"IK OVERLEEF HET NIET
ALS ER IETS MIS GAAT"
Pyromaan (32) bekende
13 brandstichtingen
Koningin Wilhelmina bij vertrek
van prinselijk gezin in mei 1940:
echtpaar
vervalste
recepten
QratiS
ouaecpreqt
bifBoldoot
deodoraqt
Conflict
MEI 1940
Geblindeerd
Ministerraad
II raak op maatschappip
Opnieuw
Nieuwe uitgaven
H. PORS (D.A.)
NAAR DS'70
Tom Mix Gin
DINSDAG 54 MAART 1970
LEIDSCH DAGBLAD
PAGINA T
Op de avond van de 12de mei 1940 vertrok het prinselijk
gezin naar Engeland. Met de geleidelijk slechter wordende
militaire situatie had dat vertrek niet te maken: al op de eer
ste oorlogsdag zou de kroonprinses met haar twee dochtertjes
het land onmiddellijk hebben verlaten.
Dat bleek toen niet mogelijk
vandaar dat het gehele prinse
lijke gezin Koningin Wilhelmina
vergezeld had toen deze zich op
aanraden van generaal Winkel
man tegen het einde van de och
tend van 10 mei van het Huis ten
Bosch naar het midden in Den
Haag gelegen paleis Noordeinde
begeven had.
In de loop van die tiende mei (een
nerveuze dag waarbij men van het
paleis uit een pand aan' de overzijde,
dat door gewapende Vijfde Colonis-
ten bezet zou zijn, onder vuur nam)
werd via de radioverbinding met de
Britse „Admiralty" afgesproken, dat
Prinses Juliana, haar twee dochter
tjes en haar gevolg 's avonds laat
zouden inschepen op het smaldeel dat
de Britten naar IJmuiden zouden
sturen, in eerste instantie om het
transport van het goud van de Ne-
derlandsche Bank te beschermen.
Het kwam in verband met die af
spraak tot een hooglopend conflict
tussen Koningin Wilhelmina en haar
schoonzoon Prins Bernhard.
De Koningin' had de Prins als een
doortastend en vindingrijk man leren
kennen. Daar niet te voorzien viel,
aan welke gevaren Prinses Juliana
en haar twee dochtertjes blootgesteld
zouden worden voor zij veilig en wel
in Engeland zouden arriveren, stelde
de Koningin zich op het standpunt
dat het plicht van de Prins was. zijn
echtgenote tot over de Noordzee te
begeleiden. „Er moeten daar", zei zij
min of meer, „allerlei knopen door
gehakt worden, dat kun jij, dat kun
nen andere mensen niet. Je moet de
dynastie in veiligheid brengen. Ik
overleef het niet als daar iets mis
gaat".
De Prins was daarentegen van opi
nie dat schout-bij-nacht b.d. de Vos
van Steen wijk die Prinses Juliana
vergezellen zou, mans genoeg was om
eventueel zich voordoende moeilijk
heden op te vangen; bovendien wees
hij er op dat hijzelf officier in ac
tieve dienst was; welk een deplora
bele indruk zou het maken indien hij
zich, terwijl het land in oorlog was
en er voor de leden der strijdkrach
ten geen mogelijkheid bestond om
met familiebelangen rekening te hou
den, naar Engeland begaf om vrouw
en kinderen in veiligheid te brengen!
Hij weigerde gedecideerd. Even ge
decideerd hield de Koningin vol; de
Prins, betoogde zij, was haar adju
dant in buitengewone dienst, zij had
het volste recht, hem in die kwaliteit
bevelen te geven. De Prins bleef wei
geren. Was niet voldoende als hij tot
IJmuiden meeging? Neen, zei de Ko
ningin: hij moest de tocht over de
Noordzee meemaken. Hij haalde er de
vice-president van de Raad van Sta
te bij, jhr. Beelaerts van Blokland;
deze hield de Prins voor dat het zijn
plicht was, de opdracht van de Ko
ningin uit te voeren, en de Koningin
harerzijds werd niet moede te beto
gen dat als haar dochter, haar oog
appel, de zo riskante tocht niet zou
overleven, zij zelf niet van plan was,
in leven te blijven, „ze zou zich een
kogel door het hart schieten"
waagde de Prins het. daarvoor de
verantwoordelijkheid op zich te ne
men?
Hij zwichtte, doch node en met
diepe ergernis; zwichtte, nadat de
Koningin goedgevonden had dat hij,
zodra zijn gezin in Engeland onder
gebracht was, naar Nederland zou
terugkeren.
Of dist dispuut reeds op de 10de
alle hier weergegeven stadia doorliep,
viel niet meer na te gaan; waar
schijnlijk strekte het zich over en
kele dagen uit en waarschijnlijk wer
den daarbij (als bij alle conflicten
waarbij diepgewortelde overtuigingen
op elkaar botsen) reeds dezelfde ar
gumenten eindeloos en afmattend
herhaald. Hoe dat zijlaat op de
avond van de 10de namen Prinses
en Prins afscheid van de Koningin
toen kwamen nieuwe berichten
binnen dat het gehele gebied tussen
Den Haag en IJmuiden nog steeds
onveilig was door de aanwezigheid
van' Duitse luchtlandingstroepenhet
vertrek werd uitgesteld.
De gehele koninklijke familie ging
daarop slapen in de schuilkelder die
zich in de paleistuin bevond. Het was
maar een kleine ruimte; men lag er
als haringen in een ton, „als één zich
omdraaide, was iedereen anders wak
ker" bovendien was aanvankelijk
de telefoonverbinding met het paleis
op het ene toestel aangesloten dat
zich in die schuilkelder bevond: veel
alaap kregen de volwassenen niet.
MEI '40 is de titel van het
derde boek dat dr. L. de Jong,
directeur van het Rijksinstituut
voor Oorlogsdocumentatie heeft
geschreven in de serie .Het
Koninkrijk der Nederlanden in
de Tweede Wereldoorlog". De
komende dagen zal het Leidsch
Dagblad drie uitgebreide frag
menten publiceren uit het boek
dat handelt over de zonnige
meidagen van 1940. Uit de on
voorstelbare hoeveelheid feiten
over de dagen tussen de eerste
aanvallen op de Nederlandse
vliegvelden tot de onderteke
ning van de capitulatie-overeen
komst door generaal Winkelman
op 15 mei 1940 lichtten wy drie
belangrijke gebeurtenissen. In
de eerste plaats het vertrek van
het prinselijk gezin naar Enge
land. waarover u vandaag kunt
lezen. Verder publiceert het
Leidsch Dagblad nog deze week
gegevens uit het boek van dr.
De Jong over de handelwijze
van Koningin Wilhelmina in de
eerste oorlogsdagen en het ver
schijnsel „de Vijfde Colonne",
dat een belangrijk stempel heeft
gedrukt op de strijd tegen de
Duitse bezetter.
heel vergeefs: in de loop van de 2de
oorlogsdag waren de leden van de
militaire missies die zich naar Lon
den en Parijs moesten begeven en die
op de 10de Den Haag niet hadden
kunnen verlaten, er in geslaagd IJ
muiden te bereiken. De Britse kruiser
.Galathea' bracht hen naar Harwich
vanwaar de voor het Engelse opper
bevel bestemde missie (gen.-majoor
van Oorschot en overste Zegers)
doorreisde naar Londen en de voor
generaal Gamelin bestemde (luite
nant-generaal van de Vijver en kapi
tein Carpt via de Engelse hoofdstad
naar Parijs.
Het prinselijk gezin had evenwel
ook de 11de Den Haag niet verlaten;
de twee missies hadden van gewone
auto's gebruik gemaakt die werden
voor het prinselijk gezin niet veilig
geacht: gewone auto's boden geen
bescherming, elke Duitse militair of
Vijfde Colormist zou ze met een regen
van kogels kunnen doorboren.
Op pinksterzondag werd de Britse
.Admiralty" ongeduldig: moest men
nu voor de derde keer Britse marine
eenheden aan Duitse luchtaanvallen
en aan het gevaar van magnetische
mijnen blootstellen zonder dat het
prinselijk gezin kwa mopdagen? De
Britse marine-attaché in Den Haag
stelde Londen gerust: men mocht er
op rekenen dat de derde tocht niet
vergeefs zou zijn. Inmiddels was na
melijk een vehikel naar Den Haag
gekomen dat. naar vertrouwd werd,
het prinselijk gezin op de tocht naar
IJmuiden voldoende bescherming zou
Prinses Juliana met Prinses
Irene op schoot) en Prinses Bea
trix voor de schuilkelder in de
tuin van paleis Noordeinde.
bieden: de geblindeerde auto die de
Nederlandse^ e Bank binnenslands
voor het vervoer van goud placht te
gebruiken; 't was 'n denkbeeld van
generaal Best geweest om dat voer
tuig bij de rit naar IJmuiden in te
schakelen. Een militair eskorte zou
meegaan: militaire politie op motor
fietsen en twee detachementen ma
riniers op open vrachtauto's dit met
een mitrailleur uitgerust waren.
Het werd een moeilijk afscheid; „je
had het gevoel", aldus later Juhana:
„we zien elkaar nooit terug". Kopin-
gin Wilhelmina was volgens een oog
getuige „zeer ontdaan"; „de Prinses
hield zich goed de Prins trachtte
met bemoedigende woorden de opge
wektheid te bewaren". Hy nam nog
een foto van de Prinses in de geblin
deerde auto. Dat hij spoedig naar
Nederland zou kunnen terugkeren,
leed voor hem geen twijfel: generaal
Winkelman had hem 's middags ver
zekerd dat het leger de strijd nog
wel een aantal dagen zou kunnen
volhouden, „een dag of zes, zeven",
herinnerde de Prins zich later; in
IJmuiden zei hy tegen een marine
officier dat hy „binnen uiterlijk vier
dagen" terug hoopte te zijn. Persoon-
lyke bezittingen nam hij dan ook niet
mee, niet eens het hem by uitstek
dierbare horloge dat hij bij zijn aan
neming van zyn vader gekregen had.
In' de geblindeerde auto posteerde
de Prins zich bij een van de kleine
raampjes, een pistool-mitrailleur tot
schieten gereed: by het andere
raampje ging de marine-adjudant
van de Koningin staan, overste van
Holthe: deze zou het prinselijk gezin
vergezellen, samen met schout-bij-
nacht de Vos van Steenwyk en diens
echtgenote, alsmede een vriendin van
de Prinses, mevrouw M. Röell-del
Court van Krimpen en haar dochter
tje Renée (ongeveer even oud als
prinses Beatrix» en, tenslotte, freule
S. Feith, de verzorgster van de prin
sesjes Beatrix en Irene. Op de ban
ken die zich in de auto bevonden, was
stro gelegd. Een chauffeur van de
Nederlandse Bank stuurde; naast
hem zat een rechercheur van de vei
ligheidsdienst van het koninklijke
huis die een kartonnen doos op schoot
hal; daarin bevonden zich enkele fa
miliejuwelen.
De rit duurde lang. Men vermeed
de hoofdweg; talloze malen werd men
aangehouden. Pas na meer dan drie
uur had men IJmuiden bereikt. Daar
moest men, om bij de Noordersluis te
komen waar de Engelse torpedoboot-
jager „Codrington" samen met twee
andere Jagers gemeerd lag, met de
Velser pont het Noordzeekanaal over
steken. Door de sterke stroom die in
het kanaal stond, mislukte tot drie
maal toe het aanleggen aan de noor
delijke steiger. Juist op dat moment
kwamen Duitse vliegtuigen over.
Grote spanning! Zouden zij de pont
aanvallen? Enkele leden van het es-
korte begonnen te vuren. „Niet schie
ten, niet schieten!" riep de Prins.
Prinses Juliana zat met Irene op
schoot „en ik dacht: nu beleef ik iets
wat ik aan mijn kleinkinderen kan
vertellen. Het schieten maakte niet
veel indruk op me. In Den Haag had
ik al gezien dat schieten één ding
was, raken een ander",
Even na elf uur vertrok de „Co
drington". Nauwelijk was de jager
buitengaats of honderd meter voor de
boeg ontplofte een magnetische mijn.
Enkele uren later liep het stoomschip
„Van Rensslaer" vlak bij de pieren
op een andere mijn; het kon aan de
zuidzijde van' het vaarwater aan de
grond gezet worden waar het later
wrak sloeg.
De overtocht van de „Codrington"
verliep zonder verdere incidenten,
's Morgens om acht uur bereikte het
schip de haven van Harwich.
Dat het prinselijk gezin het land
zou prolaren te verlaten, was aan de
ministerraad bekend. Toen aan het
vertrek ook op 11 mei allerlei haken
en ogen bleken te zitten, had de Ko
ningin haar beicle adjudanten naar
Bezuidenhoutseweg 30 gestuurd waar
zij met minister-president De Geer
en de minister van Defensie, Dijx-
hoorn overleg hadden gepleegd. Over
leg. louter over de vraag hoe het
prinselijk gezin kon vertrekken. Dat
vertrek werd op zichzelf door de Ko
ningin als een aangelegenheid be
schouwd waar de ministerraad geen
zeggenschap over had. Anders stond
het, althans formeel, met haar eigen
vertrek. Hoe dat in zijn werk ging.
kunt u morgen lezen in het Leidsch
Dagblad.
ZWAAG (GPD) Een kleine
brand in 'n boerderij in Zwaag (N.H.)
is „de" pyromaan die reeds an
derhalf jaar in het gebied rond de
dorpen werkzaam is geweest gis
teren noodlottig geworden. Binnen
enkele uren na de brandmelding
werd een 32-jarige man uit Zwaag
gearresteerd. Tijdens het verhoor,
dat de gehele dag duurde, bekende
hij dertien gevallen van brandstich
ting.
Nog tydens de bluswerkzaamheden
van de laatste brand die hij had
Voor de avond van de 11de werd
opnieuw een afspraak met de Britse
marine gemaakt: weer verschenen,
toen het donker geworden was, twee
kruisers met enkele torpedoboot jagers
voor d" monding van het Noordzee-
kanaal, twee van de jagers liepen de
haven van IJmuiden binnen. Niet ge-
DEN HAAG (GPD) In totaal 83
valse doktersrecepten heeft de re
cherche bij tientallen Haagse apo
theken in beslag genomen nadat
was uitgekomen dat een Haags
echtpaar zich van valse recepten
bediende om in het bezit te komen
van het verdovend middel palfium.
Zowel de man als de vrouw bleek
volledig verslaafd
Voor de Haagse politierechter beken
de de man gisteren dat hij de re
ceptenbriefjes had gestolen van
zijn huisarts, nadat deze dokter -
naar aanleiding van het gerucht
makende overlijden van public-re-
lationsman Ben Korsten - besloten
had de voorgeschreven doses to
verminderen.
Sinds de zaak aan het licht is geko
men onderging het echtpaar een
ontwenningskuur onder leiding van
een zenuwspecialist van de Ursula-
kliniek. De man gebruikt tlians
geen palfium meer, de vrouw nog
slechts een zeer kleine doses.
De officier van Justitie sprak ter
zitting van een bijzonder tragisch
geval. Hij eiste tegen elk der echte
lieden 150 gulden boete, twee maan
den voorwaardelijke gevangenis
straf, onder toezichtstelling van
een reclasserl ngs- instelling en zo
nodig psychiatrische behandeling.
Na pleidooi van mevrouw mr. C.H.
Groenewoud legde de politierech
ter aan elk een boete op van 75
gulden. Overigens luidde het von
nis conform de eis.
aangestoken, zijn leden van het
brandweerkorps van Zwaag pools
hoogte gaan nemen bij de woning
van de man. tegen wie al enkele
maanden verdenking bestond. Het
licht in het huis brandde, maar dat
werd uitgedraaid nadat de brand
weerlieden waren gearriveerd. Het
geen het vermoeden, dat de man de
dader was, versterkte. Na overleg
van de man, tegen wie al enkele
uren later aangehouden.
De dader is een labiele figuur. Het
wraaknemen op de maatschappij (die
hem in de loop der jaren slecht zou
hebben behandeld) was de enige
drijfveer. Het verlies van de Boe
renpartij, waarop hij had gestemd
by de laatste statenverkiezing, was
er de directe oorzaak van dat hy na
enkele maanden niets van zich te
hebben laten horen, weer op pad
ging.
De schade die hij in de loop der
jaren heeft veroorzaakt, loopt in de
tonnen.
Venus plus, door Th. Sturgeon,
Science Fiction. Uitg.: Meulenhoff,
Amsterdam.
Jammer van de aarde, door Er-
nest Hill. (Meulenhoff)
Vreemde verwanten, door Ph. J.
Farmer. (Meulenhoff)
Drie alleen, door Jeroen Kem
perman. Uitg.: Kluwer, Deventer
Ghelmer, door Herman Korte-
ling. (Kluwer)
Joden uit Jemen, door Chanah
Milner Dolf Verroen. (Kluwer)
Seksualiteit anders bekeken en be-
Prinses Juliana. Prinses Bea
trix en Prins Bernhard in Lon
den op 15 mei 1940.
ADVERTENTIE
leefd, door Thèrése en Erik de
Groot. (Kluwer).
Klaus Rifbjerg, De Operaminaar;
Contact, Amsterdam.
Rifbjerg zou men nog een auteur
kunnen noemen van de klassieke
psychologische roman. Hy heeft de
indruk die hij in Nederland vestig
de met zyn eerder verschenen „De
i chronische onschuld" opnieuw be-
vestigd. De merkwaardige relatie
I tussen de egocentrische hoogleraar
maniakaal epicurist en een opera
zangeres, die bij het begin al ge
doemd was te mislukken is het the
ma van het ondea-havige boek. Met
de vernietiging van die verhouding
maakt de hoogleraar tevens een
eind aan het zyn tot op dat moment
gelukkige huweiyk. De schok van
de verhouding met de operazange
res waarin hy zichzelf kan zyn
d.w.z. een nareist maakt dat hy
geen enkele andere realtie meer
kan ontwikkelen.
Rofbjerg is ongetwyfeld een van
de sterkste Scandinavische auteurs
Bij elke Boldoot deodorant nu
een aantrekkelijke oude prent (25
x 35 cm) uit de twintiger jaren.
Helemaal gratis! Er zijn 5 ver
schillende prenten. Stuur het gou
den zegel (op elke deodorant)
met uw naam en adres op een
briefkaart aan Boldoot, Postbus
8068, Amsterdam. U ontvangt de
prent van uw keuze per omgaan
de thuis.
E3 O IOOT
Vraag inlichtingen bij
drogist
of parfumerie.
CAPELLE AD IJSSEL (ANP
De here H. Pors Jr, secretaris van
het comité- Democratisch Appel,
heeft het bestuur van de PvdA be
richt voor het lidmaatschap van de
ze party te bedanken. Hy is lid ge
worden van de nieuwe politieke groe
pering Democratische Socialisten '70.
De heer Pors is vice-voorzitter van
het Kon Verbond van Ondernemers
in het midden en kleinbedryf en plv
lid van de SER.
Het derde deel van Het Konin
krijk der Nederlanden in de Tweede
Wereldoorlog van dr. L. de Jong is
zen by zonder sterk boek. De ge
schiedenis van de meidagen van
1940 is door de auteur levendig ver
beeld. Bovendien heeft dr. De Jong
kans gezien om de chaos van die
dagen recht te doen wedervaren in
een overzichtelyk verhaal. Het klinkt
paradoxaal, maar is dat niet de taak
van de historicus? Laten zien hoe
iets zich heeft afgespeeld? Uit de
brokjes der gebeurtenissen uit een
ver of naby verleden een zo verant
woord mogelijke weergave van dat
verleden samen te stellen? Een weer
gave, die bij eigentijdse geschiedenis,
dc tijdgenoten kan brengen tot de
beaming: ja zo was het. zo voelden
we toen, zo beleefden we het toen.
Dr. De Jong had voor dit deel
sterke troeven in handen. Hij heeft
natuurlijk veel gelezen. In de baaierd
van memoires, officiële stukken, rap
porten en boeken van voorgangers
weet hy de weg als geen ander. Hy
neeft een zo totaal mogelRk over
zicht van bestaande bronnen en li
teratuur. Dat is een belangrijke fac
tor.
Maar daarnaast bezit hy een grote
kennis van een onderwerp, dat in
die meidagen veel gemoederen heeft
beziggehouden. De vrees voor ver
raad en sabotage van binnenuit: de
vrees voor de vyfde colonne. Dr. De
Jong beheerst dit onderwerp als wei-
rag anderen. Hy heeft er een proef
schrift aan gewyd, dat in 1953 ver
scheen. Ook toen waren er sommi
gen die vonden, dat het wat lang
duimde voordat drs. De Jong dr. De
Jong werd, zoals er nu stemmen zyn
opgegaan, die betogen dat dr. De
Jong met de Geschiedenis van het
Koninkrijk in oorlogstyd te lang
heeft gewacht.
Een oordeel dat men kan laten
voor wat het is. In dit deel heeft
dr De Jong met vrucht opnieuw ge-
b**uik gemaakt van zyn kennis over
de Vijfde Colonne. De paniek die
ontstond, het willen zien van de
vijand, waardoor een onbestemde
agressiviteit een doel kreeg en een
gevoel van onmacht een richting
kreeg. Dat leefde in de zonnige mei
dagen van 1940. Dr. De Jong geeft
frappante voorbeelden. Hy illustreert
hoe die paniek doordrong tot het
Hoofdkwartier in Den Haag en een
plaats kreeg in het communicatie
medium van die dagen: de radio. De
vijfde colonnekoorts greep de bur
gers aan buiten de gevechtszones,
maar ook het leger.
Wat wisten we van een moderne
oorlogvoering, van luchtlandingstroe
pen? van tankcolonnes. Praktisch
niets immers.
We plakten stroken papier op de
ruiten, groeven loopgraven in de
tuinen, braken straten op om barri
cades te bouwen: maar de kinderen
speelden in het zand van die loop
graven en alleen als de sirenes gin
gen voor luchtalarm vluchtte ieder
een naar binnen. Dr. De Jong
laat vrees voor de vijfde co
lonne en de hoop van bui-gerij en
leger, als een rode draad lopen door
het nauwkeurige verhaal van de oor
logshandelingen. Het verloop van die
oorlog Is vanaf het begin veel on
gunstiger geweekt, dan we konden
vermoeden. Ongunstiger ook dan het
Algemeen Hoofdkwartier van gene
raal Winkelman- dacht. Onze lucht
macht was eigenlijk al op de eerste
oorlogsdag, de tiende mei verdwenen
en onze troepen zagen geen kans
de Duitse parachutisten uit Rotter
dam te verdrijven. De Jong laat
zien hoe het Nederlandse leger werd
verslagen, hoe de stellingen in het
Noorden en zuiden bezweken, hoede
Grebbelinie werd opgerold.
In enkele indringende paragrafen
vertelt hy het vertrek van hetprin-
seiyk gezin naar Engeland, van het
vertrek van de Koningin Wilhelmina
en haar ministers. Een vertrek dat
toen in vele kringen ten sterkste is
afgekeurd. Tegenover dat vertrek
werd het biyven van de Belgische
Koning Leopold gesteld. Achteraf
bleek maar al te zeer, hoe juist het
besluit van de Koningin Is geweest.
Aan het bestaande portret van
Koningin Wilhelmina voegt dr. De
Jong enkele belangwekkende toetsen
toe. Hy heeft over dat vertrek en
kele malen gesproken met de toen
malige vorstin en haar dochter
Juliana.
„Mei '40" zoals dit derde deel van
„Het Koninkrijk der Nederlanden in
de Tweede Wereldoorlóg" heet. is een
goed afgerond geheel. Bezwaren die
men tegen vorige delen kon aanvoe
ren. op grond van de bestaande in
richten in de geschiedwetenschap,
zullen ditmaal niet opgaan. De Jong
heeft zijn literatuur en bronnen op
voorbeeldige wijze benut, zyn er
kend schrijverschap zorgt voor de
rest. Het slot van het. boek waarin
hy het evrtekende beeld schetst dat
de Duitse inval by de Nederlanders
had nagelaten vormt een opmaat
voor de geschiedenis van de bezet
tingsjaren. Hy laat zien hoe het
daarbij gaat om „een tegelyk dra
matische en romantische simplifica
tie waarvan de grondtoon was dat
de Duitsers hadden zy slechts nor
male strijdmethoden toegepast, dat
moedige en heldhaftige Nederland
cr niet onder gekregen zouden heb
ben
J. R. S.
niet zo zeer om zyn eigentydse
styl maar door zyn grote bezeten
heid van een soort Scandinavische
noodlotsgedachte, zyn boek, ln de
ik-vorm vanuit de persoon van de
hoogleraar geschreven, werkt naar
een climax waarin de totale ont
luistering van de hoofdpersoon
plaatsvindt. In zyn val neemt deze
de andere personen mee. Er ïykt nog
maar één oplossing en dat is het
aanvaarden van normen en ge
dragsregels waarbinnen alleen een
zekere mate van vryheid kan wor
den verkregen.
ADVERTENTIE
Eindelijk is er-
de ideale "tic" in longdrinks
met frisdrank of vruchtensap
I Bii elke aankoop kans
i nn GRATIS FLES
ook puuTJAêrrcI voor moderne mensen