Tien punten maximaal Leer combineren )l Een nieuw bus-je f KRYPTOGRAM N m Kom er ACHT-er •f* T H. W. Filarski's bridgerubriek v Pim en Pom Ui 3 3 4 1 1 iTTEN tm flag 17 januari 1970 LETO6CH DAGBLAD PAGINA 19 Lardige vragen over uitkomen, D spelen. U kunt maximaal j en een internationale jury h tevoren over de vraag- jbogen o.a. om de waarde- i te stellen. Haalt u „tien" it uitstekend, „negen" is de rest omlaag als bij een Iport, De „vijf" dus even jde: doet uw best er boven Ri gever, allen kwetsbaar, pa- rijd. I: A63 H93 B102 ÜT Oost één schoppen NZ west twee schoppeneinde, zuid met?? gever, niemand kwetsbaar, (wedstrijd. 9 B102 O A3 4» 87642 oost één ruiten NZ pas- ,ID1 et één harten oost twee west vier Sansatout (azen- oost vijf harten (twee azen) west zes ruiten einde. U start als zuid met?? 3> Oost gever, NZ kwetsbaar, vier- tallenwedstrijd. Zuid heeft B9875 B98743 A4 Jf» - Bieden: oost één schoppen NZ passen voorlopig west drie ruiten oost vier ruiten west vier San satout (azenvraag) oost vijf ruiten west zes ruiten noord en oost passen. Vraag doubleert u als zuid?? 4) U (west) speelt zes Sansatout en er is niets over de vijandelijke kaart- verdeling bekend. In beide handen (west en oost) zijn voldoende en trees. De situatie in ruiten is: WEST OOST OA 10 876 OH54 OW moeten vier van de vijf ruiten slagen maken en mogen er dus slecht één verliezen. Wat is de beste kans, waarbij u mag kiezen in welke hand u aan slag wenst te zijn om te be ginnen?! ANTWOORDEN 1) Tien van de tien juryleden gaven te kennen dat schoppen klem de start is. De rest lijkt te twijfelachtig en kan veel weggeven. Bovendien: een tegenpartij die laag blijft steken, moet het vaak van aftroevers heb ben, dus voorkom die! Beloning: kleine troef 2 punten, klaverboer 1 punt. 2) Met troefaas in handen moet u in principe beginnen met aanvallen. Dus: iets vrij spelen dat anders misschien weg kan. De beste kans hetb u altijd in een kleur waarin u zelf óók wat hebt, dus een kleine schoppen wint de hoofdprijs van 2 punten. Een klavertje vond men 1 punt waard. 3) Doubleren in deze situatie vraagt de partner eigens mee te starten, wat hy gehoord het biedverloop normaliter niet zou doen. Maar het uitkomen in klaver is zeer voor de hand liggend en daarvan moet zuid zijn partner bepaald niet afhouden, dus niet doubleren. Ook als noord met een eventuele singleton harten uit kan komen is dat goed. Het „dou blet" zou een schopenstart forceren en dat is het laatste wat zuid wenst. De neen-zeggers scoren drie punten, de Ja-zeggers een nul. 4) Kleine ruiten uit oost en. als zuid byspeelt, in west de acht (zeven of of zes) leggen biedt de „beste kansen. Verliest n.l. alleen maar, wanneer noord bij een 4:1 verdeling de ne gen sec. heeft. Legt zuid in 6lag 1 ruitenhonneur dan wint west met de heer, daarna ruiten acht en zien wat er by noord komt: is dat een klei ne, dan snijden! Tegen vijf, of vier goede ruiten by noord helpt niets. Beloning: kleine vanuit oost naar de acht geeft 3 punten. Eerst ruitenaas 6pelen en dan eventueel de acht na (of de tien als bij zuid de negen viel) en eventueel snijden over noord is nog wel 2 punten waard. Om te onthouden misschien krygt u eens zoiets! BRIDGEVRAAG In een viertallenwedstrijd krijgen OW deze combinatie in troef (harten) v' 9 A 9 8 5 9 B 7 4 2 Wanneer OW slechts één slag in har ten mogen verhezen, op welke wij- ze(n) moet spelleider west dan spe- len? Gegeven is, dat OW in de bijkleuren voldoende aan slag kunnen komen. I Antwoord elders op deze pagina. men weet dat het moderne schaak thans groten- T i (aseerd is op combinatoire wendingen, is het vanzelf- dat men zich in deze materie dient te bekwamen, wil et wedstrijdschaak niet te ver achter geraken! maken we een reis door en tonen de lezers rkelijke stellingen waarin VA( (tie (de taktiek) hoogtij 1 leerlingen nog de volgeii- VA( ing: denk bij het uitvoe- YA( i combinatie aan drie be min erken. sporen van het idee der atie. urrekenen van de zetten. ;eren van de gevolgen, ezoefrt uitgedrukt dusvondst, en schatting. m ihter van belang over jsie en routine te beschik- eigenschappen ko et naspelen van correcte (partijen) er. wedstrijd- ND! es behoeven niet altijd zijn. In bepaalde stel- nlmen met een combinatie zetten de winst afdwin- (Margate 1937) Aljechin (Londen 1899). Zwart had op g2 ingeslagen. Thans volgt een voltreffer. 1. Ddl-f3ü Dg2 xf3 (Want Tb7hangt), 2. Thl-glt Kg8-h8. 3. Lh6-g7+ Kh8-g8. 4. Lg7x f(i+ Df3-g4, 5 Tgl x 4+ mat. F. MarshallG. Maróczy Wenen 1903. 1. e2-e4 e7-eö. 2. f2-f4 e5xf4, 3. Pbl-c3 g7-gö. 4. Lfl-c4 e5xg4, 5. Pbl-c3 Macdonnell-gambiet, 5 g4 x f3, 6. Ddl x f3 d7-d5. 7. Pc3 x d5 c7-c6? (Momenteel geldt Pc6 voor beter), 8. Pd5xf4 Dd8-f6. 9. c2-c3 Lf8-h6. 10. d2-d4 Pg8-e7?, 11. 0-0 C-0. 0-0. Stelling na 11. 0-0. I 12. Pf4-d5ü (Bijzondei- mooi!), 12. Pe7xd5, 13. Df3xf6 Pd5xf6, 14. Lol x h6 Pb8-d7, 15 Lh6xf8 Kg8 x f8, 16. e4-e5. Zwart, gaf op. Een schaakpartij behoeft niet al tijd uit combinaties te bestaan. Ook strategische partijen bevatten tak- tische wendingen. Strategie en tak tiek zijn weliswaar twee begrippen, maar liggen toch niet zo ver van el kaar! Om te.onthouden ANTWOORD OP BRIDGEVRAAG Voor de meeste spelers is er maar één antwoord: hartenaas slaan en harten na, hopende dat HV sec zit ten. Toch is dat niet de „enige" mo gelijkheid. Indien noord neemt V10 sec heeft, lukt dit: harten vijf voorspelen, noord neemt maar la ter wordt vanuit oost harten boer gespeeld waarmee twee vlie gen in één klap (noords tien en zuid heer) gelijk worden gevangen. Ten slotte is er de kans. dat zuid de har tenheer of hartenvrouw sec heeft: in derdaad moet west nu hartenaas spe len. dan de negen na en op de tien snijden. Wat men precies moet doen, hangt vaak af van biedverloop en uitkomst en is vaak een kwestie van „taxeren". Zeker kan het gebeuren dat het één nog het ander helpt. On langs zag ik west harten vijf voor spelen. noord de zes en oost de ze ven door zuid genomen met harten- vrouw. Later werd uit oost harten boer gespeeld, zuid klein, west sneed en noords harten tien viel! Maar zuid had dan ook één Sansatout ge opend, zodat deze analyse der juiste speelwijze vry voor de hand liggend was. Kwieke oma's Woman schrijft vol bewondering over zes (kwieke) Engelse grootmoe ders die vorig jaar een „expeditie van grootmoeders" organiseerden en tot een goed einde wisten te brengen. De reis die in Londen begon, voerde via Europa en het Middenoosten naar India vanwaar men scheep ging naar Sidney. De reis over land legden de ondernemende grannies (hun leeftijden variëren tussen vier envijftig en tweeënzestig jaar) in twee landrovers af. Gekleed in spij kerbroeken, sliepen ze onder de blo te hemel, kookten en aten in de rus tige vrye natuur en maakten over al vrienden, in Turkije greep de Britse ambassadeur toen hy van hun komst hoorde, naar zijn hoofd met de kreet „oh nee, niet nog meer soesah". Maar de dames hadden hem niet nodig. Hun auto's reden duizenden mijlen zonder pech, afge zien van wat startmoeilijkheden in Iran. „Dat was maar goed ook, want we hadden geen van allen het flauwste idee wat we hadden moeten doen", aldus een van de grootmoeders. Ze zijn „blut maar ge lukkig" in Engeland teruggekomen en adviseren elke huisvrouw, eens een flinke trip te maken al hoeft dat dan niet meteen naar het andere eind van de wereld te zijn. Kom er ACHT-er (azo ui .lapuxtn xea g jfoopsaaprnios do -)i(3(Z99 qun( uba xood 9 lOIUd dO JJ9A g japimos ireA uaoips U9AOq SI 1(09.1 SIA g (99SU9d Z JJ9A 9qrn X Miieuw miieuw doet Pin* en hij geeft Pom in het voor-by-gaan drie kop-jes te-ge lijk. Pom zet er gro-te o-gen van op. Wat krij-gen we nou? vraagt hij. je hebt ze-ker wat uit-ge-haald dat je zo vrien-de- lyk bent. Niks er-van, zegt Pim, niks uit-ge-haald. Maar we moe-ten van-daag héél aar-dig zijn. Ook te-gen me-kaar. Waar om? vraagt Pom, als jij en de men-sen niet ver-ve-lend te-gen mij doen. ben ik al-tijd aar-dig. Maar van-daag moet je nóg aar-di-eer zijn dan an-ders zegt Pim, want van-daag is de vrouw ja-rig. ja-rig? roept Pom, ja-rig? Maar dan moe-ten we haar toch een ka-doo-tje ge-ven! Al toch een ka-doo-tje ge-ven! Als wij ja-rig zyn, krij-gen we al- tyd een ka-doo-tje. Een vlees-je of een vis-je of een din-ge-tje waar je lol mee kunt ma-ken. Vlees-jes en vis-jes en din-ge- tjes waar je lol mee kunt ma ken, kos-ten cent-j es, zegt Pim en waar haalt een kat cent-jes van-daan? Het e-ni-ge wat we dus kun-nen doen in-plaats van een ka-doo-tje is aar-dig zijn. Dat de vrouw zegt: o, o. wat ben ik toch bly dat ik twee zul ke aar-di-ge poe-zen heb! Twee aar-di-ge poe-zen in huis is het mooi-ste ka-doo dat een mens be-den-ken kan. Pom doet zyn o-gen e-ven dicht en denkt na o-ver wat Pim ge-zegd heeft. Dan knikt hij. Je hebt ge-lijk, Pim, ik zal van-daag de aar-dig-ste kat van de we-reld zijn! Mieu-wend en mau-wend en kop aan kop stap pen ze door het huis. O. o, o, zegt Pom tel-kens, wat ben ik een aar-di-ge kat! O. o, o, spint Pim, wat is een mooi-er ka-doo dan een aar-di-ge kat? Het wordt een lied-je. Twee- stem-mig gaan ze het zit-ten zin-gen in de ka-mer waar het he-le-maal naar feest ruikt. Jam-mer dat de vrouw het te druk heeft om het te ho-ren. Ze is in de keu-ken en maakt lek- ke-re hap-jes voor de vi-si-te die straks komt. Nee, Pim, nee. Pom. zegt ze. als Pim en Pom op de drem-pel van de keu-ken ko-men zit-ten om het lied o-ver de aar-di-ge kat te la-ten ho ren., ik heb heus geen tijd. hoor, kom straks maar eens te-rug. Een beet-je sip stap-pen ze weer te-rug naar de ka-mer. Ze be-grijpt het niet, zegt Pim, ze be-grypt niet dat wij een veel mooi-er ka-doo-tje zyn dan al le din-gen die geld kos-ten. Ach, zegt Pom. je moet het je niet zo aan-trek-ken, 't is ook maar een mens. Ja, zegt Pim, dat weet ik, maar tóch, hè. Kijk nou eens naar die ka-doo-tjes die ze ge- kre-gen heeft. Een bos bloe men. O-ver een paar da-gen is het niks meer en gaan ze met de vuil-nis-man mee. Wèg is het ka-doo-tje. En die mooi-e doos cho-co-laad-jes? Hap hap hap en nog eens hap hap hap en weg is het ka-doo-tje. Nee, dan wy. Wij blij-ven al-tyd! Maar dat bus-je niet! zegt Pom, dat bus-je daar gaat niet met de vuil-nis-man mee en het wordt ook niet op-ge-ge-ten. Ze ky-ken al-le-bei naar het nieu we bus-je op de kast by de kop jes. 't Is een mooi bus-je, zegt Pom, het glimt. Pfffffdoet Pim, wat kan dat bus-je wat een kat niet kan? Kan het spin-nen en kop jes ge-ven? Kan het lek-ker soe-zen by de vrouw op schoot? Kan het kunst-jes ma-ken waar ze om la-chen moet? Kan het zwaai-en met zyn staart zo-als jy en ik? Het heeft wel een staart, zegt Pom. kyk maar. Hy wyst naar de glad-de zwar-te staart van het bus-je. Pfff zegt Pim weer. Hy wordt steeds kwaai-er op dat stil-le glim- men-de ding op de kast en gaat er dicht-by zit-ten. Noem je dat een staart, roept hy te-gen Pom, hy kan er niet eens mee zwaai-en of zyn vriend-je dol mee ma-ken. Stil nou, zegt Pom we zou-den toch aar-dig zyn? Te-gen me-kaar en te-gen le der-een? Maar niet te-gen een bus-je met een staart! schreeuwt Pim en zal ik je eens wat zeg-gen? 't Is niet eens een staart, 't Is net zo'n ding als de sche-mer-lamp heeft en de stof-zui-ger. Als je zyn staart in het doos-je in de mum- stopt gaat hy zoe-men of er gaat een licht-je aan. Dat is al-les. Mis-schien gaat dat bus-je wel spin-nen of kop-jes ge-ven of kun-sten ma-ken als je zyn staart in het doos-je in de muur stopt, zegt Pom. O, o, o, had hy dèt maar niet ge-zegd! Pim heeft de staart al beet-ge-pakt en steekt hem in het doos-je in doet het bus-je. Zyn dek-sel wipt om-hoog en een re-gen van brui-ne stof-j es vliegt door de ka-mer. O, o. o, hou op. Hou op, roept Pom, het re-gent kof-fie! Pim, Pim! Al-les komt er-on der! Het is al te laat. Al-les is be- dor-ven. De keu-ri-ge ka-mer is een gro-te troep. De vrouw heeft kleur-tjes op haar wan gen van kwaad-heid als ze ziet wat er ge-beurd is. Kon-den jul-lie weer niet met je poot-jes van mijn mooi-e kof-fie-ma-chi- ne af-bly-ven! roept ze, weg, feg, na-re beesten! Ik wil je niet meer zien. Maar we wil den juist aar-dig zyn! roept Pim, we wil-den je la-ten zien dat wy een veel leu-ker ka- doo-tje zyn dan zo'n bus-je. Po-beer het maar niet uit te leg-gen, Pim, zegt Pom als ze zyn weg-ge-kro-pen on-der de kast, ze be-grypt het toch niet. MIES BOUHU38 f Keres 1Db4?? maakte de partij Zwart gaf het olgen: 2Txd7, (8+ mat. Lee ge- uit op 3. jl miljoen jaar geleden sekatten of Chimaera's der aarde. Fossielen be ng voordat slangen, in- ïls onze planeet bevolk- auriërs kwamen pas on- diljoen jaar later. Men og 25 soorten van deze verwante kraakbeenvis- er nog byna net zo uit jaren geleden. Maar somstand igheden zy gend op grote diepten zyn voor hen sedert fijwel dezelfde gebleven, onderzoekingsschip van 'dsrepubliek „Water Her talryke zeekatten mee zoölogen zijn deze een archaïsche interessante stu- zeggen gevende lalryk Poor z, tri van Kunt u de acht afwijkingen in de beide bovenstaande tekeningen vinden? De juiste oplossing vindt u elders op deze pagina. 7. en lenig dat deze alleenstaande is! i 8. heeft u ook een vete gehad om deze hefboom? I 13. het is teleurstellend zoals hy by de neus wordt genomen OPLOSSING VORIGE PUZZEL nr J 0 -]£ E 0' 0 1 i p AjR A B E UBk 0 R It j N s ■k L T 0 z L Ofs IT al a e_B l E IN IT E Be n g; g s A Bk ma gF 1 e kik e a efl AlfL B< F m aja N| A nTkIe r n 0 0 T p si t||£ B- Tj E A a t B Ei R eis E|R V 1 T R 0 e N E II R e 0 T [a 0 N N De eerste prijs van f 10,- ging deze keer naar de heer Jac. Kuiper, j Hondsdijk 23, Koudekerk aan den Rynde tweede prys van f 7,50 naar j de heer D. Privé, L. Raamsteeg 57; Leiden, de pryfzen van f 5,- vielen ten deel aan mevrouw L. Steenbergen, Valeriusstraat 13, Leiden en de heer J. Rynsburger. Meidoornstraat 6, Leiderdorp. De prijzen zullen aan de winnaars (es) worden toegezonden. 14. een toneelstuk heeft er mins tens één 15. daar moet u de natuur zoeken 17. wat doet deze duitse „oude" nu in de Hoge Raad? Gewichthef fen soms? 20. de bespieder onthoofd, komt op het schaakbord terecht 21. een doopmoeder 100cm 22. stop maar 5 in deze grondsoort en u komt niets te kort 27. deze misere is te danken aan 69 cm lichaamsdeel 28. schryfgerei en dan thee geven een tegenhanger Vertikaal: 1. speel tafeltennis tezamen met 2 2. met 1 slechts 1 letter verschil 3. het uurwerk is voor 3 4 eigendom van de etensbereider 4. de zanggroep terug in de walm? 5. als u zich met deze windrichting verbindt, komt u zeker in deze streek terecht 6. altyd als in de stad 9. een vogeltje met gereedschap achter zich aan kan het brengen tot prairlepaard 10. de vogelsnavel van een merk voorzien en dan bezichtigen 11. als men dit familielid in de win kel heeft, raakt men haar niet gemakkeiyk kwyt 12. 0, karton genoeg op ons bureau 18. een mooie „pastel" kleur aan brengen met het tempermes 19. hebben ze in de hoofdstad van Laconië zoveel babbeltjes? 23. het klinkt net of dit wltvisje ver heugd is 24. dit mondwater smaakt als lood 25. een niet opgaande deling, geeft dit 26. zet u de vracht maar by de stal Oplossing onder het motto KRYP TOGRAM dienen voor woensdag a s. te 9 uur v.m. in het bezit te zyn van de redactie van het Leidsch Dagblad. Witte Singel 1. Leiden, wy stellen vier pry zen beschikbaar: één >van f 10, één van f 7,50 en twee van elk f 5. Alleen abonnees kunnen mee dingen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1970 | | pagina 19