Henri Pieck: Anton Pieck: Utopia op de puinen Baden in zee niet gevaarlijk „Meer avonturier dan mijn broer „Ik hou meer van de vorige eeuwen Tweeling Pieek voor "t eerst sinds Onafscheidelijk 60 jaar weer samen op de foto LITERAIRE KRONIEK VAN CLARA EGGINK BAGINA 10 trmncn dagblad ZATERDAG Mn» x Dat huls heb ik uitgekozen, omdat ik dan tussen de lesuren door vlug weer naar mijn eigeh tekentafel kon wippen. Ik teken altijd, ook nu nog, van de ochtend tot de avond. Televisie heb ik niet. Voor dit he le jaar zit ik weer zo stikvol met werk dat ik anders helemaal niet klaar kom. Ik moet nu al zoveel af wijzen." Avontuurlijk Henri daarentegen, die men als architect eerder een vaste stand plaats zou toedichten, leidde veel meer een avontuurlijk bestaan. „Ik ben eens een keer benoemd geweest aan een school in Vlissingen, maar toen het zover was dat ik er heen moest was ik liet eigenlijk alweer vergeten. -Toen de rector schreef waar ik bleef, heb ik hem een tele gram gestuurd: mijn sollicitatie haar Vlissingen, berustte op vergis singen". Zo werd mijn broer de bra ve schoolmeester en ik de zwerver. Ik zat eens in Italië toen ik in Na pels tot de slotsom kwam. dat ik net voldoende geld over had om of met de trein naar huis te gaan of de boot naar Egypte te nemen. Nou dan was je wel gek, zei ik tegen mezelf, als je niet naar Egypte ging. Ik moest er negen maanden teke ningen maken en verkopen voor ik de centjes bij elkaar had om het land weer uit te komen". Concentratiekamp Henri Pieck vond uiteindelijk een solide broodwinning in het tentoon stellingswezen. Hij was de ontwerpei- van menig paviljoen op exposities in Luik, Parijs, Londen en Montreal. Van zijn werk in Den Haag herin nert hij zich de tentoonstellingen „De Vrouw" en „de Melkweg" m 1 Houtrust. In een beperkt aantal col- Iectionneursverzamelingen wordt bo vendien een ereplaats ingenomen door zijn „Buchenwaldmap", de in drukwekkende vrucht van 3% jaar verblijf in het concentratiekamp, waarheen hij door illegaal schrijfwerk werd verbannen. Prof mr. R. P. Cleveringa spreekt in het voorwoord van „mijn dappere buur man in vleugel C van DE Scheveningse gevangenis, later één der voormannen in de geheime on derlinge organisatie in BUchenwald". DEN HAAG (GPD) In zestig jaar was een foto als bij dit artikel staat afgedrukt niet gemaakt. Twee bekende broers op #én plaat, tweelingen nog wel, maar ieder met een zo eigen levensgangdat hun loopbanen elkaar maar zelden kruisten. Met het oog op hun 75ste verjaardag op 19 april j.l. kwamen zij weer bij elkaar: Anton Pieck, tekenaar, uit Overveen en Henri Pieck, architect, uit Den Haag. De vitale levenskrachtige meester van de fijnzinnige tekenpen, artis tiek schepper van De Efteling. maai- in binnen- en buitenland meer nog bekend om zijn „oude" prenten, was op ons verzoek onmiddellijk be reid mee te reizen naar het huis van zijn broer, die zich op het ogenblik wat minder fit voelt. Dat leverde een ongedwongen retinie op van twee broers, die het beiden gemaakt heb ben in het leven. ..Zo Han. hoe is het met jou?" „Uitstekend, oude roevr, hoe maak jij het? op twintig pas6en afstand van zijn huis. „Dat was een kwestie van doel matigheid." De vaste aanstelling als leraar gaf mij een stevige financië le ondergrond. Je weet toch maar nooit of je tekenwerk het blijft doen en mijn stijl veranderen om der wil le van de commercie weiger ik. Zo kon ik vrij mijn giang gaan. De alles relativerende hurrior van Henri Pieck zelf blijkt uit de op dracht. die hij schreef op het kaft van de map voor zijn broer: „Aan de enige man, die ik vóór mijn ge boorte gekend moet hebben". Roman ticus Anton uit zijn speelse geest in zijn tekeningen. „Ik hou van de vo rige eeuwen. De wereld waar ik voor ben, is deze. Die fantasieloze gebouwen en die alles verwoestende wegenaan leg. Grappig dat de jeugd van nu mijn werk weer zo op prijs stelt. Twintig jaar geleden was roman tiek een doodzonde en natuurlijk zijn er nog wel moderne kunste naars die mü om mijn Werk wel kunnen vergiftigen, maar mijn kerst kalenders gaan bij honderdduizen den de wereld in. Ik zit nu alweer te tekenen voor de produktie van 1972. Hobby En dan de Efteling. dat is mijn hobby, dat doe ik al twintig jaar. Over het succes hoef ik u niets te Tot hun zeventiende waren ze on af scheideOijk. Twee zoontjes van een marine-officier in Den Helder, die zelf meer uitblonk in het geschreven dan in het getekende beeld, maar al lebei onmiskenbaar gezegend met het schilderstalent, dat in het ge slacht Pieck in de zestiende en ze ventiende eeuw al aan te wijzen is. Samen op de kleuterschool, samen op de lagere school. „Toen al", schreef eens de schooljuffrouw aan Anton, „was je verzot op sprookjes, maar je wilde altijd eerst weten hoe het afliep". Samen wandelden ze door de Noordhollandse duinen, een liefheb berij, die zij heel hun beweeglijke le ven hebben gehandhaafd en die wel mee ten grondslag moet liggen aan hun huidige jeugdigheid. Polen Vóór het eerst scheidden hun we gen zich na de middelbare school toen Henri naar de Academie voor Beeldende Kunsten in Amster dam ging en Anton naar de over eenkomstige tempel in Den Haag Han's vaardige tekenhand leidde hem in de richting vah de architec tuur, Anton zoch het meer in het picturale. Misschien is er sprake van gelijk namige polen, die elkaar afstoten, maai* beide broers willen nu wel toegeven, dat zij hun uiteen gaan toen voelden als een bevrijding. „Altijd samen beschouwd te wor den als die leuke tweeling die het zo aardig deed, dat kan wel eens druk kend worden". Er moet nog een die pere ondergrond zijn geweest, want de driekwart eeuw dat zij nu over de aardbol wandelen, fietsen, sporen en vliegen (aan auto's hebben zij een hekel, Anton heeft er geen) WÊtf* heeft steeds grotere verschillen tus- «gS sen de twee te zien gegeven. Doelmatig In tegenstelling tot wat men ge neigd is te denken, bleek de man die zijn fantasie zo moeiteloos door de eeuwen laat zwerven, in lijfelijke zin het meest honkvast. Veertig jaren was Anton Pieck te kenleraar aan het Kennemer lyceum BRUSSEL (GPD) Na de publikatie van de Belgisch^ bruiksunie over de verontreiniging van het water W, Europese stranden (Vlissingen en Scheveningen kreïni kwalificatie 4. die „slecht' betekent en Westende, Kmt, Oostende en Koksijde 3 dat „verdacht betekent) is erool, België uiteraard nogal wat verontrusting geweest overdek eventuele nadelige gevolgen van het baden in zee. Humor vertellen. Terwijl de fiscus tonnen I toelegt op andere artistieke uitingen, is dit voor de belastingen een for- j midabele melkkoe. Gelukkig weteti de kinderen daar niets van, die kun nen zich er heerlijk uitleven, weg van de gietijzeren speeltuin en de be tonnen flat zonder zolder". Iri de achterkamer één hoog, tus sen de naslagwerken Waaraan hij zijn details controleert, Ro- meins glas van 2000 jaar oud. aar- dewerk van 1000 Jaar geleden en j waardevol antiek meubilair, maakt Anton Pieck zijn tekeningen. In de voorkamer op dezelfde etage staat zijn zestig jaar oude, etspers. Tussen deze twee vaste punten in Zijn be staan vindt Anton Pieck de inspira tie voor de verre vluchten van zijn geest, terug naar de oude tijd. Als hij de parkeerstroken langs het Malieveld ziet en de viaducten by de Wittebrug, verzucht hij: „Ach ja. meneer, er zijn veel hunnen op de wereld". Onder andere was dat het geval bij de organisaties die zich met het toerisme bezighouden. West-toeris- me, een door de provincie West- Vlaanderen gesubsidieerde organisa tie. heeft thans dr. Kryson. gezond heidsinspecteur voor West-Vlaan deren met een onderzoek be last. Hij heeft een verslag uitge bracht dat een aantal geruststellen de mededelingen bevat. (Voor Ne derland heeft Staatssecretaris Krui- zinga soortgelijke mededelingen reeds gedaan, wat niet wegneemt dat de Consumentenbond een om vangrijk onderzoek naar het zeewa ter aan onze kust gaat instellen. Red. L.D.). Dr. Gryson geeft toe dat het Bel gische zeewater, zoals overal el ders, bezoedeld wordt door lozing van rioolwater, van industrieel wa ter, van olie- en petroleUmresten en dergelijke. Er dient echter een we zenlijk onderscheid gemaakt tussen bezoedeling enerzijds en besmet tingsgevaar en ziekteverwekking an derzijds. Het is, zo zegt dr. Gryson van ge neeskundig standpunt uit gezien juist te beweren dat veel microben in bezoedeld zeewater worden aan getroffen. Wegens zijn hoog zoutge halte van ongeveer 35 gram per li ter is zeewater echter geen geschik te voedingsbodem voor microben. Vooral pathogene. Bovendien is er in zeewater een groot gebrek aan organische Stoffeti die onontbeerlijk zijn voor de ontwikkeling van de bacteriën. Vooral in verontreinigd zeewater komen veel bestand deeltjes voor die de microben op slorpen en daarna een neerslag vor men in de diepte, waar die micro ben niet gevaarlijk meer zijn. Belangrijke elementen zijn ook de snelle verspreiding en verdunning van de afvalstoffen, die in het zèe- water terechtkomen. De werking van zonnestralen en de tem peratuur. De doorgaans koude temperatuur van het Noordzeewater waakzaamheid blijft geboden. remt sterk de ontwikkeling vit - oroben af. Uit onderzoeken verricht floer Westvlaamse Gezondheid^ blijkt dat de coliformemicroïó durende de maanden juli tot eo september sterk in aantal ruglopen in vergelijking metdec dere maanden. Tot nu toe heelt a ook nooit tyfus of paratyfus-bici. in zeewater voor de Belgische b aangetroffen. Dr. Grysoh verc-i nog meer. In zijn 20-jarige periode als gezondheids^ teur van West-Vlaandefeti en ti in het bijzonder van het kUstpfc werd hem nooit melding mL van aandoeningen die baders fc i zouden hebben opgelopen. Wfc( wèl zo dan had hij toch in de t« plaats rapport moeten krygefl mogelijke maag- en darmstad sen en dergelijke, waartoe het a water voor de Belgische kust ri gens het rapport van de Beipc Verbruikersunie aanleiding had b nen geven. lai Enige weken geleden werd«1 fr lai de Westvlaamse Gezondheids® aa proeven gedaan in Blanh iti« berge. Er bleek slechts een mra tai microbiele belasting te bestaan,: j echter door de zelfreinigende rs> yai schappen van het zeewater snel i yir gedaan werd gemaakt. Er wet De elk geval geen enkele tyfus éi j hél ratyfus bacil gevonden. ini; Toch acht ook dr. Gryson heil a richten van nieuwe zuiveriipder tions voor afvalwater noódzefejOVf zowel op nationaal als op inteJtei tionaal vlak. Volgens hem dfclwi echter een onderscheid gemaai! sen het zuiveren van afval.: 's 1 met microbenbelastihg en het ret ren van industriële afvalwater. T.yur beide zuiveringen zijn afzonder.iguli technieken nodig. Dr. Gryson meent ook dat wat betreft het verspreidingsgevau :m besmettelijke ziekte door het No zeewater geen nodeloos alarm ei worden geslagen. Wèl vindt hij JOHN ANTHONY WEST: OSBORNE'S REBELLEN, (vertaling) Ultg.: De Bezige Bij-Meulen- höff. Amsterdam. Osborne's Rebellen Osbor ne's Army In het Engels is een van de heerlijkste boeken die ik in tijden gelezen heb. Je moet natuurlijk wel een dosis on uitroeibare avontuurlijkheid met daarnaast een goed begrip van de waarden van satire en paro die in je wezen hebben om dit lawineuze mengsel van potsier lijkheid en ernst te kunnen sa voureren. Het lezen van het boek levert in zekere zin ook hard werk op, want de samen stelling in korte episoden maakt het soms moeililk om de talrij ke creaturen in hun doen en la ten in de gaten te houden, maar ik zou bijna zeggen dat het ge noegen er nog dooi- toeneemt. Iedere episode is op haar eigen houtje een klein meesterwerk van kleurige, rake, vurige uit beelding van mens, landschap, bouwsel, gebeurtenis of wat dan ook. De auteur is getalenteerd en een voortreffelijk vakman en bovendien heeft hij zoveel te ver tellen dat men de indruk krijgt dat het a.h.w .niet op kan. Hij moet ook zeer belezen en ontwik keld zijn en behoren tot dat zeldzame mensensoort dat zijn hele geestelijke bezit onder geschikt kan maken aa/n een rüke fantasie. De schrijver heet John Anthony West, is geboren in 1932 en een Amerikaan die. in tegenstelling tot de gewone gang van zaken, vah zijn geboorte land naar het oude Engeland is opgetrokken. Dit stuk levend ge weld, waar een minder begaaf de auteur zeker een half dozijn romans uit zou halen, is blijk baar zijn eerste boek en een schot in de roos. Een schot in derdaad of beter en mitrailleür- vuur van patsrake zinnen afge vuurd op het hedendaagse maat schappelijke bestel. Wil men dit werk een hippyboek noemen zo als de Saturday Review schijnt gedaan te hebben, dan heeft men hier toch met een hipppie of provo te maken die drommels goed weet wat hij te zeggen heeft en hoe hij het zeggen moet. Gezien de voigeladenheid van de roman Ls het nauwelijks mo gelijk een resumé van „Osbor ne's Rebellen" te geven. Er is bijna geen beginnen aan, Dat be gin op zichzelf al: Osborne heeft gelijk en Grimes heeft on gelijk)". Natuurlijk heeft Grimes gelijk, want hij ls de stuurman van het motorschip Sailing Moon en heeft om honderd dol lar met Osborne gewed dat hij hem op een in de vergetelheid geraakt eiland in de Caraïbi- men zijn eigen rum stookt, vis uit de baai haalt, vruchten, ta bak en weed voor het plukken heeft, vervallen herenhuizen ge meubileerd en al voor het uitkie zen en waar in de bar van het opperhoofd, Theodore „de kalk- steenkoele lucht gekruid is door eeuwen van rum". Na Osborne komen er meer lui die de hedendaagse wereld om welke reden dan ook de rug tee willen keren. De dwaze Jo nathan met zijn grote neus, zijn Joodse achternaam die gewoon Klein blijkt te zijn en zijn onge lukkige 'liefde, uitgestuurd door Osborne's moeder om haar zoon, zijn beste vriend te zoeken. De- laney Pierce, die vlak voor zijn ache Zee zal afzetten, compleet met oerwoud, een vervallen stad en een plezierige welgemoede bevolking. Grimes vaart Osbor ne naar het eiland Escondite. „Grote hulzen zyn in begroeiing gehuld maar deze camouflage kan niet verbergen dat er hele hoeken ontbreken, diepe barsten doorspietsen militante gevels pleisterwerk heeft losgelaten en het rumoer van de menigte bij de zee wordt teniet gedaan door dit onhoorbaar edict van verval. De zon onderweg naai de Stille Oceaan, balanceert heel even op de toren van de kathe draal". Dit is Osborne's eerste waarneming als hij op het punt staat aan wal fce stappen. Ik zal niet teveel citeren, want dan zou ik aan de gang kunnen blij ven; iedere zin is raak. Ver stomd van verwondering en ver rukking blijft Osborne achter op het paradijselijke eiland waar laatste universitaire examen het ongeluk heeft de zóón van de commissaris van politie een pak slaag te geven, iets wat hem op drie maanden gevagenis komt te staan en die daarna romans op bestelling is gaan schrijven. ..Joseph Conrad voor de kleine man". Alain Marsh, de eerste miskende en plotseling beroemd geworden schilder, Katona. stu dent in de filosofie En natuur lijk ook vrouwen. Er zijn er nog veel meer en van iedere figuur krijgt men een bondige hoogst uitzonderlijke .evensgeschiedenis In het tweede deel genaamd „De roze periode van Iedereen", leeft iedereen inderdaad geluk kig op Escondite: werkend als je er zin in hebt, rokende, drin kende. vissende, zwemmende. Maar helaas, de journalistiek kan zijn ballpoint weer niet in bedwang houden. Hotelbouwers en andere toeristenkwekers ont dekken het eiland en storten een vloedgolf van de vulgaire ver maken die men in de VS als ge noegens beschouwt over het ar me paradijsje uit. Deze ramp geeft John Anthony West eerst recht de gelegenheid zijn satiri sche en parodistische pen diep in de huid van zijn geboorteland te drukken. Het stortregent spot Dat talent voor hoon en pastiche komt hem evenzeer te pas bij de geschiedbeschriiving van het ei land die hij Osborne, die de do cumenten uit de oude ruïnenstad opgedoken heeft, laat samen stellen. te beginnen met de vijf tiende eeuw. Deze kritiek op de ongehoorde bloedbaden en rove, rijen waarmee de Westerse be schaving is opgerukt tot zelfs op nd. Het eind is natuurlijk droevig en dramatisch. De wereldpers gaat zich met Escondite bemoei en en er breekt zelfs een poli tieke twist los tussen Amerika nen en Sovjet-russische Journa listen. Even lukt het Osborne en ziin rebellen nog het eiland van de kapitalistische besmetting te bevriiden. „REBELLEN EISEN ERKENNING DOOR V.S. Ali PRIJS VOOR AFWIJZEN VAN vallen de hotelbouwers hfl eiland met de vloot vaD een Zuid-Amerikaans staatje dat boter op zijn hoofd heeft et iedereen wordt doodgeschotk Aan het slot leze men voorai o* de pastiche van de kapitalisti sche journalistiek met. slog»5 en al: „betrouwbare democrat- sche hamden", Osbome, blankrassistische Kapitau®' sche Imperialist" en ..Vrije V'-' kiezingen in het volgende J» De vertaling van Jan Gerhari Toonder, die auteur die ow* jaar verheugd heeft met boekgeschenk. „Kasteel in I land", wijst er door zijn H*" teit op dat de vertaler pWJ in zijn werk heeft gehad. Ik soms het gevoel dat hij ®r een kleinigheid aan heeft tow voegd. we nie dai Ei denl 800( dan Eom tel i h d en «g kwa de p dat G aan WEI Janv

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1970 | | pagina 10