I Ss. TATIES jBORD JFKIAS RADIO-CASSETTE RECORDER AFWERKEN IJECTIETAFEL |ECT- 1ÉRWIJS iHOLOOG ANWIJZER RADIOVISIE RANDDIENSTEN RECTOR REGIONALE CENTRA REGLEMENTEN REPRODUKTIE RESPONSE RIVALITEIT SCHOLING, VOORTDURENDE- ROKEN SAMENWERKINGS SCHOOL SCENARIO SCHOLEN GEMEENSCHAPPEN SCHOLING, BIJ- EN HER-, VAN ONDERWIJZERS EN LERAREN SCHOOLADVIES DIENSTEN SCH00LDEKAAN SCHOOLBLIJVEN SCHOOLBORD SCHOOL PSYCHOLOOG SCHOOLRADIO SCHOOLEXCURSIE SCHOOLREISJE SCH00L- GENEESKUNDIG ONDERZOEK SCHOOLKAMP SCHOOLKRANT SCH00LRIJP SCH00L- (TAND)ARTS SCHOOLTELEVISIE SCHOOLVERZUIM den geleverd door individu- inderen en dienen derhalve individueel beoordeeld te J.L. ijk komt een kind op school leren. Zijn prestaties daar, rukt in cijfers, en de over- zijn belangrijk. Maar pre- ven belangrijk is het, of hij n heeft, of hij met de juf of lester overweg kan, of hij jes kan maken, zijn vrije an besteden, kortom: zich tig voelt. Zonder plezier in zrijn de prestaties trouwens beneden het niveau dat je chten mag; alleen met zin werk presteer je wat. H. v. D. Aan het .centraal uitsturen" van lessen per radio komt wel wat te pas. de schoolradio: de Ned. Schoolra dio, KRO en NCRV schoolradio. Zie ook Radiovisie en Radio-Cas sette-Recorder. W.H.B. wandbord van zacht mate- waarop mededelingen enz. punaises bevestigd kunnen W.H.B. n de methoden om leerlin- het basisonderwijs gemo te adviseren bij de keuze Iciet type voortgezet onder- jdat zij het best kunnen volgen. De leerlingen gaan lor ongeveer een week naar ihool die ze graag zouden e bezoeken, waarna de do- I een indruk van deze leer- hebben gekregen. Zie ook W.H.B. Radio en cassette-recorder in één apparaat, meestal voorzien van automatische opnamesterkte-rege ling. Hiermee is het probleem van de inpassing in lesroosters simpel op te lossen: het ding neemt stilletjes de uitzending op voor later gebruik. Wordt in vele uitvoeringen aangeboden. W.H.B. iin ^rin 3 11 c hetzelfde als schriftelijke ngen. Ik weet niet hoe andere scholen is, maar Ij op school is het zo, dat eloefwerk altijd van te voren ^ven is; bij een schriftelijke lCtadelinge overhoring is dat ^noodzakelijk. Proefwerken ook op gelijke tijd gege- "^orden voor b.v. alle eerste a' tweede klassen. Dan heten ^proefwerken (op de ba- vtol standaardproefwerken; k daar). Die peilproefwer- ebben dan voor elke klas inhoud. Op scholen met één eerste en één tweede h«nz. is zoiets natuurlijk on- ook Brugklas. J.E. inklapbare, vrij hoge en tafel voor projectie duur. is de naam die KRO- en NCRV schoolradio voeren omdat naast auditief ook visueel materiaal wordt aangeboden in de vorm van dia's. Uiteraard behoort ook schriftelijk materiaal in de vorm van leerlingen-werkboekjes en van begeleidende documentatie voor docenten tot het pakket. W.H.B. k Psycholoog latschappelijke ning en Groepen) e^e Schooladvies- is iemand die door e. ïsprek en door testen (zie probeert zich een beeld ien van zijn cliënt en hem in kennis poogt te helpen, weg te vinden die de 'g |het beste kan gaan. Met J woorden: een psycholoog '°3)oit de moeilijkheden op v0^t u hoogstens de zaken r 3 en duidelijker te zien of op nieuwe mogelijkheden. :hoolpsycholoog geeft ad- ver de beste opleiding die a :n bepaald kind geschikt stal geeft hij een keuze verschillende mogelijkhe- in toekomstige beroepen, |die keus te maken. Ook bij moeilijkheden op school: in, zitten blijven, moeilijk- n het contact, kan de psy- raad geven. H.v.D. eld :e.rlci lam die een gerichte licht- geeft in de vorm van een iermee kan op geprojec- beelden iets aangewezen geheimzinnige wijze gelui- essi i muziek weer die men el- rn itzendt. Kan dus ook „over- goe< ssen weergeven die cen- eraa itgezonden worden. Drie in- verzorgen in Nederland Een modern apparaat dat wel vrij wat makkelijker bereikbaar is voor de gemiddelde school, mede door de korting door aankoop via het Rijksinkoopbureau: de radio cassette-recorder. De meester ge bruikt het ding voor het muziekje tijdens een proefwerk (zie Vero nica), voor het stil opnemen van de schoolradio en het later ten gehore brengen, en met de bijbe horende microfoon voor het op nemen van klassegesprekken. de bestaande pedagogische centra onvoldoende over het land zijn verspreid om ten volle nuttig te kunnen werken. Velen zijn van mening, dat deze regionale centra beter gekoppeld kunnen worden aan de universitaire pedagogische centra, omdat men hiermee een verder oprukken van de verzui ling in het onderwijs kan tegen gaan. Regionale centra kunnen met name zorgen voor overdracht van kennis aan de leerkrachten en voor begeleiding van scholen bij het uitvoeren van experimen ten, zoals die worden uitgedacht door de pedagogische centra. In ons land zijn al wel een paar lo kale instituten, die ongeveer ge lijkgericht zijn als de regionale centra. Den Haag heeft een P.C.. waar ondermeer het plan is ont wikkeld om het zittenblijven te gen te gaan. In Rotterdam ope reert een wetenschappelijk bu reau dat zich bezig houdt met ex perimenteren, het evalueren en bijsturen ervan. Schoolverzor- gingsdiensten kunnen bijstand ge ven aan leerlingen, die moeilijk heden hebben met 't leerproces. Zij kunnen beslissen of een kind extra hulp nodig heeft of dat het beter is het door te verwijzen naar een school voor Buitenge woon Lager Onderwijs. Zie ook onder Schooladviesdiensten. Ook het werk van de pedagogische instituten kan gevat worden on der de noemer regionale centra. Deze instellingen observeren in de observatiescholen die kinde ren, die in een normale school niet te handhaven zijn. Vaak zal men adviseren deze kinderen on derwijs te laten volgen aan spe ciale scholen voor kinderen met leer- en opvoedings-moeilijkhe- den, de L.O.M.-school. De school- verzorgingsdiensten krijgen geen rijkssubsidie. Voor gemeenten, die deze instituten zelf in stand houden, is dit een miljoenenzaak, die uit eigen middelen moet wor den bekostigd. Men doet een po ging om tot herstructurering van al deze zaken te komen. Er wordt een raamwerk van eisen opge steld, waaraan al die schoolver- zorgingsdiensten moeten voldoen. Daarna zou er een wettelijke re geling kunnen komen. H.A.E. (zie Schooladviesdiensten) Toen wij vóór de z.g. Mammoetwet nog spraken van gymnasia, lycea en hogere burgerscholen plachten de leiders van beide eerstgenoem de instituten rector te heten; die van laatstgenoemde directeur. Tegenwoordig ligt het onder scheid minder duidelijk; het is overigens in geen enkel opzicht belangrijk. Rector of directeur duidt aan de functie van leider van een school voor voortgezet onderwijs. Genoemde functiona rissen dragen de verantwoorde lijkheid voor het onderwijs en de gehele gang van zaken in de school. Al naar gelang de school groter is - en er zijn tegenwoor dig scholengemeenschappen van wel 1500 leerlingen - wordt deze taak omvangrijker. Hij is dan ook niet door één man volledig te vervullen. Daarom wordt een rec tor of directeur in verhouding tot de grootte van de school bijge staan door één of meer conrecto ren of adjunct-directeuren. Zulk een leidersteam verdeelt dan de taken op zo doelmatig mogelijke wijze; de rector blijft uiteindelijk verantwoordelijk voor het geheel. Tevens wordt de leiding bijge staan door één of meer admini stratieve krachten. Tot de taak van de schoolleiding behoort de zorg voor de goede gang van het onderwijs, een goe de samenwerking en wisselwer king tussen de leiding, de docen ten. de leerlingen en het niet-on- derwijzend personeel. Enkele taken zijn verder te noe men: b.v. het samenstellen van lesroosters, het doen van voor stellen tot benoeming en ontslag van personeel, zorg voor onder houd van gebouw, laboratoria, bi bliotheken, leer- en hulpmiddelen en inventaris van de school, het leiden der schoolvergaderingen, het handhaven van orde, het op leggen van straffen, verslaggeven aan het schoolbestuur, opstellen der begroting t.b.v. de inrichting en nog veel meer. J.V. (zie ook Pedagogische Centra) Regionale centra kunnen worden beschouwd als een verlengstuk van de pedagogische centra. In Nederland zijn er nog niet veel van. Alleen in Zeeland functio neert een dergelijk instituut. Re gionale centra zijn nodig omdat zo van ,,Tjee, Jan heeft een stempel meer dan ik. Daar moet ik iets aan doen". Lukt dit niet, dan komt er natuurlijk ruzie. Verwondert het u, dat het onder wijs in Nederland 50 jaar achter loopt? Op modernere scholen heerst geen rivaliteit, maar solidariteit (zie ook daar). Daar wordt samenge werkt in groepen; dat geeft ieder een gelijke kansen en het bevor dert de sfeer in de klas. J.E. Wonderbaarlijk vaak onderwerp van gesprek als een school aan leerlingen wat inspraak geeft. In zo'n .parlement" of zo'n „school raad" duikt telkens de vraag op ,,En waarom mogen we niet ro ken in de gangen/kantine/aula" (doorhalen wat niet van toepas sing is). Aan reacties van oude ren te horen vinden zij het maar vervelend gezeur van de jeugd. Nog weinig „schoolraden" en „parlementen" hebben de zaak echter tot de goede proporties te ruggebracht en die ouderen het zwijgen opgelegd met deze kei harde vraag: „Waarom roken le raren zelf wel op die plaatsen waar zij het aan anderen verbie den?" E. Door middel van reglementen en verordeningen regelen de ge meentebesturen allerhande onder werpen (ook op het gebied van het onderwijs) die niet wettelijk of niet volledig door de wet of al gemene maatregel van bestuur al door hoger gezag zijn vastgelegd. Zij kunnen o.m. betreffen de rechtspositie van het personeel, de salariëring, de gang van za ken in de scholen, schoolgelden enz. enz. J.V. Weergave van een origineel, zie ook kopieën. betekent letterlijk antwoord, maar wordt meer gebruikt in de zin van reactie van b.v. een klas, Voor een effectieve interactie tus sen leerlingen en leraar is duide lijk inzicht in de response van de klas nodig. Daarom is het „res ponse learning system" ontwik keld, dat gebruik maakt van ken nistesters en meerkeuze-vragen, Zie verder onder deze woorden. W.H.B. Soms stimulerend, vaak vervelend (zie Prestaties). J.L. Soms spreekt men wel van „gezon de rivaliteit" onder schoolkinde ren. Is rivaliteit wel zo gezond? Is het wel zo fijn, dat Pietje er mee geurt, dat hij eerder met re kenen klaar is dan Jantje? Waar om moeten de kinderen altijd luisteren naar Marietje, die zo mooi leest en onder alle omstan digheden haar aardrijkskunde kent? Er zijn altijd kinderen die nooit ergens de beste in zijn. Het lijkt mij funest voor een harmoni sche ontwikkeling van juist die kinderen, die het toch al moeilijk hebben. Ze moeten altijd maar hoger grijpen dan ze kunnen om nooit iets te bereiken. H.A.E Tien jaar geleden barstten de scho len van de rivaliteit. Geen won der, want meestal ging het erom de meeste tienen te halen. Op veel scholen is het nu nog steeds zo, dat je bijv. bij iedere tien een stempel in je schrift krijgt. Dit schept natuurlijk een rotsfeer, (zie Permanente Educatie) (zie Bestuur) (zie Draaiboek) Dit zouden scholen moeten zijn waarin zoveel mogelijk verschil lende, zo niet alle vormen van Voortgezet Onderwijs zijn samen gebracht. Na één of meer jaren Brugklas (zie ook daar) krijgen de leerlingen dan de kans hun eigen richting te kiezen; MAVO (3- of 4-jarig), HAVO, Atheneum of Gymnasium. Maar Hoe is het dan mogelijk, dat er scholen zijn, die alleen de keuze geven tussen de laatste twee mogelijkheden en zich toch „Scholengemeenschap" noemen? Dat zijn immers de bekende lycea, die, in plaats van de verouderde naam „Lyceum", liever een wat modernere naam dragen! Op bijna geen enkele scholenge meenschap is een nijverheids- of land- en tuinbouwklas te vinden. Dat zou toch best te combineren zijn? Maar er zijn blijkbaar nog steeds mensen, die menen dat een jon gen, die op een school alleen theoretische vakken krijgt en hal verwege overstapt naar timmeren en pottenbakken, tot de uitzonder lijkheden behoort. J.E. Daar bestaat natuurlijk een mooi woord voor. Applicatiecursussen. Het is eigenlijk een vorm van Permanente Educatie speciaal voor onderwijsmensen (zie onder Permanente Educatie). Er zijn klachten (van onderwijzers die snakken naar de kans op zulke scholing) en er is gemopper (van onderwijzers die vinden dat het onder schooltijd moet gebeuren en niet in hun „vrije tijd"). Wat dat laatste betreft: een onder wijsvernieuwer zei laatst dat hij nooit had kunnen geloven dat er echt onderwijzers waren die ge loofden dat ze konden volstaan met een 26-urige werkweek. Wat onderwijzers op zulke cursussen b.v. leren: nieuwigheden als de „speelleerklas", en straks - als het doorgaat dat er Engels wordt onderwezen op de basisschool - de Engelse taal. Onder deze benaming en onder di verse andere, zoals b.v. school psychologische dienst, zijn werk zaam - al dan niet gemeentelijk - instituten ten behoeve van leerlin gen die in hun ontwikkeling leer-, en opvoedings- of gedragsmoei lijkheden vertonen. Deze instellingen richten zich voor namelijk op de leerlingen; in te genstelling tot de pedagogische centra, wier arbeid ten behoeve van de onderwijsvernieuwing, zich primair richt op de docen ten. Beide soort instellingen wer ken aan de „rand" van het on derwijs; dit verklaart de naam randdiensten, waarmede men wel dit gehele werk te zamen pleegt aan te duiden. Beider doel is te bevorderen, dat voor ieder kind het leerproces optimaal (zo goed mogelijk) verloopt. Het school advieswerk wordt uit geoefend door psychologen, schoolpedagogen en schoolmaat- schappelijk werk(st)ers in team verband; veelal - terecht - tevens in nauwe samenwerking met de schoolartsen. In gevallen van ern stig gestoorde kinderen kar te vens psychiatrische hulp niet ont breken. Deze wordt - indien no dig - verkregen door middel van doorverwijzing van het kind naar of de jeugdpsychiatrische afdeling van de G.G. en G.D. of naar een Medisch Opvoedkundig Bureau. De taak van de schooladviesdienst is het zoeken naar en zoveel mo gelijk wegnemen van de oorzaken der leer- en opvoedingsmoeilijk heden die bij een bepaald kind worden waargenomen. Dit consta teren kan geschieden door de ou ders. de schoolarts of de onder wijzer. De moeilijkheden kunnen van zeer verschillende aard zijn zoals b.v. dagdromen, diefachtig heid, spijbelen, onhandelbaarheid enz. enz. De oorzaken kunnen van allerlei aard zijn en liggen op het terrein van de psychiater, de schoolarts of de psycholoog en kunnen hun kern vinden in de si tuatie thuis en/of op school. Het kan b.v. voorkomen, dat ouders een kind te veel verwennen, ver keerd begrijpen, te hoge eisen stellen e.d.: het is evenzeer mo gelijk, dat de opvang in een klas of school voor een bepaald kind niet is aangepast. Het bepalen van de oorzaken en het wegne men daarvan kan leiden tot her stel van een doelmatig leerproces voor het betrokken kind enerzijds en het wegnemen van een storen de factor in de klas voor de ove rige kinderen anderzijds. J.V. Het werk van de schoolleiding wordt steeds meer omvattend. Een belangrijk element is de be geleiding van de leerling. Men kan onderscheid maken tussen leerlingen, die leer- en opvoe dingsmoeilijkheden hebben en leerlingen, die deze moeilijkheden niet vertonen. De eerste groep zal veelal hulp be hoeven van de specialisten van een schooladviesdienst (zie al daar). De anderen behoeven evenwel ook hulp en voorlichting. Hun doel is n.l. met succes een opleiding te volgen die overeen stemt met hun aanleg en ambitie en die hun tevens een goede plaats in de maatschappij verze kert. Nodig is daarom te bepalen hoe het met hun capaciteiten is gesteld en voorts ook wat een be paald beroep in de maatschappij of een universitaire studie wezen lijk vergt en inhoudt. De leerling dient derhalve beroepen-voorlich ting te ontvangen; d.w.z. een overzicht te krijgen wat er alle maal voor beroepen zijn, welke opleiding hiervoor nodig is en welke eisen zij aan de betrokke nen als persoon stellen. De schooldekanen. leraren met een speciale taak erbij, hebben zich gespecialiseerd in de kennis van zoveel mogelijk beroepen en lich ten de belanghebbenden daarover in. Ook geven zij inzicht in de toekomstmogelijkheden van deze beroepen. Maar tevens moet be paald worden welke opleiding voor een gewenst beroep nodig is en/of welke vakkenpakketten het beste daarvoor gekozen kunnen worden. En tenslotte moet wor den uitgemaakt of de leerling voor het gewenste doel de vereis te aanleg en capaciteiten bezit. Men onderscheidt derhalve beroe- penvoorlichting en beroepskeuze voorlichting. Voor dit laatste heeft men in grote scholenge meenschappen soms weer een an dere specialist, ook is het moge lijk, dat hiervoor de bureaus voor beroepskeuze worden ingescha keld. Het is echter ook mogelijk, dat de schooldekaan zelf deze taak uitoe fent. J.V. Schoolblijven moet je als kind als je werk niet af is, als je iets hebt gedaan wat in de ogen van de on derwijzer niet door de beugel kan. Schoolblijven gebeurt meest al onverwachts en is onplezierig voor het kind. Het is nog onple zieriger voor de moeder. Als het kind niet op de gewone tijd thuis komt denkt de moeder aan van alles. Zou het in het water lig gen? Zou het onder een auto zijn gekomen? Misschien een kinder lokker? In de laatste plaats denkt ze er aan. dat het kind school moet blijven. Zou de maatregel schoolblijven niet van tevoren kunnen worden aangekondigd? Voor het kind gaat het strafeffect dan wellicht enigszins verloren. Voor de moeders zou het een hele geruststelling zijn. H.A.E. 9 Geloof het of geloof het niet, maar dit schoolbord" kostte een paar rijksdaalders, 't Is van vinyl, ge kocht bij een warenhuis. Twee zijdig te gebruiken, slijt nauwe lijks, en kan natuurlijk tegen wa ter. is het oude middel waarop met krijt gevisualiseerd kan worden, om het modern te zeggen. Nieu we ontwikkelingen: glasborden waar eventueel een tekening achter geplaatst kan worden, en witte borden waarop met gekleur de viltstiften wordt geschreven, Minder bekend is schoolborden-vi- nyl, dat per meter wordt ver kocht en de mogelijkheid geeft om voor een gering bedrag een hele wand beschrijfbaar te ma ken; ook thuis in de kinderka mer. W.H.B. maar de leerlingen moeten het zo veel mogelijk zelf uitzoeken. En als er dan af en toe vieze woor den in staan of vloeken, nou en? Daar kan men tegenwoordig toch wel tegen! In een schoolkrant moeten zowel in formatieve als zomaar-leuke stuk jes staan, want een blaadje met alleen maar droge mededelingen interesseert niemand. Op veel schoolbladen wordt censuur uitgeoefend. Soms nodig, soms ook onnodig en erg kinderachtig. J.E. (zie Psycholoog) (zie Radio) Nuttig en nodig, mits getrokken uit de sfeer van „een dagje uit" In formatie vooraf en verwerking achteraf maken de excursie tot een onvervangbaar stuk werke lijkheidsbeleving in het lespro gramma. En, o ja, mocht een museumbezoek, met het oog op o.a. vervoersmoeilijkheden onmo gelijk zijn, een wandeling langs de slootkant of de haven hoeft niets te kosten en kan toch enorm verrijkend werken. J-L. Vroeger kwamen kinderen vaak hun woonplaats niet uit, dan was zo'n tocht een evenement. Nu is iedereen veel meer mobiel: veel auto's, weekend-uitstapjes en trips met de ouders. Is dit massa le groepsvervoer langs overvolle wegen naar stampvolle beziens waardigheden nog verantwoord? Is het voor de leerkrachten niet een veel te zware verantwoorde lijkheid om met alle kinderen zonder brokken en breuken veilig weer thuis te komen? Met jonge kinderen vooral is het een te massale en te riskante onderne ming. Plaatselijke dierentuin, picknick in te voet bereikbaar park of bos zijn aanbevolen. Voor oudere kinderen zijn werkweken e.d. wel zo feestelijk; speels en sociaal contact bevorderend. H.v.D. Sommige mensen zeggen: „Wat doen die kinderen nog in de bus sen op de overvolle wegen, ze zien genoeg als ze met hun ou ders uitgaan, schoolreisjes zijn uit de tijd." Hier kan ik een his torisch verhaal tegenover stellen. Nog maar een paar jaar geleden was een meisje met haar ouders op vakantie in Frankrijk. Ze ge noot van alles, maar toch was er gedurende de hele vakantie één grote zorg voor het kind: „We zijn toch wel op tijd terug voor het schoolreisje?" H.A.E. (zie Medisch Onderzoek) Als het goed wordt gevuld en voor bereid, een hoogtepunt in het schooljaar. In één week tijd doen kinderen en begeleiders vaak meer sociale vorming op dan in een heel schooljaar. Samen eten, samen wassen, de natuur verken nen, creatief en sportief bezig zijn; kortom, leren geven en ne men, onder bijzondere, vaak wat primitieve omstandigheden vor men een rijk gebied van verken ning en beleving van sociale con tacten. Na terugkeer op school, als „oom Jan" weer de meester en de leider van „de Sperwers" weer een gewone leerling is ge worden, zien we elkaar vaak met andere ogen. De lastige leerling bleek een „sportieve woudloper" en de strenge meester een „lek kere gek" te kunnen zijn. Dit maakt de knipoog van verstand houding in de klas, bij een drei gende ontsporing, een stuk ge makkelijker. Een schoolkamp kost geld, een vrij weekend en een aantal uren van de lesroos ter, maar wat je er voor terug krijgt is onbetaalbaar. J.L. Ten eerste wil ik zeggen, dat een schoolkrant samengesteld hoort te zijn door leerlingen, r dt redac tie mag natuurlijk een leraar zit ten voor ds financiële zaken e.d., Een kind van zes mag naar de ba sis-school. Hij moet dan over vol doende intelligentie beschikken, maar er ook geestelijk „rijp" voor zijn. Dat wil zeggen: hij moet aan een taak kunnen wer ken, iets af kunnen maken, op drachten kunnen begrijpen en vervullen en geruime tijd stil kunnen zitten! De overgang van kleuterschool naar lagere school is namelijk nu nog zeer groot. Men streeft naar speelleerklassen (zie ook daar) om die overgang soepeler te doen verlopen, maar die zijn er nog maar sporadisch. Veel gewone scholen eisen een vrij straffe discipline van de kin deren. Voor sommigen van hen, ook al zijn ze intelligent, is deze opdracht nog te zwaar. Ze zijn te speels, te beweeglijk en leven nog te zeer in hun eigen fantasiewe- reid. Het lagere school-kind moet al veel meer in de realiteit staan, eisen van een ander kunnen ac cepteren, kunnen meedoen met de hele klas, nu, tegelijk. Een kind van zes dat dit alles nog niet kan noemt men: nog niet schoolrijp. Zo'n kind kan het best nog een jaar naar de kleuterschool. Dat is veel beter dan sukkelen in de eer-ste klas en dan blijven zitten. Want dat is veel moeilijker te verwer ken dan de teleurstelling van nog niet naar de grote school mogen. H. v. D. zie Medisch Onderzoek) (zie Televisie) (zie ook Absenteïsme Er is wettig schoolverzuim (ziekte, bijzondere familiegebeurtenissen e.d. natuurlijk akkoord) en on wettig schoolverzuim: zomaar mee boodschappen doen, thuisblij ven om te helpen. Er zijn nu nog ouders die hier geen been in zien. Het kweekt een absoluut foute werkhouding aan. Deze kinderen worden later de verzuimers we gens een vleugje hoofpijn, de meisjes die bij elk menstruatie een paar dagen weg zijn, de naar-zich-toe-rekeners van zoveel mogelijk vrij in de baas zijn tijd, die tot eigen verbazing nooit ver antwoordelijke baantjes krijgen. Maar als uw kind echt ziek is, en er naar uit ziet, laat het dan thuis, ook al is dit voor uzelf soms lastig, en gooif het plannen in de war. Dit zelfde geldt voor kleuters. Als die nog maar pas op de kleuterschool zijn, hebban ze het soms ?*dig 's sla-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1970 | | pagina 33