„Ik speel geen uitwedstrijden meer •>1 Bankwezen heeft goed jaar achter rug door schimmige Eurogeldmarkt FINANCIEEL WEEKOVERZICHT de politiek PROF. DR. H. DAUDT STOPT COLLEGES OPRUIEN VERDACHTMAKEN STENCILS BRECHT-BIJBEL KOUPLETTEN UITWEDSTRIJD Onderzoek naar verband tussen kanker en d.d.t. ZATERDAG 28 FEBRUARI 1970 LEIDSCH DAGBLAD PAGINA .7 LEIDSCH DAGBLAD Meer dan 50 jaar na de invoering van het actieve vrouwenkiesrecht, begint het erop te lijken, dat de doorbraak van de vrouw in de Ne derlandse politiek werkelijk een feit gaat worden. Dat blijkt uit het op treden van de dolle Mina's, die poli tieke haalbaarheden in realiteiten vertalen. Maar we zien het ook dich ter bil huis. Vrouwen in de plaatse lijke politiek. En dat is alleen maar Juist. Want als het gaat om vormen van samenleven, van welzijn en wel vaart. dan zijn er tal van vraagstuk ken waar vrouwen in de eerste plaats mee te maken hebben en waar hun specifieke en directe wijze van benadering voor een doorbraak kan zorgen. In de twintigste eeuw hebben er natuurlijk verscheidene vrouwen in het Nederlandse parlement gezeten. Maar tot de Tweede Wereldoorlog hebben zij eigenlijk nauwelijks een eigen bijdrage geleverd aan het par lementaire werk. Ik bedoel daar mee, dat ze door houding en taalge bruik en benadering van zaken niet verschilden van hun mannelijke col lega's. Datzelfde zag je ook tot ver na de Tweede Wereldoorlog in het traditionele studentenleven. De he ren studenten hebben een corps met zijn eigen aardigheden en eigenaar digheden, met liederen, jaquet en ontgroening. De meisjesstudenten veroverden op de mannen het recht om te studeren en copieerden daar na nauwkeurig het gezelligheidsle ven met eigen sociëteitjes, linten en novitiaten. Zo langzamerhand wordt het gelukkig allemaal wat anders. Pas na de Tweede Wereldoorlog kwamen er in de Tweede Kamer vrouwen, die daar duidelijk als vrouw zaten. Hun wijze van benade ring der problemen werd specifiek. Neem bijvoorbeeld freule Wttewaal van Stoetwegen, mevrouw Corver- Van Haaf ten en mevrouw Van So- meren-Downer. Zij leidt nu de VVD als voorzitster en gaat daarbij door tastend te werk, zonder veel flauwe kul, en zonder ingewikkelde woord grapjes en buigingen naar een proto col, waarbij sommige mannen zich zo wel schijnen te voelen. Datzelfde rechtstreeks optreden vinden we bij enkele vrouwen, die bij de komende verkiezingen van raad en provincie in onze naaste omgeving een rol spelen. Voorbeel den daarvan zijn de Leidse wethou der mevrouw Den Haan, het Leidse raadslid mevrouw Kerling en de provinciale D'66 lijsttrekster me vrouw Wessel uit Oegstgeest. Mevrouw Den Haan zorgt voor mo menten van verademing in Leidse raadsvergaderingen, die nogal eens plegen uit te blinken door een be klemmend soort saaiheid. Ze kan er ook niks aan doen dat er niet snel ler goedkope huizen vry komen, maar luistert tenminste naar mensen, die met dat probleem zitten, pro beert adviezen te geven en te helpen. Bovendien heeft ze op haar eigen manier haar contacten opgebouwd, raadpleegt huisvrouwen voor de aan schaf van plastic vuilniszakken en betrekt de raad in dat wat we met een mooi woord „het beleid" noe men. Ze zegt in raadscommissies wat ze wil gaan doen. Spant die com missies ervoor en maakt zo politieke opponenten tot gezworen medestan ders. Soms krijgt ze haar zin niet, spreekt dan niet het deftig „onaan vaardbaar" uit, maar laat wel mer ken dat ze het rot vindt, om haar zin niet te krijgen. Haar werk vraagt om contacten met mensen en ze heeft daar niet de minste moeite mee. Misschien zal ze in een discussie politieke slag woorden als „duidelijkheid" en „de mocratisering" het loodje moeten leggen, maar ze weet op een bijna huiselijke manier concrete situaties die mensen aanspreken te lijf te gaan. Of het nu gaat om het stadsschoon of de oversteekplaatsen voor kinde ren. Mevrouw Kerling zal, wat dat be treft, haar tegenspeelster moeten worden. Een fris uitziende, immer opgewekt kijkende dame, die ook di rect op het doel zal moeten afgaan, wil ze wat bereiken. In de afgelo pen raadsperiode heeft ze zich min der laten „zien" dan mevrouw Den Haan, maar haar optreden, bijvoor beeld voor bejaarden, moet door haar Partij van de Arbeid kunnen worden uitgespeeld in de komende raadsverkiezingen. In de Leidse raad zwaaien op het ogenblik al twee vrouwen de scep ter als fractieleiders: mevrouw Van Geelkerken en mevrouw Van der Blom. De laatste heeft een eenmans fractie en bovendien de politieke wind tegen. Daardoor wordt wel eens vergeten, hoe zeer zü zich in spant voor problemen als woning nood en hoe zij dat deed op een mo ment dat de rest van de raad het wel geloofde. De provinciale lijsttrekster me vrouw Wessel heeft in haar wijze van optreden iets van mevrouw Den Haan. Ze praat met een zekere ver baasde geamuseerdheid over het po litiek bedrijf, om onmiddellijk daar na concreet te worden en te gaan be kijken wat je met politiek in situa ties en misstanden kunt bereiken. Wat doe je aan watervervuiling ver taalt ze bijvoorbeeld met: wat doe je aan die stinksloot. Ze heeft geen bezwaar tegen mee tings, maar zoekt liever huisvrouwen op, terwijl ze winkelen in de super markt. Het is een wat willekeurige opsomming maar 1970 laat wel zien: de vrouw is er in de politiek, ze heeft de staatkunde in huis gehaald. J. R. S. AMSTERDAM De dinsdag-colleges voor eerste- en twee dejaars candidandi in de subfaculteiten A en B van de faculteit der sociale wetenschappen worden met ingang van vandaag door mij niet meer voortgezet. Het afgelopen weekeinde heb ik dit meegedeeld aan: de voorzitter van subfaculteit A van de faculteit der so ciale wetenschappen, prof. dr. Fr. de Jong Edzn. de voorzitter van de faculteit der sociale wetenschappen, prof. dr. A. J. F. Kobben de rector magnificus prof. mr. A. D. Belinfante de president-curator dr. I. Samkalden. De reden voor dit besluit is dat er in de afgelopen maanden een sfeer van opruien, verdachtmaken en woordterreur is ge creëerd, waarin het voor mij niet langer mogelijk is om begin nende studenten een eerste notie bij te brengen van het vak politicologie. Bijvoorbeeld. In het nummer van Propria Cures van 21 februari, dat voor een groot deel aan de politico logie en aan mijn positie daarin is gewijd .wordt ook op de ASVA-pa- gina aandacht besteed aan de „rom mel bij politicologen" en aan „DaudJt's bokkesprongen". De heer Frieswijk schrijft daar in o.a. „Na is Daudt dan met enkele trou we volgelingen weggelopen van het Congres. De staf is verdeeld, ook binnen het IWP «Instituut v>x>r We- tenshcap der Politiek en ide uit slag van het referendum is bijna zeker dat of wetenschappelijk corps of TAS (Technische en Administra tieve Staf) het nieuwe reglement zullen torpederen. Waarmee de stu denten dan een machtig wapen heb ben om op grond van de formele congresbesluiten tot actie over te gaan. Het Instituut voor Wetenschap der Politiek zal wel het eerste ob ject zijn waar hun aandacht zich op richt. Het Instituut voor Persweten schappen een tweede. Daar wachten we gewoon op. Hopelijk treedt in deze actie dan eindelijk de poli tisering op die in de affaire. Den Hollander achterwege bleef, en ten tijde van het Maagdenhuis maar tot een kleine groep beperkt bleef. Het wordt tijd ook". Het jargon van de destructieve utopisten is doortrokken van uit spraken die het karakter dragen van geloofsovertuigingenals absolute ze kerheden geponeerd, waaraan niet te tornen valt. Men weet (gelooft men), dat alle bestaande wetenschap en alle weten schapsbeoefenaars in dienst staan van het grootkapitaal. Men weet «gelooft men), dat de wetenschappelijke methode een dui vels verleidingsmiddel is om on schuldige, jongen mensen in te kap selen in de bestaande orde. Men weet (gelooft men), dat alle boeken die niet uitgaan van deze geloofsovertuigingen, de zuivere zie len zullen aantasten. Men weet (gelooft men;, dat het leren van een vak inhoudt dat men een vakidioot wordt. En met deze zekerheden als basis blokkeert men uiterst doelmatig het leerproces waarvoor men naar de universiteit is gekomen. Men wil slechts bevestigd horen wat men al Profdr. H. Daudt, hoog leraar in de wetenschap der politiek aan de universiteit van Amsterdam, heeft met ingang van dinsdag j.l. zijn wekelijkse colleges voor eer ste- en tweedejaarsstudenten in de politicologie en socio logie stopgezet. In een sten cil gaf prof. Daudt een ver klaring voor zijn besluit. De ze verklaring publiceren wij vandaag volledig. gelooft te weten. Een sfeer van wan- trouwens walmt een ieder tegemoet die niet bij voorbaat een gelijke ge loofsbelijdenis wenst af te leggen. De heksenjacht is geopend. Zo schrijft de heer De Swaan met grote stelligheid in P.C. en 24 janu ari 1970 over de blijkbaar gecor rumpeerde manipulatoren uit 't do centencorps. „Zo kon de politicologische faculteit zonder veel tegenstand streven naar erkenning en aanvaarding als ech te, want niet geinvolveerde, weten schapsbeoefenaren. Die intellectuele zelfbeperking werd gehonoreerd met rappe uitbreiding van het bu«iget en docentencorps der faculteit. Maar daartoe moesten kwesties die wel van wezenlijk belang waren gene geerd worden", Zo schrijft de heer Stuurman in een op college verspreid stencil van vijf pagina's onder de titel „Herr Arnold Brechts Umwalzung der wis senschaft", dat als discussiestuk op college zou moeten dienen: „Voeg daarbij het feit dat de we tenschapsman in deze maatschappij een arbeider is. die zijn kennis aan de meest biedende verkoopt en daar bij de politieke doeleinden van die meestbiedende dient en men heeft nog een gedwongen politiek keuze. Men ontkomt er aan die politieke keuzes te maken, ook niet met 500 pagina's pompeuze volzinnen en kunstmatige scheidslijnen tussen theorie en praktijk". Aangezien uitzonderingen in dit ge loofssysteem niet passen, zijn ook de docenten al bij voorbaat gediskwali ficeerd. Zolang dergelijke aanvallen be perkt blijven tot studentenbladen kan men de uitlatingen voor kennisgeving aannemen. Dergelijke artikelen vormen even wel een element ui de „aksies" aan de basis, hetgeen betekent dat zij op de „kolleezjes" aan de orde worden gesteld. Dat houdt in. dat er of op het college commentaar wordt „ge- eist" op de desbetreffende publica tie. dan wel dat, al of niet naar aanleiding van In art. in een blad, een stencil op college wordt ver spreid, dat ter discussie moet wor den gesteld. Als de docent dit wei gert, heet het «Jat men autoritair zelf de inhoud van het college vast stelt en de studenten manipuleert. Enkele voorbeelden uit deze sten cils: In november werd een door „Josée en Olav" ondertekend stencil op col lege uitgereikt waarin o.a. stond: „Het vorige kolleezje politikologie voor tweedejaars heeft duidelijk ge maakt dat het zo langzamerhand tijd wordt de tijd dringt, overigens! voor een refleksie op de vorm en in houd van dit kolleezje". j En: „i.h.b. zijn de voorlezingen uit de Brecht-bijbel door voorganger Prof. dr. H. Daudt Daudt een verspilling van tijd en moeite, omdat iedereen zelf kan le zen". In januari werd o.a. het hierboven vermelde stencil van de heer Stuur man rondgedeeld. Op 10 februari werd een discussie geest naar aanleiding van het P.C.- artikel van de heer De Swaan en mijn brief aan hem als uitlvoeisel van dit artikel. Voor deze gelegenheid waren de eerste- èn tweedejaars, die normaal afzonderlijke colleges hebben, bijeen getrommeld, zodat een overvolle zaal met ongeveer 500 eerste-, twee de- en oudere jaars werd verkregen; het zou wel weer een mooie voor stelling worden. Er werd (uiteraard) een stencil verspreid, waarin de affaire-De Swaan werd gekoppeld aan het de volgende dag te houden congres van politicologen. Enkele citaten: „Dit is exemplaries voor de reaktie. die ons te wachten staat van de zij de van de machthebbers in de F.S. W.-A, als wij met een andere (i.e. maatschappij-kritiese) wetenschaps opvatting komen in projektgroepen (i.e. sektoren)". „Voorts willen zij. dat de institu ten die sowieso in de Koördinatie Raad zitten i.p.v. de algemene ver gadering, beslissen over het instellen van sektoren, waarbij dan kriteria als finansieën doorslaggevend kun nen zijn. Het is duidelijk dat men, door met die kriteria te manipuleren, ongewen ste «lees: maatschappij kritiese-) we- tensschapopvatting buiten de deur zal houden". Blijkbaar voor het geval de stem ming er bij deze voorstelling niet al te vlot in zou komen, had men op de achterkant van dit stencil de tekst opgenomen van een „Lied. Wils: Het zal je kind maar wezenmuziek Harrv Bannink) (tekst: politikolo- gen)" Enkele „kou pletten" hieruit: „Het omstreden I.W.P. zit vol met empiristen, maar wat die Daudt beweren mag we laten ons niet kisten". „In D 008 reeds lang zitten wij ons te vervelen terwijl de hooggeleerde heer cltate staat te kwelen". „Easton, Dahl en Arnold Brecht zijn dat politikologen, God, wat zijn die schrijvers slecht we voelen ons bedrogen" Hiermee was de sfeer van het voet balstadion bepaald, waarin ik geacht werd een uitwedstrijd te spelen te gen tien tot vijftie destructieve uto pisten. Bij dergelijke uitwedstrijden beoordelen 450 toeschouwers ontspan nen de kwaliteit van het spel en zU zijn niet te beroerd om instemmend te murmelen als de uitspeler eens een fraai punt scoort. Dit alles gebeurt dan op een urn en in een zaal waarin een docent geacht wordt aan eerstejaars een in leidend oDllege over zijn vak te ge ven. Nadat op verzoek van de studen ten door mü in enkele colleges op 10 en 17 februari commentaar is ge geven op het artikel van de heer De Swaan in PC. is voor de nadere discussie gevraagd om een .neutrale" discussieleider omdat ik, autoritair ui teraard, de discussie „monopoliseer". De scheidsrechter dient neutraal tot de thuisclub te behoren. Dat heb ik geweigerd. Tegen deze achtergrond moet het stencil worden bezien, dat sinds vrij dag 20 februari wordt verpreid en dat het reglement bevat veor mijn uitwedstrijd op dinsdag 24 februari. Het is ondertekend door „Te- jo Broersen", die o.a. opmerkt: „Daudt spreekt ook over re levante studie. Naast de onderwer pen die de Swaan noemt, vermeldt hij nog een serie. Echter, de kern van de zaak is dat er bij ons niets van die strekking geschiedt en Daudt wil dit ook niet. want, de politikologie is een ambacht, dat aangeleerd moet worden", maar dan niet aangeleerd door het te be oefenen. Dat rechtvaardigt een- LEIDEN (GPD) De eer ste van de allergrootste instel lingen van ons land, die voor het voetlicht trad met de be wijzen van een omvangrijke groei en bloei, is de AMRO- oank. Dit moet echter ten dele worden toegeschreven aan de .nflatoire tendenties, die in het ilgemeen de zaken schoner loen schijnen dan zij in wer kelijkheid zijn. Zelfs met deze rverweging in de gedachten kan worden geconstateerd dat het bankwezen een goed jaar achter de rug heeft. Weliswaar valt de voornaamste groei toe te schrijven aan de om vangrijke activiteiten op de voor de buitenstaanders wat schimmige eurogeldmarkt, maar ook voor de binnenlandse economische huishou ding hebben de banken meer werk aan de winkel gehad dan in voor gaande jaren. Ook al trekken de grootbanken be paald niet één lijn bij de ontplooi ing van het bedrijf, toch valt aan te nemen dat een analoge ontwikkeling als bij de AMRO-bank is opgetreden bij de Algemene Bank Nederland, alsook bij de andere wat minder om vangrijke instellingen. Voor een deel zijn de gunstige uitkomsten van de AMRO-bank te verklaren uit de om vangrijke inkomsten, die in het af gelopen jaar verkregen werden als gevolg van de onrust op de interna tionale valutamarkten, welke uitein delijk leidde tot een revaluatie van de Duitse mark. Voor het bankwezen heeft de on rust een grote bedrijvigheid met zich gebracht, want in opdracht van cliënten moesten veel posities wor den ingenomen, hetgeen voor de banken in vele gevallen arbitrage winsten met zich bracht. Uiteraard nemen de banken zelf nooit valuta posities in, want als zij dat zouden doen zouden omvangrijke stroppen het gevolg kunnen zijn. Het is een vuistregel voor ban kiers. dat zij in principe geen valu taposities innemen voor eigen reke ning. De valutamarkt heeft dan ook alleen gouden eieren voor de banken gelegd voorzover zij in opdracht van cliënten moesten opereren. Door de omvangrijke bedragen waarom het in deze handel gaat, lcopt dat aar dig in de papieren. Het gevolg is dan ook geweest, dat de inkomsten uit hoofde van inte rest en wissels, onder welke rekening de valutazakcn verscholen gaan, ver leden jaar een top bereikten met een bedrag van f306 min. tegen f249 min. in 1968, toen de valutazaken ook'al een duit in het zakje deden. Gelukkig is er op het ogenblik op de internationale valutamarkten geen spoor van onrust te ontdekken. Dait is gelukkig voor de wereldecono mie en het wereldgebeuren in het al gemeen, maar voor de banken zal het een hele tour de force zijn om de resultaten in het lopende boekjaar op een gelijk peil te brengen als die van het jaar, waarover nu ver slag wordt uitgebracht. In de raad van bestuur is men er niet zo pessimistisch over. want tot nu toe is het jaar in, jaar uit, ge lukt om met een beter resultaat voor de dag te komen dan in het voor gaande boekjaar. Zo is de nettowinst geboekt wordt er nog fraaier door. Toen de Britse banken vorige week voor het eerst haar stille reserves openbaarden, zijn vele ogen van ver bazing opengesperd. Er zat heel wat in het vat. Uitvoerig wordt in het verslag in gegaan op de gevolgen van de Ame rikaanse monetaire politiek op de ontwikkelingen op de Europese geld- per aandeel van f 20 nominaal, die in 1965 f 5.36 bedroeg, in het jaar daar op gestegen tot f 5.74, in 1967 was het f5.98. in 1968 f7.02 en in 1969 f8. Van laatstgenoemd bedrag wordt slechts f 3.20 aan dividend uitge keerd, zodat per aandeel f 4.80 ln de spaarpot wordt gestopt, dus ander half maal zoveel als aandeelhouders in handen krijgen. Het toch reeds omvangrijke appel tje voor de dorst tegenover een kapitaal van f210 min. staat aan zichtbare reserve een bedrag van f410 min. te boek buiten hetgeen er verscholen ligt aan stille reserves, die onder het hoofd crediteuren zijn en kapitaalmarkten. Het gevolg van de continue vraag naar eurodollars van de zijde der Amerikaanse ban ken, die uit de ingevoerde monetaire gedragsregels voortvloeit, was dat het rentepeil in Europa zich gedu rende het hele jaar op een hoog peil bewoog. De Nederlandse geldmarkt volgde wat de tarieven aangaat de ontwikkeling van de Eurodollar- markt op de voet. zij het dat er een faseverschil optrad. Het ziet er naar de mening van het bestuur van de Amrobank niet naar uit dat er spoedig verandering zal komen in de gegeven situatie. Dit betekent dat een verlaging van enige betekenis van het renteniveau op de kapitaalmarkt nauwelijks te ver wachten valt. Wèl zou er een ver mindering van de vraag naar kapi taal mogen worden verwacht, indien er sprake zou zijn van een belang rijkste conjuncturele omslag in de voornaamste economische centra, met name in de Verenigde Staten. Het lijkt niet onwaarschijnlijk dat aan de overkant van de oceaan het conjuncturele roer onmiddellijk zou worden omgelegd indien zich de don kere wolken van een economische re cessie zouden aftekenen. In dat ge val zou een daling van de interna tionale rentetarieven niet onmogelijk zijn. In verband daarmee is het begrij pelijk dat de economische gebeurte nissen in de Verenigde Staten met meer dan gewone belangstelling wor den gevolgd, want in feite is het wel en wee van de rest van de wereld in belangrijke mate afhankelijk van het welvaartspeil in het land dat in economisch opzicht nog onbedreigd aan de top staat. Het nationaal in komen per hoofd van de bevolking gemeten, komt hoger uit dan in enig ander land ter wereld. Reeds enige tijd mensen de econo mische waarnemers tekenen te kun nen constateren dat de conjunctuur in de Verenigde Staten op een keer punt is gekomen. De werkloosheid ls zienderogen toegenomen, de woning bouw daalt met rasse schreden en er is geen minister Schut, die deze ach teruitgang kan worden aangewreven. richtingsverkeer, een autoritaire houding. Vanuit deze opvatting is het duidelijk waarom DAUDT de studenten als kinderen behandelt DAUDT een echte discussie uit de weg gaat DAUDT meent studenten te mo gen interrumperen als het hém goeddunkt. DAUDT studenten in bedwang houdt door te zeggen: „Ik ben de Baas. Ik bepaal wat hier gebeurt". Eerder wordt door onze „Tejo" over mijn commentaar gezegd: „Hij heeft door zijn betoog de studenten eer der misleid en wezenlijke kwesties ontweken, dan hen de mogelijkheid verschaft van een redelijk oordeel". Het stencil draagt als titel: „KOOPMAN DAUDT: „Yes I have no bananas" of: Het ambacht van een Hooggeleerde Heer". Hiernaar wordt in het stencil ver wezen met de opmerkingen: „DAUDT is als koopman opgetreden. HU heeft de menigte zijn bananen aangeprezen, zonder ze te laten zien. DAUDT's bananen konden wel eens rot zijn. DAUDT heeft misschien he lemaal geen bananen: Yes, I have no bananas". Na lezing van dit stencil dat mij, evenals het opruiende artikel van de heer FrieswUk op de AS VA-pagi na van P.C., vrijdag bereikte, stond myn besluit vast. DAUDT speelt geen uitwedstrUden meer. Nochtans is het mU bekend: dat de universitaire structuur verouderd is, dat het universitaire apparaat niet in staat is de steeds toenemende stroom studenten naar behoren op te vangen - dat dit probleem de eerstko mende jaren steeds nijpender zal war den - dat het zich in zUn meest extre me vorm het eerst zal manifesteren aan de faculteiten der sociale weten schappen dat de oplossing moet worden gezocht in een volledige herstructu rering van het tertiaire onderwys (wetenschappelUk onderwUs èn ho ger beroepsonderwUs) dat het beleid van de wetgever ter oplossing van deze problemen tot dusverre heeft gefaald dat inmiddels binnen de univer siteiten alom terecht een grote on tevredenheid heerst. Maar eveneens is mü bekend: dat een kleine groep destructie ve utopisten Juist daardoor bü zUn kritiek op het bestaande systeem grote aanhang kan krügen dat de magere kwaliteit van de door hen voorgestelde verlossing kan worden bepaald aan de hand van hun schrijf- en denktrant dat een „one man one vote" systeem in het universitaire bestel leidt tot terreur van heksenjagers, ln het zadel geholpen door argeloze begrip-toners dat in dat proces de wetenschaps beoefening aan de universiteiten vol ledig dreigt onder te gaan mèt de wet n schapsbeoefenaars dat wetenschapsbeoefening een vak is dat geleerd moet worden dat eerste, tweede en derdejaars studenten deze vakbeoefening moet worden bUgebracht. dat een leerling-timmerman eerst hamer, zaag, beitel, nijptang, schaaf en schroevedraaier moet le ren hanteren alvorens hU ln een „projektgroep" meubilair gaat ver vaardigen dat men voor het vak politico logie moet leren: systematisch waar nemen, redeneren (en Nederlands) schrüven), kennis nemen van de be grippen waarmee wordt gewerkt, kennis nemen van de opvattingen «Jie anderen over het vak hebben verkon digd in heden en verleden dat hiervoor nodig is: afwezig heid van gelovig fanatisme en aan wezigheid van redelükheid en tole rantie dat de problemen, die in zesde- rangs aftreksel de slogans vormen van de destructieve utopisten, al Ja renlang in him oorspronkelüke vorm uitvoerig worden besproken door echte wetenschapsbeoefenaars, sinds 1965 o.a. in een verkiezingsonderzoek aan het instituut zUn betrokken, al enkele jaren op het kandidatencolle- ge zUn behandeld en eveneens aan de orde zUn gekomen in Acta Politica Eerst dan wanneer de destructieve utopisten niet langer domineren bij het uiten van ontevredenheid, zal het weer mogelyk zün om, in een ge reorganiseerde structuur aanko mende studenten attent te maken op enkele elementaire handgrepen «Jie voor de vakbeoefening een noodza- kelüke voorwaarde vormen. SCHIPHOL «ANP) Het Inter nationale instituut voor wetenschap pelijk onderzoek naar kanker, ge vestigd te Lyon, is met een groot scheeps onderzoek begonnen naar de uitwerking van landbouwbestrü- dingsmlddelen en van ddt op de ge zondheid van de mens. Met name poogt men na te gaan of deze be strijdingsmiddelen een der vele oor zaken vormen van kanker. Aan het onderzoek werken laboratoria mede uit Milaan, Leningrad en Moskou. Dr. R. J. H. Kruisinga, staatsse cretaris van Sociale Zaken en Volks gezondheid, die voorzitter is van de raad van beheer van 't internationale instituut, deelde dit gistermiddag op Schiphol mede by zün terugkomst uit Lyon, waar hU een byeenkomst van de raad heeft geleid. Op de vergadering in Lyon is de milieu-hygiëne een belangryk punt van onderzoek aan het worden, de vraag is: welke stoffen komen bü de toenemende lucht- en water ver ontreiniging in de omgeving van de mens v«x>r, die een kankerverwek kende invloed hebben.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1970 | | pagina 7