in de R.A.I. Van vouwwagen tot luxueuze tweede woning Tweewielers en caravans Jeugd vooraan bij koop fiets en bromfiets Van 21 februari tot en met 1 maart „Klapstukken" van show Ifiii wegen9 wagens, wielen en wat-er-zo-bij-komt FIETSEN BROMMERS MOTOREN KAMPEER AUTO'S STACARAVANS TOERWAGENS PAGINA 20 nadat de Duitsers op 8 november de- DONDERDAG 19 FEBRUARI 1910 Wie per trein naar de RAI wil, kan bij 150 stations speciale kaartjes kopen, die naast de treinreis ook recht geven op toegang tot de RAI (normale prijs ƒ3,50) en vervoer naar believen met de Amsterdamse trams en stadsbussen. De RAI is geopend van 10.00 tot 17.00 uur en van 19.00 tot 22.00 uur, op zondagen alleen van 10.00 tot 17.00 uur. Vanaf het Centraal Station bereikt men de RAI met lijn 4. Met de auto: vanuit richting Leiden (rijksweg 4) naar het Hoofddorpplein, rechts af tot kruising Amstelveenseweg, om het circuit heen tot het Stadionplein. Daar links af over de Stadionweg en bij het derde met verkeerslichten beveiligde punt rechtsaf de Diepenbrockstraat in, die voor de Amstelhal langs op het Europaplein uitkomt. Zaterdagochtend gaan de poorten van het R.A.I.-com plex in Amsterdam open voor al degenen, die zijn geïnte resseerd in tweewielers en caravans. Tot en met 1 maart kunnen zij terecht. Zij kunnen er vrijwel alles zien, wat er op dat gebied te koop is. En welke Nederlander heeft eigenlijk geen belangstelling voor de twee wielers? Er rijden in ons landje büna acht miljoen fietsen rond. En daar komen dan nog zo'n twee miljoen bromfietsen bij. Toch staan we wat fiet sen betreft nog niet eens op de eerste plaats. West-Duitsland telt er twin tig miljoen, Engeland twaalf miljoen. Frankrijk en Italië zo'n tien miljoen. Dan komen wij pas. Maar goed, wij zitten nu eenmaal op een heel wat kleiner stukje grond, vandaar dat we ons best een gerenommeerd fietsen- land mogen noemen. De afspiegeling daarvan kan men duidelijk onderkennen op de RAI- tentoonstelling. die zaterdag open gaat. De tweewielers kan men in de Amstelhal vinden. Maar liefst 91 on dernemingen tonen hier hun pro- dukten, waaronder vele fietsen. In het afgelopen jaar werden er in ons land niet minder dan 700.000 fietsen verkocht. Een absoluut record, dat er op wijst, dat ondanks de aantrek kingskracht van de auto de belang stelling voor de fiets nog in geen enkel opzicht terugloopt. Integendeel. En wie kopen nu die fietsen? Eigen lijk de hele Nederlandse bevolking. Maar de tendens gaat toch duide lijk in de richting van de jeugd. De tiener- en kinderfietsen maken een steeds groter deel uit van de omzet. De fiets heeft nog steeds een belang rijke plaats in het Nederlandse ver voerspatroon. Vooral in het woon- werk-verkeer gaat de voorkeur van de Nederlander nog altijd in niet onbelangrijke mate uit naar de fiets. Het zou zinloos zijn uitvoerig in te gaan op alle noviteiten, du er op het fietsgedeelte van de RAI te zien zullen zijn. Vrijwel elke fabrikant, die zichzelf respecteert, komt wel met iets nieuws. Immers, er is vrijwel geen vervoermiddel, dat in de laatste jaren een spectaculairder ontwikke ling in de vormgeving te zien heeft gegeven. De minifiets en de opvouw- fiets hébben de laatste tijd een Ste vig marktaandeel veroverd. De con structie wordt steeds verbeterd. Waar dat alles op zal uitdraaien is moeilijk te zeggen. Uiteindelijk is het prin cipe van de vouwfiets ook al sedert de eerste wereldoorlog bekend en pas kort volledig uitgewerkt. Het is reëel te verwachten, dat nieuwe materia len in de sector van de kunststoffen voorlopig alleen als toebehoren zul len worden gebruikt. Qua vormge ving zijn we al op weg naar nog meer eenvoud en vooral strakkere lijnen. De frames worden laag ge houden. Het aanzien van de fiets van de toekomst zal vooral worden be paald door factoren van doelmatig heid. Men kan de ontwikkeling in die richting op de RAI zien. en bromfiets. Versnelde aan leg van afzonderlijke tweewie- Ierpaden, verbreding van be staande fietspaden en een consequente scheiding van tweewieler- en autoverkeer. Tenslotte nog een tweewieler: de motorfiets. De scooter kunnen we langzamerhand wel vergeten. Die is geheel in de verdrukking geraakt en de lage verkoopcijfers tonen duide lijk aan, dat de scooter een aflopen de zaak is. Met de motorfiets ligt het wat andere. De heer H. Harmsze van het weekblad „Motor" sprak wel van „de armste tak van de familie", maar hij toonde zich toch niet pessi mistische over de toekomst van de motor. De motor als zuiver vervoer middel heeft wel afgedaan, maar de motor is tegenwoordig steeds meer in trek als „hobby-object". Daarom nam hfj ook aan, dat het aantal wer kelijke motorrijders groeiende is. De ontwikkeling van de motorfiets heeft zich daarbij moeten aanpassen. On der de sportieve rijders bestaat de vraag naar meer vermogen, naar grotere handelbaarheid en vastere wegligging om strakker te kunnen sturen, naar krachtiger remmen. Die meer pk's en de daarbij vereiste vei ligheden kwamen er. Duidelijk is die ontwikkeling te zien in de eens zo populaire klasse van de 500 cc en groter. Daarin viel jarenlang niets te beleven. Tot in Amerika de zware motorfiets herontdekt werd en de vraag toenam. Op de vorige RAI- tweewieler waren er reeds enkele aanbiedingen, maar nu is er een ruim aanbod van deze „buffels". Maar zij zijn er niet alleen. Alle klassen zijn goed vertegenwoordigd, vanaf de 50 cc waarin Batavus voor een primeur zorgt tot 1200 cc met alle tussenliggende inhoudsma ten en in uitvoeringen met één-, twee-, drie- en viercilinders in twee- takt en viertakt. Een brommer om mee te gaan winkelen, ofwel: een stadsbrommer. Van Peugeot, wel te verstaan en vol automatisch. Een onmisbaar element geworden in ons vervoerspatroon. Dan de jongste telg aan onze ge motoriseerde vervoersfamiliede bromfiets. De ontwikkeling van dit vehikel kunnen we rustig met „storm achtig" aanduiden. En we zijn nog lang niet aan het einde. Dit jaar komt de tweemiljoenste op de weg. In 1975 worden er 2.5 miljoen ver wacht! Vorig jaar werden er 275.000 verkocht. Dit jaar denkt men weer de 300.000 te kunnen halen. Vooral de jeugd heeft een uitgesproken voor keur voor de bromfiets. Uit een on derzoek is gebleken, dat van de scho lieren in de leeftijd van 16 tot 19 jaar veertig 'procent met de brom fiets gaat. Nog meer dan met de fiets (35%). Gezien de toenemende ver keersdrukte kan men de voorliefde voor het handige brommertje ook wel verklaren. Bij de RAI spreekt men van een „noodzakelijk" vervoer middel. Daarom werd er op de pers conferentie voor deze RAI-tentoon stelling nog eens gepleit voor twee zaken: Jeugdige bromfietsers gelegen heid geven op een zo vroeg mogelijk tijdstip de nodige rij-ervaring op te doen. Dit klemt temeer daar weten schappelijk is vastgesteld, dat niet de leeftijd, maar de rij ervaring bepalend is voor de risico's, die bromfietsers in het verkeer lopen. Meer „leefruimte" voor fiets Tenslotte nog even de tent- en vouwwagens en de kampeerauto's. De eerste zijn licht in gewicht en laag in prijs en vooral voor tent- krmpeerders erg aantrekkelijk. Bo vendien zijn ze gemakkelijker te sle pen. Naast vouwwagens, die een tent produceren zijn er ook met schar nierende. vaste dubbele wanden. Op het kampeerterrein zijn zij van een caravan met vaste opbouw nauwe lijks te onderscheiden. De kampeer auto is als bestelauto geschikt ge maakt voor kamperen. Vooral in Engeland zijn die wagens *rg populair. Er rijden er zo'n 30.000. Tn kampeerwagens mogrn passagiers vorden vervoerd in tegenstelling tot mravans. Men kan de gemakken ervan op de komende R.AX zien. Ze zijn ook van de partij Men mag wel aannemen, dat de tentoonstelling van cara vans in de RAI in haar soort de grootste van Europa is. Zij be slaat alle hallen van het complex (met uitzondering van de Amstelhal) en alle balkons. In totaal nemen 131 exposanten deel uit tien landen. Tezamen tonen zij een dikke vijfhonderd mo dellen: toerwagens, vouwwagens, wooncaravans, kampeer auto's en bagage-aanhangers. De belangstelling voor hun pro- dukten neemt hand over hand toe. Tien jaar geleden bezaten nog slechts tienduizend Nederlanders een caravan. Vorig jaar stonden er al meer dan 100.000 geregistreerd. Toen werden er 20.000 verkocht. En voor dit jaar rekent men er op, dat het verkoopcijfer dicht in de buurt van de 25.000 zal komen. Men vraagt zich dan onmiddellijk af of er bij alle parkeerproblemen in ons kleine landje geen probleem van caravan stalling bijkomt. In de praktijk blijkt dat mee te vallen. De caravan be hoeft immers niet binnen loopaf stand van huis te worden gestald, zodat men bij gespecialiseerde be drijven terecht kan. En die zijn er voldoende. Overdekte stalling voor een nol-male toercaravan is te reali- seren voor een bedrag van tien tot I twintig gulden per maand. De goed koopste toerwagan kost minder dan tweeduizend gulden. Bij de stacara vans moet men voor enkele zeer ex clusieve modellen zelfs meer dan dertigduizend gulden neertellen. En daar tussenin een zee van mogelijk heden teveel om op te noemen. In alle sectoren talrijke noviteiten. Complete nieuwe wagens en wijzi gingen aan in- of exterieur. Het caravan -toerisme neemt snel toe. Daarom is het goed. dat meer nog dan bij voorgaande gelegenhe- den dit jaar aandacht wordt besteed aan voorlichting van bezitters en ad- spirant-kopers van caravans. De A N.W.B. neemt als gebruikelijk een belangrijke plaats in bij het ver strekken van technische en toeris- t'sche gegevens. Een groot aantal andere stands geeft bovendien voor lichting over alle facetten van het „cara vannen", zoals financiering, verzekering, onderhoud en herstel. door Koos Post I Focwa, de in Leiden gevestigde vereniging van ondernemers in het I carrosseriebedrijf. die reeds in over- leg met soortgelijke nationale orga- n< sa-bies in West-Duitsland, Oosten rijk. Zwitserland en Denemarken richtlijnen heeft opgesteld voor be drijven, die zich bezighouden met onderhoud en vooral in het hoog seizoen snelle reparaties van ca- '-avans, tracht thans samen met de zusterorganisaties een internationaal net van caravan-servicebedrijven in West-Europa op te bouwen. Het kan heel simpel. Een Wevo- j vouwwagen, een type dat zich in een groeiende populariteit mag verheu gen. De prijs is 3150, We hebben moeten wennen aan een tweede radtio. En de tweede auto. Zo ook aan het tweede huis. Maar het komt er wel in. Een landhuisje of een opgeknapte boerderij. Of een stacaravan. De goedkoopste op de R.AJ. kost zesduizend gulden. Er zijn er ook van over de twintigdui zend gulden met een berg aan luxe, maar voor die zes mille heeft men ook al redelijk comfort: een keuken tje, bedden voor vijf of misschien zelfs zes personen en wat meubilair. De laatste jaren is de verkoop van stacaravans vrij groot geweest. In woners van de Randstad, die best zo'n tweede huisje in Groningen of Drente wilde neerzetten. Op een kampeerterrein natuurlijk. Enkele gemeenten staan dat niet toe. Zij beschouwen stacaravans als bouwwerken. Maar elders kan men wel terecht. Een belemmering is wel, dat kampeervergunningen slechts geldig zijn tussen 1 april en novem ber. Maar de gemeenten kunnen van die bepaling ontheffing verlenen. Op de R.A.I. zijn enkele voorbeel den te zien van z.g. „twins". Twee lingcaravans. Twee eenheden, die aan elkaar toegevoegd een bunga low vormen van bijvoorbeeld 9 bij 5 meter, compleet met badkamer, rui me zitkamer, slaapkamers en mo derne keuken. Eb* zijn er zelfs bij, die gemakelijk kunnen worden uit gebreid. Groeit het gezin dan plaatst men er nog een eenheid bij Het is een van die bepaalde ont wikkelingen, die men in de caravans kan ontdekken. We zeiden het reeds, er zijn zovele primeurs. Maai- ze te kenen een bepaalde tendens af. Steeds meer waterpompen. Vele tan demassen. Hier en daar al schuif ramen in plaats van -ie bekende steekramen. In enkele duurdere exemplaren reeds centrale verwar ming (meer en meer personen gaan met de caravan naar do wintersport) op gas. En dat in toercaravans, die u teraard het grootste deel van de tentoonstelling uitmaken. Meer dan driekwart van het. geheel. Ze zijn in ri« eerste plaats bedoeld voor mobiel gebruik, al wordt per jaar gemiddeld niet meer dan 4.000 km mee afge legd. Maar velen gebruiken ze daar naast in weekeinden als Stacaravan. De ontwerpers hebben met dat meer voudige gebruik veelal rekening ge houden. De kleinste toerwagens zijn 2iL' tot. 3 meter, die ook door kleine auto's kunnen worden getrokken. Men ziet- ze steeds meer. Maar naar mate het statische gebruik een be langrijker rol gaat spelen, wordt ge zocht naar toerwagens tot een leng te van 4 tot 4j/2 meter. Maar voor een wagen van 414 meter heeft men een auto nodig met een maximum toelaatbaar beladen gewicht van 1600 k lo om op bergtrajecten geen moei lijkheden te krijgen De duurste toercaravan op de RAI is de Tabbert Imperator van f 35.500-, een acht meter lang rijdend luxe hotel-appartement met een grote slaapkamer, inclusief tweeper soons Frans hemelbed. De zwaarste en duurste motorfietsdie op de RAI wordt geëxposeerd, is een Münch Mammuth, een machine van 1200 cc met een vermogen van 88 DIN-pk uit eeji viercilinder NSU-motor. Topsnelheid 210 km per uur, prijs ruim f 11.000. De constructeur, de Westduit ser Münchhad er, alweer een paar jaar geleden, voor de aardigheid drie van gebouwd. Al spoedig moesten er meer komen. Münch ging failliet, maar een Amerikaan, Floyd Clymer, stelde geld en een boerderij in West-Duitsland beschikbaar, zodat Münch toch kon door gaan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1970 | | pagina 20