„Waarom reageren we niet slagvaardiger en moderner?" Metamorfose „Mijn plaats is naast mijn en blij Ttf volk" Televisie vervangt Om - Span jes rode hertogin FREULE WTTEWAAL VAN STOETWEGEN OVER GEDRAG EN WANGEDRAG, VROEGER, NU EN LATER ,.Heel streng Moederlijke PAGINA 8 LEIDSCH DAGBLAD DEN HAAG (GPD) In haar boudoir achtige flat aan de zeer Haagse Laan van Meerdervoort zegt freule mr. C. W. J. Wtte- waal Van Stoetwegen: „We zijn in onze ge dragingen sinds de tweede wereldoorlog veel losser geworden. In die ontwikkeling zie ik niet zo gauw verandering komen. Door de welvaart van nu zijn wij zo veeleisend gewor den. We willen zo veel, dat we er zelf haast niet meer tegenop kunnen. Natuurlijk, wel vaart is prachtig en ik ben blij, dat vooral oudere mensen daar nu wat meer de vruchten van plukken. Maar ik vraag me af, of we met die welvaart wel voldoende raad weten. We Ze vertelt van vroeger, toen zij met nog vijf broers en zusters in Oostburg woonde, waar haar vader inspecteur van de belasting was. „Ik ben streng christelijk opgevoed, heel streng geloof ik wel. Dat was in die tijd in de meeste gezinnen zo. De goede manieren werden er inge- fitan en gehoorzaamheid stond bovenaan." hebben een vijfdaagse werkweek en hoe vaak zie je niet, dat de langere vrije tijd wordt ge bruikt voor herrieschoppen en dat zondags het weekloon van vrijdag al weer op is. Er zijn veel mensen, die zich op de rug van de welvaart dingen veroorloven die eigenlijk niet kunnen". „Wèl heb ik zo'n idee, dat we nu door een bepaalde periode heengaan en dat we in 1980 zullen zeggen: het is toch heel anders uitge pakt, dan we toen dachten. Het kan heel goed zijn dat we dan denken: ,,'t was toch een ben de in 1970". Wie in Nederland over .de freule'' spreekt, kan daarmee alleen maar bedoelen jkvr. mr. C W I. Wttewaall van Stoetwe gen. op 1 januari 1901 geboren in Amsterdam en sinds 20 no vember 1945 lid van de Tweede Kamer. Toen zü hoorde dat het thema van het interview zou zijn „ge drag en wangedrag, vroeger, nu en in de jaren zeventig," rea geerde zij wat teleurgesteld. „Als het nou over politiek zou ?aan maar gedrag en wan- redrag. wat moet ik daar nou mee? Dan zeggen ze: heb je weer zo'n ouwe tante, die het zo goed weet." niet vragen. Albert mag niet vra gen." Zo bereikte hij zijn doel natuur lijk toch." Ze lacht bii de herinnering en zegt dan: „Als je daar tegenover de hoge eisen ziet die de kinderen nu stollen, ik bedoel met sinterklaasca deaus en dergelijke Spijt over haar jeugd heeft zij niet. „Later ben je zelfs dankbaar voor zo'n opvoeding, ook al heb je er als kind onder gezucht. Dacht je, dat wij in onze tijd je en jij tegen onze ouders konden zeggen? Toch vind ik dat van nu wel aardig hoor. het is vertrouwelijker." „Zo sta ik er ook 150 procent ach ter, dat kinderen tijdig worden voor gelicht. In mijn tijd was het zo. ook al wist je het een en ander, bijvoor beeld van een schoolvriendin, dat je het nodig vond onwetendheid te spe len. Je durfde er gewoon niet voor uit te komen dat je het wist." „Ik herinner me nog goed. dat een goede vriendin op school eens aan me vroeg: Kom je straks bij ons koffie drinken, want Je moeder heeft hoofdpijn. Nou, mijn moeder had nooit hoofdpijn, dus wist ik dat er een broertje of zusje zou komen. Maar ik paste er wel voor op dit te zeggen, zoiets deed Je gewoonweg niet." Komt wel in orde ..Dat de kinderen van nu zo an ders zijn betekent meestal alleen in de Kamer wordt steeds meer ge- maar dan hoef je nog niet alles te zeggen Dat is gewoon niet nodig." On veiligheid De onveiligheid op straat? „Ik ben heel blij met ra"n flatje in het centrum van Den Haag, vlak bij het Ka mei-gebouw. Ik zou toch 's avonds om 12 uur niet meer al leen naar huis durven als ik in een van de buitenwijken zou wonen. Straatroverijen komen nogal eens voor. net zoals bankovervallen. Daar heb je misschien ook een goed voorbeeld van wangedr;.g als gevolg van onze toenemende welvaart; on- Daarvoor is het dagelijks leven te enerverend geworden en raken we steeds heviger en sneller geïrriteerd. Wèl verwacht ze Jat de verkeers veiligheid desondanks groter zal wor den. „Nu zijn onze steden en wegen niet aan het verkeer aangepast, maar daar zal steeds meer verbete ring in komen. Dat moet wel. Be langrijker is, dat naar mijn mening op het ogenblik de meeste men sen te laat in hun leven met autorijden zijn begonnen. Die groep zal steeds meer worden vervan gen door de mensen die al op 18- jarige leeftijd aan het verkeer zijn gaan deelnemen. De jongens en meis- ze moderne mobiliteit is er nl. voor jes. die op het ogenblik leren auto een groot deel de schuld van. Ik i rilden zoals wii vroeger leerden fiet- „Die gehoorzaamheid, onvoor waardelijke gehoorzaamheid, dat was voor de kinderen in mijn jeugd punt één. Dat is nu wel een beetje maar winst. Zij krijgen nu ook veel anders geworden. Zaterdags moch- meer kans zich te ontplooien en dat ten wij met het meisje mee bood- is goed. Soms slaat dat dan wel een schappen doen. Het leuke daarvan beetje te ver door, maar dat komt was natuurlijk, dat Je overal iets te wel weer in orde", snoepen kreeg. Maar j e mocht al- i Ze noemt een voorbeeld, waaruit leen mee als je het versje van de blijkt dat ons gedrag zoveel zondagschool voor de volgende dag 1 is geworden, kende, anders kon Je thuisblijven." „Dacht je, dat toen ik 24 jaar interrumpeerd. Volgens mij is dat me eens laten vertellen dat het sen. Zij zullen zich veel aangepaster soms ook wel een beetje agentje pesten, casu quo miraistertje pes ten". „Als voorzitter van de Kamer valt het soms niet mee. Je moet op het scherp van het mes balanceren en er voor zorgen dat je eerlijk blijft, dat iedereen dezelfde kans krijgt om te zeggen wat hij of zij op toenemen van de misdadigheid voor het verkeer gedragen" een flink deel op rekening van de bromfiets moet worden geschreven. Uit de steden komt men zo makke- UVP1 (It SV(?11 lijker op het platteland om er iets van zijn gading te vinden en is in een oogwenk weer verdwenen. Met zo'n ding ben je immers zo uit de vopten. Bovendien kan iedereen het hart heeft. Dat kost wel eens die 18 jaar is tegenwoordig in een moeite. Je hebt in alle fracties aar- autorijden en velen doen het ook. Je dige mensen en mispunten". koopt voor zeven tientjes een Fordje. „Ik vind. dat in de Tweede Ka- hoe gammel het ook mag zijn. en mer de goede manieren gehand- dan kan je alle kanten uit. Het aan- haafd moeten worden. Wat ik zo tal bankovervallen zal niet minder merkwaardig vind: normaal spre- worden. Wü z«n zo'n klein landje, de ken de „geachte afgevaardigden" in grenzen zijn vlak bü -na een overval de Kamer tegen de voorzitter. Tot ben je zo weg". ze gaan interrumperen. Dan richten In het verkeer van vandaag sig naleert freule Van Stoetwegen een „En je mocht n atuurlijk vooral niets vragen. Ik herinner me uit die tijd dat mijn broer Albert die nu zelf ook al in de zestig is en veertig jaar in Amerika woont eens in een winkel om een snoepje had ge vraagd. Mijn moeder, die misschien nog wel strenger was dan mün va der, gaf hem toen duidelijk te ver staan dat hy niet meer mee zou mo gen als hij weer zou vragen. De vol gende keer bleef Albert in een win kel net zo lang dralen tot wij vroe gen. wat er was. En hü: ..Ik mag geleden in de Kamer kwam het werd toegestaan dat een van de le den op de rand van een bank ging zitten? Moet je nu komen, dat ge beurt nu om de haverklap". De freule is voor de CHU lid van de Tweede Kamer sinds 20 novem ber 1945. De laatste jaren is zü ook lid van het presidium van de Ka mer en fungeert af en toe als voor zitter. „Het is een kwestie van normale beleefdheid dat je iemand die aan het woord is, laat uitspreken. Maar zij zich plotseling rechtstreeks tot de betrokken minister en is het „ex cellentie" voor en „excellentie" na. Het lijkt dan wel alsof er ineens geen voorzitter meer bestaat. Dat is eigenlijk onjuist en dat heb ik wel eens gezegd ook. „Hier spreekt men tot de voorzitter", zei ik. En toen was het natuurlijk „O, pardon". We praten over uitingen van ge- I drag of wangedrag in het dagelijkse leven, bijvoorbeeld zoals dat blijkt uit het woordgebruik. Ook hierin ziet de freule een voorbeeld van een losser gedrag. „Ik merk het aan mezelf. Een woord als .mieters" kwam vroe ger eenvoudig niet te pas. nu zullen er nog maar weinig mensen over vallen. En dacht je. dat ik een uit drukking als „dat is toch bezopen", die me nu wel eens wil ontvallen, vroeger ooit zou hebben durven ge bruiken?" Ze zegt te vinden dat zij eigenlijk een dergelijke uitdrukking ook nu nog niet in de mond zou moeten ne men. „Zo praat iedereen tegenwoordig ook net zo gemakkelijk over „naar bed gaan met elkaar", dat blijkt wel een normaal spraakgebruik gewor den. Ik hoorde het laatst nog via de radio. Vijftien jaar geleden zou die uit drukking nog 'n schok hebben veroor zaakt en als ik haar zelf zou heb ben gebruikt zou m'n familie hebben gevraagd of ik nop, wel goed bij mijn hoofd was. Dit soort vindt ik op het ogenblik wel een beetje te ver gaan. Je kunt wel alles weten, grote mate van ongedisciplineerd heid, die volgens haar als mentall- Van de jeugd naar het protest is maar een kleine stap. De freule is met de huidige vormen van protest niet zonder meer gelukkig. „Het gedrag van de studenten bij voorbeeld vind ik vaak over dreven. Meer inspraak willen ze. ja. maar heeft een hoogleraar niet ge woon het goede recht om college te geven, mag ook hü inspraak heb ben? Die andere kant wordt zo vaak vergeten, vind ik". „Er moet inderdaad veel veran derd worden. De grote toevloed van studenten heeft in ons onderwijsbe stel grote problemen veroorzaakt. Maar je hoeft toch niet onhebbelük te worden om te protesteren? De stu- ter stonden, op zyn tafel gingen zit ten. uit zyn glas dronken die vind ik veel te ver gaan. Zoiets is onhebbelyk en daarmee bereik je ook niets". De schuld ligt overigens niet al leen bij de jongeren, zegt ze. „Weet je wat de pest is? Het hele democra- I tische systeem vermoorden we op het ogenblik zelf. Dat is mün grote zorg. Wjj houden bijvoorbeeld -- ook in de Kamer veel te lan ge verhalen, alles moet tot op de bodem en tot in het kleinste detail worden uitgediept. Voor jonge men sen is dat toch een farce. En dan teitsverschünsel niet zal verdwünen. denten, die in Utrecht voor de rech- I zie je vervolgens gebeuren, dat bü- Kerstmis 1967: Freule Stoetwegen laat zich charm kussen door kamervoorzitter f Thiel. voorbeeld dooi- demonstrajties en testen bepaalde dingen in daad ineens beter worden gepakt. Kük maar naar wat de kende jongeren zo hebben ber Dan zeg ik maar: waarom voo men wü die demonstraties niet c zonder dat er eerst protesten ten komen, maatregelen te ne die de zaken verbeteren. Waa reageren we niet* slagvaardigei moderner?". Wanhopig geworden door de pubergrillen van het dochtertje had ik tegen beter weten in u eer eens gegrepen naar de handboe ken die in de kast stonden te ver gelen. De ernstige titels beloofden uitkomst: „De psychologie van de puber." ..Wat opgroeiende meisjes moeten weten." „De len te van het leven." Wie weet zou ik er toch een recept in vinden om de herfststormen van het dochterlijke humeur te bezweren. Binnen vijf minuten echter stuitte ik op de volgende zin: „Geleidelijk aan echter zal de ontwikkeling van het kind en toen hoefde ik niet meer. Deze ernstige psychologen hadden vast nooit kinderen gehad en ze zeker niet zien opgroeien. Gelei delijk aan hoe kómen ze op het idee Bij kinderen gaat niets geleide lijk. Ze vallen omhoog, springen van de ene ontwikkeling strap op de volgende, storten een paar treden naar beneden, slaan dan weer een stukje overDat is geen „ontwikkeling" dat is com plete chaos die plotseling uit mondt in iets dat volwassene heet en het soms ook is, maar meestal niet. Ik smijt de boeken neer. Daar komt 't dochtertje reeds binnen vallen, op hoge stelten, rank als een wilgentak, donzig van huid, stekelig van temperament, stra lend jong. arrogant als een vor stin. „O, zat je weer te lezen?" roept ze als ze me de deurtjes van de boekenkast ziet sluiten. „Dan zal je mijn bikini nog wel niet gewassen hebben!" ..Hangt aan het lijntje," antwoord ik ver tederd, want het dochtertje in bi- MADRID (GPD) „Goede morgen Dona Luisa. hoe voelt u zich?" IJzersterk en goed gezond natuurlijk. Hoe was ik anders de afgelopen acht maanden doorgekomen?" Zoals gewoonlijke neemt Dona Luisa geen blad voor de mond. Ik sprak met haar op de eerste dag die zij weer in volle vrijheid in haar Madrileense flat doorbracht, na acht maanden in de vrouwen- gevangenis van Alcala de Henares te hebben doorgebracht. Deze Dona Luisa, een 33-jarige, donkerharige, tengere vrouw, gescheiden, moeder van drie kinderen, beter bekend onder de naam „Spanjes rode hertogin". e o a 1 kini, in haar bronzen najadehuid is een aanblik waarvan ik nooit genoeg kan krijgen. De jongens- op-het-strand trouwens ook net heb ik gemerkt. Zou ze dat zelf beseffen? Ik weet het niet. Juist aan de waterkant wordt ze op eens weer kind, verrukt over haar gewichtloosheid, druk in de weer met schelpen en wrakhout of een luchtbed beslist geen vrouw. Ofschoon ze juist dan, uiterlijk, méér vrouw is dan ooit. Ze verspilt verder geen woor den of tijd en grist de bikini van de lijn. „Ga je zwemmenWant in de lente van het leven is het altijd zomer, ook al onweert het dage lijks. „We eten om zes uur," roep ik haar na, waarop ze niet reageert want of ze op etenstijd thuis zal zijn kan geen mens voorspellen, zij ook niet. Misschien eet ze bij een vriendin, of helemaal niet, of trakteren de jongens haar op zo veel frieten dat het er niet toe doet of moeder wel of niet kooktPubers zijn precies als vlinders, ze leven van minuut tot minuut in het zalige heden en „zes uur" ligt om half drie even ver in de toekomst als het jaar 6.000. De overgang van naïef school kind naar langbenige tiener is zó snel gegaan dat ik er volkomen door werd overdonderd. Op een dag stond ze op en ze was een j nieuw wezen, met vrouwelijke j besloot de leiding op zich te nemen Voluit heet Dona Luisa. Luisa Isa bel Alvarez de Toledo y Maura, 21ste hertogin van Medina Sidonia, mar kiezin van Villafranca los Velez, Pa- lomares etc. en gravin van een hele rü plaatsjes in Andalausië. drievou dig „grande" van Spanje in de eer ste klasse (hetgeen haar het recht geeft om de hoed op te houden wan neer de koning van Spanje het ver trek betreedt». Zü is de erfgename van een van de oudste titels van Spanje, waarvan de geschiedenis teruggaat tot het ;aar1256. Zeit verklaart. H) de ni«l- I Men Q,na Lulsa in de e_ we ttte die daaraan toevoegde, vangenis om haai af ,eren om als namelijk die van „rode hertoa.n ala spreekbuls voor de Andalusische volgt: „Ik leerde van m«n ™rou- op tretjen Maa). K kwam de gevangenis uit met nog een nieu- ton betaalde niet alleen schadever goedingen, maar liet zelfs een aoet- waterfabriek nabij Palomares bou wen Maar Dona Luisa betaalde haar actie met acht maanden verblüf achter kille tralies. Toch vond de „rode hertogin" dat het nog niet he lemaal goed zat. „Want de boeren krijgen slechts 16 pet. van het water dat die fabriek produceert. Op de af gegraven bouwgrond kon nog niets worden verbouwd. We zullen weer op nieuw moeten beginnen". nis kwütgescholden Als geïmprovi-1 zetten en blüven schrijven, seerde gevangenisschooljuffrouw ver- dan wel naar mün eigen zin", richtte zij echter officieel geen ar- schien schrijf ik iets over mün beid. Niettemin werden haai-toch na blüf in de gevangenis, het was acht maanden de resterende vier j slist een ervaring maanden van haar veroordelingHaar secretaresse en hartsvriei !J"' kwütgescholden. 1 raadt haar echter om daar voorz tig mee te zün, Per slot van r< „Ik kreeg op een goed moment j ning heeft zü nog steeds een reel" te horen dat ik een boek over j zaak lopen vanwege 'n vroegere p „Spanje in de 18de eeuw" aan het nevrucht, haai- roman „De stak schrijven was en daarmee net zo als die in Parüs werd gepubliceerd, m de werkende gevangenen mün straf haar in Spanje meteen een pnie aan het aflossen was. Inderdaad i „wegens belediging van de rech!01 schreef ik voordat ik achter de tra lies ging voor mün plezier dit boek. Ik ben toen ijverig aan het schrü- ven gegaan in de gevangenis om mün achterstand goed te maken en tijdig mün velletjes in de leveren. Daarbü moest ik wel oppassen met wat ik schreef. Ik heb 500 vellet les volgepend over de 18de eeuw, zon der een enkel woord over de „ver lichtingsbeweging". Nu zij weer op vrüe voeten is. zal ze toch het „gevangeniswerk" voort- ders dat ik de plicht heb iets het Spaanse volk te doen". Dit aristocratische plichtsgevoel we roeping erbij, namelük verdedig ster van de gevangenen „Daar moet toch werkelük iets aan gedaan wor- rondingen, een wijze blik, gepro nonceerde meningen, een zeer kritisch, ongeduldiglastig, won dermooi wezentje met een hu meur als een jonge tijger en de gratie van een elf. Een tiener dochter. Opeens zagen de vrien den van de broers haar ook en accepteerden haar als iemand die deel uitmaakte van hun we reld. Van een geleidelijke over gang geen sprake: zó was ze een kind, een dag later: een bloem van een protestmars van Andalusi sche boeren. De reden van dit pro test was niet gering: In januari 1966 had een Amerikaanse bommenwer per per ongeluk vier atoombommen laten vallen bü het plaatsje Palo mares aan de zuidelüke Spaanse kust. Negenenzeventig dagen. 22 uren. 23 minuten en vele miljoen dol lars later hadden de Amerikanen hun verloren bommen weer terug en hadden de boeren van Palomares het merendeel van hun bestaansmidde- die op uitkomen staat, iets heela prils en zachts en scherps, rijk 'en verloren doordat hun bouwgrond aan beloften van schoonheid, zorg, bloei, verdrietheel, heel plotseling. De scherven van die explosie tot vrouwelijkheid mag ik opra pen, me er wond aan stoten, pro berend er iets van te begrijpen. Maar waarom zou ik trachten het te begrijpen? Wonderen kun je alleen in ootmoed accepteren, ook al is het een wonder dat in honderdduizend huisgezinnen jaarlijks voorkomt. met socialistische inslag kostte haar den. Nee. geen kwaad woord over een veroordeling tot een jaar gevan- 1 de bewakers, zü doen hun best en genisstraf. toen zij drie jaar ge'eden j worden bovendien nog onderbetaald Maar het gevangenisreglement is al lang achterhaald en een nieuw op gesteld reglement wordt niet toege past. Het gevolg is dat alles af hangt van de bevelen die van bo venaf komen. De gevangenen wor den slecht verzorgd. Er is geen douche. Er is geen verwarming, zelfs niet in de afdeling en ik kan verze keren dat de kou geen pretje is. Ten slotte: het eten is beroerd. De mees te gevangenen hebben al het eeld. dat zü door werken kunnen verdie nen nodig om eten te kopen Tk had net als alle andere vrouwen in de gevangenis willen werken in het ate lier. Daar verdien je 18 peseta's voor iedere duizend spopsjes die je in een l'Üke macht" kostte. Zü werd ev wel door een lagen- gerechtshof v01 gesproken en hoopt dat het oppe er gerecht van Spanje dit vonnis zal 1 vestigen. „Eerlijk gezegd voel ik er n voor om weer achter de tralies gaan". Ik herinnerde de „rode hertog eraan, dat ik de laatste maal. vc a dat zü de gevangenis inging, )p haar nog over prins Juan Carlos 'u de Spaanse adel had gesproken b: dat deze Intussen tot toekomstig ia ning van Spanje is benoemd, zo ir de adeldom in Spanje weer geliie „in" zal zijn. Voorspelde dat v;it haar, als drievoudig „grande" 1 0 Spanje niet een rooskleurige t e komst? Dona Luisa schoot in lach. „Ik legde u indertijd al dat ik een verschil zie tus de Spaanse titeldragers waarlük edele personen in het la£, Ik zal van een koning en hofhoiu weinig voordeel trekken. Mün. pla is en blüft naast het volk". radio-actief geworden was en dus I door de Amerikanen afgegraven werd. Toen de schadevergoedingen j tot een weinig verheffende juridische I touwtrekkerü woerden, besloten de boeren te protesteren en „hun" her- togin. Dona Luisa, die hun dialect j verstaat en spreekt, stelde zich aan het hoofd van de betoging, die ver- i boden werd. De „rode hertogin" wist heel goed ..Nee, ik heb geen televisie, ik heb kinderen." Deze opmerking wordt, volgens Elle, steeds minder gehoord en is trouwens weinig zin nig. In de praktük is gebleken dat bijna alle kinderen volgens en- plastic zakje stopt! De meeste meis- I quétes in Frankrük 92 procent) van jes halen van 250 tot 300 peseta's in I televisie houden. „De televisie ver- de maand. Maar ze lieten mü niet vangt oma." aldus Elle. want de al- werken en zetten mij in plaats daar- lerkleLnsten in het gezin vinden in de van voor de gevangenisklas om de andere gevangenen lezen en schrij ven te leren" Deze taak zou eigenlijk een str speciale kleuteruitzendingen een equivalent voor de verhaaltjes die vroeger bü de haard werden verteld. dat zij een proces riskeerde, maar tijdverkorting voor de „rode herto- het leek haar de beste wijze om de gin" hebben moeten betekenen, want noden van de boeren onder de alge mene aandacht te brengen. Dit is THEA BECKMAN haai- ongetwüfeld gelukt; Washing- De oma, vroeger vaak de spil van het familieleven, ontbreekt immers voor iedere dag die men namelijk j in de meeste moderne gezinnen. Te- in een Spaanse gevangenis werkt, levisie heeft de Franse mannen hui- wordt een halve dag van het von- I selüker gemaakt: in 1956 ging vüfen- tachtig procent van hen nog ni het café om een glaasje te drink in 1964 was dit cüfer gedaald zeventig procent. Sinds de intre van de televisie wordt er in de FIW huiskamers minder geconvl 'e seerd, maar des te meer gegette büna zeventig procent van de Fra n se televisie-kükers kauwt tüdens 1 1 ltijken op bonbons, biscuitjes amandelen en drinkt bier of co Volgens Elle heeft het dagelüks schünen van goedgekapte en opj maakte omroepsters op het telet 0 siescherm bovendien tot gevolg I had dat de Franse vrouwen tege woordig vaker naar de kapper gal11 meer schoonheidsprodukten la^ pen. J M

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1969 | | pagina 8