10
m
DEFECTEN
DEMOCRATISERING
VAN HET
ONDERWIJS
DEPARTEMENT
DERDE MILIEU
DIA
DIATHEEK
DIFFERENTIATIE
IN DE KLAS
DIRECTEUR
DISCUSSIE
DISPLAY
DISPOSITIE
DISSOLVE-UNIT
DOCUMENTATIE
CENTRUM
DOELSTELLING VAN
HET ONDERWIJS
DOKA
DIDAKTIEK
DRAAIBOEK
DRAMA
DRUGS
DUBBEL-8 FILM
ECONOMISCH EN
ADMINISTRATIEF
ONDERWIJS
EERSTE KLAS
EIGEN-TEMPO-
WERKWIJZE
EISEN
ELEKTRONICA
ELEKTRONISCHE
STENCILSCHRIJVER
ENCYCLOPEDIE
EPI(DIA)SC00P
EXAMENS
EXPERIMENT
EXPRESSIEVAKKEN
FEEDBACK
FILMOTHEEK
FILMPROJECTOR
FILMS
(Vervolg Debiliteit)
langzame leerschool, een school
binnen het BLO, buitengewoon la
ger onderwijs.
Natuurlijk is het voor de ouders
een teleurstelling als een kind
niet zo intelligent is als ze hoop
ten. Vaak geeft het problemen,
vooral als de rest van het gezin
hogere opleidingen volgen kan, en
één kind er altijd maar uitvalt.
Het geluk van het kind gaat voor
de eerzucht van de ouders. De
wegen van de kinderen uit zo'n
gezin gaan dan erg uit elkaar lo
pen en dit geeft inderdaad reële
moeilijkheden. Maar ieder kind
heeft recht op zijn eigen schoolty
pe; daar bereikt het kind het
meest, veel meer dan op een te
zware opleiding die aan hem
voorbijgaat, terwijl het BLO ont
wikkelt wat aanwezig is en op die
manier veel verder komt.
Het is raadzaam het advies van
deskundigen het hoofd van de
school, de schoolpsycholoog op
te volgen, ook al is dit een teleur
stelling.
H.v.D.
(zie Bijlessen)
Er is onderscheid tussen interne en
externe democratisering van het
onderwijs.
Onder interne democratisering
wordt verstaan de inspraak, het
mee-beraadslagen, het mee-beslis-
sen van hen die ondenvijs volgen
en die onderwijs geven. Onder
externe democratisering daaren
tegen wordt verstaan de doorstro
ming in het onderwijs, dat wil
zeggen het doorstromen van kin
deren uit arbeidersmilieus naar
hogere vormen van voortgezet on
derwijs. Om redenen van duide
lijkheid is het evenwel gewenst
om te spreken van democratise
ring en vermaatschappelijking
van het onderwijs.
Onder democratisering van het on
derwijs wordt dan verstaan het
mee-bezinnen, mee-beraadslagen,
mee-beslissen van hen die onder
wijs geven of ontvangen en die,
voor wat de laatste groep betreft,
voor deze vorm van medeverant
woordelijkheid een zekere mate
van rijpheid hebben bereikt. Over
vermaatschappelijking van het
onderwijs zou men moeten spre
ken indien er naar wordt ge
streefd het onderwijs aan de ge
hele bevolking ten goede te doen
komen. Vermaatschappelijken
houdt in het onttrekken aan de
individuele sfeer en het groepsbe
lang ten gunste van het algemeen
belang. Vermaatschappelijking
van het onderwijs betekent dan
ook in feite het bevorderen van
een toenemende deelname aan
het voortgezet, hoger en universi
tair onderwijs ook door jeugdi
gen, die afkomstig zijn uit de so
ciaal lagere milieus van onze sa
menleving.
J.H.N.G.
Democratisering van het on
derwijs bestaat uit twee dingen,
de externe" en de „interne".
Met externe democratisering be
doelt men het streven om ALLE
onderwijs toegankelijk te maken
voor ALLE kinderen, het geven
van gelijke kansen aan ieder kind
(en, zoals Jan Grandia zegt: van
wat meer kansen aan kinderen
die achtergesteld zijn). Die exter
ne democratisering moet heel
vroeg worden begonnen; kinderen
uit sommige milieus lopen Taal
achterstand (zie ook daar) op en
daar moet vroegtijdig aan wor
den gesleuteld, anders blijft er
een achterstand. De pessimisten
geloven dat deze externe demo
cratisering er alleen maar kan
komen als ooit de inkomen? wor
den gelijkgetrokken; de optimis
ten geloven dót die inkomens
werkelijk eens gelijk zullen wor
den getrokken.
Nu de interne democratisering, een
heel ander ding. Dat gaat over
het besturen van de school. Wie
er bij dat besturen wat mogen
zeggen, mogen meepraten. Juist:
inspraak! Meer en meer wint de
gedachte veld dat het gewoon
niet aangaat dat een ver gemeen
tebestuur (bij het openbaar on
derwijs) en een verre voorzitter
(bij bijzondere scholen) het al
leen voor het zeggen moeten heb
ben, als „bevoegd gezag". Ieder
een moet kunnen meepraten,
vindt men: de hoofden, directeu
ren en rectoren (die het trouwens
al vrij aardig doen), de leer
krachten, de andere personeelsle
den, de ouders en de leerlingen.
Staatssecretaris Grosheide gaat
bij zijn voorontwerp voor een
nieuwe wet op het basisonderwijs
een heel klein stapje in die rich
ting (het hoofd moet zijn leerplan
bepraten met zijn personeel en
het aan de ouders voorleggen).
Wat het voortgezet onderwijs be
treft, circuleert er een ontwerp
voor een schoolreglement op de
rijksscholen, waarin docenten en
leerlingen praat- en beslissings
ruimte krijgen. Soms is men heel
ver, op een enkele school. Maar
niemand heeft nog het juiste sy
steem gevonden, niemand heeft
nog de richting aangegeven naar
echte schooldemocratie. En als je
een school vindt, waar een leraar
van zijn collega durft te zeggen,
tegen een leerling!dat het geen
goeie vakman is, dan is die leer
ling weer nog niet zover dat hij
een medeleerling durft af te vallen
tegenover een leraar. (Voorbeeld
ontleend aan het volle leven.) Het
is een vicieuze cirkel. Echte de
mocratisering lukt het best als je
als mensen met elkaar om de ta
fel gaat zitten maar dan stuit
je achteraf op straffe reglemen
ten. Reglementen opleggen is
best, maar je bereikt niks als de
mensen ze niet willen accepteren
en uitvoeren.
E.
Onder de benaming departement of
ministerie van Onderwijs en We
tenschappen wordt bedoeld het
gehele ambtelijke apparaat, dat
de minister en zijn staatssecreta
ris terzijde staat bij de uitoefe
ning van hun taak. Het beleid
van de bewindslieden wordt naar
hun aanwijzingen door de ambte
naren voorbereid en vastgelegd in
wetten, algemene maatregel van
bestuur circulaires en nota's. Ook
zijn de ambtenaren belast met de
uitvoering van de wetten enz. op
onderwijsgebied. J. V.
Departement van Onderwijs en
Wetenschappen omvat in tegen
stelling tot wat men zou mogen
denken geen onderwijsmensen;
geen onderwijskundigen. De on
derwijskundige inbreng moet van
buiten komen, en dat is een van
de omstandigheden die de gang
van zaken zo moeilijk maken.
Een gigantisch stuk onderwijs
kundige kennis en ervaring zit er
wel bij de inspectie van het on
derwijs (zie ook daar). Vandaar
b.v. de stem van prof. dr. Iden-
burg, die het departement van
een stuk onderwijskundige in
breng wil voorzien door de in
spectie te ontlasten van andere,
tijd en mens vergende taken, en
tot buitendienst van het departe
ment maken.
E.
Met eerste milieu bedoelen wij het
gezin. Met tweede milieu school
en werk. Het derde milieu dat het
kind opvoedt en vormt is alles
wat in clubs, verenigingen, buurt
huizen enz. gebeurt. Vooral het
grote-stadskind, met weinig speel-
mogelijkheden thuis en op straat,
is gebaat met een club of vereni
ging. Dit kan zijn knutselen,
sport, atletiek, padvinderij en al
les wat het kind andere mogelijk
heden biedt dan de levensgevaar
lijke straat en uit verveling patat
eten of aan de t.v. hangen.
H.v.D.
Voluit „diapositief", een op enkele
vierkante centimeters samenge
perste transparante foto die via
de diaprojector op een scherm
geprojecteerd wordt. In grote
verscheidenheid voor onderwijs
doeleinden te koop, maar ook met
moderne volautomatische came
ra's eenvoudig zelf te maken. Bij
de diaprojectoren zijn 3 typen te
onderscheiden: I. met dia-wissel-
schuif, 2. halfautomatisch en 3.
volautomatisch. De laatste is in
combinatie met een diastuur-in-
richting te koppelen aan een band
recorder. zodat een automati
sche audio-visuele presentatie
wordt verkregen; de bandrecor
der commandeert het wisselen
van de dia's en geeft bovendien
commentaar, geluiden en even
tuele achtergrondmuziek.
W.H.B.
Verzameling dia's en filmstrips
voor uitleen en gebruik, zoals een
discotheek dat is voor grammo
foonplaten (zie ook Mediathiek).
W.H.B.
over op de kinderen, of, liever en
beter, hoe organiseer ik een dus
danige ontmoetingswijze tussen
kind en leerstof, dat het kind uit
eigen intentie de stof wenst op te
nemen. De eerste manier zou je
zuigfles-didaktiek kunnen noe
men: „instanf'-leerstof in het
kind gieten (zo nodig neus dicht
knijpen). De tweede manier is
meer de boterham didaktiek: zelf
smeren (zo mogelijk zelf snij
den), beleggen en met smaak
verorberen. De onderwijzer van
nu is, in vergelijking met die van
vroeger veel meer de aanrei-
ker van leerstof en minder de
overbrenger, de aanprater. Ge
lukkig kind, dat zelf zijn brood
mag smeren!
J.L.
De onderwijzer van deze tijd zou
wel er eens bij dat bord weg
willen om van de instant-didac
tiek naar de boterham-didactiek
te komen.
Geen kind is gelijk aan het andere.
Veertig kinderen in een klas zijn
veertig individuen, die eigenlijk
recht hebben op individuele be
handeling. Dit is natuurlijk bij de
huidige klassegrootte onmogelijk,
zodat het in de meeste gevallen
blijft bij een welgemeend streven
van de kant van de leerkracht
naar vormen van individualise
ren. Per leervak kunnen groepjes
kinderen b.v. in verschillende
boekjes werken. Andere vormen
van differentiatie zijn o.a.: selec
tieve gevalbehandeling. De gehele
klas krijgt een probleem voorge
legd. Wie het in één keer door
heeft, mag gaan oefenen en zich
zelf corrigeren, wie extra-instruc
tie nodig heeft, blijft net zolang
naar de leerkracht luisteren en
kijken tot hij zichzelf safe genoeg
acht ook aan de oefenstof te kun
nen beginnen. Zeer belangrijk is
ook de differentiatie op het ge
bied van de interesse. Een leer
ling met speciale belangstelling
voor aardrijkskunde krijgt, na
een algemene instructie, de gele
genheid voor verdiepende studie:
in een kaartsysteem vindt hij een
literatuuropgave en een aantal
verwerkingsopdrachten, die hem
in staat stellen zelfstandig meer
dere kennis omtrent het behan
delde onderwerp te verwerven.
Dit geldt natuurlijk voor alle vak
ken. Extra-oefening via eenvoudi
ge vormen van geprogrammeerde
instructie en zelfcorrigerende
leermiddelen vormt eveneens een
hulpmiddel, om het kind zo goed
mogelijk aan zijn trekken te laten
komen, zodat ieder, op zijn eigen
niveau en vanuit zijn eigen inte
resse, zich zo optimaal mogelijk
kan ontwikkelen.
J. L.
(zie Rector)
(zie ook Klassegesprek)
Is helemaal niets Ingewikkelds. Dis
cussie betekent gewoon: Met z'n
allen praten over iets, dat je inte
resseert en er je mening over
zeggen. Op een school is het één
van de belangrijkste dingen want
je krijgt er durf door en je leert
je eigen mening te verdedigen.
Er is wel oefening voor nodig om
te leren luisteren, en een ander
niet in de rede te vallen of uit te
lachen, zelfs als hij iets geks
zegt. Jammer, dat zo veel scho
len het klassikale discussiëren
nog niet aan durven!
J.E.
(zie Tentoonstelling)
(zie Leerbekwaamheid
Dissolve-unit zorgt bij twee of meer
diaprojectoren voor een vloeiend
verloop van de projectie; het ene
beeld verschijnt terwijl het ande
re verdwijnt. Op deze manier zijn
bepaalde filmische effecten te
verkrijgen.
W.H.B.
(zie ook Bibliotheek en
Bronnenboeken)
In een school, scholengemeenschap
of regionaal onderwijscentrum
zorgt voor inkoop, opslag, regis
tratie en distributie van alle do
cumenten in ruimere zin. die
voor het lesgeven en leren nodig
zijn. Bedoeling is, dat via code
ring en kaartsysteem het mate
riaal gemakkelijk toegankelijk is
voor docenten en leerlingen.
W.H.B.
Onderwijs geven is het kind iets le
ren. het wijzer maken op de le
vensweg, maar het ook de weg
wijzen. Het kan niet anders of dit
wijzen wordt beïnvloed door dege
ne die de weg wijst naar datge
ne wat voor hem begerenswaard
is in het leven. Zijn levens- en
wereldbeschouwing zal hij - mis
schien ongewild - overbrengen op
zijn pupil. Dit doet iedere opvoe
der; ook ouders brengen hun me
ning omtrent veel zaken over op
hun kinderen in gesprekken, com
mentaren enz. Echt neutraal on
derwijs bestaat volgens mij niet
De mening van de onderwijzer
maakt zich, zijns ondanks, ken
baar. Dit geeft helemaal niet,
maar men moet het zich wel rea
liseren. Pas dan kunnen opinies
vergeleken en standpunten be
paald worden. Dit is het wezen
van democratisch onderwijs. Het
is feitelijk onjuist dat alleen
christelijk onderwijs doelstellin
gen zou hebben. Ook openbaar en
neutraal-bijzonder onderwijs wor
den door doelstellingen beïnvloed.
H. v. D.
•De doelstellingen van het onderwijs
zijn discutabel geworden. Niet
meer kan worden volstaan met
de oude omschrijving „opvoeden
tot christelijke en maatschappelij
ke deugden". Voorts is het de
vraag of het wel juist is te spre
ken van dè doelstellingen, daar
het onderwijs betrekking kan heb
ben op kleuters, leerplichtige kin
deren, jeugdigen van het voortge
zet onderwijs en studenten. Bo
vendien zullen deze doelstellingen
inhoudelijk in hoge mate mede
worden bepaald door levens- en
wereldbeschouwing van hen, die
zich met het onderwijs bezighou
den. In het algemeen kan men
wel stellen dat de school, en dus
het onderwijs, een fundamentele
en onmisbare bijdrage levert tot
het maatschappelijk en geestelijk
zelfstandig worden van het kind
en de jonge mens.
J. H. N. G.
Betekent voluit donkere kamer.
Daar kunnen werkzaamheden
verricht worden op fotografisch
en filmisch gebied, die het dag
licht niet kunnen verdragen.
De kunst van het onderwijzen. Hoe
breng ik als onderwijzer de stof
Qiscussie betekent ge woont met fl'n p Hen praten
Komt steeds meer voor op de
verlanglijst van scholen. Niet al
leen omdat fotografie als keuze
vak ingevoerd mag worden, maar
ook omdat met een eigen doka
zoveel lesmateriaal zelf te ver
vaardigen is.
W. H. B.
Is het op schrift gestelde en tot in
alle details nauwkeurig omschre
ven plan voor het maken van een
film. Meestal wordt met een sto-
ry-board of synopsis begonnen,
waarop in grote lijnen het verloop
van de handelingen en de volgor
de bepaald worden. Een nadere
detaillering levert dan een scena
rio op, dat voor alle scènes de
camera-instellingen, belichting,
enz. vermeldt.
W. H. B.
Een drama is eigenlijk het han
delen, zoals dat in een toneelstuk
gebeurt. Het stamt uit het Grieks.
Het spraakgebruik heeft het
woord ook een andere betekenis
gegeven: iets verdrietigs dat in
een mensenleven kan gebeuren.
Op school beleef je ook drama's.
Kortsluitinkjes tussen onderwij
zers en kinderen komen dagelijks
voor. Drama's waarbij de kinde
ren vaak dikke tranen huilen. Zo
was er eens een meisje, van wie
de letters voor voor- en achter
naam gelijk waren aan die van
een klasgenootje. Beiden schre
ven ze niet zo netjes, beiden wa
ren niet zo goed in rekenen. De
leerkracht, bezig rekenwerk te
corrigeren, riep het meisje bij
zich. Het werk, dat hij zat na te
kijken, liep de spuigaten uit. Het
meisje, erg onder de indruk zei:
„Dat heb ik niet gemaakt". De
toorn van de onderwijzer barstte
pas goed los. In opperste woede
sloeg hij het schrift dicht en wees
op het etiket met de naam. En
ja, daar stond de naam van het
andere meisje met dezelfde voor
letters. Bij zo'n kortsluiting moet
je als onderwijzer wel zien. dat
je het goed maakt. Maar intussen
heb je het drama gehad, al is het
in dit geval goed afgelopen.
H. A. E
Het gebruik van drugs of verdo
vende middelen dreigt steeds
meer toe te nemen, ondanks het
feit dat de handel in deze artike
len is verboden zulks ter bescher
ming van de volksgezondheid.
Recente enquêtes hebben uitgewe
zen, dat ook het gebruik onder de
schoolgaande jeugd niet onaan
zienlijk is. Dit heeft er toe geleid
dat alom verdergaande onderzoe
ken plaatsvinden en beraad wordt
gehouden over de vraag welke
maatregelen in deze noodzakelijk
zijn.
Het is een betrekkelijk nieuw en
mede daardoor moeilijk vraag
stuk; te meer doordat de opvat
tingen over de schadelijkheid -
speciaal van de z.g. soft drugs
(marihuana en hasjiesj) nogal uit
eenlopen.
Zeker is wel, dat spoedige voorlich
ting op de scholen omtrent geva
ren en mogelijkheden van hulp
aan „gebruikers" dringend ge
wenst is.
J. V.
(zie film)
E
Verdeeld in hoger, middelbaar en
lager: HEAO, MEAO en LEAO.
Erg moeilijk om van de een in de
ander te stappen, een lange weg.
Er beginnen nu wat personeelsad
vertenties te komen waarin afge
studeerden van HEAO worden ge
vraagd, van Philips b.v. LEAO
bestaat wel eens in combinatie
met LHNO, lager nijverheidson
derwijs, te weten de huishoud
school. E.
Twee partijen wachten altijd met
spanning op de eerste schooldag,
het kind en de ouders. Het kind,
omdat het nu groot zal zijn. Ein
delijk zaïl het dan leren lezen. De
moeder, die meestal het kind bij
de eerste schreden naar de grote
school begeleidt, voelt de span
ning van het kind aan de warmte
van het kinderhandje, dat zij
maar node kan loslaten. De eer
ste klas, de moeder voelt dat al
dan niet bewust, is de eerste stap
op weg naar de volwassenheid en
de zelfstandigheid van het kind-
Voortaan zal de juffrouw het be
ter weten dan zij.
H. A. E.
(zie Differentiatie in de klas
en Individueel Werken)
Eisen worden in het algemeen ge
steld door hen, die zich daartoe
gerechtigd achten op grond van
hun situatie (ouders ten opzichte
van hun kinderen) of op grond van
hun gezagspositie (leerkrachten ten
opzichte van hun leerlingen). Zo
kunnen ouders aan hun kinderen
eisen stellen als gehoorzaamheid
aan en eerbied voor het ouderlijk
gezag en leerkrachten kunnen aan
hun leerlingen eisen stellen inza
ke oplettendheid, ijver, interesse
voor de leerstof, enz. Voorstaande
uiteenzetting is typisch voor een
traditionele samenleving.
In onze maatschappij daarentegen
staan jongeren niet alleen kri
tisch ten opzichte van de vol
wassenen, maar zij eisen tevens
te worden gehoord en gekend ten
aanzien van de gang van zaken
in de samenleving.
J. H. N. G.
Niet meer uit onze samenleving
weg te denken. Bij kennisover
dracht en informatie-verstrekking
is het nuttig ons te realiseren dat
de elektronica ons d.m.v. auditie
ve en audio-visuele communica
tie-media (zoals radio, telefoon en
televisie) mogelijkheden biedt die
nog maar nauwelijks benut wor
den. De reikwijdte van ogen en
oren is vrijwel onbegrensd ver
groot, terwijl terugreizen in de
tijd feitelijk ook al mogelijk is
omdat we kunnen zien en horen
wat geweest is. We kunnen dit zo
vaak doen als we willen. De vi-
sofoon (telefoon met beeld
scherm) of de televisiekrant (te
levisie met gelijktijdige verstrek
king van gedrukt materiaal) voe
gen hier weer nieuwe dimensies
bij.
W.H.B.
(zie Stencil)
(zie Bronnenboeken)
(zie Toverlantaarn)
Worden afgenomen als vanouds, en
door steeds meer jongeren ge
daan. Maar het eind van de exa
mens naakt. Goed, de staatsse
cretaris heeft wel nieuwe regelin
gen op stapel staan in de vorm
van een centraal schriftelijk exa
men, maar evenzeer doktert hij
thans een stelsel uit van zoge
naamde „schoolonderzoeken":
gedurende een heel jaar lang de
school zélf het werk van de leer
lingen laten bekijken. De school
onderzoeken starten het komende
cursusjaar. In die onderzoeken zit
de nieuwe gedachte verscholen
dat het toch niet aangaat om
werk van jaren te proberen te
vangen in een paar daagjes
geëxamineer. Hoe kan je zes jaar
studie in zeg Frans vangen
in één enkel cijfertje? En bena
deel je met een examen niet heel
sterk de gauw-zenuwachtigen, de
langzamen, en menstruerende
meisjes? Examens zullen er blij
ven in de vorm van proeven op
het punt van stukken vaardigheid
(een boormachine hanteren, auto
rijden, een baby wassen); en zulk
soort proeven mogen dan gerust
de oude naam tentamens dragen.
Maar het ouderwetse examen
gaat zijn eind tegemoet; hoe
moet je het trouwens afnemen als
de school erg veel gaat werken
met projectonderwijs? (Zie ook
daar). Je kunt toch geen team
examineren, laat staan diplome
ren!
E.
Examens gaan langzame, maar ze
kere dood tegemoet. Misschien zal
die dood slechts bestaan uit het
aantrekken van een ander jasje;
het kan echter ook, dat ze in het
geheel gaan verdwijnen. Ik vind
examens een belachelijk ver
schijnsel; een examen is maar
een momentopname van je pres
taties en kan daar geen duidelijk
en eerlijk beeld van geven, voor
al niet als je op de examendag
in een rotbui bent of je misselijk
voelt.
Wanneer dat het geval is (en zoiets
komt vaker voor dan u denkt), is
het hele examen verknald.
Dan zijn tentamens beter; die ge
ven een beeld van je prestaties
over een grote periode en zijn
dus nauwkeuriger en eerlijker. In
plaats van „tentamens" gebruikt
men voor deze proeven wel het
woord „peilproefwerken". (Dat
klinkt niet zo eng.)
Op deze peilproefwerken zal ik on
der „proefwerken" nog wat ver
der ingaan.
Er is nog een manier om de exa
mens een ander jasje aan te trek
ken, nl. door, na een aantal jaren
in je eigen tempo te hebben ge
werkt, op je diploma te zien hoe
ver (op welk niveau) je met ie
der vak bent gekomen.
Als voorbeeld geef ik: Wiskunde:
HAVO-niveau, Nederlands: Gym
nasium-niveau, enz.
Want het is toch onzin, dat je op
een school voor het voortgezet on
derwijs ook verplichte examen
vakken hebt, die je voor je verde
re opleiding helemaal niet nodig
hebt!
J. E.
Een examen is een onding. Zou bij
de wet verboden moeten worden.
H. A. E.
Het meest misbruikte woord in het
Nederlandse onderwijs. Het wordt
te pas en te onpas gebruikt. Zo
maar iets nieuws doen is geen
experiment, maar een waagstuk.
Een experiment is: iets nieuws
doen en gelijk zorgen dat er men
sen bij staan die er een mening
over vormen. Die er van leren
voor vérder gebruik. Telkens als
een onderwijsman (of een minis
ter) zegt: we experimenteren,
dan moeten we even vragen of die
mensen er wel bij staan. En zo
niet, dan heel hard zeggen dat er
alleen maar wat gewaagd wordt.
Pas als de onderwijsman (of de
minister) een plechtig antwoord
geeft over wetenschappelijke in
breng en over evaluatie, dan is
de zaak te vertrouwen.
E.
Gymnastiek, tekenen, handenar
beid, zingen om de bekendste te
noemen. Nodig voor de totale ont
wikkeling van het kind, niet al
leen naar hoofd (intelligentie),
maar ook naar hart (emotionele
expressie) en hand (manuale ex
pressie). De doorsnee-onderwij
zer, die in één persoon creatief,
expressief, kunstzinnig, lenig en
muzikaal zou moeten zijn, prijst
zich gelukkig op het moment, dat
hem door deskundigen op de di
verse expressie-terreinen een hel
pende hand wordt toegestoken.
Een beperkt of totaal vakleer
krachtensysteem op dit gebied,
ook bij *het basisonderwijs, is be
paald geen overbodige luxe, want
de onderwijzer, die van huis uit
vals zingt en twee linkerhanden
heeft, kan toch een hele goede
leerkracht zijn, als hem de zang
en handenarbeiduren maar be
spaard blijven (Zie ook Basison
derwijs).
J.L.
y',,- Ut V
(zie Terugkoppeling)
(zie Films)
Benijdenswaardig bezit voor scho
len, ofschoon de beschikbaarheid
van films en de accommodatie om
deze te vertonen bepalen of zo'n
bezit ook zin heeft. Voor het on
derwijs zijn 2 formaten van be
lang, 16 mm. en 8 mm (zie ver
der films). Automatische filmin-
leg is tegenwoordig vanzelfspre
kend. Niet alleen vanwege het ge
mak voor de docent, maar ook
omdat het kind het dan zelf kan
doen.
W.H.B.
Afgezien van negatief-filmmateriaal
voor foto-/en filmcamera's zijn
voor het onderwijs twee filmfor
maten belangrijk: 16 mm en 8