b (Jé AANSLUITING ABSENTEÏSME ACULCULIE ACETAAT ACHTERLIJK ADVIES AFKORTINGEN AFSTANDS BEDIENING AKOESTIEK ALEXIE AMBACHTSCHOOL AMBULANT ANALFABETISME ANTI-AUTORITAIRE KLEUTERSCHOOL ANWB ASPIRATIE-NIVEAU ATHENEUM AUDIOVISUELE HULPMIDDELEN AUDITIEF AVO AVONDONDERWIJS BANDRECORDER BASISONDERWIJS BEROEPSKEUZE BEROEPSNIVEAU BELASTING BEROEPSONDERWIJS BESTUUR (■kleuterschool/basisschool: zie Speelleerlclas en School- rijpaansluiting basisschool/ voortgezet onderwijs: zie Brugklas en Middenschool) far* ook Schoolverzuimleer plicht en Vrij-af De Leerplichtwet bepaalt dat een kmd op een school moet worden Ingeschreven op 1 augustus van het jaar waarin het de leeftijd van 6 jaar en acht maanden be reikt. De verplichting eindigt als het kind acht leerjaren heeft doorlopen. Is dit nog niet het ge val maar heeft het kind de leef tijd van 15 jaar bereikt, dan ein digt de verplichting aan het ein de van het leerjaar. Op een nog nader te bepalen tijdstip zal de leerplicht met een jaar worden verlengd. De verplichting tot inschrijving rust op de ouders, de voogden alsme de op hen, die zich met de feite lijke verzorging van het kind heb ben belast. De inschrijving alleen is echter niet voldoende; de ver antwoordelijke personen moeten tevens zorgen, dat het kind de school, waarop het is ingeschre ven, geregeld bezoekt. Zodra een kind een les verzuimt is er spra ke van schoolverzuim of absen teïsme. Dit verzuim kan geoor loofd zijn b.v. ingeval van ziekte, het vervullen van godsdienstplich ten of wanneer het hoofd op grond van gewichtige omstandig heden, zoals de wet zegt, voor af wezigheid toestemming heeft ver leend. Doen deze omstandigheden zich niet voor dan verzuimt het kind ongeoorloofd en hiervoor zijn de eerdergenoemde personen aansprakelijk. Op de naleving van de Leerplicht wet wordt toezicht gehouden door Burgemeester en Wethouders van de gemeente waar het kind ver blijft; het hoofd dor school heeft de wettelijke plicht binnen drie dagen aan hen melding te maken van ongeoorloofd verzuim. De ge meentebesturen hebben één of meer beëdigde ambtenaren aan. gewezen, die speciaal met de be handeling van deze zaken van schoolverzuim zijn belast. Het gaat er bij deze ambtenaren niet om domweg schoolverzuim te constateren, daarvan proces-ver baal op te maken en de verant woorde persoon te doen veroorde len. Deze ambtenaar gaat inte gendeel nauwkeurig na welke re denen hebben geleid tot het ver zuim en helpt zo mogelijk even tuele beletselen uit de weg te rui men, b.v. door te bevorderen, dat er gezinshulp komt als een moe der ziek is en daarom het kind thuis heeft gehouden om haar te verzorgen. Zo zijn er tal van an dere voorbeelden te geven, waar in de ambtenaar oplossingen zoekt, opdat het kind in zijn eigen belang de school kan bezoeken. Er zit in dit werk een sterk so ciaal element. Zijn de ouders ech ter niet te bewegen het kind naar school te zenden, dan kan een maatregel niet achterwege blij ven; dan moet een proces-verbaal worden opgemaakt als inleiding tot een strafvervolging. Deze kan leiden tot hechtenis van ten hoog ste 14 dagen of een boete van ten hoogste ƒ200; bij herhaling kan dit worden resp. één maand en 550. De rechter beslist op grond van alle omstandigheden bij el kaar over de vraag of men straf baar ie en zo ja in welke mate. J. V. Imi» Bijlasten) <zle Transparant) (zie Debiliteit en Buitengewoon Onderwijs) Steunend op omgang met het kind enerzijds en de resultaten van tests en schoolvorderingenonder- zoek anderzijds, brengt het hoofd der school advies uit over de mo gelijkheden van het kind voor het voortgezet onderwijs. Hij praat met het kind, hij praat met de ouders, en hij hoopt met hen te komen tot de Juiste keuze van vervolgonderwijs. Het belang van ..zijn" leerling, die hem straks met een handdruk ontglipt, dient hem 'aarbij voor ogen te staan, waarbij het niet in de eerste plaats van belang is, of „Jan op de mavo kan „komen", maar veel meer of „Jan op de mavo zal gedijen". Een overweging, die voor de ouders van „Jan" het overdenken ruim schoots waard is. J. L. Onderwijs wemelt, precies als de hele wereld maar dan nog wat erger, van termen als SVO, WVO, VWO, RVL, ANOF, ABOP, COLO, etc. Als u er op stuit moet u ge woon de volgende dag een papier tje met de lettertjes meegeven naar school, met het verzoek of de meester/leraar uitleg wil geven en de klas erover aan het praten zet. Dan bevordert u blik- verruiming en betrokkenheid bij het onderwijs, en u wordt zelf wat wijzer. E. Dit stelt de docent in staat om op afstand diaprojectoren, recorders, projectieschermen, verduiste ringsgordijnen, enz. te bedienen, zodat geen tijd en aandacht ver loren gaat aan apparatuurbedie- ning, maar de volle aandacht kan liggen bij klas en leerstof. W. H. B. De docent heeft de bediening van de apparatuur helemaal in de hand Is geluidsvoortplanting. - weerga ve en -vervorming in afgesloten ruimten. Verwaarloosd begrip bij de inrichting van leslokalen. Meestal wordt wel aandacht be steed aan een goede verlichting, maar akoestische eisen worden bij scholenbouw niet gesteld. Toch is het bijzonder belangrijk, dat de docent goed verstaanbaar is en dat het klasserumoer door b.v. akoestische tegelplafonds af doende onderdrukt wordt, zodat een rustige sfeer ontstaat. Het lo kaal op zichzelf is een leermiddel van de eerste orde. Het moet, wat de akoestiek betreft, aan de zelfde eisen voldoen als een audi torium (wat het in feite ook is.). In de simpelste vorm is akoestiek al te verbeteren (zie ook Zelf werkzaamheid) met... eierkarton! W. H. B. Akoestiek in een galmende, holle schoolklas is al te verbeteren met zoiets goedkoops en simpels als eierkarton, dat zorgt voor een ge- luidopnemende in plaats van weerkaatsende laag. Een goed plafond helpt nog meer. Zó kom je tot rustig luisteren naar wat er uit de luidspreker komt. (zie Bijlessen) (zie Beroepsonderwijs) Een schoolhoofd, dat niet belast is met het geven van onderwijs in een eigen klas, is ambulant. Organisatie, het onderhouden van contacten, begeleiding van leer krachten zijn enkele van zijn ta ken. Diezelfde taken gelden ook voor het niet-ambulante school hoofd aoet ten figen klas. Vandaar, dat ze zo iemand wel eens een schaap met vijf poten noemen. J. L. Bestéat niet meer in Nederland, zeggen ze. Alleen misschien nog bij woonwagenbewoners? Was het maar waar. Zr zijn scholen in de grote steden aan te wijzen waar moeders en vaders nog een kruis je zetten, als er een formulier te tekenen valt. Men moet zich goed realiseren dat dit ABC voor sóm mige vaders en moeders niet te lezen is. We hebben sinds het be gin der eeuw leerplicht maar dat is wat anders dan goed onder wijs. E. De AAK gaat uit van het princi pe: kinderen zijn redelijk genoeg om na verloop van tijd zich van zelfsprekend aan bepaalde ge dragsregels te houden. Autoriteit beknot de persoonlijkheid en de zelfontplooiing. Vooral in Duits land, een autoritair land bij uit stek, zijn experimenten met deze scholen aan de gang. Mijn ervaring is, dat kinderen soms zelf vragen om gezag dat hun grenzen stelt. Het geeft hun een gevoel van veiligheid en ze kerheid omdat algehele vrijheid nog zo verschrikkelijk veel en groot is voor een kleuter (en vol wassene). H. v. D. (zie Permanente Educatie) Heeft betrekking op de beroeps- wensen van jonge mensen. Dit aspiratieniveau wordt in hoge mate bepaald door de maatschap pelijke omstandigheden waaronder jeugdigen volwassen worden en het beroepsniveau van hun va ders (zie ook Startmilieu en Streefniveau). J. H. N. G. Laagste pitje van het VWO, voor bereidend wetenschappelijk on derwijs. Het andere deel is het gymnasium-nieuwe-stijl. Er gaan stemmen op beide samen te sme'ten tot één „ongedeeld" VWO. Tegenkanting o.m. van lie den die zweren bij „het" gymna sium (en die zelf meestal gym-di- ploma hebben). Atheneum en gym zijn de twee scholen die het boterbriefje kunnen verschaffen dat de poorten van de universitei ten opent. E. (zie ook Auditief en Visualiseren) 1. Alle middelen om het horen en zien directer en vooral concreter bij het lesgeven en leren te be trekken; naast traditionele (het schoolbord b.v.) komen er steeds meer moderne (overheadprojec tor); 2. elektronische apparatuur om ken- Voorbeeld van audio-visuële leerboeken. Algebra, aardrijks kunde je slaat het boek open en er zit een grammofoonplaatje in. Je bladert verder en je vindt de transparanten die zó op de overhead projector kunnen, en er zijn ook moederstencils om alle leerlingen van eigen materiaal te voorzien. Alles in één bandje, één boek genoeg voor hele klas. nisoverdracht met geluid en beeld op grotere schaal te kunnen doen plaats vinden (gesloten-net-televi sie, zie ook daar), maar aan de andere kant ook individueel ter beschikking te kunnen stellen (ho- me-study-recorder, zie ook daar); 3. audio-visuele communicatie media, zoals radio en televisie, met een vrijwel onbegrensd be reik bij het overdragen van ken nis en verstrekken van informa tie. W. H. B. Alles wat met het luisteren en het gehoor te maken heeft; de tegen stelling is VISUEEL (het zichtba re); maar auditief en visueel moe ten dus een elkaar aanvullend en ondersteunend koppel zijn. E. Algemeen Vormend Onderwijs, verdeeld in LAVO, MAVO. HAVO. LAVO vrij zeldzaam, meest ingebouwd bij lager tech nisch onderwijs; MAVO bestaat veelal zelfstandig maar is ook veel te vinden in de grote scho lengemeenschappen; HAVO is er soms in combinatie met Athe neum, altijd in de (grote) scho lengemeenschappen, en de peda gogische academies hebben als basis een zogenaamde HAVO-top. Word't in het algemeen gevolgd door jonge mensen, die overdag beroensarbeid verrichten en in hun avonduren schoolgaan om meer theoretische kennis op te doen, hetzij om hun vakbe kwaamheid te vergroten (avond- vaktekenscholen) hetzij om maat schappelijk verder te komen (avond-u.l.o., avond-h.b.s.). J. H. N. G. Bb heet feitelijk óf tape-recorder óf bandopnemer; apparaat dat ge luiden kan vastleggen op magne tische banden en ze direct daarna zo vaak weergeven als men maar wil. Wat het schoolbord voor tref woorden, schema's en tekeningen visuéél kan doen, doet de bandre corder met uitspraakoefeningen, antwoorden, discussies en school radiouitzendingen auditief. Biedt naast didactische en expressiemo gelijkheden dus ook organisatori sche voordelen, omdat inpassing in het lesrooster, herhalingen en individuele aanbieding van audi tieve lesstof hiermee mogelijk zijn. W. H. B. Nieuwste van het nieuwste, even goed bruikbaar in de klas voor het vastleggen van een discussie als in de journalistiek voor een interview: recorder met inge bouwde microfoon. Geen gehan nes meer met snoeren en losse micro's, het ding heeft een haar scherp eigen gehoor, dat tot op grote afstand werkt. Het is tegenwoordig, althans in on derwijskringen, meer en meer ge bruikelijk om te spreken van ba sisonderwijs, wanneer men be doelt het onderwijs op de lagere school, of zoals dit instituut nog steeds officies! heet ét school voor gewoon lager onder wijs g.l.o.). Ondanks een aantal aanpassingen van de Lager-Onderwijswet 1920. die dit onderwijs regelt, voldoet deze niet meer aan de huidige ei sen, die in de laatste 10 a 15 ja ren op dit gebied sterk zijn ver anderd. Te nieuwe benaming wil aangeven, dat het lager onderwijs niet meer het eindonderwijs is voor velen, zoals dat vroeger het geval was. Dit is het gevolg van enerzijds de verlenging van de leerplicht en anderzijds van het feit, dat het vrijwillig deelnemen aan verd.rgaand onderwijs steeds sterker is toegenomen. In verband met deze ontwikkeling heeft de staatssecretaris onlangs een voorontwerp van een wet op het basisonderwijs het licht doen zien. In dit voorontwerp, dat nog in zeer ruime kring in beschou wing moet worden genomen en dat ongetwijfeld nog diverse wij zigingen zal ondergaan, wordt aanpassing gezocht aan de huidi ge omstandigheden en bij de ont wikkelde moderne zienswijze. Hier enkele essentiële punten: Niet het onderwijssysteem staat meer centraal, zoals in de La ger-Onderwijswet 1920, die in het bijzonder ook de financiële gelijk stelling regelt. Men beoogt thans het onderwijs meer op de vor ming van de leerling te richten, rekening houdende met zijn indi viduele aanleg. Ook voor het aan sluitingsprobleem tussen de kleu ter- en de basisschool zoekt men een oplossing. Het onderwijs moet volgens het ontwerp Nederlandse taal. schrijven, rekenen en eenvoudig Engels omvatten; voorts een in leiding in kennisgebieden (ver kenning van de wereld) als ge schiedenis, aardrijkskunde, biolo gie, natuurkunde, eenvoudige hy giëne en verkeer; en vervolgens handvaardigheid, muziek en teke nen (ontwikkeling van de expres siemogelijkheden) alsmede gym nastiek, waaronder zwemmen. Hierbij trekken speciaal de aan dacht de invoering van Engels, hygiëne en zwemmen: bovendien spreekt men niet meer van vak ken, omdat men beoogt de leer stof meer in onderling samenhan gend verband te doen behandelen. Het ontwerp introduceert bovendien drie soorten onderwijzers, met name de groepsonderwijzer, die de zorg heeft over een groep, waarmede iets anders wordt be doeld dan de huidige klas; de taakonderwijzer die meer dan normale z^rg zal kunnen verlenen aan kinderen, die dit nodig heb ben en de vakonderwijzer, die lesgeeft in lichamelijke oefenmg of op het gebied van de ontwikke ling van expressie mogelijkheden J. V. lijks een paar honderd gulden voordeel heeft. Bovendien: voor ieder studerend kind, iéder (van LTS tot en met gymnasium), kan Tegemoetkoming Studiekosten worden verkregen als men binnen de regels valt (zie ook Voortgezet Onderwijs). Toch maar even goed gaan zitten rekenen, vóór de school vaarwel wordt gezegd. Bo vendien, op die school pikt het kind nog wat mee. Voor later. E. Bijna geen enkel 12-jarig kind weet precies wat hij worden wil. Geen wonder, er zijn honderden beroe pen. De school kan adviseren welk vervolgonderwijs het beste is. De bedoeling van de Mam moetwet is, dat het kind van het ene naar het andere type onder wijs kan overstappen. Het is wen selijk dat de uiteindelijke be roepskeuze later plaats vindt. Daarom is een zgn. middenschool (zie ook daar), waar je nog alle kanten uitkunt, zo gunstig Een kind van 12 is nog zo weinig „af", heeft nog zo weinig per soonlijkheid. Mochten er na de (toekomstige) middenschool nog moeilijkheden zijn dan kan een beroepskeuzebureau een uitvoerig onderzoek doen en een advies ge ven welke verdere opleiding of welke vakken voor dit kind het meest geschikt zijn. Ook de meeste Gewestelijke Arbeidsbu reaus hebben een beroepskeuze adviseur. die kleine onderzoeken kan verrichten. Men werkt van ongeveer 20 jaar tot 65 jaar. Misschien wordt het wat korter, maar de werkzame perio de blijft lang genoeg en het loont daarom de moeite een goede keu ze te doen. Ook voor meisjes geldt dit. Buitens huis werkende gehuwde vrouwen hebben al te vaak spijt dat zij haar opleiding hebben afgebroken of er zelfs niet aan begonnen zijn onder het motto „Ik trouw toch". Aan de andere kant is het met veertig jaar beroepsarbeid in zicht niet zo tragisch als veel ou ders wel denken, wanneer een kind eens verandert van opleiding of inzicht; de term „verloren jaar" is onjuist: op een of andere manier leert men overal van, ook hoe de dingen niet moeten. Ge zwegen nog maar van de voor spelling, dat in de toekomst veel mensen meer dan één beroep in hun leven zullen beoefenen, om dat het beroep waarin zij begon nen niet meer nodig is door nieu we uitvindingen (zie ook Perma nente Educatie). H. v. D. (zie ook Startmilieu Om maatschappelijke omstandighe den en verschijnselen beter te be- Geen aparte vakken meer en geen alleenzaligmakende klas maar in plaats daarvan de groep: dat toekomstbeeld geeft staatssecretaris Grosheide in zijn voorontwerp voor een wet op het basisonderwijs. In menige moderne school is men al lang op die weg, voorzover dat lukt met (ontduiking vande regels. ken van het kind maar nauwe- grijpen heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek, gevestigd te 's-Gravenhage, de duizenden be roepen, die worden uitgeoefend, in een tiental klassen ingedeeld. Uif onze belastinggelden wordt het onderwijs betaald. Maar daarom gaat het hier niet. Het gaat hier om het volgende: als een stel ou ders hun zoon of dochter van 15 liever wil laten werken dan op school houden, moeten die ouders en dat kind zich niet verkijken op het loontje dat er verdiend kan gaan worden. Reken maar mee. Kind verdient 52 x 40 (bij voor beeld). Dat lijkt heel wat: een dikke 2000. Maarop het zelfde moment valt de kinderbij slag weg. En op hetzelfde mo ment kan voor dit kind ook geen kinderaftrek meer gelden bij va ders aangifte voor de inkomsten belasting of voor de loonbelas ting. Het komt er op neer dat *o'n gezia van het hele ja er wer- Zo komt men onder meer tot een indeling als „sociaal lager mi lieu", „middengroepen" en „so ciaal hoger milieu". Aan deze in deling liggen geen zedelijke mo tieven ten grondslag, maar er worden slechts maatschappelijke maatstaven gehanteerd om de in gewikkelde samenleving wat overzichtelijker te maken. Zo worden tot het sociaal lager mi lieu gerekend de ongeschoolde, de geoefende en de geschoolde arbei ders, het lager administratief personeel en de lagere leidingge vende groep als voormannen en bazen. Tot de middengroepen winketóere, ondeiwijzere, technici, maatschappelijke werkers, lei dinggevenden enz. Tot het sociaal hoger milieu de managers en uni versitair gevormden. J. H. N. G. De Mammoetwet heeft de term be roepsonderwijs ingevoerd; voor dien sprak men var. Nijverheids onderwijs. Deze zelfde wet heeft tevens nieuwe vormen van be roepsonderwijs geïntroduceerd. Men onderscheidt in grote lijnen: 1. voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, dat voorbereidt voor universiteit of hogeschool; 2. al gemeen vormend (meer theore tisch) onderwijs; onderverdeeld in hoger, middelbaar en lager; 3. beroepsonderwijs, eveneens on derverdeeld in hoger, middelbaar en lager. Het beroepsonderwijs is grotendeels beroepsgericht. Een duidelijk nieuwe vorm op dit ge bied is het economisch en admini stratief onderwijs. Het vermelden van de zeer vele soorten beroepsonderwijs is in dit bestek ondoenlijk. Voor gegevens en inlichtingen: de gemeentelijke bureaus voor be roepskeuze en het gewestelijke arbeidsbureau. J. V. Valt o.m. uiteen in LTS, MTS en HTS, wat de jongens betreft; bij de meisjes zijn de trapjes lager, middelbaar en hoger wat moeilij ker te onderscheiden. En trou wens „de dag gaat heus wel ko men dat er van onderscheid tus sen de seksen geen sprake meer is, dat meisjes even zo vrolijk naar de LTS kunnen als jongens naar de Huishoudschool (zie ook Co-educatie). Dat is te zeggen: tenzij de Middenschool (zie ook daar) de race wint. Hier en daar wordt nog gepraat over Am bachtsschool, wat die LTS be treft. De mensen moesten zo'n nieuwe LTS eens van binnen zien en aan de gang zien! Er zijn er die zijn uitgerust met de modern ste talenpractica, waar wonderen van techniek staan, en waar de witte jasjes van de jongens van de kelnersopleiding maatwerk zijn. Doorstromen van LTS naar MTS is heel goed mogelijk (en misschien wel wijzer dan van MAVO naar de MTS). Menige LTS heeft ook iets dat TTO heet, Theoretisch Technische Opleiding. Daar leren de leerlingen meer in het algemeen over materialen en technieken, zonder intensief de gereedschappen te hanteren. Dit leidt naar b.v. chefs-functies in de bedrijven. E. GEf-CRAL OPERATIN® BUDGET »6S6» V DTOOTUBES KV IT |tl2iö7.oa4 +IS.9*! 1* >0.06268 MAINTENANCE En als je dan als bestuur ooit in de toekomst je hele school hebt vol staan met audio-visuele hulp middelen kan je ze óók ge bruiken voor de ouderavonden waarop verantwoording wordt af gelegd van de financiële en alle andere daden. Voorbeeld uit Ame rika van transparanten die de ouders niet alleen vertellen maar ook laten zien hoe het met de centjes zit. (zie ook Democratisering iDe scholen in Nederland worden onderscheiden in openbare en bij zondere. Eerstgenoemde categorie scholen wordt opgericht en in stand gehouden door de overheid en wel voor het overgrote gedeel te door de gemeenten. Ook het Rijk voorziet echter op diverse plaatsen in de behoefte aan open baar onderwijs. Het betreft dan veelal z.g. streekscholen, die in een centrumplaats gevestigd en bestemd zijn voor leerlingen uit een veel groter rayon. De scholen voor bijzonder onder wijs gaan uit van stichtingen of rechtspersoonlijkheid bezi'tende verenigingen en zij beogen m zeer veel gevallen onderwijs te doen geven op levensbeschouwe lijke grondslag. Zo kan men on derscheiden rooms-katholieke en protestants-christelijke schoien, welke laatste categorie weer in enkele groepen is te verdelen. Daarnaast treft men de zgn. neu traal-bijzondere scholen aan, waar een bepaalde groepering om haar motiverende redenen de voorkeur heeft gegeven aan stich ting van een niet-overheidsschool. De nutsscholen zijn hiervan een bekend voorbeeld. Alle scholen werken onder verant woordelijkheid van een bestuur, dat in de nieuwe wet op het voortgezet onderwijs ook wel als „bevoegd gezag" wordt aange duid. Voor rijksscholen is de Mi nister van O. en W. het bevoegd gezag; voor gemeentelijke scho len als regel Burgemeester en Wethouders. Deze scholen gaan dus uit van de overheid. Voor de bijzondere scholen is het bevoegd gezag het desbetreffende school bestuur, dat wordt gevormd door een groep particuliere personen. In het bijzonder onder invloed van de Wet op het Voortgezet Onder wijs, die de figuur van „scholen gemeenschappen" heeft geïntro duceerd, zijn er vele scholen tot een groter geheel een scholen gemeenschap samengevoegd. Het komt echter meermalen ge-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1970 | | pagina 26