b (Jé
AANSLUITING
ABSENTEÏSME
ACULCULIE
ACETAAT
ACHTERLIJK
ADVIES
AFKORTINGEN
AFSTANDS
BEDIENING
AKOESTIEK
ALEXIE
AMBACHTSCHOOL
AMBULANT
ANALFABETISME
ANTI-AUTORITAIRE
KLEUTERSCHOOL
ANWB
ASPIRATIE-NIVEAU
ATHENEUM
AUDIOVISUELE
HULPMIDDELEN
AUDITIEF
AVO
AVONDONDERWIJS
BANDRECORDER
BASISONDERWIJS
BEROEPSKEUZE
BEROEPSNIVEAU
BELASTING
BEROEPSONDERWIJS
BESTUUR
(■kleuterschool/basisschool:
zie Speelleerlclas en School-
rijpaansluiting basisschool/
voortgezet onderwijs: zie
Brugklas en Middenschool)
far* ook Schoolverzuimleer
plicht en Vrij-af
De Leerplichtwet bepaalt dat een
kmd op een school moet worden
Ingeschreven op 1 augustus van
het jaar waarin het de leeftijd
van 6 jaar en acht maanden be
reikt. De verplichting eindigt als
het kind acht leerjaren heeft
doorlopen. Is dit nog niet het ge
val maar heeft het kind de leef
tijd van 15 jaar bereikt, dan ein
digt de verplichting aan het ein
de van het leerjaar. Op een nog
nader te bepalen tijdstip zal de
leerplicht met een jaar worden
verlengd.
De verplichting tot inschrijving rust
op de ouders, de voogden alsme
de op hen, die zich met de feite
lijke verzorging van het kind heb
ben belast. De inschrijving alleen
is echter niet voldoende; de ver
antwoordelijke personen moeten
tevens zorgen, dat het kind de
school, waarop het is ingeschre
ven, geregeld bezoekt. Zodra een
kind een les verzuimt is er spra
ke van schoolverzuim of absen
teïsme. Dit verzuim kan geoor
loofd zijn b.v. ingeval van ziekte,
het vervullen van godsdienstplich
ten of wanneer het hoofd op
grond van gewichtige omstandig
heden, zoals de wet zegt, voor af
wezigheid toestemming heeft ver
leend. Doen deze omstandigheden
zich niet voor dan verzuimt het
kind ongeoorloofd en hiervoor
zijn de eerdergenoemde personen
aansprakelijk.
Op de naleving van de Leerplicht
wet wordt toezicht gehouden door
Burgemeester en Wethouders van
de gemeente waar het kind ver
blijft; het hoofd dor school heeft
de wettelijke plicht binnen drie
dagen aan hen melding te maken
van ongeoorloofd verzuim. De ge
meentebesturen hebben één of
meer beëdigde ambtenaren aan.
gewezen, die speciaal met de be
handeling van deze zaken van
schoolverzuim zijn belast. Het
gaat er bij deze ambtenaren niet
om domweg schoolverzuim te
constateren, daarvan proces-ver
baal op te maken en de verant
woorde persoon te doen veroorde
len. Deze ambtenaar gaat inte
gendeel nauwkeurig na welke re
denen hebben geleid tot het ver
zuim en helpt zo mogelijk even
tuele beletselen uit de weg te rui
men, b.v. door te bevorderen, dat
er gezinshulp komt als een moe
der ziek is en daarom het kind
thuis heeft gehouden om haar te
verzorgen. Zo zijn er tal van an
dere voorbeelden te geven, waar
in de ambtenaar oplossingen
zoekt, opdat het kind in zijn eigen
belang de school kan bezoeken.
Er zit in dit werk een sterk so
ciaal element. Zijn de ouders ech
ter niet te bewegen het kind naar
school te zenden, dan kan een
maatregel niet achterwege blij
ven; dan moet een proces-verbaal
worden opgemaakt als inleiding
tot een strafvervolging. Deze kan
leiden tot hechtenis van ten hoog
ste 14 dagen of een boete van ten
hoogste ƒ200; bij herhaling kan
dit worden resp. één maand en
550. De rechter beslist op grond
van alle omstandigheden bij el
kaar over de vraag of men straf
baar ie en zo ja in welke mate.
J. V.
Imi» Bijlasten)
<zle Transparant)
(zie Debiliteit en
Buitengewoon Onderwijs)
Steunend op omgang met het kind
enerzijds en de resultaten van
tests en schoolvorderingenonder-
zoek anderzijds, brengt het hoofd
der school advies uit over de mo
gelijkheden van het kind voor het
voortgezet onderwijs. Hij praat
met het kind, hij praat met de
ouders, en hij hoopt met hen te
komen tot de Juiste keuze van
vervolgonderwijs. Het belang van
..zijn" leerling, die hem straks
met een handdruk ontglipt, dient
hem 'aarbij voor ogen te staan,
waarbij het niet in de eerste
plaats van belang is, of „Jan op
de mavo kan „komen", maar
veel meer of „Jan op de mavo
zal gedijen".
Een overweging, die voor de ouders
van „Jan" het overdenken ruim
schoots waard is.
J. L.
Onderwijs wemelt, precies als de
hele wereld maar dan nog wat
erger, van termen als SVO, WVO,
VWO, RVL, ANOF, ABOP, COLO,
etc. Als u er op stuit moet u ge
woon de volgende dag een papier
tje met de lettertjes meegeven
naar school, met het verzoek of
de meester/leraar uitleg wil
geven en de klas erover aan het
praten zet. Dan bevordert u blik-
verruiming en betrokkenheid bij
het onderwijs, en u wordt zelf
wat wijzer.
E.
Dit stelt de docent in staat om op
afstand diaprojectoren, recorders,
projectieschermen, verduiste
ringsgordijnen, enz. te bedienen,
zodat geen tijd en aandacht ver
loren gaat aan apparatuurbedie-
ning, maar de volle aandacht kan
liggen bij klas en leerstof.
W. H. B.
De docent heeft de bediening van
de apparatuur helemaal in de
hand
Is geluidsvoortplanting. - weerga
ve en -vervorming in afgesloten
ruimten. Verwaarloosd begrip bij
de inrichting van leslokalen.
Meestal wordt wel aandacht be
steed aan een goede verlichting,
maar akoestische eisen worden
bij scholenbouw niet gesteld.
Toch is het bijzonder belangrijk,
dat de docent goed verstaanbaar
is en dat het klasserumoer door
b.v. akoestische tegelplafonds af
doende onderdrukt wordt, zodat
een rustige sfeer ontstaat. Het lo
kaal op zichzelf is een leermiddel
van de eerste orde. Het moet,
wat de akoestiek betreft, aan de
zelfde eisen voldoen als een audi
torium (wat het in feite ook is.).
In de simpelste vorm is akoestiek
al te verbeteren (zie ook Zelf
werkzaamheid) met... eierkarton!
W. H. B.
Akoestiek in een galmende, holle
schoolklas is al te verbeteren met
zoiets goedkoops en simpels als
eierkarton, dat zorgt voor een ge-
luidopnemende in plaats van
weerkaatsende laag. Een goed
plafond helpt nog meer. Zó kom
je tot rustig luisteren naar wat
er uit de luidspreker komt.
(zie Bijlessen)
(zie Beroepsonderwijs)
Een schoolhoofd, dat niet belast
is met het geven van onderwijs
in een eigen klas, is ambulant.
Organisatie, het onderhouden van
contacten, begeleiding van leer
krachten zijn enkele van zijn ta
ken. Diezelfde taken gelden ook
voor het niet-ambulante school
hoofd aoet ten figen klas.
Vandaar, dat ze zo iemand wel
eens een schaap met vijf poten
noemen.
J. L.
Bestéat niet meer in Nederland,
zeggen ze. Alleen misschien nog
bij woonwagenbewoners? Was het
maar waar. Zr zijn scholen in de
grote steden aan te wijzen waar
moeders en vaders nog een kruis
je zetten, als er een formulier te
tekenen valt. Men moet zich goed
realiseren dat dit ABC voor sóm
mige vaders en moeders niet te
lezen is. We hebben sinds het be
gin der eeuw leerplicht maar dat
is wat anders dan goed onder
wijs.
E.
De AAK gaat uit van het princi
pe: kinderen zijn redelijk genoeg
om na verloop van tijd zich van
zelfsprekend aan bepaalde ge
dragsregels te houden. Autoriteit
beknot de persoonlijkheid en de
zelfontplooiing. Vooral in Duits
land, een autoritair land bij uit
stek, zijn experimenten met deze
scholen aan de gang.
Mijn ervaring is, dat kinderen
soms zelf vragen om gezag dat
hun grenzen stelt. Het geeft hun
een gevoel van veiligheid en ze
kerheid omdat algehele vrijheid
nog zo verschrikkelijk veel en
groot is voor een kleuter (en vol
wassene).
H. v. D.
(zie Permanente Educatie)
Heeft betrekking op de beroeps-
wensen van jonge mensen. Dit
aspiratieniveau wordt in hoge
mate bepaald door de maatschap
pelijke omstandigheden waaronder
jeugdigen volwassen worden en
het beroepsniveau van hun va
ders (zie ook Startmilieu en
Streefniveau).
J. H. N. G.
Laagste pitje van het VWO, voor
bereidend wetenschappelijk on
derwijs. Het andere deel is het
gymnasium-nieuwe-stijl. Er gaan
stemmen op beide samen te
sme'ten tot één „ongedeeld"
VWO. Tegenkanting o.m. van lie
den die zweren bij „het" gymna
sium (en die zelf meestal gym-di-
ploma hebben). Atheneum en
gym zijn de twee scholen die het
boterbriefje kunnen verschaffen
dat de poorten van de universitei
ten opent.
E.
(zie ook Auditief en
Visualiseren)
1. Alle middelen om het horen en
zien directer en vooral concreter
bij het lesgeven en leren te be
trekken; naast traditionele (het
schoolbord b.v.) komen er steeds
meer moderne (overheadprojec
tor);
2. elektronische apparatuur om ken-
Voorbeeld van audio-visuële leerboeken. Algebra, aardrijks
kunde je slaat het boek open en er zit een grammofoonplaatje in.
Je bladert verder en je vindt de transparanten die zó op de overhead
projector kunnen, en er zijn ook moederstencils om alle leerlingen van
eigen materiaal te voorzien. Alles in één bandje, één boek genoeg voor
hele klas.
nisoverdracht met geluid en beeld
op grotere schaal te kunnen doen
plaats vinden (gesloten-net-televi
sie, zie ook daar), maar aan de
andere kant ook individueel ter
beschikking te kunnen stellen (ho-
me-study-recorder, zie ook daar);
3. audio-visuele communicatie
media, zoals radio en televisie,
met een vrijwel onbegrensd be
reik bij het overdragen van ken
nis en verstrekken van informa
tie.
W. H. B.
Alles wat met het luisteren en het
gehoor te maken heeft; de tegen
stelling is VISUEEL (het zichtba
re); maar auditief en visueel moe
ten dus een elkaar aanvullend en
ondersteunend koppel zijn.
E.
Algemeen Vormend Onderwijs,
verdeeld in LAVO, MAVO.
HAVO. LAVO vrij zeldzaam,
meest ingebouwd bij lager tech
nisch onderwijs; MAVO bestaat
veelal zelfstandig maar is ook
veel te vinden in de grote scho
lengemeenschappen; HAVO is er
soms in combinatie met Athe
neum, altijd in de (grote) scho
lengemeenschappen, en de peda
gogische academies hebben als
basis een zogenaamde HAVO-top.
Word't in het algemeen gevolgd
door jonge mensen, die overdag
beroensarbeid verrichten en in
hun avonduren schoolgaan om
meer theoretische kennis op te
doen, hetzij om hun vakbe
kwaamheid te vergroten (avond-
vaktekenscholen) hetzij om maat
schappelijk verder te komen
(avond-u.l.o., avond-h.b.s.).
J. H. N. G.
Bb
heet feitelijk óf tape-recorder óf
bandopnemer; apparaat dat ge
luiden kan vastleggen op magne
tische banden en ze direct daarna
zo vaak weergeven als men maar
wil. Wat het schoolbord voor tref
woorden, schema's en tekeningen
visuéél kan doen, doet de bandre
corder met uitspraakoefeningen,
antwoorden, discussies en school
radiouitzendingen auditief. Biedt
naast didactische en expressiemo
gelijkheden dus ook organisatori
sche voordelen, omdat inpassing
in het lesrooster, herhalingen en
individuele aanbieding van audi
tieve lesstof hiermee mogelijk
zijn.
W. H. B.
Nieuwste van het nieuwste, even
goed bruikbaar in de klas voor
het vastleggen van een discussie
als in de journalistiek voor een
interview: recorder met inge
bouwde microfoon. Geen gehan
nes meer met snoeren en losse
micro's, het ding heeft een haar
scherp eigen gehoor, dat tot op
grote afstand werkt.
Het is tegenwoordig, althans in on
derwijskringen, meer en meer ge
bruikelijk om te spreken van ba
sisonderwijs, wanneer men be
doelt het onderwijs op de lagere
school, of zoals dit instituut
nog steeds officies! heet ét
school voor gewoon lager onder
wijs g.l.o.).
Ondanks een aantal aanpassingen
van de Lager-Onderwijswet 1920.
die dit onderwijs regelt, voldoet
deze niet meer aan de huidige ei
sen, die in de laatste 10 a 15 ja
ren op dit gebied sterk zijn ver
anderd. Te nieuwe benaming wil
aangeven, dat het lager onderwijs
niet meer het eindonderwijs is
voor velen, zoals dat vroeger het
geval was. Dit is het gevolg van
enerzijds de verlenging van de
leerplicht en anderzijds van het
feit, dat het vrijwillig deelnemen
aan verd.rgaand onderwijs steeds
sterker is toegenomen.
In verband met deze ontwikkeling
heeft de staatssecretaris onlangs
een voorontwerp van een wet op
het basisonderwijs het licht doen
zien. In dit voorontwerp, dat nog
in zeer ruime kring in beschou
wing moet worden genomen en
dat ongetwijfeld nog diverse wij
zigingen zal ondergaan, wordt
aanpassing gezocht aan de huidi
ge omstandigheden en bij de ont
wikkelde moderne zienswijze.
Hier enkele essentiële punten:
Niet het onderwijssysteem staat
meer centraal, zoals in de La
ger-Onderwijswet 1920, die in het
bijzonder ook de financiële gelijk
stelling regelt. Men beoogt thans
het onderwijs meer op de vor
ming van de leerling te richten,
rekening houdende met zijn indi
viduele aanleg. Ook voor het aan
sluitingsprobleem tussen de kleu
ter- en de basisschool zoekt men
een oplossing.
Het onderwijs moet volgens het
ontwerp Nederlandse taal.
schrijven, rekenen en eenvoudig
Engels omvatten; voorts een in
leiding in kennisgebieden (ver
kenning van de wereld) als ge
schiedenis, aardrijkskunde, biolo
gie, natuurkunde, eenvoudige hy
giëne en verkeer; en vervolgens
handvaardigheid, muziek en teke
nen (ontwikkeling van de expres
siemogelijkheden) alsmede gym
nastiek, waaronder zwemmen.
Hierbij trekken speciaal de aan
dacht de invoering van Engels,
hygiëne en zwemmen: bovendien
spreekt men niet meer van vak
ken, omdat men beoogt de leer
stof meer in onderling samenhan
gend verband te doen behandelen.
Het ontwerp introduceert bovendien
drie soorten onderwijzers, met
name de groepsonderwijzer, die
de zorg heeft over een groep,
waarmede iets anders wordt be
doeld dan de huidige klas; de
taakonderwijzer die meer dan
normale z^rg zal kunnen verlenen
aan kinderen, die dit nodig heb
ben en de vakonderwijzer, die
lesgeeft in lichamelijke oefenmg
of op het gebied van de ontwikke
ling van expressie mogelijkheden
J. V.
lijks een paar honderd gulden
voordeel heeft. Bovendien: voor
ieder studerend kind, iéder (van
LTS tot en met gymnasium), kan
Tegemoetkoming Studiekosten
worden verkregen als men binnen
de regels valt (zie ook Voortgezet
Onderwijs). Toch maar even goed
gaan zitten rekenen, vóór de
school vaarwel wordt gezegd. Bo
vendien, op die school pikt het
kind nog wat mee. Voor later.
E.
Bijna geen enkel 12-jarig kind weet
precies wat hij worden wil. Geen
wonder, er zijn honderden beroe
pen. De school kan adviseren
welk vervolgonderwijs het beste
is. De bedoeling van de Mam
moetwet is, dat het kind van het
ene naar het andere type onder
wijs kan overstappen. Het is wen
selijk dat de uiteindelijke be
roepskeuze later plaats vindt.
Daarom is een zgn. middenschool
(zie ook daar), waar je nog alle
kanten uitkunt, zo gunstig Een
kind van 12 is nog zo weinig
„af", heeft nog zo weinig per
soonlijkheid. Mochten er na de
(toekomstige) middenschool nog
moeilijkheden zijn dan kan een
beroepskeuzebureau een uitvoerig
onderzoek doen en een advies ge
ven welke verdere opleiding of
welke vakken voor dit kind het
meest geschikt zijn. Ook de
meeste Gewestelijke Arbeidsbu
reaus hebben een beroepskeuze
adviseur. die kleine onderzoeken
kan verrichten.
Men werkt van ongeveer 20 jaar tot
65 jaar. Misschien wordt het wat
korter, maar de werkzame perio
de blijft lang genoeg en het loont
daarom de moeite een goede keu
ze te doen.
Ook voor meisjes geldt dit. Buitens
huis werkende gehuwde vrouwen
hebben al te vaak spijt dat zij
haar opleiding hebben afgebroken
of er zelfs niet aan begonnen zijn
onder het motto „Ik trouw toch".
Aan de andere kant is het met
veertig jaar beroepsarbeid in
zicht niet zo tragisch als veel ou
ders wel denken, wanneer een
kind eens verandert van opleiding
of inzicht; de term „verloren
jaar" is onjuist: op een of andere
manier leert men overal van, ook
hoe de dingen niet moeten. Ge
zwegen nog maar van de voor
spelling, dat in de toekomst veel
mensen meer dan één beroep in
hun leven zullen beoefenen, om
dat het beroep waarin zij begon
nen niet meer nodig is door nieu
we uitvindingen (zie ook Perma
nente Educatie). H. v. D.
(zie ook Startmilieu
Om maatschappelijke omstandighe
den en verschijnselen beter te be-
Geen aparte vakken meer en geen alleenzaligmakende klas maar in
plaats daarvan de groep: dat toekomstbeeld geeft staatssecretaris
Grosheide in zijn voorontwerp voor een wet op het basisonderwijs. In
menige moderne school is men al lang op die weg, voorzover dat lukt
met (ontduiking vande regels.
ken van het kind maar nauwe-
grijpen heeft het Centraal Bureau
voor de Statistiek, gevestigd te
's-Gravenhage, de duizenden be
roepen, die worden uitgeoefend,
in een tiental klassen ingedeeld.
Uif onze belastinggelden wordt het
onderwijs betaald. Maar daarom
gaat het hier niet. Het gaat hier
om het volgende: als een stel ou
ders hun zoon of dochter van 15
liever wil laten werken dan op
school houden, moeten die ouders
en dat kind zich niet verkijken op
het loontje dat er verdiend kan
gaan worden. Reken maar mee.
Kind verdient 52 x 40 (bij voor
beeld). Dat lijkt heel wat: een
dikke 2000. Maarop het
zelfde moment valt de kinderbij
slag weg. En op hetzelfde mo
ment kan voor dit kind ook geen
kinderaftrek meer gelden bij va
ders aangifte voor de inkomsten
belasting of voor de loonbelas
ting. Het komt er op neer dat
*o'n gezia van het hele ja er wer-
Zo komt men onder meer tot een
indeling als „sociaal lager mi
lieu", „middengroepen" en „so
ciaal hoger milieu". Aan deze in
deling liggen geen zedelijke mo
tieven ten grondslag, maar er
worden slechts maatschappelijke
maatstaven gehanteerd om de in
gewikkelde samenleving wat
overzichtelijker te maken. Zo
worden tot het sociaal lager mi
lieu gerekend de ongeschoolde, de
geoefende en de geschoolde arbei
ders, het lager administratief
personeel en de lagere leidingge
vende groep als voormannen en
bazen. Tot de middengroepen
winketóere, ondeiwijzere, technici,
maatschappelijke werkers, lei
dinggevenden enz. Tot het sociaal
hoger milieu de managers en uni
versitair gevormden.
J. H. N. G.
De Mammoetwet heeft de term be
roepsonderwijs ingevoerd; voor
dien sprak men var. Nijverheids
onderwijs. Deze zelfde wet heeft
tevens nieuwe vormen van be
roepsonderwijs geïntroduceerd.
Men onderscheidt in grote lijnen:
1. voorbereidend wetenschappelijk
onderwijs, dat voorbereidt voor
universiteit of hogeschool; 2. al
gemeen vormend (meer theore
tisch) onderwijs; onderverdeeld
in hoger, middelbaar en lager; 3.
beroepsonderwijs, eveneens on
derverdeeld in hoger, middelbaar
en lager. Het beroepsonderwijs is
grotendeels beroepsgericht. Een
duidelijk nieuwe vorm op dit ge
bied is het economisch en admini
stratief onderwijs.
Het vermelden van de zeer vele
soorten beroepsonderwijs is in dit
bestek ondoenlijk.
Voor gegevens en inlichtingen: de
gemeentelijke bureaus voor be
roepskeuze en het gewestelijke
arbeidsbureau.
J. V.
Valt o.m. uiteen in LTS, MTS en
HTS, wat de jongens betreft; bij
de meisjes zijn de trapjes lager,
middelbaar en hoger wat moeilij
ker te onderscheiden. En trou
wens „de dag gaat heus wel ko
men dat er van onderscheid tus
sen de seksen geen sprake meer
is, dat meisjes even zo vrolijk
naar de LTS kunnen als jongens
naar de Huishoudschool (zie ook
Co-educatie). Dat is te zeggen:
tenzij de Middenschool (zie ook
daar) de race wint. Hier en daar
wordt nog gepraat over Am
bachtsschool, wat die LTS be
treft. De mensen moesten zo'n
nieuwe LTS eens van binnen zien
en aan de gang zien! Er zijn er
die zijn uitgerust met de modern
ste talenpractica, waar wonderen
van techniek staan, en waar de
witte jasjes van de jongens van
de kelnersopleiding maatwerk
zijn. Doorstromen van LTS naar
MTS is heel goed mogelijk (en
misschien wel wijzer dan van
MAVO naar de MTS). Menige
LTS heeft ook iets dat TTO heet,
Theoretisch Technische Opleiding.
Daar leren de leerlingen meer in
het algemeen over materialen en
technieken, zonder intensief de
gereedschappen te hanteren. Dit
leidt naar b.v. chefs-functies in
de bedrijven.
E.
GEf-CRAL OPERATIN®
BUDGET
»6S6» V
DTOOTUBES KV IT
|tl2iö7.oa4 +IS.9*!
1* >0.06268
MAINTENANCE
En als je dan als bestuur ooit
in de toekomst je hele school hebt
vol staan met audio-visuele hulp
middelen kan je ze óók ge
bruiken voor de ouderavonden
waarop verantwoording wordt af
gelegd van de financiële en alle
andere daden. Voorbeeld uit Ame
rika van transparanten die de
ouders niet alleen vertellen maar
ook laten zien hoe het met de
centjes zit.
(zie ook Democratisering
iDe scholen in Nederland worden
onderscheiden in openbare en bij
zondere. Eerstgenoemde categorie
scholen wordt opgericht en in
stand gehouden door de overheid
en wel voor het overgrote gedeel
te door de gemeenten. Ook het
Rijk voorziet echter op diverse
plaatsen in de behoefte aan open
baar onderwijs. Het betreft dan
veelal z.g. streekscholen, die in
een centrumplaats gevestigd en
bestemd zijn voor leerlingen uit
een veel groter rayon.
De scholen voor bijzonder onder
wijs gaan uit van stichtingen of
rechtspersoonlijkheid bezi'tende
verenigingen en zij beogen m
zeer veel gevallen onderwijs te
doen geven op levensbeschouwe
lijke grondslag. Zo kan men on
derscheiden rooms-katholieke en
protestants-christelijke schoien,
welke laatste categorie weer in
enkele groepen is te verdelen.
Daarnaast treft men de zgn. neu
traal-bijzondere scholen aan,
waar een bepaalde groepering om
haar motiverende redenen de
voorkeur heeft gegeven aan stich
ting van een niet-overheidsschool.
De nutsscholen zijn hiervan een
bekend voorbeeld.
Alle scholen werken onder verant
woordelijkheid van een bestuur,
dat in de nieuwe wet op het
voortgezet onderwijs ook wel als
„bevoegd gezag" wordt aange
duid. Voor rijksscholen is de Mi
nister van O. en W. het bevoegd
gezag; voor gemeentelijke scho
len als regel Burgemeester en
Wethouders. Deze scholen gaan
dus uit van de overheid. Voor de
bijzondere scholen is het bevoegd
gezag het desbetreffende school
bestuur, dat wordt gevormd door
een groep particuliere personen.
In het bijzonder onder invloed van
de Wet op het Voortgezet Onder
wijs, die de figuur van „scholen
gemeenschappen" heeft geïntro
duceerd, zijn er vele scholen tot
een groter geheel een scholen
gemeenschap samengevoegd.
Het komt echter meermalen ge-