10 m DEFECTEN DEMOCRATISERING VAN HET ONDERWIJS DEPARTEMENT DERDE MILIEU DIA DIATHEEK DIFFERENTIATIE IN DE KLAS DIRECTEUR DISCUSSIE DISPLAY DISPOSITIE DISSOLVE-UNIT DOCUMENTATIE CENTRUM DOELSTELLING VAN HET ONDERWIJS DOKA DIDAKTIEK DRAAIBOEK DRAMA DRUGS DUBBEL-8 FILM ECONOMISCH EN ADMINISTRATIEF ONDERWIJS EERSTE KLAS EIGEN-TEMPO- WERKWIJZE EISEN ELEKTRONICA ELEKTRONISCHE STENCILSCHRIJVER ENCYCLOPEDIE EPI(DIA)SC00P EXAMENS EXPERIMENT EXPRESSIEVAKKEN FEEDBACK FILMOTHEEK FILMPROJECTOR FILMS (Vervolg Debiliteit) langzame leerschool, een school binnen het BLO, buitengewoon la ger onderwijs. Natuurlijk is het voor de ouders een teleurstelling als een kind niet zo intelligent is als ze hoop ten. Vaak geeft het problemen, vooral als de rest van het gezin hogere opleidingen volgen kan, en één kind er altijd maar uitvalt. Het geluk van het kind gaat voor de eerzucht van de ouders. De wegen van de kinderen uit zo'n gezin gaan dan erg uit elkaar lo pen en dit geeft inderdaad reële moeilijkheden. Maar ieder kind heeft recht op zijn eigen schoolty pe; daar bereikt het kind het meest, veel meer dan op een te zware opleiding die aan hem voorbijgaat, terwijl het BLO ont wikkelt wat aanwezig is en op die manier veel verder komt. Het is raadzaam het advies van deskundigen het hoofd van de school, de schoolpsycholoog op te volgen, ook al is dit een teleur stelling. H.v.D. (zie Bijlessen) Er is onderscheid tussen interne en externe democratisering van het onderwijs. Onder interne democratisering wordt verstaan de inspraak, het mee-beraadslagen, het mee-beslis- sen van hen die ondenvijs volgen en die onderwijs geven. Onder externe democratisering daaren tegen wordt verstaan de doorstro ming in het onderwijs, dat wil zeggen het doorstromen van kin deren uit arbeidersmilieus naar hogere vormen van voortgezet on derwijs. Om redenen van duide lijkheid is het evenwel gewenst om te spreken van democratise ring en vermaatschappelijking van het onderwijs. Onder democratisering van het on derwijs wordt dan verstaan het mee-bezinnen, mee-beraadslagen, mee-beslissen van hen die onder wijs geven of ontvangen en die, voor wat de laatste groep betreft, voor deze vorm van medeverant woordelijkheid een zekere mate van rijpheid hebben bereikt. Over vermaatschappelijking van het onderwijs zou men moeten spre ken indien er naar wordt ge streefd het onderwijs aan de ge hele bevolking ten goede te doen komen. Vermaatschappelijken houdt in het onttrekken aan de individuele sfeer en het groepsbe lang ten gunste van het algemeen belang. Vermaatschappelijking van het onderwijs betekent dan ook in feite het bevorderen van een toenemende deelname aan het voortgezet, hoger en universi tair onderwijs ook door jeugdi gen, die afkomstig zijn uit de so ciaal lagere milieus van onze sa menleving. J.H.N.G. Democratisering van het on derwijs bestaat uit twee dingen, de externe" en de „interne". Met externe democratisering be doelt men het streven om ALLE onderwijs toegankelijk te maken voor ALLE kinderen, het geven van gelijke kansen aan ieder kind (en, zoals Jan Grandia zegt: van wat meer kansen aan kinderen die achtergesteld zijn). Die exter ne democratisering moet heel vroeg worden begonnen; kinderen uit sommige milieus lopen Taal achterstand (zie ook daar) op en daar moet vroegtijdig aan wor den gesleuteld, anders blijft er een achterstand. De pessimisten geloven dat deze externe demo cratisering er alleen maar kan komen als ooit de inkomen? wor den gelijkgetrokken; de optimis ten geloven dót die inkomens werkelijk eens gelijk zullen wor den getrokken. Nu de interne democratisering, een heel ander ding. Dat gaat over het besturen van de school. Wie er bij dat besturen wat mogen zeggen, mogen meepraten. Juist: inspraak! Meer en meer wint de gedachte veld dat het gewoon niet aangaat dat een ver gemeen tebestuur (bij het openbaar on derwijs) en een verre voorzitter (bij bijzondere scholen) het al leen voor het zeggen moeten heb ben, als „bevoegd gezag". Ieder een moet kunnen meepraten, vindt men: de hoofden, directeu ren en rectoren (die het trouwens al vrij aardig doen), de leer krachten, de andere personeelsle den, de ouders en de leerlingen. Staatssecretaris Grosheide gaat bij zijn voorontwerp voor een nieuwe wet op het basisonderwijs een heel klein stapje in die rich ting (het hoofd moet zijn leerplan bepraten met zijn personeel en het aan de ouders voorleggen). Wat het voortgezet onderwijs be treft, circuleert er een ontwerp voor een schoolreglement op de rijksscholen, waarin docenten en leerlingen praat- en beslissings ruimte krijgen. Soms is men heel ver, op een enkele school. Maar niemand heeft nog het juiste sy steem gevonden, niemand heeft nog de richting aangegeven naar echte schooldemocratie. En als je een school vindt, waar een leraar van zijn collega durft te zeggen, tegen een leerling!dat het geen goeie vakman is, dan is die leer ling weer nog niet zover dat hij een medeleerling durft af te vallen tegenover een leraar. (Voorbeeld ontleend aan het volle leven.) Het is een vicieuze cirkel. Echte de mocratisering lukt het best als je als mensen met elkaar om de ta fel gaat zitten maar dan stuit je achteraf op straffe reglemen ten. Reglementen opleggen is best, maar je bereikt niks als de mensen ze niet willen accepteren en uitvoeren. E. Onder de benaming departement of ministerie van Onderwijs en We tenschappen wordt bedoeld het gehele ambtelijke apparaat, dat de minister en zijn staatssecreta ris terzijde staat bij de uitoefe ning van hun taak. Het beleid van de bewindslieden wordt naar hun aanwijzingen door de ambte naren voorbereid en vastgelegd in wetten, algemene maatregel van bestuur circulaires en nota's. Ook zijn de ambtenaren belast met de uitvoering van de wetten enz. op onderwijsgebied. J. V. Departement van Onderwijs en Wetenschappen omvat in tegen stelling tot wat men zou mogen denken geen onderwijsmensen; geen onderwijskundigen. De on derwijskundige inbreng moet van buiten komen, en dat is een van de omstandigheden die de gang van zaken zo moeilijk maken. Een gigantisch stuk onderwijs kundige kennis en ervaring zit er wel bij de inspectie van het on derwijs (zie ook daar). Vandaar b.v. de stem van prof. dr. Iden- burg, die het departement van een stuk onderwijskundige in breng wil voorzien door de in spectie te ontlasten van andere, tijd en mens vergende taken, en tot buitendienst van het departe ment maken. E. Met eerste milieu bedoelen wij het gezin. Met tweede milieu school en werk. Het derde milieu dat het kind opvoedt en vormt is alles wat in clubs, verenigingen, buurt huizen enz. gebeurt. Vooral het grote-stadskind, met weinig speel- mogelijkheden thuis en op straat, is gebaat met een club of vereni ging. Dit kan zijn knutselen, sport, atletiek, padvinderij en al les wat het kind andere mogelijk heden biedt dan de levensgevaar lijke straat en uit verveling patat eten of aan de t.v. hangen. H.v.D. Voluit „diapositief", een op enkele vierkante centimeters samenge perste transparante foto die via de diaprojector op een scherm geprojecteerd wordt. In grote verscheidenheid voor onderwijs doeleinden te koop, maar ook met moderne volautomatische came ra's eenvoudig zelf te maken. Bij de diaprojectoren zijn 3 typen te onderscheiden: I. met dia-wissel- schuif, 2. halfautomatisch en 3. volautomatisch. De laatste is in combinatie met een diastuur-in- richting te koppelen aan een band recorder. zodat een automati sche audio-visuele presentatie wordt verkregen; de bandrecor der commandeert het wisselen van de dia's en geeft bovendien commentaar, geluiden en even tuele achtergrondmuziek. W.H.B. Verzameling dia's en filmstrips voor uitleen en gebruik, zoals een discotheek dat is voor grammo foonplaten (zie ook Mediathiek). W.H.B. over op de kinderen, of, liever en beter, hoe organiseer ik een dus danige ontmoetingswijze tussen kind en leerstof, dat het kind uit eigen intentie de stof wenst op te nemen. De eerste manier zou je zuigfles-didaktiek kunnen noe men: „instanf'-leerstof in het kind gieten (zo nodig neus dicht knijpen). De tweede manier is meer de boterham didaktiek: zelf smeren (zo mogelijk zelf snij den), beleggen en met smaak verorberen. De onderwijzer van nu is, in vergelijking met die van vroeger veel meer de aanrei- ker van leerstof en minder de overbrenger, de aanprater. Ge lukkig kind, dat zelf zijn brood mag smeren! J.L. De onderwijzer van deze tijd zou wel er eens bij dat bord weg willen om van de instant-didac tiek naar de boterham-didactiek te komen. Geen kind is gelijk aan het andere. Veertig kinderen in een klas zijn veertig individuen, die eigenlijk recht hebben op individuele be handeling. Dit is natuurlijk bij de huidige klassegrootte onmogelijk, zodat het in de meeste gevallen blijft bij een welgemeend streven van de kant van de leerkracht naar vormen van individualise ren. Per leervak kunnen groepjes kinderen b.v. in verschillende boekjes werken. Andere vormen van differentiatie zijn o.a.: selec tieve gevalbehandeling. De gehele klas krijgt een probleem voorge legd. Wie het in één keer door heeft, mag gaan oefenen en zich zelf corrigeren, wie extra-instruc tie nodig heeft, blijft net zolang naar de leerkracht luisteren en kijken tot hij zichzelf safe genoeg acht ook aan de oefenstof te kun nen beginnen. Zeer belangrijk is ook de differentiatie op het ge bied van de interesse. Een leer ling met speciale belangstelling voor aardrijkskunde krijgt, na een algemene instructie, de gele genheid voor verdiepende studie: in een kaartsysteem vindt hij een literatuuropgave en een aantal verwerkingsopdrachten, die hem in staat stellen zelfstandig meer dere kennis omtrent het behan delde onderwerp te verwerven. Dit geldt natuurlijk voor alle vak ken. Extra-oefening via eenvoudi ge vormen van geprogrammeerde instructie en zelfcorrigerende leermiddelen vormt eveneens een hulpmiddel, om het kind zo goed mogelijk aan zijn trekken te laten komen, zodat ieder, op zijn eigen niveau en vanuit zijn eigen inte resse, zich zo optimaal mogelijk kan ontwikkelen. J. L. (zie Rector) (zie ook Klassegesprek) Is helemaal niets Ingewikkelds. Dis cussie betekent gewoon: Met z'n allen praten over iets, dat je inte resseert en er je mening over zeggen. Op een school is het één van de belangrijkste dingen want je krijgt er durf door en je leert je eigen mening te verdedigen. Er is wel oefening voor nodig om te leren luisteren, en een ander niet in de rede te vallen of uit te lachen, zelfs als hij iets geks zegt. Jammer, dat zo veel scho len het klassikale discussiëren nog niet aan durven! J.E. (zie Tentoonstelling) (zie Leerbekwaamheid Dissolve-unit zorgt bij twee of meer diaprojectoren voor een vloeiend verloop van de projectie; het ene beeld verschijnt terwijl het ande re verdwijnt. Op deze manier zijn bepaalde filmische effecten te verkrijgen. W.H.B. (zie ook Bibliotheek en Bronnenboeken) In een school, scholengemeenschap of regionaal onderwijscentrum zorgt voor inkoop, opslag, regis tratie en distributie van alle do cumenten in ruimere zin. die voor het lesgeven en leren nodig zijn. Bedoeling is, dat via code ring en kaartsysteem het mate riaal gemakkelijk toegankelijk is voor docenten en leerlingen. W.H.B. Onderwijs geven is het kind iets le ren. het wijzer maken op de le vensweg, maar het ook de weg wijzen. Het kan niet anders of dit wijzen wordt beïnvloed door dege ne die de weg wijst naar datge ne wat voor hem begerenswaard is in het leven. Zijn levens- en wereldbeschouwing zal hij - mis schien ongewild - overbrengen op zijn pupil. Dit doet iedere opvoe der; ook ouders brengen hun me ning omtrent veel zaken over op hun kinderen in gesprekken, com mentaren enz. Echt neutraal on derwijs bestaat volgens mij niet De mening van de onderwijzer maakt zich, zijns ondanks, ken baar. Dit geeft helemaal niet, maar men moet het zich wel rea liseren. Pas dan kunnen opinies vergeleken en standpunten be paald worden. Dit is het wezen van democratisch onderwijs. Het is feitelijk onjuist dat alleen christelijk onderwijs doelstellin gen zou hebben. Ook openbaar en neutraal-bijzonder onderwijs wor den door doelstellingen beïnvloed. H. v. D. •De doelstellingen van het onderwijs zijn discutabel geworden. Niet meer kan worden volstaan met de oude omschrijving „opvoeden tot christelijke en maatschappelij ke deugden". Voorts is het de vraag of het wel juist is te spre ken van dè doelstellingen, daar het onderwijs betrekking kan heb ben op kleuters, leerplichtige kin deren, jeugdigen van het voortge zet onderwijs en studenten. Bo vendien zullen deze doelstellingen inhoudelijk in hoge mate mede worden bepaald door levens- en wereldbeschouwing van hen, die zich met het onderwijs bezighou den. In het algemeen kan men wel stellen dat de school, en dus het onderwijs, een fundamentele en onmisbare bijdrage levert tot het maatschappelijk en geestelijk zelfstandig worden van het kind en de jonge mens. J. H. N. G. Betekent voluit donkere kamer. Daar kunnen werkzaamheden verricht worden op fotografisch en filmisch gebied, die het dag licht niet kunnen verdragen. De kunst van het onderwijzen. Hoe breng ik als onderwijzer de stof Qiscussie betekent ge woont met fl'n p Hen praten Komt steeds meer voor op de verlanglijst van scholen. Niet al leen omdat fotografie als keuze vak ingevoerd mag worden, maar ook omdat met een eigen doka zoveel lesmateriaal zelf te ver vaardigen is. W. H. B. Is het op schrift gestelde en tot in alle details nauwkeurig omschre ven plan voor het maken van een film. Meestal wordt met een sto- ry-board of synopsis begonnen, waarop in grote lijnen het verloop van de handelingen en de volgor de bepaald worden. Een nadere detaillering levert dan een scena rio op, dat voor alle scènes de camera-instellingen, belichting, enz. vermeldt. W. H. B. Een drama is eigenlijk het han delen, zoals dat in een toneelstuk gebeurt. Het stamt uit het Grieks. Het spraakgebruik heeft het woord ook een andere betekenis gegeven: iets verdrietigs dat in een mensenleven kan gebeuren. Op school beleef je ook drama's. Kortsluitinkjes tussen onderwij zers en kinderen komen dagelijks voor. Drama's waarbij de kinde ren vaak dikke tranen huilen. Zo was er eens een meisje, van wie de letters voor voor- en achter naam gelijk waren aan die van een klasgenootje. Beiden schre ven ze niet zo netjes, beiden wa ren niet zo goed in rekenen. De leerkracht, bezig rekenwerk te corrigeren, riep het meisje bij zich. Het werk, dat hij zat na te kijken, liep de spuigaten uit. Het meisje, erg onder de indruk zei: „Dat heb ik niet gemaakt". De toorn van de onderwijzer barstte pas goed los. In opperste woede sloeg hij het schrift dicht en wees op het etiket met de naam. En ja, daar stond de naam van het andere meisje met dezelfde voor letters. Bij zo'n kortsluiting moet je als onderwijzer wel zien. dat je het goed maakt. Maar intussen heb je het drama gehad, al is het in dit geval goed afgelopen. H. A. E Het gebruik van drugs of verdo vende middelen dreigt steeds meer toe te nemen, ondanks het feit dat de handel in deze artike len is verboden zulks ter bescher ming van de volksgezondheid. Recente enquêtes hebben uitgewe zen, dat ook het gebruik onder de schoolgaande jeugd niet onaan zienlijk is. Dit heeft er toe geleid dat alom verdergaande onderzoe ken plaatsvinden en beraad wordt gehouden over de vraag welke maatregelen in deze noodzakelijk zijn. Het is een betrekkelijk nieuw en mede daardoor moeilijk vraag stuk; te meer doordat de opvat tingen over de schadelijkheid - speciaal van de z.g. soft drugs (marihuana en hasjiesj) nogal uit eenlopen. Zeker is wel, dat spoedige voorlich ting op de scholen omtrent geva ren en mogelijkheden van hulp aan „gebruikers" dringend ge wenst is. J. V. (zie film) E Verdeeld in hoger, middelbaar en lager: HEAO, MEAO en LEAO. Erg moeilijk om van de een in de ander te stappen, een lange weg. Er beginnen nu wat personeelsad vertenties te komen waarin afge studeerden van HEAO worden ge vraagd, van Philips b.v. LEAO bestaat wel eens in combinatie met LHNO, lager nijverheidson derwijs, te weten de huishoud school. E. Twee partijen wachten altijd met spanning op de eerste schooldag, het kind en de ouders. Het kind, omdat het nu groot zal zijn. Ein delijk zaïl het dan leren lezen. De moeder, die meestal het kind bij de eerste schreden naar de grote school begeleidt, voelt de span ning van het kind aan de warmte van het kinderhandje, dat zij maar node kan loslaten. De eer ste klas, de moeder voelt dat al dan niet bewust, is de eerste stap op weg naar de volwassenheid en de zelfstandigheid van het kind- Voortaan zal de juffrouw het be ter weten dan zij. H. A. E. (zie Differentiatie in de klas en Individueel Werken) Eisen worden in het algemeen ge steld door hen, die zich daartoe gerechtigd achten op grond van hun situatie (ouders ten opzichte van hun kinderen) of op grond van hun gezagspositie (leerkrachten ten opzichte van hun leerlingen). Zo kunnen ouders aan hun kinderen eisen stellen als gehoorzaamheid aan en eerbied voor het ouderlijk gezag en leerkrachten kunnen aan hun leerlingen eisen stellen inza ke oplettendheid, ijver, interesse voor de leerstof, enz. Voorstaande uiteenzetting is typisch voor een traditionele samenleving. In onze maatschappij daarentegen staan jongeren niet alleen kri tisch ten opzichte van de vol wassenen, maar zij eisen tevens te worden gehoord en gekend ten aanzien van de gang van zaken in de samenleving. J. H. N. G. Niet meer uit onze samenleving weg te denken. Bij kennisover dracht en informatie-verstrekking is het nuttig ons te realiseren dat de elektronica ons d.m.v. auditie ve en audio-visuele communica tie-media (zoals radio, telefoon en televisie) mogelijkheden biedt die nog maar nauwelijks benut wor den. De reikwijdte van ogen en oren is vrijwel onbegrensd ver groot, terwijl terugreizen in de tijd feitelijk ook al mogelijk is omdat we kunnen zien en horen wat geweest is. We kunnen dit zo vaak doen als we willen. De vi- sofoon (telefoon met beeld scherm) of de televisiekrant (te levisie met gelijktijdige verstrek king van gedrukt materiaal) voe gen hier weer nieuwe dimensies bij. W.H.B. (zie Stencil) (zie Bronnenboeken) (zie Toverlantaarn) Worden afgenomen als vanouds, en door steeds meer jongeren ge daan. Maar het eind van de exa mens naakt. Goed, de staatsse cretaris heeft wel nieuwe regelin gen op stapel staan in de vorm van een centraal schriftelijk exa men, maar evenzeer doktert hij thans een stelsel uit van zoge naamde „schoolonderzoeken": gedurende een heel jaar lang de school zélf het werk van de leer lingen laten bekijken. De school onderzoeken starten het komende cursusjaar. In die onderzoeken zit de nieuwe gedachte verscholen dat het toch niet aangaat om werk van jaren te proberen te vangen in een paar daagjes geëxamineer. Hoe kan je zes jaar studie in zeg Frans vangen in één enkel cijfertje? En bena deel je met een examen niet heel sterk de gauw-zenuwachtigen, de langzamen, en menstruerende meisjes? Examens zullen er blij ven in de vorm van proeven op het punt van stukken vaardigheid (een boormachine hanteren, auto rijden, een baby wassen); en zulk soort proeven mogen dan gerust de oude naam tentamens dragen. Maar het ouderwetse examen gaat zijn eind tegemoet; hoe moet je het trouwens afnemen als de school erg veel gaat werken met projectonderwijs? (Zie ook daar). Je kunt toch geen team examineren, laat staan diplome ren! E. Examens gaan langzame, maar ze kere dood tegemoet. Misschien zal die dood slechts bestaan uit het aantrekken van een ander jasje; het kan echter ook, dat ze in het geheel gaan verdwijnen. Ik vind examens een belachelijk ver schijnsel; een examen is maar een momentopname van je pres taties en kan daar geen duidelijk en eerlijk beeld van geven, voor al niet als je op de examendag in een rotbui bent of je misselijk voelt. Wanneer dat het geval is (en zoiets komt vaker voor dan u denkt), is het hele examen verknald. Dan zijn tentamens beter; die ge ven een beeld van je prestaties over een grote periode en zijn dus nauwkeuriger en eerlijker. In plaats van „tentamens" gebruikt men voor deze proeven wel het woord „peilproefwerken". (Dat klinkt niet zo eng.) Op deze peilproefwerken zal ik on der „proefwerken" nog wat ver der ingaan. Er is nog een manier om de exa mens een ander jasje aan te trek ken, nl. door, na een aantal jaren in je eigen tempo te hebben ge werkt, op je diploma te zien hoe ver (op welk niveau) je met ie der vak bent gekomen. Als voorbeeld geef ik: Wiskunde: HAVO-niveau, Nederlands: Gym nasium-niveau, enz. Want het is toch onzin, dat je op een school voor het voortgezet on derwijs ook verplichte examen vakken hebt, die je voor je verde re opleiding helemaal niet nodig hebt! J. E. Een examen is een onding. Zou bij de wet verboden moeten worden. H. A. E. Het meest misbruikte woord in het Nederlandse onderwijs. Het wordt te pas en te onpas gebruikt. Zo maar iets nieuws doen is geen experiment, maar een waagstuk. Een experiment is: iets nieuws doen en gelijk zorgen dat er men sen bij staan die er een mening over vormen. Die er van leren voor vérder gebruik. Telkens als een onderwijsman (of een minis ter) zegt: we experimenteren, dan moeten we even vragen of die mensen er wel bij staan. En zo niet, dan heel hard zeggen dat er alleen maar wat gewaagd wordt. Pas als de onderwijsman (of de minister) een plechtig antwoord geeft over wetenschappelijke in breng en over evaluatie, dan is de zaak te vertrouwen. E. Gymnastiek, tekenen, handenar beid, zingen om de bekendste te noemen. Nodig voor de totale ont wikkeling van het kind, niet al leen naar hoofd (intelligentie), maar ook naar hart (emotionele expressie) en hand (manuale ex pressie). De doorsnee-onderwij zer, die in één persoon creatief, expressief, kunstzinnig, lenig en muzikaal zou moeten zijn, prijst zich gelukkig op het moment, dat hem door deskundigen op de di verse expressie-terreinen een hel pende hand wordt toegestoken. Een beperkt of totaal vakleer krachtensysteem op dit gebied, ook bij *het basisonderwijs, is be paald geen overbodige luxe, want de onderwijzer, die van huis uit vals zingt en twee linkerhanden heeft, kan toch een hele goede leerkracht zijn, als hem de zang en handenarbeiduren maar be spaard blijven (Zie ook Basison derwijs). J.L. y',,- Ut V (zie Terugkoppeling) (zie Films) Benijdenswaardig bezit voor scho len, ofschoon de beschikbaarheid van films en de accommodatie om deze te vertonen bepalen of zo'n bezit ook zin heeft. Voor het on derwijs zijn 2 formaten van be lang, 16 mm. en 8 mm (zie ver der films). Automatische filmin- leg is tegenwoordig vanzelfspre kend. Niet alleen vanwege het ge mak voor de docent, maar ook omdat het kind het dan zelf kan doen. W.H.B. Afgezien van negatief-filmmateriaal voor foto-/en filmcamera's zijn voor het onderwijs twee filmfor maten belangrijk: 16 mm en 8

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1970 | | pagina 28