zonder brokken en breuken veilig
weer thuis te komen? Met jonge
kinderen vooral is het een te
massale en te riskante onderne
ming. Plaatselijke dierentuin,
picknick in te voet bereikbaar
park of bos zijn aanbevolen. Voor
oudere kinderen zijn werkweken
e.d. wel zo feestelijk; speels en
sociaal contact bevorderend.
H.v.D.
Sommige mensen zeggen: „Wat
doen die kinderen nog in de bus
sen op de overvolle wegen, ze
zien genoeg als ze met hun ou
ders uitgaan, schoolreisjes zijn
uit de tijd." Hier kan ik een his
torisch verhaal tegenover stellen.
Nog maar een paar jaar geleden
was een meisje met haar ouders
op vakantie in Frankrijk. Ze ge
noot van alles, maar toch was er
gedurende de hele vakantie één
grote zorg voor het kind: „We
zijn toch wel op tijd terug voor
het schoolreisje?"
H.A.E.
(zie Medisch Onderzoek)
Als het goed wordt gevuld en voor
bereid, een hoogtepunt in het
schooljaar. In één week tijd doen
kinderen en begeleiders vaak
meer sociale vorming op dan in
een heel schooljaar. Samen eten,
samen wassen, de natuur verken
nen, creatief en sportief bezig
zijn; kortom, leren geven en ne
men, onder bijzondere, vaak wat
primitieve omstandigheden vor
men een rijk gebied van verken
ning en beleving van sociale con
tacten. Na terugkeer op school,
als „oom Jan" weer de meester
en de leider van „de Sperwers"
weer een gewone leerling is ge
worden, zien we elkaar vaak met
andere ogen. De lastige leerling
bleek een „sportieve woudloper"
en de strenge meester een „lek
kere gek" te kunnen zijn. Dit
maakt de knipoog van verstand
houding in de klas, bij een drei
gende ontsporing, een stuk ge
makkelijker. Een schoolkamp
kost geld, een vrij weekend en
een aantal uren van de lesroos
ter, maar wat je er voor terug
krijgt is onbetaalbaar.
J.L.
Ten eerste wil ik zeggen, dat een
schoolkrant samengesteld hoort te
zijn door leerlingen, r dt redac
tie mag natuurlijk een leraar zit
ten voor ds financiële zaken e.d.,
Een kind van zes mag naar de ba
sis-school. Hij moet dan over vol
doende intelligentie beschikken,
maar er ook geestelijk „rijp"
voor zijn. Dat wil zeggen: hij
moet aan een taak kunnen wer
ken, iets af kunnen maken, op
drachten kunnen begrijpen en
vervullen en geruime tijd stil
kunnen zitten! De overgang van
kleuterschool naar lagere school
is namelijk nu nog zeer groot.
Men streeft naar speelleerklassen
(zie ook daar) om die overgang
soepeler te doen verlopen, maar
die zijn er nog maar sporadisch.
Veel gewone scholen eisen een
vrij straffe discipline van de kin
deren. Voor sommigen van hen,
ook al zijn ze intelligent, is deze
opdracht nog te zwaar. Ze zijn te
speels, te beweeglijk en leven nog
te zeer in hun eigen fantasiewe-
reid. Het lagere school-kind moet
al veel meer in de realiteit staan,
eisen van een ander kunnen ac
cepteren, kunnen meedoen met
de hele klas, nu, tegelijk. Een
kind van zes dat dit alles nog
niet kan noemt men: nog niet
schoolrijp.
Zo'n kind kan het best nog een jaar
naar de kleuterschool. Dat is veel
beter dan sukkelen in de eer-ste
klas en dan blijven zitten. Want
dat is veel moeilijker te verwer
ken dan de teleurstelling van nog
niet naar de grote school mogen.
H. v. D.
zie Medisch Onderzoek)
(zie Televisie)
(zie ook Absenteïsme
Er is wettig schoolverzuim (ziekte,
bijzondere familiegebeurtenissen
e.d. natuurlijk akkoord) en on
wettig schoolverzuim: zomaar
mee boodschappen doen, thuisblij
ven om te helpen. Er zijn nu nog
ouders die hier geen been in zien.
Het kweekt een absoluut foute
werkhouding aan. Deze kinderen
worden later de verzuimers we
gens een vleugje hoofpijn, de
meisjes die bij elk menstruatie
een paar dagen weg zijn, de
naar-zich-toe-rekeners van zoveel
mogelijk vrij in de baas zijn tijd,
die tot eigen verbazing nooit ver
antwoordelijke baantjes krijgen.
Maar als uw kind echt ziek is, en
er naar uit ziet, laat het dan
thuis, ook al is dit voor uzelf
soms lastig, en gooif het plannen
in de war. Dit zelfde geldt voor
kleuters. Als die nog maar pas op
de kleuterschool zijn, hebban ze
het soms ?*dig 's sla-