"IK OVERLEEF HET NIET ALS ER IETS MIS GAAT" Pyromaan (32) bekende 13 brandstichtingen Koningin Wilhelmina bij vertrek van prinselijk gezin in mei 1940: echtpaar vervalste recepten QratiS ouaecpreqt bifBoldoot deodoraqt Conflict MEI 1940 Geblindeerd Ministerraad II raak op maatschappip Opnieuw Nieuwe uitgaven H. PORS (D.A.) NAAR DS'70 Tom Mix Gin DINSDAG 54 MAART 1970 LEIDSCH DAGBLAD PAGINA T Op de avond van de 12de mei 1940 vertrok het prinselijk gezin naar Engeland. Met de geleidelijk slechter wordende militaire situatie had dat vertrek niet te maken: al op de eer ste oorlogsdag zou de kroonprinses met haar twee dochtertjes het land onmiddellijk hebben verlaten. Dat bleek toen niet mogelijk vandaar dat het gehele prinse lijke gezin Koningin Wilhelmina vergezeld had toen deze zich op aanraden van generaal Winkel man tegen het einde van de och tend van 10 mei van het Huis ten Bosch naar het midden in Den Haag gelegen paleis Noordeinde begeven had. In de loop van die tiende mei (een nerveuze dag waarbij men van het paleis uit een pand aan' de overzijde, dat door gewapende Vijfde Colonis- ten bezet zou zijn, onder vuur nam) werd via de radioverbinding met de Britse „Admiralty" afgesproken, dat Prinses Juliana, haar twee dochter tjes en haar gevolg 's avonds laat zouden inschepen op het smaldeel dat de Britten naar IJmuiden zouden sturen, in eerste instantie om het transport van het goud van de Ne- derlandsche Bank te beschermen. Het kwam in verband met die af spraak tot een hooglopend conflict tussen Koningin Wilhelmina en haar schoonzoon Prins Bernhard. De Koningin' had de Prins als een doortastend en vindingrijk man leren kennen. Daar niet te voorzien viel, aan welke gevaren Prinses Juliana en haar twee dochtertjes blootgesteld zouden worden voor zij veilig en wel in Engeland zouden arriveren, stelde de Koningin zich op het standpunt dat het plicht van de Prins was. zijn echtgenote tot over de Noordzee te begeleiden. „Er moeten daar", zei zij min of meer, „allerlei knopen door gehakt worden, dat kun jij, dat kun nen andere mensen niet. Je moet de dynastie in veiligheid brengen. Ik overleef het niet als daar iets mis gaat". De Prins was daarentegen van opi nie dat schout-bij-nacht b.d. de Vos van Steen wijk die Prinses Juliana vergezellen zou, mans genoeg was om eventueel zich voordoende moeilijk heden op te vangen; bovendien wees hij er op dat hijzelf officier in ac tieve dienst was; welk een deplora bele indruk zou het maken indien hij zich, terwijl het land in oorlog was en er voor de leden der strijdkrach ten geen mogelijkheid bestond om met familiebelangen rekening te hou den, naar Engeland begaf om vrouw en kinderen in veiligheid te brengen! Hij weigerde gedecideerd. Even ge decideerd hield de Koningin vol; de Prins, betoogde zij, was haar adju dant in buitengewone dienst, zij had het volste recht, hem in die kwaliteit bevelen te geven. De Prins bleef wei geren. Was niet voldoende als hij tot IJmuiden meeging? Neen, zei de Ko ningin: hij moest de tocht over de Noordzee meemaken. Hij haalde er de vice-president van de Raad van Sta te bij, jhr. Beelaerts van Blokland; deze hield de Prins voor dat het zijn plicht was, de opdracht van de Ko ningin uit te voeren, en de Koningin harerzijds werd niet moede te beto gen dat als haar dochter, haar oog appel, de zo riskante tocht niet zou overleven, zij zelf niet van plan was, in leven te blijven, „ze zou zich een kogel door het hart schieten" waagde de Prins het. daarvoor de verantwoordelijkheid op zich te ne men? Hij zwichtte, doch node en met diepe ergernis; zwichtte, nadat de Koningin goedgevonden had dat hij, zodra zijn gezin in Engeland onder gebracht was, naar Nederland zou terugkeren. Of dist dispuut reeds op de 10de alle hier weergegeven stadia doorliep, viel niet meer na te gaan; waar schijnlijk strekte het zich over en kele dagen uit en waarschijnlijk wer den daarbij (als bij alle conflicten waarbij diepgewortelde overtuigingen op elkaar botsen) reeds dezelfde ar gumenten eindeloos en afmattend herhaald. Hoe dat zijlaat op de avond van de 10de namen Prinses en Prins afscheid van de Koningin toen kwamen nieuwe berichten binnen dat het gehele gebied tussen Den Haag en IJmuiden nog steeds onveilig was door de aanwezigheid van' Duitse luchtlandingstroepenhet vertrek werd uitgesteld. De gehele koninklijke familie ging daarop slapen in de schuilkelder die zich in de paleistuin bevond. Het was maar een kleine ruimte; men lag er als haringen in een ton, „als één zich omdraaide, was iedereen anders wak ker" bovendien was aanvankelijk de telefoonverbinding met het paleis op het ene toestel aangesloten dat zich in die schuilkelder bevond: veel alaap kregen de volwassenen niet. MEI '40 is de titel van het derde boek dat dr. L. de Jong, directeur van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie heeft geschreven in de serie .Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog". De komende dagen zal het Leidsch Dagblad drie uitgebreide frag menten publiceren uit het boek dat handelt over de zonnige meidagen van 1940. Uit de on voorstelbare hoeveelheid feiten over de dagen tussen de eerste aanvallen op de Nederlandse vliegvelden tot de onderteke ning van de capitulatie-overeen komst door generaal Winkelman op 15 mei 1940 lichtten wy drie belangrijke gebeurtenissen. In de eerste plaats het vertrek van het prinselijk gezin naar Enge land. waarover u vandaag kunt lezen. Verder publiceert het Leidsch Dagblad nog deze week gegevens uit het boek van dr. De Jong over de handelwijze van Koningin Wilhelmina in de eerste oorlogsdagen en het ver schijnsel „de Vijfde Colonne", dat een belangrijk stempel heeft gedrukt op de strijd tegen de Duitse bezetter. heel vergeefs: in de loop van de 2de oorlogsdag waren de leden van de militaire missies die zich naar Lon den en Parijs moesten begeven en die op de 10de Den Haag niet hadden kunnen verlaten, er in geslaagd IJ muiden te bereiken. De Britse kruiser .Galathea' bracht hen naar Harwich vanwaar de voor het Engelse opper bevel bestemde missie (gen.-majoor van Oorschot en overste Zegers) doorreisde naar Londen en de voor generaal Gamelin bestemde (luite nant-generaal van de Vijver en kapi tein Carpt via de Engelse hoofdstad naar Parijs. Het prinselijk gezin had evenwel ook de 11de Den Haag niet verlaten; de twee missies hadden van gewone auto's gebruik gemaakt die werden voor het prinselijk gezin niet veilig geacht: gewone auto's boden geen bescherming, elke Duitse militair of Vijfde Colormist zou ze met een regen van kogels kunnen doorboren. Op pinksterzondag werd de Britse .Admiralty" ongeduldig: moest men nu voor de derde keer Britse marine eenheden aan Duitse luchtaanvallen en aan het gevaar van magnetische mijnen blootstellen zonder dat het prinselijk gezin kwa mopdagen? De Britse marine-attaché in Den Haag stelde Londen gerust: men mocht er op rekenen dat de derde tocht niet vergeefs zou zijn. Inmiddels was na melijk een vehikel naar Den Haag gekomen dat. naar vertrouwd werd, het prinselijk gezin op de tocht naar IJmuiden voldoende bescherming zou Prinses Juliana met Prinses Irene op schoot) en Prinses Bea trix voor de schuilkelder in de tuin van paleis Noordeinde. bieden: de geblindeerde auto die de Nederlandse^ e Bank binnenslands voor het vervoer van goud placht te gebruiken; 't was 'n denkbeeld van generaal Best geweest om dat voer tuig bij de rit naar IJmuiden in te schakelen. Een militair eskorte zou meegaan: militaire politie op motor fietsen en twee detachementen ma riniers op open vrachtauto's dit met een mitrailleur uitgerust waren. Het werd een moeilijk afscheid; „je had het gevoel", aldus later Juhana: „we zien elkaar nooit terug". Kopin- gin Wilhelmina was volgens een oog getuige „zeer ontdaan"; „de Prinses hield zich goed de Prins trachtte met bemoedigende woorden de opge wektheid te bewaren". Hy nam nog een foto van de Prinses in de geblin deerde auto. Dat hij spoedig naar Nederland zou kunnen terugkeren, leed voor hem geen twijfel: generaal Winkelman had hem 's middags ver zekerd dat het leger de strijd nog wel een aantal dagen zou kunnen volhouden, „een dag of zes, zeven", herinnerde de Prins zich later; in IJmuiden zei hy tegen een marine officier dat hy „binnen uiterlijk vier dagen" terug hoopte te zijn. Persoon- lyke bezittingen nam hij dan ook niet mee, niet eens het hem by uitstek dierbare horloge dat hij bij zijn aan neming van zyn vader gekregen had. In' de geblindeerde auto posteerde de Prins zich bij een van de kleine raampjes, een pistool-mitrailleur tot schieten gereed: by het andere raampje ging de marine-adjudant van de Koningin staan, overste van Holthe: deze zou het prinselijk gezin vergezellen, samen met schout-bij- nacht de Vos van Steenwyk en diens echtgenote, alsmede een vriendin van de Prinses, mevrouw M. Röell-del Court van Krimpen en haar dochter tje Renée (ongeveer even oud als prinses Beatrix» en, tenslotte, freule S. Feith, de verzorgster van de prin sesjes Beatrix en Irene. Op de ban ken die zich in de auto bevonden, was stro gelegd. Een chauffeur van de Nederlandse Bank stuurde; naast hem zat een rechercheur van de vei ligheidsdienst van het koninklijke huis die een kartonnen doos op schoot hal; daarin bevonden zich enkele fa miliejuwelen. De rit duurde lang. Men vermeed de hoofdweg; talloze malen werd men aangehouden. Pas na meer dan drie uur had men IJmuiden bereikt. Daar moest men, om bij de Noordersluis te komen waar de Engelse torpedoboot- jager „Codrington" samen met twee andere Jagers gemeerd lag, met de Velser pont het Noordzeekanaal over steken. Door de sterke stroom die in het kanaal stond, mislukte tot drie maal toe het aanleggen aan de noor delijke steiger. Juist op dat moment kwamen Duitse vliegtuigen over. Grote spanning! Zouden zij de pont aanvallen? Enkele leden van het es- korte begonnen te vuren. „Niet schie ten, niet schieten!" riep de Prins. Prinses Juliana zat met Irene op schoot „en ik dacht: nu beleef ik iets wat ik aan mijn kleinkinderen kan vertellen. Het schieten maakte niet veel indruk op me. In Den Haag had ik al gezien dat schieten één ding was, raken een ander", Even na elf uur vertrok de „Co drington". Nauwelijk was de jager buitengaats of honderd meter voor de boeg ontplofte een magnetische mijn. Enkele uren later liep het stoomschip „Van Rensslaer" vlak bij de pieren op een andere mijn; het kon aan de zuidzijde van' het vaarwater aan de grond gezet worden waar het later wrak sloeg. De overtocht van de „Codrington" verliep zonder verdere incidenten, 's Morgens om acht uur bereikte het schip de haven van Harwich. Dat het prinselijk gezin het land zou prolaren te verlaten, was aan de ministerraad bekend. Toen aan het vertrek ook op 11 mei allerlei haken en ogen bleken te zitten, had de Ko ningin haar beicle adjudanten naar Bezuidenhoutseweg 30 gestuurd waar zij met minister-president De Geer en de minister van Defensie, Dijx- hoorn overleg hadden gepleegd. Over leg. louter over de vraag hoe het prinselijk gezin kon vertrekken. Dat vertrek werd op zichzelf door de Ko ningin als een aangelegenheid be schouwd waar de ministerraad geen zeggenschap over had. Anders stond het, althans formeel, met haar eigen vertrek. Hoe dat in zijn werk ging. kunt u morgen lezen in het Leidsch Dagblad. ZWAAG (GPD) Een kleine brand in 'n boerderij in Zwaag (N.H.) is „de" pyromaan die reeds an derhalf jaar in het gebied rond de dorpen werkzaam is geweest gis teren noodlottig geworden. Binnen enkele uren na de brandmelding werd een 32-jarige man uit Zwaag gearresteerd. Tijdens het verhoor, dat de gehele dag duurde, bekende hij dertien gevallen van brandstich ting. Nog tydens de bluswerkzaamheden van de laatste brand die hij had Voor de avond van de 11de werd opnieuw een afspraak met de Britse marine gemaakt: weer verschenen, toen het donker geworden was, twee kruisers met enkele torpedoboot jagers voor d" monding van het Noordzee- kanaal, twee van de jagers liepen de haven van IJmuiden binnen. Niet ge- DEN HAAG (GPD) In totaal 83 valse doktersrecepten heeft de re cherche bij tientallen Haagse apo theken in beslag genomen nadat was uitgekomen dat een Haags echtpaar zich van valse recepten bediende om in het bezit te komen van het verdovend middel palfium. Zowel de man als de vrouw bleek volledig verslaafd Voor de Haagse politierechter beken de de man gisteren dat hij de re ceptenbriefjes had gestolen van zijn huisarts, nadat deze dokter - naar aanleiding van het gerucht makende overlijden van public-re- lationsman Ben Korsten - besloten had de voorgeschreven doses to verminderen. Sinds de zaak aan het licht is geko men onderging het echtpaar een ontwenningskuur onder leiding van een zenuwspecialist van de Ursula- kliniek. De man gebruikt tlians geen palfium meer, de vrouw nog slechts een zeer kleine doses. De officier van Justitie sprak ter zitting van een bijzonder tragisch geval. Hij eiste tegen elk der echte lieden 150 gulden boete, twee maan den voorwaardelijke gevangenis straf, onder toezichtstelling van een reclasserl ngs- instelling en zo nodig psychiatrische behandeling. Na pleidooi van mevrouw mr. C.H. Groenewoud legde de politierech ter aan elk een boete op van 75 gulden. Overigens luidde het von nis conform de eis. aangestoken, zijn leden van het brandweerkorps van Zwaag pools hoogte gaan nemen bij de woning van de man. tegen wie al enkele maanden verdenking bestond. Het licht in het huis brandde, maar dat werd uitgedraaid nadat de brand weerlieden waren gearriveerd. Het geen het vermoeden, dat de man de dader was, versterkte. Na overleg van de man, tegen wie al enkele uren later aangehouden. De dader is een labiele figuur. Het wraaknemen op de maatschappij (die hem in de loop der jaren slecht zou hebben behandeld) was de enige drijfveer. Het verlies van de Boe renpartij, waarop hij had gestemd by de laatste statenverkiezing, was er de directe oorzaak van dat hy na enkele maanden niets van zich te hebben laten horen, weer op pad ging. De schade die hij in de loop der jaren heeft veroorzaakt, loopt in de tonnen. Venus plus, door Th. Sturgeon, Science Fiction. Uitg.: Meulenhoff, Amsterdam. Jammer van de aarde, door Er- nest Hill. (Meulenhoff) Vreemde verwanten, door Ph. J. Farmer. (Meulenhoff) Drie alleen, door Jeroen Kem perman. Uitg.: Kluwer, Deventer Ghelmer, door Herman Korte- ling. (Kluwer) Joden uit Jemen, door Chanah Milner Dolf Verroen. (Kluwer) Seksualiteit anders bekeken en be- Prinses Juliana. Prinses Bea trix en Prins Bernhard in Lon den op 15 mei 1940. ADVERTENTIE leefd, door Thèrése en Erik de Groot. (Kluwer). Klaus Rifbjerg, De Operaminaar; Contact, Amsterdam. Rifbjerg zou men nog een auteur kunnen noemen van de klassieke psychologische roman. Hy heeft de indruk die hij in Nederland vestig de met zyn eerder verschenen „De i chronische onschuld" opnieuw be- vestigd. De merkwaardige relatie I tussen de egocentrische hoogleraar maniakaal epicurist en een opera zangeres, die bij het begin al ge doemd was te mislukken is het the ma van het ondea-havige boek. Met de vernietiging van die verhouding maakt de hoogleraar tevens een eind aan het zyn tot op dat moment gelukkige huweiyk. De schok van de verhouding met de operazange res waarin hy zichzelf kan zyn d.w.z. een nareist maakt dat hy geen enkele andere realtie meer kan ontwikkelen. Rofbjerg is ongetwyfeld een van de sterkste Scandinavische auteurs Bij elke Boldoot deodorant nu een aantrekkelijke oude prent (25 x 35 cm) uit de twintiger jaren. Helemaal gratis! Er zijn 5 ver schillende prenten. Stuur het gou den zegel (op elke deodorant) met uw naam en adres op een briefkaart aan Boldoot, Postbus 8068, Amsterdam. U ontvangt de prent van uw keuze per omgaan de thuis. E3 O IOOT Vraag inlichtingen bij drogist of parfumerie. CAPELLE AD IJSSEL (ANP De here H. Pors Jr, secretaris van het comité- Democratisch Appel, heeft het bestuur van de PvdA be richt voor het lidmaatschap van de ze party te bedanken. Hy is lid ge worden van de nieuwe politieke groe pering Democratische Socialisten '70. De heer Pors is vice-voorzitter van het Kon Verbond van Ondernemers in het midden en kleinbedryf en plv lid van de SER. Het derde deel van Het Konin krijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog van dr. L. de Jong is zen by zonder sterk boek. De ge schiedenis van de meidagen van 1940 is door de auteur levendig ver beeld. Bovendien heeft dr. De Jong kans gezien om de chaos van die dagen recht te doen wedervaren in een overzichtelyk verhaal. Het klinkt paradoxaal, maar is dat niet de taak van de historicus? Laten zien hoe iets zich heeft afgespeeld? Uit de brokjes der gebeurtenissen uit een ver of naby verleden een zo verant woord mogelijke weergave van dat verleden samen te stellen? Een weer gave, die bij eigentijdse geschiedenis, dc tijdgenoten kan brengen tot de beaming: ja zo was het. zo voelden we toen, zo beleefden we het toen. Dr. De Jong had voor dit deel sterke troeven in handen. Hij heeft natuurlijk veel gelezen. In de baaierd van memoires, officiële stukken, rap porten en boeken van voorgangers weet hy de weg als geen ander. Hy neeft een zo totaal mogelRk over zicht van bestaande bronnen en li teratuur. Dat is een belangrijke fac tor. Maar daarnaast bezit hy een grote kennis van een onderwerp, dat in die meidagen veel gemoederen heeft beziggehouden. De vrees voor ver raad en sabotage van binnenuit: de vrees voor de vyfde colonne. Dr. De Jong beheerst dit onderwerp als wei- rag anderen. Hy heeft er een proef schrift aan gewyd, dat in 1953 ver scheen. Ook toen waren er sommi gen die vonden, dat het wat lang duimde voordat drs. De Jong dr. De Jong werd, zoals er nu stemmen zyn opgegaan, die betogen dat dr. De Jong met de Geschiedenis van het Koninkrijk in oorlogstyd te lang heeft gewacht. Een oordeel dat men kan laten voor wat het is. In dit deel heeft dr De Jong met vrucht opnieuw ge- b**uik gemaakt van zyn kennis over de Vijfde Colonne. De paniek die ontstond, het willen zien van de vijand, waardoor een onbestemde agressiviteit een doel kreeg en een gevoel van onmacht een richting kreeg. Dat leefde in de zonnige mei dagen van 1940. Dr. De Jong geeft frappante voorbeelden. Hy illustreert hoe die paniek doordrong tot het Hoofdkwartier in Den Haag en een plaats kreeg in het communicatie medium van die dagen: de radio. De vijfde colonnekoorts greep de bur gers aan buiten de gevechtszones, maar ook het leger. Wat wisten we van een moderne oorlogvoering, van luchtlandingstroe pen? van tankcolonnes. Praktisch niets immers. We plakten stroken papier op de ruiten, groeven loopgraven in de tuinen, braken straten op om barri cades te bouwen: maar de kinderen speelden in het zand van die loop graven en alleen als de sirenes gin gen voor luchtalarm vluchtte ieder een naar binnen. Dr. De Jong laat vrees voor de vijfde co lonne en de hoop van bui-gerij en leger, als een rode draad lopen door het nauwkeurige verhaal van de oor logshandelingen. Het verloop van die oorlog Is vanaf het begin veel on gunstiger geweekt, dan we konden vermoeden. Ongunstiger ook dan het Algemeen Hoofdkwartier van gene raal Winkelman- dacht. Onze lucht macht was eigenlijk al op de eerste oorlogsdag, de tiende mei verdwenen en onze troepen zagen geen kans de Duitse parachutisten uit Rotter dam te verdrijven. De Jong laat zien hoe het Nederlandse leger werd verslagen, hoe de stellingen in het Noorden en zuiden bezweken, hoede Grebbelinie werd opgerold. In enkele indringende paragrafen vertelt hy het vertrek van hetprin- seiyk gezin naar Engeland, van het vertrek van de Koningin Wilhelmina en haar ministers. Een vertrek dat toen in vele kringen ten sterkste is afgekeurd. Tegenover dat vertrek werd het biyven van de Belgische Koning Leopold gesteld. Achteraf bleek maar al te zeer, hoe juist het besluit van de Koningin Is geweest. Aan het bestaande portret van Koningin Wilhelmina voegt dr. De Jong enkele belangwekkende toetsen toe. Hy heeft over dat vertrek en kele malen gesproken met de toen malige vorstin en haar dochter Juliana. „Mei '40" zoals dit derde deel van „Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlóg" heet. is een goed afgerond geheel. Bezwaren die men tegen vorige delen kon aanvoe ren. op grond van de bestaande in richten in de geschiedwetenschap, zullen ditmaal niet opgaan. De Jong heeft zijn literatuur en bronnen op voorbeeldige wijze benut, zyn er kend schrijverschap zorgt voor de rest. Het slot van het. boek waarin hy het evrtekende beeld schetst dat de Duitse inval by de Nederlanders had nagelaten vormt een opmaat voor de geschiedenis van de bezet tingsjaren. Hy laat zien hoe het daarbij gaat om „een tegelyk dra matische en romantische simplifica tie waarvan de grondtoon was dat de Duitsers hadden zy slechts nor male strijdmethoden toegepast, dat moedige en heldhaftige Nederland cr niet onder gekregen zouden heb ben J. R. S. niet zo zeer om zyn eigentydse styl maar door zyn grote bezeten heid van een soort Scandinavische noodlotsgedachte, zyn boek, ln de ik-vorm vanuit de persoon van de hoogleraar geschreven, werkt naar een climax waarin de totale ont luistering van de hoofdpersoon plaatsvindt. In zyn val neemt deze de andere personen mee. Er ïykt nog maar één oplossing en dat is het aanvaarden van normen en ge dragsregels waarbinnen alleen een zekere mate van vryheid kan wor den verkregen. ADVERTENTIE Eindelijk is er- de ideale "tic" in longdrinks met frisdrank of vruchtensap I Bii elke aankoop kans i nn GRATIS FLES ook puuTJAêrrcI voor moderne mensen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1970 | | pagina 7