kunstenaar zoek naar de aat schappij" Picasso's „la Guernica De vermakelijke programmeur de Wilde, (Stedelijk Museum, Amsterdam) Door D. P. v. Wigchcren LITERAIRE KRONIEK door CLARA EGGINK Door André Glavimans LE1DSCH DAGBLAD "PAOiNA 17 alt g«- AG (GPD) Als ik mr. E. de Wilde, directeur van jk Museum in Amsterdam, de vraag stel, wat er ikheid te zeggen valt over de ontwikkeling van de N.kunsten in de jaren zeventig, kijkt hij me eerst wat an, maar dan komen er toch, heel aarzelend gefor- 'icHkele opmerkingen. een beeldende kunstenaar niet meer in zijn eigen hokje wil zitten. Hy is op zoek naar de integratie in de maatschappij op basis van een ver smelting van verschillende kunst vormen. Vandaar dat bijvoorbeeld een Tinguely sculpturen met geluid maakt, dat by voorbeeld de beeldhou wer Carel Visser samenwerkt met de componist Ton Brunei, dat de musi cus Dick Raaymakers en de schil der Peter Struycken samengaan. Er is een man als de danser Koert Stuyf, die met zijn groep op zoek is naar manifestaties, waarop het pubhek kan reageren en waarin het kan meedoen en waarin het op die manier een wezenlijke rol vervult in de realisatie van wat hem voor ogen staat. Met andere woorden: het schot tussen toneel en zaal wordt opgehe ven het schot tussen toneel, mu ziek en beeldende kunsten wordt op geheven het schot tussen kunsten en publiek wordt opgeheven. Het lijkt op het ogenblik anders wel steeds dikker te worden, merk ik op. GERRIT KROL: DE ZIEKTE VAN MIDDLE- TON. Uitg. Em. Querido, Amster- I dam. Sedert ons prominente week blad V.N. wekelyks een ganse bladzyde vol advertenties plaats van de volgende strekking I. Waar kan ik het volslan ke vrouwtje vinden waar ik als 39 jr. gescheiden man, graag enz. enz. II. Charm, gehuwde vrouw 50 jr. 1.53 lang zoekt kennis met een jeugdige aantr. al- leenst. 1. vriendin, slank figuur, enz. enz. kunnen we met de confessiero mans wel ophouden, zal ook de auteur Gerrit Krol gedacht heb ben. Voor ik verder ga, de beide citaten zijn authentiek, hoewel door my bekort. Ik heb deze beide gekozen omdat ze ons ten duidelijkste laten zien waar de ziekte van Middleton mee te maken heeft. Wèl moeten we de ontdekking ervan toeschrijven aan Krol ere wie ere toekomt want reeds op de omslag staat de vrouw die haar naam aan de ziekte heeft mogen geven, in volle glorie afgebeeld. Die glorie nu bestaat uit een hypertrophic van de borst. Niet dat dit feit op zichzelf een verschijnsel is van genoemde ziekte. Als ik Krol goed begrepen heb, bestaat de ziekte van Middleton hieruit dat iemand, een man gewoonlijk, een voorliefde heeft voor dit verschijnsel. En om nu weer te rug te komen op die twee adver tenties ter demonstratiede man uit adv. I heeft blijkbaar slachtoffer van de ziekte van M., terwijl de vrouw uit adv. II dat niet is, integendeel. Nu we weten waar we mee te maken krijgen: met sex die, vanwege het feit dat die tegen woordig gemeengoed i6 en te veel au sérieux genomen wordt, met enige spot behandeld zal worden, kunnen we verder gaan met de ervaringen van de hoofdpersoon uit het boek van Krol. Het is de heer J. J. Pip per. de vermakelijke program meur. In het stuk levensbe schrijving dat wij van hem krij gen, doet hij twee dingen. Hy is veel op reis om computers te uit het leven van het schilders- paar Van Altena en een feestje vertrekt J. J. Pipper, inmiddels van Regina gescheiden, naar Benghazi. Hier ontmoet hy Sa- lomé, een diplomatendochter of een ontwerpster bij een textiel fabriek, wat zou het, of alle bei, maar hy komt niet verder dan dat haar naam hem aan Nietzsche doet denken. De be schouwen wij als een bewijs van zijn belezenheid. Dan telegra feert hy maar om Annie die wel prompt komt, maar na met haar beroemde po po in een schotel met taart te zijn gezet, ook controleren en hij is als lijder van bovengemeld malleur. voort durend op de vrouwenjacht. Een jacht die zich niet altyd op buit in natura, maar ook op plaatjes, foto's en tijdschriften richt. Een korte beschrijving van zijn gangen komt ongeveer hier op neer. Hy is getrouwd. Nau welijks gaat zijn vrouw Regina (foto op blz. 27» even met haar ouders naar Venetië, of Pipper wordt overrompeld door Annie Vogelaar die de hypertrophic weer ergens anders heeft, zie fo to op blz. 29. Na een episode prompt weer vertrekt Verlaten gaat Pipper naar Algiers. De volgende periode Caracas ken merkt zich door een Maria. De ze wordt opgevolgd door Noris Nunez, volgens de foto op bl. 103, iemand van het juiste for maat. Dan komt de tijd dat Pipper een beurs heeft voor de universiteit van Berkeley. Een allerongelukkigste liefde voor de gehuwde Kathy (foto blz. 154 neemt tamelijk veel ruimte in beslag, maar als we dat huise lijk drama achter de rug heb ben, zit Pipper ook alweer in San Francisco, waar Pipper met desastreuze gevolgen een motor bootje gekocht heeft. Hy be zocht ook nog IJsland en an dere plaatsen, maar aangezien de totale tekst hoe langer hoe vol ler en hoe langer hoe ingewik kelder wordt, is er geen opsom men meer aan. De complicaties ontstaan door b.v. allerlei toe voegsels die eigenlijk wel op een rare manier functioneel zyn, maar de ongelukkige lezer toch ook op dwaalsporen leiden Het opstel dat „The Bra Builders" heet en waarin men kan lezen dat „Designing and efficient brassière is very similar to con structing a suspension bridge" past natuurlijk goed by het ver loop van de kwaal, maar de onverhoeds toegediende teke ningen en formules kosten een mens veel kopzorg, want on danks de bijgevoegde verklaring snap ik er nog steeds niets van. Verder zyn er ook vele citaten uit de werken van J. J. Pip- per die in toekomstjaren, 1990 b.v. zullen verschijnen, beter, verschenen zyn. Kort gezegd bestaat dit boek uit een reis ondernomen door het slachtoffer van de ziekte van M. Volgens zyn eigen verklaring op de omslag is dit boek ook nog iets anders: „Dit hele boek is één reeks van spot ternijen ten aanzien van de vrouw, begrijp je wel". Nee, niet helemaal, het lijkt me ook een aaneenschakeling van zelfspot. Gezien de samenstelling als je dit woord nog gebruiken kan van het boek uit allemaal losse stukken in zeer los ver band. ben ik me al lezende een soort computer gaan voelen. Ge lukkig is er een antwoord uit me gekomen al is het dan simpel: de auteur is een geestige vent. Iff er is trouwens niet Voor hem. op zijn nel, systematisch geor- I vel papier met aan een heel fyn, rond (lij kijkt er trouwens kar. Kennelijk heeft [ensteuntje niet nodig, Intig minuten tyd een rama te schetsen van moment, aan het be nieuw decennium, in kunst aan de hand is. Veel. Het boeiendst is dat er soortgelijke 1 in de muziek en in isten gaande zijn en )ubliek daarop enthou- met een houding, die nuzieksoort haar weer kanten in zyn kamer kant van het museum. Jrzon straalt over de "voor het lage raam op achter hem en zet helder licht. Het lykt ■jfect, maar het is het i plaats af is het uit- museumtuin eenvou- Vrwijl we zitten te pra- >ekomst als het ware jen de muur. Achter "m stoomhei de palen k'e Rietveldmuseum de _i Het lawaai maakt af piek moeilijk, tast in de jaren zeven - _jeen beetje of koffiedik «ir. De Wilde. De enige voor een zinnig ant- Bituatie van nu te be- gaan wat er nog niet prikkeling is gekomen. natuurlijk nog een [oe zal het publiek rea- r gebeurt? king tot de jongste moment kun je zeg- alisatie van een idee Jbject aan waarde ver- heeft een steeds gro- jkregen. Dat gaat zelfs t project van een kun- jde machine op een vel |even, even interessant »oide werk. Dat is ove- £isch voor de jaren ze- set hiertoe is al gege- Franse kunstenaar [die in 1962 in Parijs s juist met deze imma- [van uiten als kunste- aiet meer via het m-e xe|ioeilijke zaak is ook de p kunst en techniek jpegroeien. Er is al com- tentoongesteld geweest. Er zijn echter grote moeilijkheden. Een kunstenaar is geen technicus en is dus genoodzaakt, een techni sche man in te schakelen voor de uit voering van zyn ideeën. De taal van het aldus ontstane kunstwerk is dan niet zyn eigen taal. Dat is zelfs by een Rauschenberg heel duidelijk te zien. Deze heeft een ingenieur op dracht moeten geven, om zyn idee te vertalen in de taal van de tech niek. De kunstenaar vindt dus niet zijn eigen taal in de techniek. Ik heb typisch genoeg maar één man ontmoet, die rechtstreeks van een universitaire stude in de tech nologie aan de universiteit van Cali fornia is overgestapt in het kunste naarschap. Dat was Turrel. Maar deze heeft onlangs het kunstenaar schap weer opgegeven en is opnieuw technologie gaan studeren. Ja, in derdaad. een man als Paolozzi die de computer inschakelt bij het maken van grafische kunst, hanteert wel de moderne techniek, maar hij denkt bij zijn werk nog als gra ficus of schilder, niet als technicus. Want het gaat erom, van de tech niek een uitdrukkingsmiddel te ma ken. geen hulpje Visualisering Dan zie je al weer veel, dat zelfs bij de jongste stroming, de concep- tial axri, nu al behoefte komt aan visualisering, waarbij dus de reali satie van de idee belangrijk wordt. Dat hebben de jonge Amerikanen Irving en Wheeler hier al laten zien. Zij zijn trouwens intussen al weer op een andere toer die van de vi suele indruk als uitgangspunt voor het kunstwerk Maar daar kun je toch zo maar niet afstappen? vraag ik. De ï-ealisatie is zeker niet zon der belang. Een tentoonstelling als „losse schroeven" die we vorig jaar in het Stedelijk hebben gehad, ging heel duidelijk in de richting van de conceptial art. De realisatie was by alle deelnemers hieraan belangrijk, voorzover die in Je hoofd een bepaal de gedachtengang kortsloot. Vandaar dat een soortgelijke tentoonstelling in Bern de titel „Live in your head" kreeg. Samenleving Nog een ander aspect speelt ook hier: de toeneiging van de kunste naar naar de samenleving. Alles wat men op straat voor de grote massa wil gaan doen, komt hieruit voort. Daarmee hangt samen het feit, dat Maar het verlangen van de kunstenaars naar contact met de maatschappij wordt al maar groter. Het kunsthuis, waarom zij steeds na drukkelijk vragen, moet niet alleen maar een tentoonstellingsruimte zijn, maar moet een middel worden tot communicatie die door kunste naars wordt geprogrammeerd. Dat is .het succes geweest van instellingen als Paradiso en Fantasio Positie kunstenaars In elk geval gaat het proces door, dat in 1960 inzette: het kunst-metier als ambacht verliest steeds meer aan betekenis. De schilders hebben geen behoefte meer aan het uitleven van hun persoonlijk sentiment. In een stroming als minimal art, waar in banen kleur als nuchtere feiten op het doek staan, wordt die kleur heel bewust als een feitelijkheid vooropgesteld. Hiermee houdt de positie van de kunstenaar inderdaad verband. Hy wil gelijk gezegd niet opgesloten zit ten, maar werken voor de samenle ving. Dat moet nog vorm krijgen en die vorm zal ook gevonden wor den, dat geloof ik vast. Het blijft natuurlijk wel zo. dat de ene per soonlijkheid veel intentiever en meer representatief voor de in de samen leving groeiende gedachtenwereld zal blyken te zijn dan de ander. Dat wordt op het ogenblik in kunste naarskringen nog wel ontkend daar wil men nog een artistiek vol komen gelijke positie voor iedereen hebben maar dat is niet waar De ene mens betekent nu eenmaal meer dan de andere. BRUSSEL (GPD) Picasso's beroemde schildering „La Guernicais enige tijd geleden in het nieuws geweest nadat de directeur van het Museum voor moderne kunst, dat in Ma drid wordt gebouwd, had verklaard dat dit doek eigenlijk in zijn huis moest hangen. Hij verkeerde blijkbaar in de veron derstelling, dat Picasso het dertig vierkante meter grote schil derstuk nog in zijn bezit had. De schilder heeft echter ver klaard dat de regering van de voormalige SpaaJise republiek, aan wie hij het had geschonken, het werk in bruikleen heeft gegeven voor het Museum voor moderne kunst van New York. Het is daarenboven bekend dat Picasso slechts een klein deel van het honorarium heeft gekregendat hij oorspronkelijk had bedongen. Guerlmica is zinnebeeld en beeld van de kleine Spaanse stad. ie on der genei-aal Franco's auspiciën door Goerings luchtmacht werd gebom bardeerd. In juli 1936 was de Spaan se burgeroorlog uitgebroken. Picasso had onmiddellijk de kant van de re publiek gekozen. De regering be noemde hem tot directeur van het Prado-museum. Hij werd daarmee één van degenen, die verantwoorde lijk waren voor het evacuei-en van de kunstwerken .ïaar Genève. Later konden zij onbeschadigd weer naar tal slachtoffers is nooit bekend ge worden. Men schat dat het er meer dan tweeduizend zijn geweest. Guer nica had geen enkel strategisch be lang. Men heeft gezegd dat het bombardement moest dienen om de bevolking van het in handen der re publikeinen zijnde Bilbao, dat werd belegerd door de troepen van Fran co, te intimideren. Een van de oog getuigen van Guernica heeft later ver teld: „Wy waren in de stad toen het bombardement begon. Wij pro beerden de bergen, die Guernica een doek van 3 meter 51 bij 7 me ter 82 overgebracht. De schilder vol tooide het doek begin juli. Middelpunt van de compositie waarvan bijgaande foto is een gewond paard, dat neervalt op een uiteengereten krijgsman, waarvan de hand een gebroken zwaard vasthoudt. Rechts valt een vrouw uit een bran dend huis. terwijl een andere weg loopt. Links, voor een stier, waarvan het lykt alsof hy een arena bin nenkomt, een vrouw met een dood kind in haar armen. Rechts boven het paard is nog een vrouw, die een olielamp in de hand, uit het venster van een brandend huis kijkt. Vlak boven het hoofd van het paard en elektrische lamp. Het werk is in weinige tinten geschilderd, voornamelijk grijs, zwart, oker, hier en daar een bruin accent en fel wit op verscheidene plaatsen. Nooit heeft Picasso uitleg willen geven over zijn motieven en zo is er tot nu twijfel gebleven of de stier symbool is van de Teutoonse ver- woestingsdrang dan wel dat hy de strijdlust van het Spaanse volk moet verbeelden. Het laatste lijkt aanne melijk voor de ..aficionado", die Pi casso altyd is geweest. Het doek is met een slag beroemd geworden. Tienduizenden hebben het bewonderd. Toch is er in 1937 eerst lijn. Op de avond van de 26ste april brachten de avondbladen in grote opmaak het bericht van het bombar dement. Zo rondom half zeven liep hij door de Wilhelmstrasse, de straat van de ministeries in het Berlijn van toen. naar huis. Op het plein voor de rijkskanselarij kon hij de rijweg, die naar de ingang leidde, niet oversteken. Er naderde een mo torordonnans met in de bijzit een militair, die op een trompet blies Dat was in het Berlijn van 1937 het teken dat een auto van een of andere zeer hooggeplaatste in aan tocht was. Direct daarop volgden dan ook twee open auto's. De eerste zat vol officieren van de luchtmacht, tot zelfs op de neergeslagen kap. in de tweede zaten Adolf Hitler met zijn die dag zo zegevierdende lucht- maarschalk Goering in een wit uni form, stijf van de lintjes. Jongeren Met betrekking tot de jongere ge neratie merkt mr. De Wilde nog op, dat er by deze voor alle niet-forme- le zaken, als economische vraagstuk- j ken. techniek, wetenschap, een veel j grotere belangstelling bestaat dan bij de ouderen. Daar leeft op het ogenblik ook de pop-muziek met al wat daarmee samenhangt. Het is een volstrekt nieuw verschijnsel, nog niet eerder in die mate opgetreden, dat de houding van de tieners geïdenti ficeerd wordt met een bepaalde soort muziek. Alles wat vroeger als een soort van aristocratie gold, is nu hard bezig te verdwijnen. Natuurlijk zul len er altyd kunstenaars blyven, die in hun consequentie met betrek king tot de maatschappelijke werke lijkheid zo ver gaan, dat ze voor de grote massa van de mensen moeilijk verstaanbaar blyven. Amerika Nog een aspect van de ontwikke ling vraagt de aandacht, zegt mr. De Wilde dan na enig nadenken. De Amerikaanse kunst heeft na 1960 een belangrijke betekenis voor ons gekregen. Ik voorzie, dat Amerika en Europa in de komende jaren in cul- tureel opzicht steeds meer naar el kaar toe groeien. Als je ziet. wat Amerikaanse kunsthandelaren op het ogenblik als belangrijk naar vo ren schuiven, dan blijkt daaruit, dat de belangstelling voor de Europese kunst stijgt. Er wordt veel meer van de jongste Efuropese kunst getoond dan vijf jaar geleden. Van Oost-Europa valt weinig te zeggen. Van de Sowjet-Unie valt he lemaal niets te verwachten, wel iswaar is er in de randstaten van het oostblok zo hier en daar wat aan de hand, maar Moskou maakt hier in laatste instantie de dienst uit. En dat is niet opwekkend. Machrid worden overgebracht. In januari 1937 graveerde Picasso twee etsen bij een gedicht: Sueno y men- tira de Franco (droom en leugen van Franco), een soort stripverhaal over een nieuwe Malborough, die ten oorlog trekt. In dezelfde tyd vroeg de regering aan Picasso een grote schildering voor het Spaanse pavil joen op de internationale tentoonstel ling van Parijs. Waarschijnlijk heeft de schilder daarvoor wel studies gemaakt, maar het is niet zeker. Bombardement Toen werd 26 apiril 1937, het stadje Guernica in de provincie Bis kaje door de Duitse luchtmacht ge bombardeerd (het eerste massale luchtbombardement. dat Europa meemaakte). Het was marktdag Drie uur en een kwartier vlogen de bommenwerpers af en aan Het aan- omringen, in te vluchten. De vlieg tuigen cirkelden op geringe hoogte en zij mitrailleerden de wegen, die uit de stad leidden. Zy wierpen htm bommen naar de kleine groepen van vluchtelingen, die rondzwierven door het land. De afgelegen boerderijen, waar zij onderdak trachtten te vin- den, werden stelselmatig gebombar- I deerd. I Om zeven uur 's avonds was er van Guernica niets meer over dan een enorme vlammende fakkel in de avondschemering". Diep bewogen Picasso was, zoals de gehele be schaafde wereld, diep onder de in druk van het bombardement. Hij had het thema voor zijn wandschilder- ring gevonden Op 1 mei tekende hy de eerste voorstudies. 9 mei voltooi de hU een schets voor het gehele werk, twee dagen later werd die op ook kiritiek geweest. „Autoriteiten van de Spaanse republiek vonden het helemaal niet mooi. Zij gebruikten uitdrukkingen als anti-sociaal, be lachelijk en „helemaal niet in over eenstemming met de gezonde men taliteit van het proletariaat". Er moet zelfs een ogenblik sprake zyn geweest het weg te nemen, maar de angst voor een internationaal schan daal heeft dat voorkomen. In 1939 werd „La Guernica" ten toongesteld op de Newyorkse wereld tentoonstelling en sedertdien is het werk in de Ver. Staten gebleven. In 1955 hing het verscheidene maanden op de gi-ote Picasso-tentoonstelling In Parijs. Berlijn 193 Voor de schrijver van dit artikel is aan Guernica een herinneiring ver bonden. Hij woonde destijds in Ber- Uw scribent voornoemd stond, zo als dat op een avond in zo'n uitge storven buurt wel eens kan voorko men, moedei-ziel alleen op de rand van het trottoir. Hij dacht: wat moet ik doen? De Hitlergroet breng ik niet. Me omdraaien gaat moei lijkheden geven. In een flits nam hy een besluit: paraplu en kranten drukte hy met de linkerhand tegen de borst, de rechterarm strekte hy latigs het lijf naar beneden en zo maakte hij een. ongetwijfeld uitei-st potsierlijke, hovelingenbuiging. Twee rechterhanden werden voor hem door de beide op geen vyf meter afstand voorbijrijdende patsers, ter hoogte van hun petten gebracht. Hij was er niet gelukkig mee. Het plezier kwam eerst later op de avond, toen hi) het geheel voor de gasten en het gezin van zijn oer-Beiriynse pensioenhou der demonstreerde

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1970 | | pagina 17