l&ft H Expo '70 kost Japanners Jachtig miliard Kapi ta listisch systeem Japan onveranderd Loopt Expo op cle laatste benen '^T Ook Osaka wordt een kermis K a pi ta l istisch la nd Rijken worden rijker Niet voor gemeenschap LEIDSCH DAGBLAD i tv f i ;-v .W«n. i W» r A^aPe J.-A !»•- 8}- i'. fi* V' - >4' .'■-' jR. f \hr> f's - .jVi'-.f *,f ^«1 ;?x t-li - De wereldbol was het symbool op de Expo '64 in New York, ondanks het feit dat talloze landen om 'politieke redenen weigerden mee te doen. 11 igei*"-CJ I *7 Op de Expo '67. gehouden in Montreal. Canada, werd sterk de nadruk gelegd op de solidariteit van de naties. Onderaan de foto links het Nederlandse paviljoen. OSAKA (GPD) Ruim tachtig miljard gulden heeft Japan Cjoeten uittrekken voor de organisatie van de Expo '70, die van Tilf maart tot half september in Osaka gehouden wordt. De lim zeventig deelnemende landen hebben eveneens een niet (aanzienlijk bedrag besteed aan de bouw van hun paviljoens j hun inrichting. Nu het openingstijdstip van de tentoonstel- ng nadert, vragen steeds meer mensen zich af of het nog wel ^•antwoord is een dergelijk geldverslindend evenement te or- Iniseren. Zij beweren, dat een wereldtentoonstelling zichzelf [erleefd heeft eh dat het geld beter aan ontwikkelingshulp i worden besteed. 'nierdaad is het uitgangspunt n de eerste wereldtentoonstel- g geen argument meer voor i Expo in onze tijd. Uitwisse- j j van nieuwe technische vin- \gen, een van de belangrijkste Istellingen van de eerste we btentoonstelling, die in 1851 in iden werd gehouden, zijn nu rbehouden aan internationale beurzen en handelstentoon- lingen. De laatste Expo's, die lens dit idee werden gehou- i, ontaardden in bijeenkom- n waar de deelnemende lan- een onbeperkte politieke pro banda voerden en waar de be kers zich meeraangetrokken Iden tot het pretpark dan tot landenpaviljoens. 'egen het midden van de vorige V werd steeds sterker de behoefte Deld aan een internationale ten- istelling. De industriële revolutie zoveel veranderd en zoveel iws gebracht, dat het nodig was s een balans op te maken van nieuwe verworvenheden op tech- !h gebied. Door de gebrekkige municatie in die dagen waren 1 landen niet op de hoogte van el- is Albert van Engeland werd rs vorderingen. Op initiatief van rom in Londen een wereldten- pstelling gehouden Het was voor eerst in de geschiedenis, dat op j gebied van enkele hectaren ver- lllende culturen tegelijk werden tesenteerd. Zes miljoen bezoekers Gothische, klassieke, Moorse. en oosterse levenspatronen een achtergrond van de Vic- stijl. confrontatie van culturen ihter ondergeschikt aan de uit- llng van technische gegevens. In openingsrede zei Prins Albert, ^^..door middel van een wereld ten- ^Htelling kennis terstond het wordt van de gemeenschap aar volle omvang". Die uitwisse- ^fcVan kennis is tot de eerste we- ^Hiorlog van groot belang geweest, gewapend beton, de schryfma- ie, de naaimachine en de auto- iel begonnen op een wereldten- ini- paling hun verovering van de fld. l de oorlog verliest de wereldten- Btelling haar belangrijke functie, iwe vindingen volgen elkaar te op om emé per zoveel jaar op wereldtentoonstelling geëxpo- 1 te kunnen worden, ctie o ander doel van de wereldten- Btelling. dat tot dan toe slechts zijn ig aandacht kreeg, kon vanaf dat ling tent beter tot zyn recht komen (erwezenlijking van de eenheid en de mensheid. Tussen de beide 'doortogen kwam daar weinig terecht. De spanningen in de hationale politieke betrekkingen cn op de wereldtentoonstelling nog uitgevochten. De tentoon- Dg in Parijs vian 1937 in het teken van de strijd tus- M/gationaalsocialisten en commu- Duitsland en Rusland deden elkaar te overtreffen. Eerst n Je tweede wereldoorlog kon Je [edachte in een wereldten- •Uing uitgedragen worden. EXPO in Brussel van 1958 was Jat betreft een groot succes. Be- i de vele landenpaviljoens op de Brusselse EXPO waren er ook in zendingen van de Verenigde Naties, de Raad van Europa, de EGKS. de Benelux, de Raad van douanesa- j menwerking, de OEES en van het internationale Rode Kruis. Deze ze- I ven organisaties bouwden samen in Brussel het paleis der wetenschap om „de verbondenheid en de een- i heid van de huidige mensheid uit te beelden". De beide grootmachten uit de koude oorlog kregen een ex tra grote ruimte toegewezen voor hun paviljoen en hun inzendingen wer den het drukst bezocht: ruim tachtig procent van de bezoekers nam er een kijkje. De tentoonstelling, die in 1964 in New York werd gehouden, was een stap terug op de goede weg. Rusland was niet bereid een inzending te stu ren naar de Amerikaanse wereld tentoonstelling en ook de andere com munistische landen ontbraken. De World's Fair werd verder ontsierd door de sluiting van het Indonesi sche paviljoen na moeilijkheden tus sen de Amerikaanse en Indonesische regering, ondanks het motto van de tentoonstelling: vrede door begrip. Montreal in Canada 1967 was een duidelijke verbetering. Naast de vele de vrede dienende internatio nale organisaties waren ook Rusland, Tsjechoslowakije Joego-Slavië en Cu ba van de partij Het thema van de tentoonstelling ,,De mens en zijn we reld" werd op vele manieren verder uitgewerkt. Ook de Japanse tentoonstelling wil een bijdrage zijn tot de vrede: zes maanden lang zal de manifestatie in het teken staan van de harmonie tussen de volken. In de Symboolzone het centrum van de tentoonstelling, wordt dit thema tot uitdrukking ge bracht. Het festival Plaza, dat sym bolisch de harmoniegedachte weer geeft, zal de kern van de tentoonstel ling vormen. Tijdens de nationale dagéh zullen hier orkesten, dans groepen en beroemde artiesten uit heel de wereld optreden. Hier wor den ook de speciale tentoonstellingen over de moeder en de jeugd ge houden. Voor zestien Afrikaanse landen, die zelf geen paviljoen kon den bekostigen, heeft Japan een spe ciaal gebouw neergezet, want det stelt er prijs op dat zoveel mogelijk landen op de tentoonstelling aanwe zig zijn. De bezoekers van de EXPO (onder wie ruim negentig pet. Japanners i zullen op de tentoonstelling een in druk krijgen van een groot aantal landen en anderzijds zal de stroom verhalen over Japan, die tengevolge i van de EXPO '70 zal loskomen de wereld een beeld geven van Japan. Deze wederzijdse informatie is vol gens het internationaal bureau voor tentoonstellingen in Parijs het doel geworden van de wereldtentoon stelling. Door de wederzijdse infor matie zullen veroordelen en wan begrip kunnen worden weggenomen en op die manier kan een EXPO een goede bijdrage zijn in de we reldvrede. Ondanks deze goede intenties heeft ook de EXPO'70 nog een tweeslach tig karakter. Terwijl offcieël de na druk wordt gelegd op het volkenkun dig aspect en de stimulans, die ze I voor de vrede moet hebben, wordt I het economisch belang nog steeds I niet vergeten Het lijkt er zelfs wel een wezenlijk bestanddeel van te vor- i men. Tal van grote bedrijven hebben j geld in de EXPO gestoken en veel grote concerns zijn met een eigen paviljoen vertegenwoordigd. Zij tonen I daar weliswaar geen produkten en er wordt ook niet rechtstreeks con- I tact met afnemers gelegd, maar nie mand twijfelt aan het reclame-ef fect ervan. Er zijn .op de EXPO trouwens meer industriële paviljoens j d^n 'landenpaviljoens. Ook in die lan j denpaviljoens komt hier en daar het I industrieel belang om de hoek kijken. Tal van landen tonen hun vorde- ringen in verschillende branchés -en 1 daarbij is het niet altijd mogelijk 1 de naam van de producent gfheim te houden. Slechts een paar landen (waaronder Nederland» beperken j hun presentatie tot een algemene j voorlichting. I In de statuten van het intematio- naai bureau voor tentoonstellingen j wordt een duidelijk onderscheid ge- j maakt tussen een wereldtentoonstel ling en een handelstentoonstelling, maar toch houdt Osaka er rekening mee tijdens de EXPO een groot aan- j tal zakenlieden te kunnen begroeten. Om hen zo goed mogelijk op te vangen zijn er speciale bijeenkom sten georganiseerd en zullen er ex cursies worden gehouden van een halve of een hele dag naar electro- technische bedrijven, textielfabrie ken, scheepswerven, farmaceutische industrieën, de zware industrie en assemblagebedrijven. Het kan toe- j vallig zijn, dat er tijdens de EXPO een aantal congressen en conferen- I ties zullen worden gehouden, die ve- Ie zakenlieden uit heel de wereld naar Osaka zullen brengen, het is in ieder geval niet toevallig dat er I in april gedurende twee weken een I internationale handelstentoonstelling zal worden gehouden. I In het verleden heeft een aantal I landen zich al herhaaldelijk uitge- sproken tegen de koppeling van eco- I nomische activiteiten aan een we reldtentoonstelling. Zolang er op de I tentoonstelling zelf tussen producen ten en afnemers geen contacten wor- den gelegd, kan er volgens de statu- I ten van het internationaal bureau I voor tentoonstellingen niet tegen wor j den opgetreden. Zolang echter grote ondernemingen met hun vaak in- I drukwekkende paviljoens de wereld- j tentoonstelling tot een bonte kermis blijven maken, zullen kapitalisten meer heil van een EXPO te ver wachten hebben dan de deelnemende landen. Waarschuwing Al in 1900 waarschuwde de Fran se schrijver De Vogue, dat iedereen, die op een eventuele wereldtentoon stelling in het jaar 2000 niets meer te bieden zou hebben dan rijkdom en genot, het risico zou lopen daar- mee aan de bezoekers niet veel an ders voor te houden dan een „kolos sale spiegel waarin die vreemdelin gen slechts het geestelijk verval van de hen vermaak aanbiedende gast heren zou kunnen waarnemen" Japan heeft geprobeerd de EXPO- '70 voor dit lot te sparen door te trachten de vredesgedachte verder uit te werken. Zolang de economi sche belangen zwaar blijven wegen, is het gevaar groot dat het effect hiervan gering zal zijn. Als in deze dualistische situatie geen verande- I ring komt zou de volgende wereldten- toonstelling, die in 1976 in Washing- i ton zal worden gehouden, wel eens de laatste kunnen zjjn. j Hans Ludo van Mierlo, een I jong journalist, is de schrijver I van het artikel „Expo '70 kost de I Japaiuiers tachtig miljard". Van- i uit Osaka zal hij ons nog enkele andere bijdragen over de Ja- j panse Expo toezenden Rein Blijstra. free-lance journalist en deskundige op het gebied van architectuur schreef na zijn bezoek aan Japan het artikel ..Kapitalistisch systeem Japan onveranderd"Behalve dit zullen nog enkele bijdragen uan zijn hand in komende weekeinde- nummers van het Leidsch Dag blad verschijnen. illillllllllllllillllllllllllllliillllllllllllllllllilllilillllliiiiiiiiilllllillililililllllilllli Niemand zal ontkennen, dat de Japanner" een bekwaam handelsman en zeer goede tech nicus is, terwijl bovendien zijn cultuur zich in elk geval kan me ten met die van elk ander land Daarom is een bezoek aan het terrein van de Expo '70 in bepaald opzicht teleurstellend, als men zich voorstelt hier ook iets aan te J treffen dat op architectuur lijkt. Op wereldtentoonstellingen heeft men van het begin af aan, dat zo ongeveer in het midden van de vorige eeuw ligt. steeds zijn best gedaan niet alleen de beste produkten van elk land te laten zien, de wereldtentoonstel ling bood tevens gelegenheid om ov technisch en architectonisch gebied te laten zien waartoe men j staat was. De Eiffeltoren in Parijs en het helaas verdwenen Cristal Palace in Londen, de overspanning met I tralieliggers van de Halle des ma- I chines in 1889 in Parijs en de 1 werken van Asvlund op de we- reldtentoonstelling in Stockholm hebben invloed gehad op de ont- I wikkeling van de techniek en van de bouwkunst. De Expo te Brussel en de Zwit- 1 serse tentoonstelling te Lausanne hebben nog enkele sterke staal tjes vertoond, ofschoon die te Brussel toch ivel erg op een ker mis leek. Maar er was een fraai Nederlands paviljoen en een min stens even fraai Fins paviljoen. I een goed Duits paviljoen, een I slecht Engels paviljoen en een j paviljoen van de Spanjaarden dat iedereen verraste omdat nie- i mand vermoedde dat Spanje nog architecten woonden. j Osaka was nog niet klaar toen I ik het bezocht, maar men kon wel zien, dat het heel erg kermis- I achtig zou worden. Het paviljoen van de Soemi- tomo-groep op de Expo in Osaka. Het bestaat uit bolsegmenten, welke aan het geheel een kermis achtige indruk geeft. DEN HAAG (GPD) Waarschijnlijk is voor elk land een we reldtentoonstelling een prestigestrijd, ofschoon deze stelling natuurlijk niet altijd opgaat. De Expo '70 is echter yoor Japan zeker een teken, dat het weer wil worden toegelaten en ook i denkt, dat het toegelaten wordt door de „andere" landen (lees: de grote mogendheden) in de rij der belangrijke volken. De oor- log is misschien niet vergeten, maar economisch staat Japan heel sterk. In zijn werk over de Japanse economie sedert 1868 (het herstel van de keizerlijke macht na een periode van eeuwen, waarin de keizer I onder voogdij van een shogoen. een militaire regent stond» conclu deert Takahashi Masao, dat de Japanse economie zich heeft hersteld. J Het land was na de wereldcrisis van 1930 een geweldige macht, die 1 in staat was het in alle opzichten op te nemen tegen andere grote J mogendheden. Het bezat Formosa, de Koerlllen, een deel van Sacha- j lm, een deel van de eilanden in de Zuidzee die de Duitsers na de eerste wereldoorlog hadden moeten afstaan en Korea: het was in economisch opzicht onafhankelijk. Japan was een sterk kapitalistisch land met grote ondernemingen waarbij vooral de staat als machtige ondernemer optrad (de natio nale spoorweg, banken monopolie voor tabak en zout enz.). De ar beidsvoorwaarden waren slecht (er werd in dit verband van slavernij gesproken), terwijl ook de boeren nauwelijks de kans hadden rond te komen, hoe zuinig ze ook leefden. Na de tweede wereldoorlog heeft men getracht de macht van de adel te breken en adellijke titels (markies, graaf, burggraaf, baron» afgeschaft. Alleen de keizer is de keizer gebleven al heeft hij 1.200.000 hectare land (96 procent bossen) af moeten staan, alsmede 580.000 aandelen, waarbij zich de meerderheid aan aandelen van de bank van Japan bevond. De Ver. Staten hebben Japan op de been geholpen nadat het ijze ren gordijn was neergelaten, de koude oorlog kouder werd en de zgn. onderontwikkelde landen zich in elk geval van hun nationaliteit be wust werden. Japan's strategische positie in de Stille Oceaan is on danks gevoelige amputaties nog zeer sterk en het kan zich dan ook veroorloven door Amerikanen bezette eilanden terug te vragen. Is er veel in het kapitalistische systeem veranderd? Takahashi Masao rekent uit, dat van de 531.000 maatschappijen in Japan in 1961 ongeveer 82 procent met een kapitaal werkte van minder dan 2 miljoen jen (20.000 gulden), 15 procent werkte met een kapitaal van 2 miljoen tot 100 miljoen jen (100.000-1.000.000 gulden) en 0,5 procent zijn 2800 ondernemingen met kapitalen van meer dan 1 mi joen. Maar die 0,5 procent bezat 74,9 procent van het kapitaal, verdiende 59,2 procent van alle winsten en gaf 29 procent van alle in de on dernemingen aangestelde mensen werk. Dan waren er nog 517 on dernemingen of 0.1 procent van het geheel, die één miljard jen (10 miljoen gulden) kapitaal hadden, 44.3 procent van de gezamenlijke winst, 18.1 procent van de aangestelden. In Japan is dus in dit opzich weinig veranderd en Takahashi Ma sao wijst er op, dat de macht van de staat in het staatskapitaal alsmede de allergrootste ondernemingen eerder is toegenomen dan verminderd. Het verschil tussen de goedbetaalden en slechtbetaalden is volgens deze schrijver eerder groter dan kleiner geworden. „Het is waar", zo schrijft hij in zijn boek Modern Japanese economy (Tokio 1968), „dat in uitzonderingsgevallen de middelgrote ondernemingen hun positie hebben verbeterd, maar gewoonlijk is deze verbetering het gevolg geweest van sterkere banden met de heel grote ondernemeningen". Takahashi Masao ontkent niet, dat Japan een economische groei heeft meegemaakt die in de hele wereld opzien heeft gebaard, maar hij wijst er in zijn boek op dat het huisvestingsprobleem „op het ogenblik" onoverkomelijk is en dat de toestand van de wegen zelfs kritiek uitlokt van de buitenlandse bezoekers,, die overigens Japan goed gezind zijn. Te weinig aandacht is ook besteed aan het levensonderhoud van de mensen en aan de verbetering van openbare voorzieningen. Het is goed zoiets in een boek te lezen, dat uitgegeven is door de officiële of althans semi-officiële culturele vereniging tot verspreiding van de kennis van Japan in het buitenland, de Kokoesai boenka sjinko- kai. Het brengt de vaak al te optimische stemmen misschien tot zwij gen. terwijl de vaak gehoorde stelling, dat Japan zoveel kan „doen" omdat het zo goed als geen militaire uitgaven heeft in een ander licht komt te staan, want het bespaarde geld komt niet ten goede aan de gemeenschap, maar aan de concurrentiepositie en de verde re opbouw van de industrie van dit land.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1970 | | pagina 15