tot Van volkstoneel Belijdenis van een communard een galerie Veg naar de nabije toekomst LEKKER BROOD dusseibloem Bezoek aan Leidse commune in Groenesteeg wel uit Gehecht Schouwburg-directeur Van Dam zoekt het Tijd bestaat niel Politie Elders lENSDAG 31 DECEMBER 1969 PAGINA 3 (Door Pieter van de Vliet LEIDEN Omdat ze weten hoe de anderen denken, wordt er niet veel gezegd in de commune aan de Leidse Groene steegEn omdat tijd er niet als belangrijk wordt ervarenis er alle tijd om met weinig woorden veel gedachten over te brengen, zodat er veel tijd overschiet om te relaxen. En relaxen is nodig om jezelf beter te leren kennen en daar door de anderen. Vriendelijk luisteren de drie aanwezige communards naar de stroom van vragen die ik over hen uitstort. Er komt sporadisch een antwoord. Na een klein uur begrijp ik pas dat dit hun taal niet is. Ik vraag minder en krijg meer antwoorden. Na twee uur zitten we geza menlijk naar de lanzaam neer dalende sneeuwvlokken te kij ken. De beat- en soulklanken die van de zolder neerdalen op het ontspannen gezelschap en het verre geroezemt *s van het verkeer kunnen geen afbreuk doen aan de stilte die na mijn onaangekondigde bezoek is te ruggekeerd. De kachel staat op z'n hoogst maar kan het vertrek niet verwarmen. Toch heeft nie mand het koud. „Ik zit altijd goed. Het tttaakt niet uit waar je zit en hoe je zit. of het koud of warm is, aat of droog. Je zit immers met je zelf Dick, in kleermakers zit op een van ruwe planken vervaardigde bank. borduurt nog steeds. De motieven heeft hij met ruwe potloodstrepen op het grof linnen hemd aangebracht. Het hemd zette hy in elkaar met behulp van een ouderwetse naaimachine, die nu werkeloos te midden van een stapel kleu rige lappen op een grote plank staat. „Mensen maken steeds min der omdat er steeds meer te koop is. Dat is jammer. Ze zeg gen: ik kan het niet zelf ma ken. of ik heb er geen tijd voor. Mensen kunnen alles, maar de meesten weten het niet meer. Ik vind het fyn om dingen te maken. Niet omdat ik ze graag wil verkopen, of omdat ik het wil houden, maar omdat ik het maken fyn vind". Hij schudt zijn fraaie zwarte manen en kijkt me onderzoekend aan. Als hij ziet dat ik lach, lacht hij ook. Als de dingen zouden worden ontluisterd, zouden de mensen luisterrijker wor den. Bedoelt hij dat? „Als de massa-dingen zouden worden ontluisterd Als je dingen zélf maakt, krygen ze een ziel. Een huis dat je door een binnenhuisarchitect laat inrichten. 1 y k t alleen maar mooi. Maar het i s niet mooi. Want dat huis heeft geen ziel". Mode. „Ik lees al twee jaar geen kranten meer. Maar ik weet dat er nog steeds mode-pagi na's in staan. Je zou een hoop ruimte uitsparen als die pagi na's er niet waren. Mode is ex ploitatie van de creativiteit van een enkeling. Terwyl toch ieder een creatief is en best z'n eigen kleren zou kunnen maken. Het gaat om de mens, niet om de dingen". Er komen meer voorbeelden van exploitatie van creativiteit, waardoor de creativiteit van het individu wordt gesmoord. ..Wie goed muziek kan maken, wie grappig is Ze worden byna allemaal geëxploiteerd". Bezit. „Je neemt wat je nodig hebt en je geeft wat je hebt. Daar wordt in de commune niet eens over gepraat. Dat is gewoon zo. Nee, niemand neemt te veel. Als iemand veel neemt, zal-ie wel veel nodig hebben". Dick vertelt dat hij op de Ko ninklijke Academie van Beel dende Kunst in Den Haag heeft gezeten. „Ik ben er weg gegaan omdat ik het niet meer zo zag zitten. Er zou in elk lo kaal een leraar moeten zyn, zo dat je kan kiezen. Ik kan niet werken volgens lesroosters. Toch schilder ik nog steeds. Ik geef m'n werk weg aan mensen die het mooi vinden. Misschien komt het eens zo ver dat ik het kan verkopen. Ik verkoop niet als het niet nodig is. Maar als je erge honger hebt En zo lang je nog niet bij iedereen aan kunt kloppen voor een hap eten De kleren en de sie raden die ik maak, verkoop ik ook. De opbrengst is voor de commune". In sommige communes dragen ze eikaars kleren. „Ik leen ook wel eens wat uit. Maar er zijn toch kleren, waaraan ik ben gehecht. Ik vind ze gewoon lekker, ze zitten fijn. Die wil ik toch wel graag weer terugzien". Er staat hier meubilair. „Het staat prettig, maar het hoeft niet. Een kussen is wel eens fijn om op te zitten. Maar LEIDEN Op een dag als daag is het gebruikelijk te '.ken in de trant van „wegen, ons naar de toekomst leiden" terlijk en dan voor de nabije mist geldt dit voor de op de i LD/Holvastin beeld ge- chte weg .De aannemer heeft aan het bestek gehouden, voorschrijft, dat de tweede n van de weg over het Schut I veld vóór het einde van dit a voorbije jaar gereed moet zijn. Welisivaar gaat het verkeer tussen Rijnsburgerrotonde (voor- grond) en Willem de Zwijgerbrug nog over één baan, maar het wegdek van de tweede baan is klaar. Men is in het stadium van afwerking. Behalve de ingebruikneming van deze complete royale verbin ding brengt het komend jaar de aanpassing van de Rijnsburger rotonde aan de nieuwe verkeers situatie, waarbij van belang is de verandering in het bijna afgelo- het verkeer met verkeerslichten pen jaar van de weg tussen Valk- j overheen zal worden geloodst, brug en rotonde van éénrichting- Daarna wacht in de verdere toe- in een tweerichtingsbaan. De ro- j komst de aanpassing van het tonde wordt een „stuiver", waar I Stationsplein. ADVERTENTIE Hogewoerd 128, Leiden LEIDEN Sinds 1 november van dit jaar heeft de aloude Leidse schouwburg een echte directeur. Bezige (kunst)bij W. van Dam is nog druk doende zich te oriënteren, maar hij ziet 1970 onbezorgd tegemoet. Hij is bezig om zich te oriënteren en links en rechts voert hij daarvoor gesprekken. Met Prova- dya?, de BBK en K. en O. in Leiden bijvoorbeeld. En met cul turele ambtenaren in Alphen, Lisse, Katwijk en Voorschoten. Daamaast is Van Dam („Ik fo- i rens vanuit Den Haag-zuid west vaak overdag én 's avonds naar Leiden en terug"i zich uiterst actief aan het bemoeien met de noodzakelyke repa raties aan de schouwburg. Op zijn kamer ploft de gaskachel als eerste vertoon van die o zo noodzakelyke reconstructie van Leidens tempel der Muzen. Het gebouw is sinds kort eigndom van de gemeente en hoe arm Leiden ook is, de schouwburg moet gerepareerd Van Dam met een verontschuldi ging aan de theaterbezoekers: „Eerst moet de toneelvloer worden opge knapt en daarna de kap en het to neelhuis. Anders krijgen we eenvou dig geen bespelers meer. De gezel schappen willen wel naar Lelden ko men, maar dan moet er echt iets aan de toneelaccommodatie ge beuren". Goed, dat zal gebeuren; en daarna? .Dan komt de verbouwing van de zaal en den entree aan de orde". Een zaak die de heer Van Dam na aan het hart ligt, is het aantrek ken van nieuw publiek voor de schouwburg Hy zou de leden van K. O. niet willen missen, geen dag, maar daarnaast is er volgens hem nog zo veel meer te doen, voor zoveel ande re mensen Maar hoe bereik je een nieuw publiek? De heer Van Dam blijkt niet voor één gat te vangen: „We gaan in een groot aantal gemeenten Boe renleenbanken inschakelen, waar men schouwburgkaarten kan kopen via een bennensysteem". Voor de term totaaltheater, zoals gebruikt door tal van avant-gardisten schrikt de jonge directeur evenmin terug. „Ik denk aan een serie modem experimenteel theater, waarbij het Creatief Centrum zou kunnen wor den ingeschakeld. Daarbij valt ook te denken aan samenwerking met het Mickery theater in Loenersloot en het Internationaal Theater Insti tuut uit Den Haag. Zy hebben over al contacten zitten, ook op het ge bied van de avantgarde en 't experi ment. Ik kan me een avond voor stellen met dichters die uit eigen werk voorlezen, afgewisseld door sl- tarspel Daar kun je samenspelen met Provadya? Nee, popconcerten wordt wat te veel van het goede voor dit gebouw, lijkt me. Daar zijn wel andere gele genheden voor". Maar nog is de heer Van Dam niet uitgedacht. In het kader van nevenactiviteiten zou hij ook voelen voor tentoonstellingen in samenwer king met de BBK". Je hebt de mo gelijkheid eigentijds werk in de schouwburg op te hangen en je zou er zelfs aan kunnen denken, om dat te gaan verkopen. Dan wordt de schouwburg tevens een galerie". W. VAN DAM bezige (kunst)bij (Foto LD/Holvast> Propaganda Dat is dan de progressieve toer. Maar de heer Van Dam wil eigenlijk een zo breed mogelijk repertoire in de Jaren zeventig in de schouwburg neerzetten „Ik denk aan uitbreiding van het volkstoneel, aan Beppie Nooy en Willem Goossens, naast het stimuleren van experimenten". Een en ander zal er wel toe leiden dat er ook meer propaganda ge maakt moet worden, opdat de schouwburg een voortdurende be kendheid geniet. Agenda en programma van schouw burgdirecteur Van Dam zien er voor lopig vol genoeg uit. Hij verheft zich uit een zeer zachte zetel en mom pelt voor zichzelf uit: „En aan, ho« benader Je de scholen? Ja. hoe pak je die Ik moet ook nog mijn weg vinden in de studentenwereld. Daar zit toen ook een fors publiek. Enfin, ik zoek het wel uit zonder kussens gaat het ook. Die kachel brandt niet hard. maar zonder kachel gaat het ook. Te veel warmte is heel on gezond". Hoe staat het met de privacy? „De meesten hebben er geen behoefte aan. Ik kan studeren als er anderen by zijn. Maar er is ruimte om je terug te trek ken als je dat wilt". Er was in jullie com mune een kind van drie jaar. Is dat er niet meer? „Het meisje gaat met haar kind naar Amsterdam. Ze gaat op een kamer wonen voor lopig. Later gaat ze misschien weer in een commune. Of dat echt gebeurt, kun je van te voren niet zeggen. Ik weet ook niet wat ik morgen ga doen." Veel communes misluk ken. Waarom? „Misschien waren het nog geen communes. Misschien wilden ze er te graag een com mune van maken. En een com mune is er of ze is er niet. Als je allerlei regels gaat opstel len Een commune voel je, beleef je. Het heeft niets met het aantal te maken of met het huis. Elk gezin zou een com mune kunnen zyn. Veel mensen zouden best graag in commu nes willen wonen, geloof ik. Misschien durven ze niet. Veel mensen zouden elkaar willen ontmoeten, maar vaak ligt de nadruk te veel op het moeten, dus ont-moeten. In een echte commune ontmoet je elkaar zonder dat de nadruk op moe ten ligt. Wy hadden elkaar al ontmoet voordat we een com mune vormden. We zyn alle maal omstreeks de twintig. Met té jonge mensen zou het waarschijnlijk niet gaan; ze zouden te hoge eisen stellen. Met oudere mensen zie ik het ook nog niet zo zitten; het is mogelijk dat ze al te veel vast geroest zijn. Dan wordt het wel moeilyk". Het samenstellen van de maaltijden, de boodschap pen. „Dat is geen punt. Je vraagt: ga jij boodschappen doen of zal ik het doen? Iedereen lust alles. Er zijn geen vaste tyden waar op we eten. Het kan vijf uur, negen uur of tien uur worden. Niemand kykt op een horloge. Tijd bestaat immers niet. Als de zon opgaat, begint een nieu we dag. Dat is fijn". Waarom is het meisje met het kind weggegaan? „Je gaat weg als je wilt gaan. Ruzie bestaat niet. Misschien komt er weer een ander kind, misschien wel twee. Je weet het niet. Kinderen zijn fijn. Het zou wel goed zyn als er wat meer kinderen in een commune waren, voor de kinderen dan". Jan zegt: .Mensen zijn kin deren. Ze weten het soms al leen niet meer. Of ze willen het niet weten. Jammer dat van de meeste kinderen al zo gauw strebers worden gemaakt. Zo van: Jantje kan het ook. dus jij moet het ook kunnen. Waar om?" Tegen en verslaggeefster van de Haagse Post zei moeder Willy Rotteveel: „Het is juist erg goed voor een kind om di verse ouders te hebben. Dat is veel beter dan een vader die overdag weg is en een moeder die zich er niet altijd mee kan bemoeien." Jan zegt het jammer te vin den dat het kind weg is. Hü vond het leuk om er mee te spe len. Het kind zelf ook, zeggen de anderen. Seks. Er wordt fijntjes gelachen. Het is een vraag die journalis ten steevast stellen. Vrije seks is geen beginsel in deze com mune. Er zijn trouwens nauwe lijks beginselen. Dick: „Seks is geen consump tie-artikel. Wel is waar dat veel man-vrouw verhoudingen te veel op bezit zyn geënt. Wat vaak blijkt bij het „afwikkelen" van echtschei dingen zo in de trant van: die radio is voor jou. maar dan moet ik de televisie heb ben? „Dat is inderaad een uit vloeisel van de bezitsverhou ding in zo'n huwelyk. Maar toch geloof ik in één paar, dus één man en één vrouw, samen. Op een bepaald moment dan. Op een bepaald moment kan seks de ontmoetingen verhevi gen, verdiepen. Er schijnen veel slechte huwelijken te zijn. .Misschien komt dat door dat de partners te veel aan zich zelf denken. In een commune krijg je de kans jezelf en ande ren te leren kennen. Dat moet je niet willen dat moet gewoon zo z ij n". Bezoek Er wordt licht gegniffeld. „We hebben gisteravond de politie op bezoek gehad. Ze zei den dat ze kwamen kijken naar weggelopen meisjes. Weggelo pen meisjes zijn overal. Er wa ren geen weggelopen meisjes. Die politiemannen hadden hun neusgaten wijd open. Hasj en zo. Van de hoofdcommissaris mag er gerookt worden. HU heeft zelf gezegd: ze roken maar als er maar niemand last van heeft. En toch komt de po litie hier zomaar binnen. Hoe kan dat nou?" Worden ze geaccepteerd door de buurt? „We merken niets van de mensen. Ze merken niets van ons". Dat klopt. Tot driemaal toe vroeg ik in het steegje aan mensen of ze wisten waar de commune was. Ze reageerden vaag. „Daar, geloof ik". En dan wezen ze een huis aan waar de commune bepaald niet zit. Was het moeilijk een huis te vinden? Ze knikken. „Eigenlyk wo nen we hier niet." Het huis is duidelyk te klein. Er wonen acht mensen, van wie twee meisjes. Maar de commune be staat uit een man of twintig. De rest woont op kamers en komt geregeld langs. Het aan tal en de samenstelling van deze commune veranderen vrij geregeld. Dick: „Het zou zo moeten zUn dat je de mogelykheid hebt een andere commune op te zoe ken en daar in te trekken als het jou en de anderen bevalt. Er zUn nog te weinig moge- lijkheden". Ze vinden het dan ook een goed initiatief van de gemeen te Utrecht om in een aantal van de 183 experimentele flats, die sinds kort in Over- vecht-Noord in aanbouw zUn, woonvormen in communever- band mogelyk te maken. Zo goed als het bi de Leidse commune schijnt te gaan, gaat het bepaald niet overal. De commune in Utrecht, die veelvuldig in de publiciteit kwam, heeft „in terne moeilijkheden." Dick: „Toen ik die foto van de Utrechtse commune zag, wist ik al dat het niet lekker zat. Waarom? Het ant woord blyft hU aanvankelUk schuldig. Dan zegt hU.Mis schien was het wel het sfeer tje Jan staat voor het eerst tij dens het gesprek op. zet de poes op de grond, loopt naar het raam en zegt: „Kyken of de sneeuw blyft liggen". De sneeuw blyft niet liggen. De straat is koud en nat en somber.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1969 | | pagina 3