„Ik speel
geen uitwedstrijden meer
•>1
Bankwezen heeft goed jaar achter
rug door schimmige Eurogeldmarkt
FINANCIEEL
WEEKOVERZICHT
de politiek
PROF. DR. H. DAUDT
STOPT COLLEGES
OPRUIEN
VERDACHTMAKEN
STENCILS
BRECHT-BIJBEL
KOUPLETTEN
UITWEDSTRIJD
Onderzoek naar
verband tussen
kanker en d.d.t.
ZATERDAG 28 FEBRUARI 1970
LEIDSCH DAGBLAD
PAGINA .7
LEIDSCH DAGBLAD
Meer dan 50 jaar na de invoering
van het actieve vrouwenkiesrecht,
begint het erop te lijken, dat de
doorbraak van de vrouw in de Ne
derlandse politiek werkelijk een feit
gaat worden. Dat blijkt uit het op
treden van de dolle Mina's, die poli
tieke haalbaarheden in realiteiten
vertalen. Maar we zien het ook dich
ter bil huis. Vrouwen in de plaatse
lijke politiek. En dat is alleen maar
Juist. Want als het gaat om vormen
van samenleven, van welzijn en wel
vaart. dan zijn er tal van vraagstuk
ken waar vrouwen in de eerste
plaats mee te maken hebben en
waar hun specifieke en directe wijze
van benadering voor een doorbraak
kan zorgen.
In de twintigste eeuw hebben er
natuurlijk verscheidene vrouwen in
het Nederlandse parlement gezeten.
Maar tot de Tweede Wereldoorlog
hebben zij eigenlijk nauwelijks een
eigen bijdrage geleverd aan het par
lementaire werk. Ik bedoel daar
mee, dat ze door houding en taalge
bruik en benadering van zaken niet
verschilden van hun mannelijke col
lega's. Datzelfde zag je ook tot ver
na de Tweede Wereldoorlog in het
traditionele studentenleven. De he
ren studenten hebben een corps met
zijn eigen aardigheden en eigenaar
digheden, met liederen, jaquet en
ontgroening. De meisjesstudenten
veroverden op de mannen het recht
om te studeren en copieerden daar
na nauwkeurig het gezelligheidsle
ven met eigen sociëteitjes, linten en
novitiaten. Zo langzamerhand wordt
het gelukkig allemaal wat anders.
Pas na de Tweede Wereldoorlog
kwamen er in de Tweede Kamer
vrouwen, die daar duidelijk als
vrouw zaten. Hun wijze van benade
ring der problemen werd specifiek.
Neem bijvoorbeeld freule Wttewaal
van Stoetwegen, mevrouw Corver-
Van Haaf ten en mevrouw Van So-
meren-Downer. Zij leidt nu de VVD
als voorzitster en gaat daarbij door
tastend te werk, zonder veel flauwe
kul, en zonder ingewikkelde woord
grapjes en buigingen naar een proto
col, waarbij sommige mannen zich
zo wel schijnen te voelen.
Datzelfde rechtstreeks optreden
vinden we bij enkele vrouwen, die
bij de komende verkiezingen van
raad en provincie in onze naaste
omgeving een rol spelen. Voorbeel
den daarvan zijn de Leidse wethou
der mevrouw Den Haan, het Leidse
raadslid mevrouw Kerling en de
provinciale D'66 lijsttrekster me
vrouw Wessel uit Oegstgeest.
Mevrouw Den Haan zorgt voor mo
menten van verademing in Leidse
raadsvergaderingen, die nogal eens
plegen uit te blinken door een be
klemmend soort saaiheid. Ze kan er
ook niks aan doen dat er niet snel
ler goedkope huizen vry komen,
maar luistert tenminste naar mensen,
die met dat probleem zitten, pro
beert adviezen te geven en te helpen.
Bovendien heeft ze op haar eigen
manier haar contacten opgebouwd,
raadpleegt huisvrouwen voor de aan
schaf van plastic vuilniszakken en
betrekt de raad in dat wat we met
een mooi woord „het beleid" noe
men. Ze zegt in raadscommissies
wat ze wil gaan doen. Spant die com
missies ervoor en maakt zo politieke
opponenten tot gezworen medestan
ders. Soms krijgt ze haar zin niet,
spreekt dan niet het deftig „onaan
vaardbaar" uit, maar laat wel mer
ken dat ze het rot vindt, om haar
zin niet te krijgen.
Haar werk vraagt om contacten
met mensen en ze heeft daar niet
de minste moeite mee. Misschien zal
ze in een discussie politieke slag
woorden als „duidelijkheid" en „de
mocratisering" het loodje moeten
leggen, maar ze weet op een bijna
huiselijke manier concrete situaties
die mensen aanspreken te lijf te gaan.
Of het nu gaat om het stadsschoon
of de oversteekplaatsen voor kinde
ren.
Mevrouw Kerling zal, wat dat be
treft, haar tegenspeelster moeten
worden. Een fris uitziende, immer
opgewekt kijkende dame, die ook di
rect op het doel zal moeten afgaan,
wil ze wat bereiken. In de afgelo
pen raadsperiode heeft ze zich min
der laten „zien" dan mevrouw Den
Haan, maar haar optreden, bijvoor
beeld voor bejaarden, moet door
haar Partij van de Arbeid kunnen
worden uitgespeeld in de komende
raadsverkiezingen.
In de Leidse raad zwaaien op het
ogenblik al twee vrouwen de scep
ter als fractieleiders: mevrouw Van
Geelkerken en mevrouw Van der
Blom. De laatste heeft een eenmans
fractie en bovendien de politieke
wind tegen. Daardoor wordt wel
eens vergeten, hoe zeer zü zich in
spant voor problemen als woning
nood en hoe zij dat deed op een mo
ment dat de rest van de raad het
wel geloofde.
De provinciale lijsttrekster me
vrouw Wessel heeft in haar wijze
van optreden iets van mevrouw Den
Haan. Ze praat met een zekere ver
baasde geamuseerdheid over het po
litiek bedrijf, om onmiddellijk daar
na concreet te worden en te gaan be
kijken wat je met politiek in situa
ties en misstanden kunt bereiken.
Wat doe je aan watervervuiling ver
taalt ze bijvoorbeeld met: wat doe
je aan die stinksloot.
Ze heeft geen bezwaar tegen mee
tings, maar zoekt liever huisvrouwen
op, terwijl ze winkelen in de super
markt. Het is een wat willekeurige
opsomming maar 1970 laat wel zien:
de vrouw is er in de politiek, ze heeft
de staatkunde in huis gehaald.
J. R. S.
AMSTERDAM De dinsdag-colleges voor eerste- en twee
dejaars candidandi in de subfaculteiten A en B van de faculteit
der sociale wetenschappen worden met ingang van vandaag
door mij niet meer voortgezet.
Het afgelopen weekeinde heb ik dit meegedeeld aan:
de voorzitter van subfaculteit A van de faculteit der so
ciale wetenschappen, prof. dr. Fr. de Jong Edzn.
de voorzitter van de faculteit der sociale wetenschappen,
prof. dr. A. J. F. Kobben
de rector magnificus prof. mr. A. D. Belinfante
de president-curator dr. I. Samkalden.
De reden voor dit besluit is dat er in de afgelopen maanden
een sfeer van opruien, verdachtmaken en woordterreur is ge
creëerd, waarin het voor mij niet langer mogelijk is om begin
nende studenten een eerste notie bij te brengen van het vak
politicologie.
Bijvoorbeeld. In het nummer van
Propria Cures van 21 februari, dat
voor een groot deel aan de politico
logie en aan mijn positie daarin is
gewijd .wordt ook op de ASVA-pa-
gina aandacht besteed aan de „rom
mel bij politicologen" en aan
„DaudJt's bokkesprongen".
De heer Frieswijk schrijft daar
in o.a.
„Na is Daudt dan met enkele trou
we volgelingen weggelopen van het
Congres. De staf is verdeeld, ook
binnen het IWP «Instituut v>x>r We-
tenshcap der Politiek en ide uit
slag van het referendum is bijna
zeker dat of wetenschappelijk corps
of TAS (Technische en Administra
tieve Staf) het nieuwe reglement
zullen torpederen. Waarmee de stu
denten dan een machtig wapen heb
ben om op grond van de formele
congresbesluiten tot actie over te
gaan. Het Instituut voor Wetenschap
der Politiek zal wel het eerste ob
ject zijn waar hun aandacht zich op
richt.
Het Instituut voor Persweten
schappen een tweede. Daar wachten
we gewoon op. Hopelijk treedt in
deze actie dan eindelijk de poli
tisering op die in de affaire. Den
Hollander achterwege bleef, en ten
tijde van het Maagdenhuis maar tot
een kleine groep beperkt bleef. Het
wordt tijd ook".
Het jargon van de destructieve
utopisten is doortrokken van uit
spraken die het karakter dragen van
geloofsovertuigingenals absolute ze
kerheden geponeerd, waaraan niet
te tornen valt.
Men weet (gelooft men), dat alle
bestaande wetenschap en alle weten
schapsbeoefenaars in dienst staan
van het grootkapitaal.
Men weet «gelooft men), dat de
wetenschappelijke methode een dui
vels verleidingsmiddel is om on
schuldige, jongen mensen in te kap
selen in de bestaande orde.
Men weet (gelooft men), dat alle
boeken die niet uitgaan van deze
geloofsovertuigingen, de zuivere zie
len zullen aantasten.
Men weet (gelooft men;, dat het
leren van een vak inhoudt dat men
een vakidioot wordt.
En met deze zekerheden als basis
blokkeert men uiterst doelmatig het
leerproces waarvoor men naar de
universiteit is gekomen. Men wil
slechts bevestigd horen wat men al
Profdr. H. Daudt, hoog
leraar in de wetenschap der
politiek aan de universiteit
van Amsterdam, heeft met
ingang van dinsdag j.l. zijn
wekelijkse colleges voor eer
ste- en tweedejaarsstudenten
in de politicologie en socio
logie stopgezet. In een sten
cil gaf prof. Daudt een ver
klaring voor zijn besluit. De
ze verklaring publiceren wij
vandaag volledig.
gelooft te weten. Een sfeer van wan-
trouwens walmt een ieder tegemoet
die niet bij voorbaat een gelijke ge
loofsbelijdenis wenst af te leggen.
De heksenjacht is geopend.
Zo schrijft de heer De Swaan met
grote stelligheid in P.C. en 24 janu
ari 1970 over de blijkbaar gecor
rumpeerde manipulatoren uit 't do
centencorps.
„Zo kon de politicologische faculteit
zonder veel tegenstand streven naar
erkenning en aanvaarding als ech
te, want niet geinvolveerde, weten
schapsbeoefenaren. Die intellectuele
zelfbeperking werd gehonoreerd met
rappe uitbreiding van het bu«iget en
docentencorps der faculteit. Maar
daartoe moesten kwesties die wel
van wezenlijk belang waren gene
geerd worden",
Zo schrijft de heer Stuurman in
een op college verspreid stencil van
vijf pagina's onder de titel „Herr
Arnold Brechts Umwalzung der wis
senschaft", dat als discussiestuk op
college zou moeten dienen:
„Voeg daarbij het feit dat de we
tenschapsman in deze maatschappij
een arbeider is. die zijn kennis aan
de meest biedende verkoopt en daar
bij de politieke doeleinden van die
meestbiedende dient en men heeft
nog een gedwongen politiek keuze.
Men ontkomt er aan die politieke
keuzes te maken, ook niet met 500
pagina's pompeuze volzinnen en
kunstmatige scheidslijnen tussen
theorie en praktijk".
Aangezien uitzonderingen in dit ge
loofssysteem niet passen, zijn ook de
docenten al bij voorbaat gediskwali
ficeerd.
Zolang dergelijke aanvallen be
perkt blijven tot studentenbladen kan
men de uitlatingen voor kennisgeving
aannemen.
Dergelijke artikelen vormen even
wel een element ui de „aksies" aan
de basis, hetgeen betekent dat zij op
de „kolleezjes" aan de orde worden
gesteld. Dat houdt in. dat er of op
het college commentaar wordt „ge-
eist" op de desbetreffende publica
tie. dan wel dat, al of niet naar
aanleiding van In art. in een blad,
een stencil op college wordt ver
spreid, dat ter discussie moet wor
den gesteld. Als de docent dit wei
gert, heet het «Jat men autoritair
zelf de inhoud van het college vast
stelt en de studenten manipuleert.
Enkele voorbeelden uit deze sten
cils:
In november werd een door „Josée
en Olav" ondertekend stencil op col
lege uitgereikt waarin o.a. stond:
„Het vorige kolleezje politikologie
voor tweedejaars heeft duidelijk ge
maakt dat het zo langzamerhand tijd
wordt de tijd dringt, overigens!
voor een refleksie op de vorm en in
houd van dit kolleezje".
j En: „i.h.b. zijn de voorlezingen uit
de Brecht-bijbel door voorganger
Prof. dr. H. Daudt
Daudt een verspilling van tijd en
moeite, omdat iedereen zelf kan le
zen".
In januari werd o.a. het hierboven
vermelde stencil van de heer Stuur
man rondgedeeld.
Op 10 februari werd een discussie
geest naar aanleiding van het P.C.-
artikel van de heer De Swaan en
mijn brief aan hem als uitlvoeisel
van dit artikel.
Voor deze gelegenheid waren de
eerste- èn tweedejaars, die normaal
afzonderlijke colleges hebben, bijeen
getrommeld, zodat een overvolle
zaal met ongeveer 500 eerste-, twee
de- en oudere jaars werd verkregen;
het zou wel weer een mooie voor
stelling worden.
Er werd (uiteraard) een stencil
verspreid, waarin de affaire-De
Swaan werd gekoppeld aan het de
volgende dag te houden congres van
politicologen.
Enkele citaten:
„Dit is exemplaries voor de reaktie.
die ons te wachten staat van de zij
de van de machthebbers in de F.S.
W.-A, als wij met een andere (i.e.
maatschappij-kritiese) wetenschaps
opvatting komen in projektgroepen
(i.e. sektoren)".
„Voorts willen zij. dat de institu
ten die sowieso in de Koördinatie
Raad zitten i.p.v. de algemene ver
gadering, beslissen over het instellen
van sektoren, waarbij dan kriteria
als finansieën doorslaggevend kun
nen zijn.
Het is duidelijk dat men, door met
die kriteria te manipuleren, ongewen
ste «lees: maatschappij kritiese-) we-
tensschapopvatting buiten de deur
zal houden".
Blijkbaar voor het geval de stem
ming er bij deze voorstelling niet al
te vlot in zou komen, had men op de
achterkant van dit stencil de tekst
opgenomen van een „Lied. Wils: Het
zal je kind maar wezenmuziek
Harrv Bannink) (tekst: politikolo-
gen)"
Enkele „kou pletten" hieruit:
„Het omstreden I.W.P.
zit vol met empiristen,
maar wat die Daudt beweren mag
we laten ons niet kisten".
„In D 008 reeds lang
zitten wij ons te vervelen
terwijl de hooggeleerde heer
cltate staat te kwelen".
„Easton, Dahl en Arnold Brecht
zijn dat politikologen,
God, wat zijn die schrijvers slecht
we voelen ons bedrogen"
Hiermee was de sfeer van het voet
balstadion bepaald, waarin ik geacht
werd een uitwedstrijd te spelen te
gen tien tot vijftie destructieve uto
pisten. Bij dergelijke uitwedstrijden
beoordelen 450 toeschouwers ontspan
nen de kwaliteit van het spel en zU
zijn niet te beroerd om instemmend
te murmelen als de uitspeler eens
een fraai punt scoort.
Dit alles gebeurt dan op een urn
en in een zaal waarin een docent
geacht wordt aan eerstejaars een in
leidend oDllege over zijn vak te ge
ven.
Nadat op verzoek van de studen
ten door mü in enkele colleges op
10 en 17 februari commentaar is ge
geven op het artikel van de heer
De Swaan in PC. is voor de nadere
discussie gevraagd om een .neutrale"
discussieleider omdat ik, autoritair ui
teraard, de discussie „monopoliseer".
De scheidsrechter dient neutraal tot
de thuisclub te behoren. Dat heb ik
geweigerd.
Tegen deze achtergrond moet het
stencil worden bezien, dat sinds vrij
dag 20 februari wordt verpreid en
dat het reglement bevat veor mijn
uitwedstrijd op dinsdag 24 februari.
Het is ondertekend door „Te-
jo Broersen", die o.a. opmerkt:
„Daudt spreekt ook over re
levante studie. Naast de onderwer
pen die de Swaan noemt, vermeldt
hij nog een serie. Echter, de kern
van de zaak is dat er bij ons niets
van die strekking geschiedt en
Daudt wil dit ook niet. want, de
politikologie is een ambacht, dat
aangeleerd moet worden", maar
dan niet aangeleerd door het te be
oefenen. Dat rechtvaardigt een-
LEIDEN (GPD) De eer
ste van de allergrootste instel
lingen van ons land, die voor
het voetlicht trad met de be
wijzen van een omvangrijke
groei en bloei, is de AMRO-
oank. Dit moet echter ten dele
worden toegeschreven aan de
.nflatoire tendenties, die in het
ilgemeen de zaken schoner
loen schijnen dan zij in wer
kelijkheid zijn. Zelfs met deze
rverweging in de gedachten
kan worden geconstateerd dat
het bankwezen een goed jaar
achter de rug heeft.
Weliswaar valt de voornaamste
groei toe te schrijven aan de om
vangrijke activiteiten op de voor de
buitenstaanders wat schimmige
eurogeldmarkt, maar ook voor de
binnenlandse economische huishou
ding hebben de banken meer werk
aan de winkel gehad dan in voor
gaande jaren.
Ook al trekken de grootbanken be
paald niet één lijn bij de ontplooi
ing van het bedrijf, toch valt aan te
nemen dat een analoge ontwikkeling
als bij de AMRO-bank is opgetreden
bij de Algemene Bank Nederland,
alsook bij de andere wat minder om
vangrijke instellingen. Voor een deel
zijn de gunstige uitkomsten van de
AMRO-bank te verklaren uit de om
vangrijke inkomsten, die in het af
gelopen jaar verkregen werden als
gevolg van de onrust op de interna
tionale valutamarkten, welke uitein
delijk leidde tot een revaluatie van
de Duitse mark.
Voor het bankwezen heeft de on
rust een grote bedrijvigheid met zich
gebracht, want in opdracht van
cliënten moesten veel posities wor
den ingenomen, hetgeen voor de
banken in vele gevallen arbitrage
winsten met zich bracht. Uiteraard
nemen de banken zelf nooit valuta
posities in, want als zij dat zouden
doen zouden omvangrijke stroppen
het gevolg kunnen zijn.
Het is een vuistregel voor ban
kiers. dat zij in principe geen valu
taposities innemen voor eigen reke
ning. De valutamarkt heeft dan ook
alleen gouden eieren voor de banken
gelegd voorzover zij in opdracht van
cliënten moesten opereren. Door de
omvangrijke bedragen waarom het
in deze handel gaat, lcopt dat aar
dig in de papieren.
Het gevolg is dan ook geweest, dat
de inkomsten uit hoofde van inte
rest en wissels, onder welke rekening
de valutazakcn verscholen gaan, ver
leden jaar een top bereikten met een
bedrag van f306 min. tegen f249
min. in 1968, toen de valutazaken
ook'al een duit in het zakje deden.
Gelukkig is er op het ogenblik op
de internationale valutamarkten
geen spoor van onrust te ontdekken.
Dait is gelukkig voor de wereldecono
mie en het wereldgebeuren in het al
gemeen, maar voor de banken zal
het een hele tour de force zijn om de
resultaten in het lopende boekjaar
op een gelijk peil te brengen als
die van het jaar, waarover nu ver
slag wordt uitgebracht.
In de raad van bestuur is men er
niet zo pessimistisch over. want tot
nu toe is het jaar in, jaar uit, ge
lukt om met een beter resultaat voor
de dag te komen dan in het voor
gaande boekjaar. Zo is de nettowinst
geboekt wordt er nog fraaier door.
Toen de Britse banken vorige week
voor het eerst haar stille reserves
openbaarden, zijn vele ogen van ver
bazing opengesperd. Er zat heel wat
in het vat.
Uitvoerig wordt in het verslag in
gegaan op de gevolgen van de Ame
rikaanse monetaire politiek op de
ontwikkelingen op de Europese geld-
per aandeel van f 20 nominaal, die in
1965 f 5.36 bedroeg, in het jaar daar
op gestegen tot f 5.74, in 1967 was
het f5.98. in 1968 f7.02 en in 1969
f8. Van laatstgenoemd bedrag wordt
slechts f 3.20 aan dividend uitge
keerd, zodat per aandeel f 4.80 ln de
spaarpot wordt gestopt, dus ander
half maal zoveel als aandeelhouders
in handen krijgen.
Het toch reeds omvangrijke appel
tje voor de dorst tegenover een
kapitaal van f210 min. staat aan
zichtbare reserve een bedrag van
f410 min. te boek buiten hetgeen er
verscholen ligt aan stille reserves,
die onder het hoofd crediteuren zijn
en kapitaalmarkten. Het gevolg van
de continue vraag naar eurodollars
van de zijde der Amerikaanse ban
ken, die uit de ingevoerde monetaire
gedragsregels voortvloeit, was dat
het rentepeil in Europa zich gedu
rende het hele jaar op een hoog peil
bewoog. De Nederlandse geldmarkt
volgde wat de tarieven aangaat de
ontwikkeling van de Eurodollar-
markt op de voet. zij het dat er een
faseverschil optrad.
Het ziet er naar de mening van
het bestuur van de Amrobank niet
naar uit dat er spoedig verandering
zal komen in de gegeven situatie. Dit
betekent dat een verlaging van enige
betekenis van het renteniveau op de
kapitaalmarkt nauwelijks te ver
wachten valt. Wèl zou er een ver
mindering van de vraag naar kapi
taal mogen worden verwacht, indien
er sprake zou zijn van een belang
rijkste conjuncturele omslag in de
voornaamste economische centra,
met name in de Verenigde Staten.
Het lijkt niet onwaarschijnlijk dat
aan de overkant van de oceaan het
conjuncturele roer onmiddellijk zou
worden omgelegd indien zich de don
kere wolken van een economische re
cessie zouden aftekenen. In dat ge
val zou een daling van de interna
tionale rentetarieven niet onmogelijk
zijn.
In verband daarmee is het begrij
pelijk dat de economische gebeurte
nissen in de Verenigde Staten met
meer dan gewone belangstelling wor
den gevolgd, want in feite is het wel
en wee van de rest van de wereld
in belangrijke mate afhankelijk van
het welvaartspeil in het land dat in
economisch opzicht nog onbedreigd
aan de top staat. Het nationaal in
komen per hoofd van de bevolking
gemeten, komt hoger uit dan in enig
ander land ter wereld.
Reeds enige tijd mensen de econo
mische waarnemers tekenen te kun
nen constateren dat de conjunctuur
in de Verenigde Staten op een keer
punt is gekomen. De werkloosheid ls
zienderogen toegenomen, de woning
bouw daalt met rasse schreden en er
is geen minister Schut, die deze ach
teruitgang kan worden aangewreven.
richtingsverkeer, een autoritaire
houding. Vanuit deze opvatting
is het duidelijk waarom
DAUDT de studenten als kinderen
behandelt
DAUDT een echte discussie uit de
weg gaat
DAUDT meent studenten te mo
gen interrumperen als het hém
goeddunkt.
DAUDT studenten in bedwang
houdt door te zeggen: „Ik ben de
Baas. Ik bepaal wat hier gebeurt".
Eerder wordt door onze „Tejo" over
mijn commentaar gezegd: „Hij heeft
door zijn betoog de studenten eer
der misleid en wezenlijke kwesties
ontweken, dan hen de mogelijkheid
verschaft van een redelijk oordeel".
Het stencil draagt als titel:
„KOOPMAN DAUDT: „Yes I have
no bananas" of: Het ambacht van
een Hooggeleerde Heer".
Hiernaar wordt in het stencil ver
wezen met de opmerkingen:
„DAUDT is als koopman opgetreden.
HU heeft de menigte zijn bananen
aangeprezen, zonder ze te laten zien.
DAUDT's bananen konden wel eens
rot zijn. DAUDT heeft misschien he
lemaal geen bananen: Yes, I have
no bananas".
Na lezing van dit stencil dat mij,
evenals het opruiende artikel van
de heer FrieswUk op de AS VA-pagi
na van P.C., vrijdag bereikte, stond
myn besluit vast.
DAUDT speelt geen uitwedstrUden
meer.
Nochtans is het mU bekend:
dat de universitaire structuur
verouderd is,
dat het universitaire apparaat
niet in staat is de steeds toenemende
stroom studenten naar behoren op te
vangen
- dat dit probleem de eerstko
mende jaren steeds nijpender zal war
den
- dat het zich in zUn meest extre
me vorm het eerst zal manifesteren
aan de faculteiten der sociale weten
schappen
dat de oplossing moet worden
gezocht in een volledige herstructu
rering van het tertiaire onderwys
(wetenschappelUk onderwUs èn ho
ger beroepsonderwUs)
dat het beleid van de wetgever
ter oplossing van deze problemen tot
dusverre heeft gefaald
dat inmiddels binnen de univer
siteiten alom terecht een grote on
tevredenheid heerst.
Maar eveneens is mü bekend:
dat een kleine groep destructie
ve utopisten Juist daardoor bü zUn
kritiek op het bestaande systeem
grote aanhang kan krügen
dat de magere kwaliteit van de
door hen voorgestelde verlossing kan
worden bepaald aan de hand van
hun schrijf- en denktrant
dat een „one man one vote"
systeem in het universitaire bestel
leidt tot terreur van heksenjagers,
ln het zadel geholpen door argeloze
begrip-toners
dat in dat proces de wetenschaps
beoefening aan de universiteiten vol
ledig dreigt onder te gaan mèt de
wet n schapsbeoefenaars
dat wetenschapsbeoefening een
vak is dat geleerd moet worden
dat eerste, tweede en derdejaars
studenten deze vakbeoefening moet
worden bUgebracht.
dat een leerling-timmerman
eerst hamer, zaag, beitel, nijptang,
schaaf en schroevedraaier moet le
ren hanteren alvorens hU ln een
„projektgroep" meubilair gaat ver
vaardigen
dat men voor het vak politico
logie moet leren: systematisch waar
nemen, redeneren (en Nederlands)
schrüven), kennis nemen van de be
grippen waarmee wordt gewerkt,
kennis nemen van de opvattingen «Jie
anderen over het vak hebben verkon
digd in heden en verleden
dat hiervoor nodig is: afwezig
heid van gelovig fanatisme en aan
wezigheid van redelükheid en tole
rantie
dat de problemen, die in zesde-
rangs aftreksel de slogans vormen
van de destructieve utopisten, al Ja
renlang in him oorspronkelüke vorm
uitvoerig worden besproken door
echte wetenschapsbeoefenaars, sinds
1965 o.a. in een verkiezingsonderzoek
aan het instituut zUn betrokken, al
enkele jaren op het kandidatencolle-
ge zUn behandeld en eveneens aan
de orde zUn gekomen in Acta Politica
Eerst dan wanneer de destructieve
utopisten niet langer domineren bij
het uiten van ontevredenheid, zal
het weer mogelyk zün om, in een ge
reorganiseerde structuur aanko
mende studenten attent te maken op
enkele elementaire handgrepen «Jie
voor de vakbeoefening een noodza-
kelüke voorwaarde vormen.
SCHIPHOL «ANP) Het Inter
nationale instituut voor wetenschap
pelijk onderzoek naar kanker, ge
vestigd te Lyon, is met een groot
scheeps onderzoek begonnen naar
de uitwerking van landbouwbestrü-
dingsmlddelen en van ddt op de ge
zondheid van de mens. Met name
poogt men na te gaan of deze be
strijdingsmiddelen een der vele oor
zaken vormen van kanker. Aan het
onderzoek werken laboratoria mede
uit Milaan, Leningrad en Moskou.
Dr. R. J. H. Kruisinga, staatsse
cretaris van Sociale Zaken en Volks
gezondheid, die voorzitter is van de
raad van beheer van 't internationale
instituut, deelde dit gistermiddag op
Schiphol mede by zün terugkomst
uit Lyon, waar hU een byeenkomst
van de raad heeft geleid.
Op de vergadering in Lyon is de
milieu-hygiëne een belangryk punt
van onderzoek aan het worden, de
vraag is: welke stoffen komen bü
de toenemende lucht- en water ver
ontreiniging in de omgeving van de
mens v«x>r, die een kankerverwek
kende invloed hebben.