NIVEAUS NORMEN NUTSSCHOOL NUTTIGE HANDWERKEN NYLON-KLIT-BORD R I vA II fr o° ONDERWIJS RESEARCH ONDERWIJS TECHNOLOGIE OORTELEFOON OPENBAAR ONDERWIJS OPENDAG OPENHEID OPEN UNIVERSITY OPTICART OPVOEDEN ORDE OUDERAVOND, -COMMISSIE,-RAAD OUDERS OVERBLIJVEN OVERHEAD PROJECTOR OVERLADING OVERLAYS OVERSLAGEN PARLEMENT PEDAGOGIE EN PEDAGOGIEK PEDAGOGISCHE ACADEMIE PEDAGOGISCHE CENTRA PERMANENTE EDUCATIE EF PEUTERS "I0NIERS POLARISATIEFIlt POLITIEK PRAKTIJKLESSEf 0 (Vervolg Nationale Onderwijsraad fen. Voor alles moet er een nieu we opleiding komen, van kleuter leidsters tot universiteiten. Om dat alles te coördineren hebben we een Nationale Onderwijsraad nodig". H. A. E. zie Klassen, Groepen en Individueel Werken) De regels die de ambtenaren van het ministerie stellen, zijn star maar zouden rekbaar moeten zijn. W. H. B. Normen zijn regels of richtsnoeren voor het gedrag en het handelen van de mens. Er zijn ook normen voor het schoolleven, zoals het op tijd komen, een rustig gedrag in de klas, het op tijd huiswerk ma ken en inleveren, enz. JJH.N.G- (zie Vernieuwers) (zie Expressievakken) is een met nylon doek beplakt bord, waarop voorwerpen, die voorzien zijn van klitband, los-vast blijven zitten zodat drie dimensionaal ge demonstreerd kan worden. Ook flanelpapier is bruikbaar. W. H. B. «iton-KSt i MMM- Iets uitstallen op een muur, zon der te spijkeren of met touwtjes te hangen: het kan. Voorzie een doos, een bus, een rol film of wat dan ook van een stukje klit band, en het voorwerp blijft vei lig hangen op het nylon-klit-bord. Je plukt het er zo af en je hangt het er zo weer op. w Het gebied van het leerproces, de kennisoverdracht, de schoolorga nisatie, het schoolstelsel, enz. De resultaten van deze onderzoekin gen kunnen er toe leiden dat ver beteringen in het onderwijs wor den aangebracht. J. H. N. G. is het harmonische huwelijk tussen onderwijskunde en techniek. De technische mogelijkheden, waar onder de audiovisuele, om kennis overdracht niet meer persoon-, tijd-, of plaats- gebonden te doen zijn kunnen het onderwijs geheel anders maken mits gedacht vanuit onderwijsdoelen didac- Amerika gaat voorop met de audio-visuele middelen. Er is een wijd verspreid blad, dat in tal van artikelen de ontwikkelingen volgt of oproept, en dat in tal van advertenties de commerciële aanprijzingen toont. In Nederland is vorig jaar het blad Onderwijs en Media geboren, (samensmelting van allerlei kleinere bladen). Deze nieuwe bladen zijn de trouwboekjes van het harmonische huwelijk tussen onderwijskunde en techniek, de onderwijstechnologie. tiek en techniek hand in hand gaan. W. H. B. is een miniatuur-luidsprekertje, dat klein genoeg is om in het oor aangebracht te worden. Het geeft de kans op individueel luisteren naar band of plaat. W. H. B. zie Bestuur) (zie Ouders) (zie Permanente Educatie is een soort lichtbak, waarin een transparant-schema geplaatst wordt. Dit schema kan dan eerst besproken worden, waarna d.m.v. een zich hierachter bevindende draaiende schijf beweging in het schema gesuggereerd wordt. M.a.w.: een ingewikkelde trans parant (zie ook daar). W. H. B. In de pedagogiek (zie ook daar) wordt uitgegaan van de volgende vier grondstellingen: 1. Het kind is op opvoeding aange wezen. 2. Het kind is opvoedbaar. 3. De ouders zijn de natuurlijke op voeders. 4. Onderwijskrachten hebben een afgeleid opvoedingsgezag. Ad 1. Voor het volwassen worden van het kind is nodig verzorging, bescherming, aanmoediging, voorlichting, onderricht, enz. Ad 2. Het kind is opvoedbaar in deze betekenis dat het kan leren spreken, lopen, lezen, schrijven, rekenen, musiceren. Het kind be schikt daartoe over aangeboren vermogens, die in de opvoeding tot ontwikkeling moeten worden gebracht om te functioneren. Ad 3. De ouders hebben het recht hun kind op te voeden naar eigen inzicht. Ad 4. De ouderlijke macht wordt evenwel beperkt door de leer plichtwet van 1901. Van ouders mag namelijk niet worden ver wacht, dat zij in staat zijn hun kinderen maatschappelijk zelf standig te maken. Daartoe is schoolonderricht noodzakelijk, dat alleen door daartoe opgeleide leerkrachten mag worden gege ven. J.H.N.G. Een rekbaar begrip, sterk gebon den aan de voor de orde verant woordelijke personen: kinderen en leerkrachten. Valt het u op: kinderen en leerkrachten! Ge deelde verantwoordelijkheid, met dien verstande, dat de onderwij zer in zijn begeleiding van de klas sturend en corrigerend moet optreden. De kinderen, vrij in so ciale gebondenheid, moeten deze sturing en correctie aanvaarden als redelijk. Ideële voorstelling van zaken? Niet als naar deze situatie ge streefd wordt, met aanvaarding van, op zijn tijd, een kind, dat uit de band, en van een opvoeder, die uit zijn vel springt. J.L. (zie ook Ouders) Elke school heeft een oudercommis sie, die zoals het woord reeds doet vermoeden bestaat uit afge vaardigden van de ouders. Die commissies zijn er niet omdat de ouders dat zo leuk vinden, maar omdat de wet het voorschrijft. In strikte zin bemoeit de oudercom missie zich niet met het leerplan. Zij is er meer om de „extra's" voor de schoolkinderen te organi seren. Daarvoor kan zij beschik ken over eer- bepaald bedrag door de gemeente als subsidie verstrekt, aangevuld met bijdra gen van de ouders. Soms wordt geld ingezameld door de kinderen oud papier te laten ophalen en dit te verkopen. Bij schoolreisjes en excursies doen de onderwijzers vaak een beroep op de vriendelij ke dames en heren van de ouder commissie om mede de kinderen te begeleiden. Bij veel oudercom missies leeft echter de gedachte aan meer inspraak op de scho len; hoe kan het anders. Ouder commissies kunnen de ouders op roepen tot tal van akties als be paalde zaken bij het onderwijs niet naar hun zin gaan. Zij kun nen een schoolstaking organise ren als zij vinden dat er teveel leerlingen in één klas zitten, zij kunnen hetzelfde doen als zij een bepaalde oversteekplaats op weg naar school voor hun kinderen te gevaarlijk achten. Als regel heeft dit soort manifestaties de volledi ge instemming van het onderwij zend personeel. Meestal is de sa menwerking tussen onderwijzers en ouders goed te noemen. Ook al wettelijk verplicht is de jaarlijkse ouderavond die de ou dercommissie uitschrijft. Op deze avond kunnen de ouders het be leid van de oudercommissie kriti seren of prijzen. Terwijl ook de gang van zaken in de school be sproken kan worden. De ouderraad is een instelling die nog maar een jaar of vier oud is. De ouderraad bestaat uit verte genwoordigers van oudercommis sie en onderwijzers. Gezamenlijk kiezen zij de schoolraad, die een vinger in de pap heeft bij het on derwijsbeleid. Zo heeft de school raad onder meer een afviserende stem bij de benoeming van een nieuwe hoofdonderwijzer. Via deze getrapte verkiezing kunnen de ouders enige invloed uitoefe nen op het onderwijsbeleid van de overheid. Helaas is die invloed nog niet groot. H.A.E. Pas vorige week is het plan bekend geworden voor een „nationale ouderavond" op 8 oktober: op het zelfde tijdstip open voor en bezig met ons aller zorg, het onderwijs E. Zijn dat die mensen, die zich pas dan iets aantrekken van het on derwijs, als er iets mis is met ei gen Rietje of Jantje? Of tonen zijl thuis in gesprekken met hun kin deren en op school tijdens ouder avonden en tentoonstellingen een blijvende interesse in dat onder- wijs? 't Hangt van het „soort"' ouders af en ook van de prestatie van de school. Alweer een lezing over tandbederf of iets dergelijks, gepresenteerd op de traditionele ouderavond, is natuurlijk weinig aanlokkelijk op den duur. Een stuk interessanter gaat het worden, als er demon- stratielessen worden gegeven, als de school open huis houdt, als ou ders na gedegen informatie groepsdiscussies houden over on derwijs en onderwijsvernieuwing. Van, groot belang bij dit alles is, dat de school dit niet presteert als een eenmalige stunt, maar dit gaat zien als een wezenlijk onder deel van haar taak. Informatie en inspraak van ouders mogen niet beperkt blijven tot het rapporten gesprekje of de scheur in Jantjes broek; de ouders hebben recht op meer, maar. dit recht impli ceert wel de morele plicht, om in groten getale op te komen, als de school zich presenteert. J. L. Ouders zijn de stiefkinderen van het onderwijs. H.A.E. Mijn kinderen hebben diverse scho len bezocht omdat wij nogal eens verhuisden. Mijn ervaring heeft me geleerd, dat met name bij het kleuteronderwijs en bij het lager onderwijs kinderen, die overblij ven, als een last worden be schouwd. Slechts op één kleuter school hadden de kinderen het ge noegen, dat er tussen de middag voor hen werd gedekt. Er werd een bordje neergezet, waar ze de meegebrachte boterhammen op mochten leggen er er was een gekleurd bekertje voor de melk. Bovendien werden de kinderen op plezierige wijze bezig gehouden. Daar was overblijven een feest. Hoe vaak komt het echter niet voor, dat men overblijvende kin deren maar de straat opstuurt nadat ze in een niet-gebruikt lo kaal met groezelige banken hun brood hebben mogen opeten. Tus sen de middag is er niemand die hen opvangt, niemand die zich voor hen inzet. Nu weet ik wel, dat het onderwijzend personeel in de vrije uren moet bij spijkeren om 's middags weer fris voor de klas te kunnen staan. Suggesties op ouderavonden om het voor de overblijvers wat gezelliger te ma ken, eventueel door bij toerbeurt ouders in te schakelen, worden blijkens mijn ervaringen vaak als lastig terzijde geschoven. Toch moet er voor de overblijvers gauw iets gebeuren. Bij de scho len zouden kantines moeten ko men waar de kinderen tegen een schappelijk prijsje iets warms zouden kunnen drinken. Er zou vooral vriendelijk toezicht moeten zijn. In de nabije toekomst zul len steeds meer kinderen over blijven, omdat steeds meer moe ders een plaats in het produktie- apparaat gaan innemen. Er wordt steeds geroepen: de kinde ren van de straat. Akkoord, maar dan ook tussen de middag. H.A.E. wordt ook wel schrijf-, instructie-, daglicht- of retro-projeotor ge noemd. Projecteert alles wat op het schrijfvlak geschreven, gete kend of neergelegd wordt vele malen vergroot op een scherm achter de docent, zonder dat ver duistering nodig is. Wat micro foon en versterkersinstallatie voor de stem doen, doet de over head-projector voor de visuele ondersteuning. Bovendien kan de docent reacties in de klas blijven aflezen, omdat hij zich niet be hoeft om te draaien. Hij kan ook de aandacht beurtelings op hem zelf en op de beelden richten door de lamp aan of uit te doen. Af beeldingen moet hij op een glas heldere ondergrond leggen, wat de mogelijkheid biedt om sche ma's e.d. op elkaar te leggen voor het didactisch belangrijke structuren en herstructureren van de visualisatie. Zie verder Trans paranten. W.H.;. De overhead projector aan het werk met als transparant" een duuringewikkeld en beweegbaar model van een motor. Zo'n trans parant koop je voor veel geld, Maar de meester kan evengoed zélf transparanten maken: oude platen uit historische boeken, een wiskunde-probleem, een schema van een bloem, alles. Is dat alles wat er met de overhead projector kan? Welnee. Het ding toont ook het werk van de kin deren (als je ze laat tekenen of proefwerk maken op transparant materiaal), het ding vervangt de oude wandplaat en het klassieke schoolbord, etc. En het mooiste: nooit en nooit hoeft de onderwij zer meer met de rug naar de klas te staan Overdaad schaadt. Mensen, die te veel eten, worden dik. Kinderen, die teveel leren, worden dom. Ach, dat mag niet gezegd wor den. Van teveel leren word je na tuurlijk ook niet dom in de wer kelijke zin van het woord. Alleen leren ze op de scholen, ongeacht welke het zijn, van teveel onder werpen te weinig om er iets mee te kunnen doen. Alles waar „te" voor staat is niet goed. Daarom: weg met de plaatsen langs de spoorlijn Maastricht - Groningen en weg met al die jaartallen. Jan Ligthart, één van de beste onder wijzers die Nederland ooit heeft gehad, een waar kinderkenner, heeft gezegd: „Leer de kinderen hoe ze een atlas moeten gebrui ken; wat ^r in staat kunnen ze zelf opzoeken". Daarom: weg met overlading. H. A. E. (zie Transparanten) De sociologen, (fe demografen en de onderwijsvernieuwers zeggen het keer op keer: onderwijs is een zaak van politieke beslissin gen, vernieuwing moet wat be treft de middelen en de mogelijk heden via de volksvertegenwoor diging tot stand komen. Het droe vige is echter dat iedere toe schouwer van het parlementaire gebeuren schijnbare instemming met eikaars denkbeelden op het kritieke ogenblik ziet verkeren in het om politieke redenen tegen el- kaars voorstellen stemmen. Als de onderwijsspecialisten een paar weken bij elkaar konden gaan zit ten, en ze konden gaan praten zonder dat ze na afloop te maken kregen met partijdwang en met politiek opportunisme..., kijk eens wat een aardig voorland vol mid delen en mogelijkheden we dan wellicht zouden hebben. In zo'n geval zouden er ook geen 800.000 handtekeningen van ouders zoek raken: de petitie waarmee geëist werd dat de klassen kleiner moes ten worden. Onderwijs een zaak van politieke beslissingen? In de slechts denkbare zin van het woord ja. In de zin van: via het parlement bereik je radicale, ver ruimende, verfrissende, op de toe komst gerichte toestanden? Nee, nog lang niet. Zo'n 10 yan de 150 Kamerleden hebben er ver stand van, ze houden een al of niet vriendelijke, al of niet bitse samenspraak met de minister. De andere 140 stemmen als het er tijd voor is, maar nauwelijks op grond van wijsheid, eerder op grond van het partijzweepje. Een triest beeld? Inderdaad. Verande ring is echter mogelijk als de ou ders de Kamerleden massaal op de nek springen, voortdurend be naderen. Verandering is mogelijk als de ouders... hun huiswerk doen. Het is het enige huiswerk waarbij je zélf het rode potlood hanteert. E. Pedagogie heeft betrekking op het opvoeden als een geheel van han delingen. Pedagogie heeft dus te maken met de praktijk van het opvoeden, dus de opvoeding Pe dagogiek daarentegen heeft be trekking op de theorie van het opvoeden. Pedagogiek is opvoed kunde, is het denken over opvoe- dingsvragen, is het ontwerpen en vervolmaken van een theorie over de opvoeding. J. H. N. G. Voorheen kweekschool geheten; men leidt er nog vaak volgens metho den van gisteren do onderwijzers van morgen op. Doorsnee-afgestu deerde laat mond openvallen van verbazing als hij het geluk heeft baan te krijgen in school van mensen die modern tewerk gaan. Dan moet hij het zelf nog gaan leren. Onrust onder steudenten van de PA's vloeit in diepste wezen voort uit gevoel dat PA eleens wat te maken mag gaan krijgen met onderwijs van heden. Zie ook scholing. E. (zie ook Regionale Centra) Pedagogische centra zijn de broedplaatsen voor de vernieu wing van het Nederlandse onder wijs. Er zijn drie landelijke peda gogische centra, die de drie grote levensbeschouwelijke richtingen vertegenwoordigen, algemeen, rooms-katholiek en protestants. Er zijn ook centra in de universi teitssteden Amsterdam. Gronin gen, Utrecht en Nijmegen. De drie landelijke pedagogische cen tra zijn opgericht door de respec tievelijke onderwijzers-organisa ties. De onderzoekingen op het gebied van het onderwijs in deze centra zijn vooral praktisch ge richt. Zij zorgen voor weten schappelijke begeleiding van ex perimenten in het onderwijs. Bij de uitvoering van een nieuw leer plan geven zij hulp en steun aan die onderwijzers, die betrokken zijn bij vernieuwingen in het on derwijs. Dit geschiedt voorname lijk door bijscholing (zie ook daar). Aan de universitaire centra is het onderzoek veel theoretischer. In wezen is dit meer fundamenteel. Het nut van alle pedagogische centra wordt echter geremd, om dat het ontbreekt aan mensen, die het resultaat van de onderzoe kingen kunnen doorgeven. Zo gaat veel kennis verloren. Ook wordt door de geringe coördinatie tussen de centra onderling met veel experimenten langs elkaar heengewerkt. Het gebrek aan samenwerking mag worden gevoeld als een gemis. Er zou een overkoepelend orgaan moeten komen, dat alle krachten op het gebied van de onderwijs vernieuwing bundelt. De experimenten-wet, die in augus tus in het Staatsblad wordt gepu bliceerd, zal hierin mogelijk kun nen voorzien. In Nederland is het zo dat fundamentele veranderin gen in het onderwijs eerst door de wetgever moeten worden gere geld alvorens zij in de praktijk kunnen worden gebracht. Het is duidelijk, dat deze wijze van werken niet de meest praktische is. In Zweden begint men eerst met de experimenten. Lijkt een bepaalde vernieuwing aan te slaan, dan wordi de wet aan het onderwijs aangepast. In Neder land is .oiets erg moeilijk, omdat juist in het onderwijs de verzui ling zo naar voren treedt. Het on derwijs is min of meer een zaak, die in de Tweede Kamer wordt uitgevochten, terwijl het juist de onderwijsdeskundigen zouden moeten zijn, die voorgaan op de barricaden (zie ook Parlement). H. A. E. Geen hond weet er een zinnig Ne derlands woori voor. Onderwijs? Opvoeding? Ontwikkeling? Scho ling? Vorming? Het is het alle maal, en dan voor iedereen, en gedurende het gehele leven. Met PE bedoelt men een stelsel waar bij iedereen de kans krijgt zo ver mogelijk te reiken, om tevens de samenleving te verrijken. Een stelsel waarin bijvoorbeeld ook mensen die nu al in het arbeids proces zitten, straks nieuwe we gen kunnen inslaan als oude be roepen ophouden te bestaan en nieuwe beroepen ontstaan. Een stelsel waarin een bejaarde man kan leren toch redelijk te leven cl als zijn lichamelijke moge den achteruit gaan. Een waarin ook mensen gewoo gen kunnen gaan leren om er zin in hebben. En denk d T niet alleen aan moeilijke t( den met wiskunde of geluic niek: als de ANWB mensw kans geeft om te leren kam v een cursus voortgezette rij 1 ding te volgen of met eenn" van te manoeuvreren, zij verdraaid goede voorbeelde Permanente Educatie, met Teleac heeft de ANWI wens nog een prachtig voor van PE gegeven: de televijai sus Pech Onderweg van it jaren geleden. Hier komil mooi terecht op het midc et uitstek voor PE: televisie, jds geland gaat in 1971 de |vt University" van start, een pr lijk televisienet dat niets fic gaat doen dan cursussen e l diemogelijkheder bieden. I een kan meedoen, iederee li om te beginnen inlichtingelin, gen (adres: Open Uniy_ Bletchley, Bedfordshire), zo'n kans in voor Nedet Hmmmm. Het jarenlang hakketak over de relatie wijs/televisie duurt voort, c\ri wil alleen het baasje zijn, wijs Televisie en Teleac |j hun mond niet erg te roeretoe zij zijn afhankelijk van d^V( baasje. En de ACRO (Ac^ sche Radio Omroep) komt™ jaren van vragen nog hei, niet aan te pas. Misschia^ het langs andere wegen al t, gaan gebeuren; b.v. als dqjp len na vieren ópen staan v^0j ders en omwonenden; als fc in die scholen een stuk ,eb education" (onderwijs vo^e ders) genesteld komt. Mis^é misschien gaat dan ook hfnz sumse kijkkastjè een rol ne len, in het algemeen belai grap van PE is dat velen dat het een waandenkbei dat nooit werkelijkheid IT Terwijl die PE allang bestg[ je maar goed om je heen Voorbeelden: de artsencurs} 11 Teleac, iedere EHBO-i bloemschikken voor huisvr^11 een leergang voor amatei balscheidsrechters. In zijnip statige en oudste vorm hJr gewoon. Volksuniversitei Maar die is helaas niet „van het volk". kf Peuters zijn baby-af. Hun wordt veel groter. Doordat W lopen ontdekken zij veel er' dat ze gaan spreken behee> ook daardoor weer een g^ van hun omgeving. Het kimJ onnoemelijk veel in dezi, meer dan in één enkele L levensfase. De peuter le ook dat het zelf iets kan® ontdekt de eigen persoort „ik" zeggen. Hij ontdekt t zaligheid van „nee"-zegge, ker niet-willen: de zgn. r" heidsfase. Deze fase is nod W mens moet leren kiezen. I? er ook de gelegenheid vo<f gen. Een kopp;ge peuter a of een grapje maken helpj er dan boze scènes opvoer! u* peutertijd is de periode een kind alles gaat imit/er de hele dag achter de vohfen aansjouwt. Ook krijgt hij b afn spelen met andere kil die (Zie ook Crèche). (zie Vernieuwers) n, in 1 (zie Technamation) (zie Parlement) gei ieri be zijn niet alleen gezellig, ma extra leerzaam. Als een kf een winter lang duffe ld hebben gekregen - met dl gi el era ar het b>s in trekt] kruid te plukken, dit te (1 neren en er, weer op schl verslag over te schrijven, de belangstelling gewekt: wel een leuk vak, die bioli die leraar begréép tenmini we ons doodverveelden" werkweken bevorderen d< geh in een klas. Praktijklessi i mi zijn kleine verschillen, m itzer veranderen veel. Een goe< ssei een beetje moderne - leraa ïtge dat. c v

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1970 | | pagina 32