elangwekkende eerste onde in LSG-vierkamp Wij vragen door! KRYPTOGRAM De ba-by in de box Com er ACHT-er Pim en Pom i )AG 25 APRIL 1970 LEIDSCH DAGBLAD PAGINA 21 gezellig ingerichte toernooizaal van het Rijnlands Ly- Oegstgeest zijn wij getuige geweest van een aantrek- strijd in de eerste ronde. Beide partijen werden welis- ise, doch er is ondernemend gestreden. Over salon- werd geenszins gesproken. Uit de analyses in onder duels kan men duidelijk zien dat de vier deelnemers speurden naar zwakten in de vijandelijke stelling. linnik, de oudste deelnemer, terste speeldag de grote „trek- voor de jeugd, getuige de ndtekeningen die men van de •mind" wilde hebben. Zijn ;oot Boris Spassky. die eeuwig schijnt te blijven, wereldkam- q van alle markten thuis, had 0 oereen aandacht bij de fraai demonstratieborden en ijjn partij enige staaltjes van inen. Larsen, de Deen. die vloeiend spreekt, had eveneens voor aandacht en gaf na afloop itaar bij de partij Botwinnik- en wisselde met Lodewijk van Geet <IM) van gedach- r het eindspel landgenoot Donner. zijn ge- nüjst met een sierlijke baard, udelijk rokend aan de Neder - tabakindustrie, toonde met nik in de na-analyse overdui- tan dat de partij tussen hen «innen was. Botwinnik knikte het volkomen met hem eens het televisiescherm we telden kon men de grootmeesters in p en met het bord en de ge inige stukken duidelijk volgen. 1 oneer men afdaalde naar de kon men steevast de heer is ijverig bezig zien bij het no- der partijen, telefoneren en geven wanneer men in de was geraakt met de van groot zijnde notatie. Naast hem in arte kamer zetelde het ANP nneer men zich in een deur (er waren er 23!) kwam men in een fraaie bar. waar de 5 kelen „gesmeerd" konden was de jeugd aanwezig, die et borden en stukken konden n, met één oog op 't televisie- want zij wensten op de hoog- blijven van de resultaten der »n. Vrouwe Caissa, de godin schaakspel, straalde in on- re schoonheidTenslotte wij een pluim op de hoed ste il de heer H. Th. Weiland die overal te vinden was en n met raad en daad bijstond, nde zich onvermoeibaar. Zo'n met goud niet te betalen! Botwinnik. rt: Donner. 3 Pf6, 2. g3 g6, 3. Lg2 Lg7, 4. stelling is reeds vele malen bord verschenen. Wit bouwt egelijke stelling op. Zwart is in staat een gelijkwaardige te bereiken. 5. d3 c5, 6. e4 Pc6, 2 d5. 8. Tel ret 8. e5, die er ogenschijnlijk itziet, is minder goed. Het kost idig een pion. 8b6, 9. c3 0. de4: Pg4. 11. Lfl( d3 moet gedekt worden. 11. 12. Dc2 Lb7, 13. Pe5: Pe5: 14 15. Lg2 Dc7, 16 Pfl Tad8, c4! sterke zet, waardoor wit prak- edwongen wordt het loperpaar geven. De gevolgen van 17 niet duidelijk. 18. Tadl Pc5, 19. rt 20. Df2 Df2: Da5 verkrijgt wit een ge- ce aanval op de koningsvleugel neruil heeft zwart gelijk spel Dat is de reden dat witspe- lers aan de gekozen opbouw van Bot winnik zelden de voorkeur geven. 21. Kf2: e5, 22. Pe3 b5. 23 f5 I I 4 1 I 1 S 1 i 1 1 1 2 5 t 3 5 Botwinnik de praktijk in dergelijke stellingen heeft bewezen. 23 Tfe8, 24 h4 Lf6, 25. Ke2 Le7. 26. Tefl Kg7, 27. Td8: Td8: 28. Pd5. Over deze zet dacht Botwinnik ge ruime tijd na. Blijkbaar zag hij in het pionoffer g4 of Pg4 geen perspec tieven. Na afloop kwam men tot de overtuiging dat zwart zelfs het initia tief verkrijgt! 28... Ld5: 29. ed5: Tb8! 30 Le4 Tb6, 31. Kd2 a5 Donner speelt nu op winst 32. b3 j a4 I Over deze stelling vond in een der zalen een heftige discussie plaats. Tenslotte was men het er over eens i dat 32 cb3: 33. ab3: a4 niet meer dan remise oplevert. Aan u de taak deze opinie te weerleggen 33. bc4: bc4: 34 Tbl! Tbl: 35 Lblli5. 36. fg6: fg6: 37. Lc2 a3. 38 Ke2 Kf6. 39. Kf3 Ld6, 40 Ke4 Lc7. 41. Ldl La5. j Remise op voorstel van Botwinnik. I Wit: Larsen. Zwart: Spassky. 1. b3 Dat was te verwachten: Larsen houdt nu eenmaal van orthodoxe j „grollen" j 1e5, 2. Lb2 Pc6, 3. c4 Pf6, 4. e3 d5. 5. cd5: Pd5: 6. a3 Ld6. 7 Dc2 I 0-0, 8 Pf3 De7. 9. Pc3 Pc3: 10. Dc3: f5. Sprassky I 4 1 W 1 1 jk 1 S - 4 Larsen Hier bood Spassky remise aan. Larsen wenste verder te spelen. De stelling, die er gecompliceerd uitziet, j is echter voor beide partijen niet te winnen. 22 Tf8. 23 h3 De8! 24 De8: Te825 Pf7^ Kg8. 26. Pd6: cd6: 27. Tal Lb7, 28. Kh2 Kf7. 29. Ta5 g6. 30 h4 Ke6, 31 Kg3 Ta8. 32 Tb5 Lc6. 33. Tb6 Kd5, 34. Lc3. Remise Op winst spelen heeft voor beide grootmeesters geen zin. BISHOP Toen Botwinnik f4-f5 speelde fluls- De schaduwzijde van het door wit terde men in de zaal dat wit, de partij gekozen systeem. Zwart is op de ko- ging winnen. Donner had echter een ningsvleugel heer en meester. Beslis- andere mening, getuige het verloop send is dit echter niet. 11. Lb5 e4. van de partij. Vanzelfsprekend laat de wereld- Het zwarte loperpaar staat doel- kampioen zich niet in de variant treffend opgesteld en gezien de ge- 11 Ld7? 12. Lc6: Lc6: 13. Pe5: Le5: avanceerde pion op c4 zou men aan 14. De5: De5: 15. Le5: Lg2: 16. Tgl en zwart eerder de voorkeur geven. Om- wit wint. 12. Lc6: bc6: 13. Pe5 c5. 14 dat de dames en drie paarden van j b4 cb4: 15. ab4: 16. Ta4 a6, 17 0-0 het bord zijn verdwenen is een ko- 1 f4. 18. ef4: Tf4: 19. b5 ab5: 20. Ta8: ningsaanval echter uitgesloten, zoals iLa8: 21. Db3t Kh8, 22. Db5: Kom er ae. liter 2J.I33Ï ut afduiae.t g i uaajs.tooiios 7tn s^un 3100.1 11 U3.KXpf.I33I '9 Stn^SatfA s I .taputui I93oa ai.taA ap ut afstnii g I smq ut S}if03.t afduiBB.t z smaaj §BJA 1 Lang heb ik ermee gewacht erover te schrijven. Ik speelde 'eens' een wedstrijdje mee waarin de gezelligheid hoger werd aangeslagen dan de resultaten. Althans wanneer men de aan kondiging. het lage inleggeld en de bescheidenheid der uitge loofde prijzen in aanmerking nam. Mijn partner was een dame die wel eens aardig kan spelen, door gebrek aan routine echter nogal wat fou ten bij het spelen maakt en die het op de koop toeneemt dat zij door onze tegenstanders als de hoofdschul dige onzer bridgecatastrofes aange merkt wordt. Kortom ik speelde met mijn eigen vrouw en behalve een gezellige middag, hadden wij geen daverende dingen in het vooruitzicht. Bij de wedstrijd bleek ons echter al gauw, dat wij terecht waren geko men in een gezelschap waarvan het merendeel tot elke prijs zijn brid- ge-hegemonie wilde waar maken. Op zichzelf is daar niets tegen, mits vind ik het wedstrijdspel gespeeld wordt met de middelen en de wel- voegelijkheid, die er bij passen wil men de middag (of avond) als „prettig" kunnen bestempelen. Toen kwamen wij tegen een paar, dat ik gemakshalve als een dame met een heer zal betitelen. Gewoon twee aardige mensen, die echter na het opnemen van het spel verander den in twee merkwaardige figuren. Dit was het biedverloop: lunt u de acbt afwijkingen In de bel de bovenstaande tekeningen De juiste oplossing vindt u elders op deze pagina I Noord Zuid Eén schoppen Twee ruiten Drie harten Vier klaver? Vier harten Vier schoppen?? Vijf ruiten Vijf harten!! Pas Eén schoppentwee ruiten en drie harten waren natuurlijk nor male biedingen, waarna de heer zuid de vierklaverconventie in werking stelde. U kent dat wel: vragen naar azen. Niet alleen is vier-klaver een vraagconventie, de vraagtoon waarop zuid het bod Losliet deed geen twijfel mogelijk zijn. Mevrouw noord ant woordde (zonder intonatie) met vier harten aldus één aas aangevende. Nu bood meneer zuid vier schoppen want. normaliter, aan dient te ge ven dat vier schoppen het eindbod is daar noord al met één schoppen had geopend. De dubbele vraagtoon van meneer liet echter geen vraag open: mevrouw noord werd ge acht haar aantal heren kenbaar te maken. Zij deed dat met vijf ruiten aangevende een totaal van twee heren. De manier waarop Generaal Zuid nu Vijf Harten commandeerde, zou zelfs door een Damslaper niet misverstaan zijn: dit was het eind bod en mevrouw noord werd geacht te passen, vermoedelijk op straffe van echtscheiding. I Hoewel ik in zulke wedstrijdjes knoeiende tegenstanders voor 99 pet j maar hun gang laat gaan, maakte dit j geval toch de maat wel vol en vroeg ik wat dit „biedverloop" allemaal te betekenen had. Het antwoord was ontwapenend van duidelijkheid en naïviteit: „Wij vragen gewoon dóór!" 1 Ik vroeg toen nog. waarom mevrouw noord niet op vier schoppen had ge past, waarop de man mij aankeek met de blik van een sergeant-majooi- die een korporaal terechtwijst en zei: „Dat mag zij niet!" Het doet er niet toe of vijf har ten wel of niet het beste contract was het spel kostte ons evenmin de eerste plaats 1 wij werden 7 van de 10 en wij hebben er niet wakker van gelegen. Maar wat u moet weten is. dat het wérkelijkheid een (naïve) vorm van ongeoorloofd spel is en dat uw maatschappelijke status géén ar gument is om zó wedstrydbridge te bedrijven. Want tenslotte gaat één argument nog altijd op: „Bridge is a game for gentlemen". Bridge vraag: Oost gever. OW kwetsbaar, pa renwedstrijd. De zuidspeler heeft 6(?B953<>AV10 84 «f» B 8 5. Oost opent met één klaver (normaal) zuid één ruiten west één harten noord één schoppen ost drie Sansatout zuid en west passen noord doublet allen passen. Waar mee moet zuid uitkomen?? Ant woord elders op deze pagina. Hè. hè, zegt Pom, ein-de-lijk is het weer zo ver. Ein-de-lljk weer eens een beet-je zon op m'n kop, ein-de-lijk weer eens een pie-zel-tje groen in de tuin waar-aan je krab-be-len kan en ein-de-liik de deu-ren van de hui-zen weer o-pen zo-dat Je weer eens in een vreemd huis kunt bin-nen-stap-pen. Want hoe gaat dat? Een bin-nen-stap pen-de kat krijgt al-tijd wel iets. Hier een lik-je melk. daar een vel-le-tje worst of een splun-ter-tje vlees. Lek-ker hoor. We gaan er gauw op uit. Waar wacht je nog op?, zegt Pim die al klaar staat op de drem-pel van de o-pen keu-ken- deur Sa-men be-gin-nen ze hun eer-ste gro-te len-te-tocht. Het valt te-gen; bij de eer-ste buur-me-vrouw zit een hor-re - tje in de ach-ter-deur en daar kom je niet door-heen. De twee de me-vrouw vond het toch ze ker nog een bee-tje koud. want al-leen een hoog bo-ven-raam pje is o-pen. Pim en Pom kij ken er e-ven naar. Dan stap pen ze door. Bij het der-de huis heb-ben ze ge-luk. De twee bal- kon-deu-ren naar de tuin staan wa-gen-weid o-pen. Pim en Pom kij-ken nieuws-gie-rig tus-sen de zacht waai-en-de gor dij-nen door. Jam-mer. zegt Pim, het is geen keu-ken In een keu-ken krijg je al-tijd eer der wat dan in een ka-mer. Toch maar doen. zegt Pom. die hon-ger heeft ge-kre-gen van de bui-ten-lucht. Hij stapt al tus-sen de gor-dy-nen door. Maar er is nie-mand. zegt Pim. hoe kun je nou wat krij-gen als er nie-mand is om het je te ge-ven? Daar heb jij weer ge-lijk in. zegt Pom en hij draalt zich al weer om. Maar op-eens ho-ren ze in de ka-mer een stem. Ta. ta, zegt de stem. He, zegt Pom. laat er nou tóch ie-mand zijn. Kom mee, Pim, waar men-sen zijn is hoop op e-ten. Ze trip-pe-len de ka-mer in en kij-ken nieuws-gie-rig rond. Ik denk dat het de ra-dio was. zegt Pim als ze geen mens zien. Pom wil al van ja knik-ken, maar op-eens staat hij stok stijf stil en kijkt naar een hoek van de ka-mer. In een hok-je met tra-lies zit een klein mens Het kijkt met gro-te o-gen naar Pim en Bom. Kijk nou eens, zegt Pom. een klein mens in een hok-je. Wist je dat ze men-sen in hok-jes stop-pen net als lang-o-ren en kip-pe-tjes? Pim schudt van nee en be-kijkt het hok-je van al-le kan-ten. De klei-ne mens kiikt te-rug en zegt nog eens ta ta Pim komt dich-ter-bij. Hoe is dat nou in zo'n hok-je?. vraagt hij. Heb je daar mis-schien ook wat te e-ten? vraagt Pom. Ta ta doet de klei-ne mens en het gooit iets naar de kop van Pom. Pom snuf-felt er-a an is het wat? vraagt Pim ja-loers. Nee. zegt Pom. niks. Koek En de klei-ne mens heeft er zelf al aan ge-sab-beld La-ten we maar weer weg-gaan. Streep. Pim zegt niets meer. Hij kijkt met gro te o-gen naar de klei-ne mens. Ar-me stak-ker. zegt hij, dat zou toch niet moe-ten mo-gen, hè: in zo'n hok-je zit-ten als bui-ten de zon schijnt. Kom nou. roept Pom. die al op de drem-pel staat. Pim springt hem na, maar net als ze er van-door wil-len gaan be-gint de klei-ne mens zacht-jes te hui-len. Zie je wel. zegt Pim. het huilt om dat het met ons mee wil en niet weg-kan uit zijn hok-je. Bij het vol-gen-de huis krij gen we vast wat, roept Pom die zijn maag steeds meer voelt ram-me-len. Maar Pim luis-tert niet. Eerst de klei-ne mens be- vrij-den, zegt hij. HU kruipt tus sen de tra-lies van het hok-je door De klei-ne mens houdt met-een op met hui-len en pakt Pim bij zün staart. Ta ta. zegt het. Nee, nee, roept Pim, we heb-ben geen tUd om te spe len. Ik zal je eerst be-vry-den, sa-men met mijn vriend Bom. Pom moet nu ook wel in het hok-je kruipen en sa-men met Pim doet hij de klei-ne mens voor hoe je tus-sen de tra-lies door naar de vrij-heid kunt sprin-gen. De klei-ne mens be grijpt er niets van: het pakt al leen maar met twee hand-jes de poe-ze-staar-ten beet en roept ta ta. Weet je wat ik ge-loof?, zegt Pim. die al voor de vier-de keer voor-öoet hoe je uit het hok-je ont-vluch-ten kan, ik ge-loof dat dit een erg dom-me mens is Nog één keer voor doen, zegt Pom en om de beurt krui-pen ze nog een keer tus sen de tra-lies door naar bui-ten en weer naar bin-nen. Ta ta zegt de klei-ne mens. Op-eens gaat de deur o-pen. Fen bo-ze me-vrouw staat op de drem-pel. Ga je! Ga je! le- lij-ke kat-ten! Waar ko-men jul-lie van-daan?! Ze jaagt ze weg en trekt de deu-ren met een smak ach-ter ze dicht. Bui ten is het mooi-e weer ook op- ge-hou-den. Een dik-ke re-gen- drup-pel valt op de neus van Pom. Zuch-tend schudt hU met zijn kep Voor-jaar is ook niet al-les. Pim. zegt hij als ze met de staart In da lucht o-ver het nat-te gras naar hun ei-gen keu-ken te-rug-vluch-ten. MIES BOUHUYS Antwoord op bridgevraag: Over dit geval was heel wat te doen. Zuid puzzelde lang wat of noord met zUn doublet be doelde. Uitkomen met noords kleur (schoppen) of door de hartens heen die west bood of met de eigen kleur?? Zuid. graag goeie vrienden met zUn partner, legde schoppen zes op tafel, waarna OW schoppenaas, vijf klaveren en drie hartens op raapten. Daar noord had H V 10 9 7 10 8 2 H 9 3 A 9 4 was ruitenstart de win naar geweest oost had slechts ruitenboer vierde. Noord beweer de. dat het zónder doublet maar zeer de vraag was of zuid met ruiten zou uitkomen. Ik voel veel voor die redenering het is bijna ondenkbaar dat noord sterke schoppens én nog een entree ernaast heeft. Bovendien kan dat in dat geval de ruiten start (de acht) óók tot één down leiden. Is het denkbaar dat noord A H V B 10 van schop pen heeft? Alles kan. maar in dat geval is het onwaarschijn lijk dat oost op het doublet past. HORIZONTAAL 1. als het bestuur vóór het voertuig plaatsneemt, kunt U het thuis brengen ook 6. tien kippen met een haan in een stoomboot 10. de kas o.a. is nu in Japan te vin den 11. geen groot betaalmiddel dus pas munt OPLOSSING PUZZEL V|EIB P00RTE DAN5ME u Ni I Jj|i> FBSBc I p|p A c a ak||l e C L 0 X 1 N A I RBC B|E 0 5 H.ER5TE RBPBT A SJ|M|H(A| rbGle g a a f 1 1 RJBte l«fI aJPHg |a r e lp A t> D E L E I L 0 D I E HPU LBSEMfesl NEA S TjBAHf |N|E|ALBE T TE R C RE E f 1 _VB r Bï£B DI kWk amJB^e f E» tBeBL| l|;V 1 N t> 5 E 1 I EflEB"! De eerste prUs van f 10 werd toe gekend aan mevrouw D. MarUt, Sparstraat 8. Alphen aan den Rijn de tweede prys van f 7.50 aan Elly Brouwer, Noordeinde 19. Leiden, de prijs van f 5 viel ten deel aan me vrouw J. J Vooys-Korndoffer, Duin roosstraat 2, KatwUk aan Zee en mevrouw B. J. M. Lagerwey-Lu- ciën, Albert Verweystraat l, Noord- wyk aan Zee. De pryzen zullen aan de winna ressen worden toegezonden. Van „Juliette en Erica" uit Leiderdorp ontvingen wU een prachtig geteken de oplossing. Helaas zat er één klein foutje in. Volgende keer beter! 12. een valkleed siert deze vogel 13. we laden de herkauwer in 15. na de thee keerde de Engelse oorlog en de opschudding terug en dat alles voor een vaartuig 17. zo'n lawaaimaker heeft een ver keerde patroon in zijn rol 19. op de mop van „hoe. vindt U dat" loopt hier als nr. 19 een fat 21. het is zuiver het wapen ach ter U te zetten 22. met het merk wordt dit dunne gebak wel ouwelUk. 24. rantsoenering zonder toren leidt tot gezondmaking van buurt of stad 27. dat mag U 's wel Invullen als to neelkenner 28. U kunt toch wel dansen, al is het niet Juist met deze 29 deze toespraak leest U in het laatste optrede 30 onder 'n tong ontdekt U de pin da's wel. VERTIKAAL 1. die van het huwelyk steekt da- gel Uks van wal 2. daar danst men om het vaandel 3. door op een malie te by ten. be schadigt U het glazuur van de tanden 4. van hieruit begint de kaas haar victorie 5. Hij die een wissel afgeeft, heeft toch niet de vinger aan de veer van een geweer? 7. we gaan o.a. per auto naar het zangspel 8. de melding „E" wordt als ken nisgeving genoteerd 9 in dit land is het nauw voor 13 14. deze instandhouder van de fa milie heeft tenslotte ook een va der of moeder 16. Wieier- ploegleider .Pellenaars" heeft de Nederlandse Spoorwegen niet nodig, vandaar anders het herderstasje 18. zet na de aanvang een stip en U weet waar vandaan U vertrekt 20. rust U op deze gestalte? 21. als U 9 schryft bent U my gun stig gezind 23 zoals hij is. worden ook de gas ten vertrouwd 25. vóór in de rynboot zit een prach tige edelsteen verborgen 26. na de Rode Zee ziet U deze stad Oplossingen onaer het motto KRYPTOGRAM dienen voor woensdag a.s te 9 uur in het bezit te zijn van de redactie van het Leidsch Dagblad. Witte Singel 1. Lei den. Wij stellen vier prijzen beschik baar: één van f 10. één van f 7.50 en twee van elk f 5,- Alleen abonnees S kunnen meedingen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1970 | | pagina 21